JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Help, ik raak verslaafd!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Help, ik raak verslaafd!

35 minuten leestijd Arcering uitzetten

Inleiding

Verslaving...

Iedere dag is het bankje in het park bezet door een aantal mannen. Het ziet er vies uit: vuile kleren, kapotte schoenen,... maar altijd met een flesje bier in de hand. De plastic tas met flesjes en blikjes staat binnen handbereik...
In de metro ploft er iemand naast je neer. Je hoort wat geknisper van zilverpapier.
Voorzichtig wordt er een of ander goedje opgelegd. Een aansteker en een soort pijpje erbij... een drugsverslaafde naast je.
In de middagpauze ga je met je vriend een patatje halen in het café om de hoek. De fruitautomaat lokt. "Als je een beetje geluk hebt, kun je honderden guldens winnen", beweert je vriend. Het 'gokje wagen' groeit uit tot een gewoonte... tot een verslaving.
Verslaving en verslaafden: het zijn begrippen waarbij iedereen een bepaald beeld heeft. Het is een probleem waarmee iedereen wel iets te maken heeft.
In deze mivoschets gaan we eens wat dieper in op dit onderwerp. Het eerste hoofdstuk van de schets is vooral een verkenning van het probleem. Vragen als: wat is verslaving en wanneer spreek je daarvan? komen in dit hoofdstuk aan de orde.
In hoofdstuk 2 staat de verslaafde centraal. Wie is dat? Hoe komt iemand ertoe om verslavende middelen te gaan gebruiken? En welke gevolgen heeft dat voor de gebruiker zelf?
In het laatste hoofdstuk wordt de blik gericht op de mensen om verslaafde heen. Hoe kunnen zij verslavingsgedrag signaleren en hoe moeten zij omgaan met een verslaafde in hun omgeving?

1. Verslaving, wat is dat

Vormen van verslaving Wie het woord 'verslaving' hoort, denkt vrijwel onmiddellijk aan drugs, alcohol, medicijnen en gokken. Beelden van de gokkast in het café, van blowende junks op het station, van de alcoholverslaafde buurman komen boven...

Verslaving is echter veel breder dan alleen alcohol-, drugs- en gokverslaving. Er zijn talloze vormen: verslaving aan geld, bezit, macht, seks, tv, computer, internet, housemuziek, drop, chocolade, eten, werken, tabak, telefoneren, sport, etc.
Alles wat kan helpen om onlustgevoelens onmiddellijk op te lossen, kan verslavend werken. De oplossingen zijn echter altijd maar heel tijdelijk, want na de eetbui, na het gokken of na de roes komen de problemen in alle hevigheid terug.

Niet alle vormen van verslaving worden door de omgeving als zodanig gezien. Veel mensen vinden hard werken en carrière maken iets positiefs.
Een 'workaholic' is daarom niet zo eenvoudig te herkennen.
Dropverslaving is een probleem voor de persoon zelf, maar het brengt voor de omgeving weinig of geen overlast met zich mee. Tabakverslaving wordt vaak een 'lichte verslaving' genoemd.
De roker verandert niet zichtbaar onder invloed van nicotine en roken leidt niet tot raar gedrag, schulden, agressie en dergelijke. Voor anderen lijken die vormen van verslaving dan wel mee te vallen en weer anderen zien het niet eens als verslaving. Toch is daar wel degelijk sprake van.
Verslaving is iedere gewoonte waarmee je niet kunt stoppen zonder dat het problemen voor je oplevert en waarmee je doorgaat ondanks de problemen die het oplevert.

Een 'workaholic': "Mijn werk bracht veel spanning met zich mee. Ik kickte op die spanning. Tegen vakantie zag ik op, want dan viel die spanning weg. Ik voelde me dan leeg en onzeker. Dus ik verzon allerlei smoezen zodat ik niet hoefde".

Begripsbepaling: drugs-genotmiddelen
In boeken of artikelen over verslaving worden vaak verschillende woorden gebruikt om de verslavende middelen aan te duiden. Soms wordt gesproken over 'drugs'.
'Drugs' is het engelse woord voor geneesmiddel. In ons dagelijks spraakgebruik bedoelen wij er stoften mee, die invloed hebben op je geest en gevoel en waaraan je verslaafd kunt raken. Voorbeelden hiervan zijn stoffen als hasj, cocaïne en XTC, maar ook een stof als alcohol.
De meest geaccepteerde definitie van drugs is: "drugs zijn middelen die een invloed hebben op het menseljk bewustzijn en die om deze reden gebruikt worden" Steeds vaker echter worden drugs (riskanie) 'genotmiddelen' genoemd.
Zoals het woord al aangeeft, is het de bedoeling dat je ervan geniet Aan het gebruik van drugs zijn risico's verbonden, vandaar de naam (riskanle genotmiddelen.
Andere genotmiddelen die niet zozeer tot de drugs gerekend worden, zijn tabak en cateine (in bijv koffie en thee).

Soorten genotmiddelen
Vroeger werden de middelen ingedeeld naar legaal en illegaal. Deze indeling wekt eigenlijk valse verwachtingen. Aan het gebruik van legale genotmiddelen (denk aan alcohol of tabak) kleven soms nameli|k grote nsico's Daarom is het duidelijker genotmiddelen in te delen naar de werking van het middel. Vaak wordt onderscheid gemaakt in drie soorten middelen:
• de verdoxende middelen. Ze werken bewustzijnsverlagend en dempend, Deze drugs wonden bijvoorbeeld gebruikt wanneer iemand persoon zich onrustig voelt. De middelen zorgen ervoor dat de gebruiker doezelig en suf wordt Zo verminderen ze pijn, angst en spanning. Voorbeelden van deze middelen zijn alcohol, heroïne, slaap- en kalmeringsmiddelen.
• de stimulerende middelen. Dit zijn middelen die juist een opwekkend of verhogend effect hebben op het bewustzijn. Wanneer iemand zich bijvoorbeeld moe of lusteloos voelt, wordt hij onder invloed van die drugs juist actief en opgewekt. Ze houden de gebruiker wakker en actief, zodat deze lichamelijk en geestelijk meer kan presteren. Voorbeelden hiervan zijn: cocaïne, tabak, koffie, XTC.
• de hallucinogene of waarnemingsveranderende middelen. De gebruiker gaat anders zien, horen, ruiken, proeven en voelen.
Hij ervaart wonderlijke en onechte dingen. Het lijkt alsof de fantasie werkelijkheid is geworden.
Voorbeelden van hallucinogene middelen zijn: cannabisproducten zoals hasj en weed, LSD, 'paddo's'.

Er zijn dus drie soorten genotmiddelen. Alle drie hebben ze een andere invloed op mensen. Het onderscheid naar werking is echter niet altijd even scherp te maken. Sommige middelen hebben een 'gemengd' effect. XTC is aan de ene kant oppeppend en verandert aan de andere kant de waarneming. Hasj en weed kunnen, afhankelijk van de hoeveelheid en de situatie, tevens bewustzijnsveranderend en versuffend zijn.

Gewoonte, gewenning en verslaving
Wie aan 'verslaving' denkt, denkt meestal gelijk aan 'drugs, alcohol, medicijnen, gokken...'. Het is bekend dat je daaraan verslaafd kan raken.
Maar wanneer is iets een verslaving? Is iemand die iedere dag een glas alcohol drinkt een verslaafde? Waar ligt de grens met een 'normale' gewoonte?

Het begrip 'gewoonte' duidt op een handeling die mensen regelmatig en bijna onbewust doen. Soms hebben gewoonten een duidelijke functie (bijvoorbeeld de gewoonte om drie keer op een dag te eten), maar aan de meeste gewoonten ben je zo gewend dat je niet meer stil staat bij de functie.
Ook bij het gebruik van genotmiddelen treedt gewoontevorming ook op.
Soms worden genotmiddelen gebruikt om een bepaalde reden, bijvoorbeeld voor de gezelligheid, ontspanning, etc. Maar in veel situaties is het gebruik een gewoonte geworden.
Mensen drinken alcohol, roken sigaretten of slikken medicijnen omdat ze dat nu eenmaal zo gewend zijn. Voor sommige rokers is het zo'n gewoonte om steeds een sigaret in de mond te hebben, dat ze de volgende sigaret met de eerste aansteken... de bekende kettingroker.
Wat voor de meeste gewoonten geldt, gaat ook op voor genotmiddelen: mensen weten vaak niet eens meer waarom ze gebruiken. Zij houden nauwelijks rekening met de risico's van hun gewoonte. Een gewoonte kun je stoppen of veranderen, maar bij het gebruik van genotmiddelen is er een groot risico dat de gewoonte overgaat in verslaving.

Het belangrijkste kenmerk van verslaving is afhankelijkheid. Veel mensen denken bij verslaving in eerste instantie aan de lichamelijke afhankelijkheid.
Het lichaam went aan het gebruik van genotmiddelen en kan op een gegeven ogenblik niet meer zonder. Het lichaam is afhankelijk geworden van genotmiddelen. Deze lichamelijke afhankelijkheid wordt 'gewenning' genoemd. Als de persoon stopt met gebruiken of het gebruik vermindert, treden er allerlei lichamelijke klachten op: de ontwenningsverschijnselen.
Voorbeelden van dit soort verschijnselen zijn trillen, zweten, spierpijn, gevoelens van angst. Het lichaam schreeuwt als het ware om de stof. De stof is voor het lichaam noodzakelijk geworden om normaal te kunnen functioneren. Niet bij alle drugs is er sprake van gewenning. Zo treedt er bij bijvoorbeeld hasj en cocaïne meestal geen lichamelijke afhankelijkheid (gewenning) op. Er is sprake van 'verslaving' als iemand geestelijk ('psychisch') afhankelijk is van het gebruik van bepaalde middelen. De uitwerking van verslavende middelen op het lichaam van de gebruiker is vaak maar van korte duur. Het effect op de geest gaat veel verder.
Voortdurend is de gebruiker in z'n gedachten bezig met de drug. Al zijn gedachten, gevoelens en handelingen zijn daarop gericht. Pas als hij het middel weer heeft genomen, neemt het verlangen af en voelt hij zich weer prettig. Het gebruik is dwangmatig geworden en de gebruiker kan niet zomaar stoppen: hij is verslaafd.

Rick: "(.. )lk raakte volledig in de ban van het gokken. Als ik in de buurt van de machine kwam, ging ik trillen van opwinding. Het leek wel of ik in een soort roes kwam. Als ik niet kon spelen, voelde ik me ziek. Ik verwaarloosde mezelf en hield andere mensen op een afstand. Ik was alleen nog maar bezig om aan geld voor het gokken te komen(...) ".

Omvang van het probleem
Over hoeveel mensen in Nederland hebben we het eigenlijk, als het gaat om verslaving? Een opsomming:
Tabak:
4,5 miljoen mensen roken tabak, d.w.z. 34% van de Nederlandse bevolking van 15 jaar en ouder.
Alcohol:
700.000 mensen drinken dagelijks 8 tot 12 glazen alcohol; 300.000 drinken 12 glazen of meer. Het komt erop neer dat zo'n 8 a 10 % van de Nederlandse bevolking van 15 jaar en ouder problemen heeft met drankgebruik.
Softdrugs:
precieze getallen zijn onbekend. Naar schatting 1 miljoen mensen gebruiken softdrugs of hebben dat recent gedaan.
Hard drugs:
officiële cijfers spreken van 21.000 tot 25.000 gebruikers.
Waarschijnlijker zijn aantallen tussen de 28.000 en 40.000.
Medicijnen:
precieze cijfers zijn onbekend. De schattingen lopen uiteen van 200.000 tot 800.000.
Het aantal verslaafden aan kalmeringsmiddelen wordt geschat op 250.000.
Gokken:
de laatste onderzoeken wijzen op 80.000 problematische gokkers in Nederland.

De aantallen zijn schokkend hoog. En helaas stopt de problematiek niet voor de ingang van de kerk. Ook onder christelijke jongeren en ouderen komt verslaving voor.


Verslaving en de Bijbel
Het onderwerp "verslaving' staat misschien in eerste instantie ver van je af. Je bent immers helemaal niet verslaafd en je kent geen verslaafde(n) in je directe omgeving?
Het is maar de vraag of dat waar is...
Het woord 'verslaving' zegt het eigenlijk al: je bent ergens slaaf van geworden. Je hebt zelf de macht niet meer over het middel, maar het middel heeft macht over jou.
In het Nieuwe Testament wordt ook over een vorm van slavernij gesproken. In de brief aan de Romeinen schrijft Paulus over de macht van de zonde. Sinds de zondeval zijn we allemaal slaven van de zonde. We hebben er geen weerstand tegen: de zonde heerst over ons leven. In Romeinen 7 vers 14b schrijft Paulus daarover "... ik ben vleseli|k. verkocht onder de zonde". Paulus zag zichzelf als een slaaf, die niet meer zijn eigen wil, maar de wil van zijn meester moest doen.
Als je beseft dat je vanuit jezelf verslaafd bent aan de zonde, zul je geen reden vinden om jezelf boven je (drugs-)verslaafde naaste te stellen. Je bent immers niet wezenlijk anders dan de gokker, de alcoholist of de drugsverslaafde?
Satan heeft ontzettend veel macht en hij zal het niet nalaten om ook jou in zijn macht te houden. Of dat nu is door middel van drugs of een fruitautomaat of door een andere zondige gewoonte die je niet wilt nalaten.
De Heere Jezus leerde Zijn discipelen te bidden om verlost te worden van de zonde: "Leidt ons met in verzoeking, maar verlos ons van de boze". Hoezeer satan ons in de greep van de zonde wil houden, Htj is machtig om hiervan te verlossen: "Mij is gegeven alle macht". Een troostrijke boodschap voor een verslaafde...


De historie van verslavende middelen
Het gebruik van verslavende middelen is niet iets van de laatste jaren. Integendeel, de geschiedenis ervan is bijna zo oud als de mensheid. Dat blijkt bijvoorbeeld uit Genesis 9, waarin ons verteld wordt van Noachs dronkenschap. Ook oudheidkundige vondsten hebben aangetoond dat in alle oude culturen al plantaardig ontremmende en bedwelmende middelen gebruikt werden. Zo is bekend dat de Chinezen al sinds duizenden jaren opium gebruiken. De geschiedenis van het biergebruik bij de Egyptenaren en het gebruik van cocabladeren bij de indianen in de Andes is al even oud.
In oude culturen maakte druggebruik soms deel uit van godsdienstige rituelen. Het druggebruik veroorzaakte een toestand van bewustzijnsverandering, waarbij mensen in contact kwamen met de wereld van de goden. Het gebruik van deze middelen was aan strenge regels gebonden. Zo mochten vaak alleen de priester of de medicijnman 'gebruiken'.

In de 16e eeuw werden tabak, koffie en thee ook in West-Europa bekend. Aanvankelijk werden deze middelen gebruikt voor medicinale doelen. Later werden ze in de betere standen populair als genotmiddel. Na verloop van tijd kwam ook de gewone bevolking ermee in aanraking. In een heftige reactie probeerden kerk en staat het gebruik aan banden te leggen, maar dat was zonder resultaat. Men besloot vervolgens deze middelen te legaliseren en daarop accijnzen te heffen. Een soortgelijk proces heeft zich nog vele malen herhaald in de loop van de geschiedenis. Zo is bijvoorbeeld het taboe op het gebruik van opiaten en chemische oppeppers en afremmers iets van de laatste tijd. Tot aan het begin van deze eeuw konden veel middelen, die nu onder de Opiumwet vallen, vrij in de apotheek gekocht worden.


2. De verslaafde, wie is dat?

Niet iedereen die alcohol gebruikt, raakt daaraan verslaafd. Niet alle gokkers worden gokverslaafd. Hoe kan het dat de ene persoon die gebruikt wel verslaafd wordt en de andere niet? Aan deze vraag gaat een andere vooraf: waarom gaat iemand eigenlijk gokken of genotmiddelen gebruiken?

Waarom genotmiddelen gebruiken?
De eerste kennismaking met genotmiddelen vindt soms al op jonge leeftijd plaats. Wie wilde als kind niet het laatste slokje uit een flesje bier drinken of een trekje doen aan de sigaar van opa? Over het algemeen komen kinderen tot de ontdekking dat ze het bier of de sigaar niet lekker vinden en stoppen ze (voorlopig) met het gebruik ervan.
Het echte experimenteren met genotmiddelen begint meestal in de puberteit. In deze periode willen jongeren allerlei gedrag uitproberen. Ze willen ontdekken wat er allemaal is en willen grenzen verleggen. Allerlei zaken uit de wereld van de volwassenen worden uitgeprobeerd, jongeren proberen de eerste sigaret, de eerste pint.
Jongeren die experimenteren met genotmiddelen, hebben daar verschillende redenen voor. Sommigen gebruiken het als ontspanning of om verlegenheid te verbloemen. Meestal is nieuwsgierigheid of meedoen met een ander de aanleiding. In veel gevallen weet zo iemand eigenlijk niet precies waar hij of zij mee begint. Soms zijn problemen (thuis of elders) de reden om te gaan experimenteren met genotmiddelen. De genotmiddelen dienen dan als middel om (even) te kunnen vluchten uit de werkelijkheid en om problemen even te kunnen vergeten.

Sander (over zijn eerste ervaring met blowen): "je krijgt het aangeboden en dan wil je wel effe kijken wat het is"

Een Marokkaanse jongen: "Driemaanden ging ik regelmatig naar een vormingscentrum. Meestal vertrok ik halverwege de ochtend met andere jongens naar Hoog Catharijne (HC). Van de jongens op HC kreeg ik heroïne. De gevolgen van heroïne kende ik niet".

Jan: "ja, bij mij is het gewoon begonnen doordat ik erbij wilde horen. Ik wilde stoer zijn. M'n broers rookten, mijn vrienden rookten, ja, wat doe je dan? Ik ging ook roken natuurlijk. En nu kan ik niet meer zonder, 'k Zou 't echt wel willen hoor, maar ik kan ze gewoon niet meer missen ".

Cerard: "Ik was eigenlijk gewoon nieuwsgierig. Weet je, ik had al zo veel gehoord over die soft drugs. En je zou er weer wat meer energie van krijgen. Nou, dat kon ik best gebruiken. Ik wilde het gewoon wel eens een keertje proberen. Gewoon even weten wat dat is. En ja, toen is het eigenlijk allemaal vanzelf gegaan".

Nico: "Ik zat in die tijd in dienst. Nou, ik weet niet of je daar ook gezeten hebt, maar dat is maar niks hoor. Hele dagen liepen we ons te vervelen. Ik was jong. ja, dan zoek je wat, hè?! Ik wilde alles van deze wereld zelf ontdekken. Dat deed ik ook met muziek, 'k Heb allerlei stijlen uitgeprobeerd. Gewoon, wat experimenteren. En wat goed beviel dat hield ik. De rest dankte ik af. Ik ben ook wel een mens van uitersten. Wanneer ik iets niet moet, dan moet ik het ook helemaal niet. Maar als ik het goed vind, dan is het helemaal goed. Nou, zo is het ook met die housemuziek gegaan. Ik raakte er helemaal aan verslingerd. En nu kan ik niet meer slapen zonder dat ik die beat hoor".

Hoe raakt iemand verslaafd?
Verslaving is niet iets wat iemand ineens overkomt. Het is een langzaam sluipend proces, dat vergeleken kan worden met een vis die in een fuik zwemt. Eerst kan de vis nog gemakkelijk terug, maar dat wordt steeds moeilijker naarmate de vis verder in de fuik terechtkomt. Op het laatst is het zelfs onmogelijk om terug te keren naar de vrijheid.
De eerste stap wordt altijd gezet bij het uitproberen met een of meer middelen. Bij de meesten blijft het bij wat experimenteren. Slechts een klein gedeelte gaat door met gokken of met het gebruik van drugs. Ze zijn als de vis, die doorzwemt en dieper in de fuik terechtkomt.
Ze komen dan terecht in de volgende fase van gebruik: de fase van het regelmatig gebruik. Het wordt een gewoonte om elke dag na het werk een pilsje te nemen of ieder weekend een hasjsigaret te roken. Echte problemen levert deze gewoonte nog niet op. Het gebruik is nog onder controle. De meeste mensen die bijvoorbeeld alcohol drinken, gaan niet verder. Op een gegeven moment gaan ze weer minder drinken of het blijft bij regelmatig gebruik.
De volgende fase is die van het overmatig gebruik. Iemand drinkt veel, is vaak stoned of gokt vaak. Zo vaak, dat er problemen van komen, bijvoorbeeld ruzies, schulden of ziekten. Om die problemen weg te drukken, gaat de overmatige gebruiker nog meer drinken, drugs gebruiken of gokken.
De stap terug naar het regelmatige gebruik wordt steeds moeilijker, terwijl de volgende -en laatste- fase in gebruik steeds dichterbij komt.
De laatste fase is die van het dwangmatig gebruik. Het is het eindpunt in de fuik; de vis kan niet meer terug. Er is sprake van verslaving. De gebruiker móet gebruiken. Het leven wordt volledig door drugs beheerst. De fles, de gokkast, de joint, de spuit zijn het middelpunt van het bestaan geworden.
Vrijwel alle tijd, energie en geld wordt gestoken in het instandhouden van de verslaving.

Oorzaken van verslaving
De vraag wie er verslaafd raakt, houdt velen bezig. Zijn dat altijd mensen die uit lage sociale milieus komen? Raken vooral mensen met een zwakke persoonlijkheid verslaafd? Of komen verslaafden uit gezinnen waar veel problemen zijn? In feite zijn dit vragen naar de oorzaak van verslaving.
Bij het ontstaan van verslaving spelen meestal verschillende factoren een rol.
Dé verklaring voor het ontslaan van verslaving zal nooit gevonden worden. Iedere verslaafde heeft zijn eigen verhaal, zijn eigen achtergronden en zi|n eigen redenen. Werkloosheid, zorgen op financieel of ander gebied, leermoeilijkheden, vrienden die het slechte voorbeeld geven, een psychiatrische stoornis: het zi|n slechts enkele factoren die probleemgebruik en ver slaving kunnen veroorzaken.
Zonder twijfel is ook de veranderde maatschappij een belangrijke oorzaak voor verslavingsgedrag. Onze maatschappij wordt gekenmerkt door een hoog levenstempo en snelle veranderingen. Daarnaast is een aantal zekerheden verdwenen. Veel mensen hebben het vertrouwen in de kerk, in de overheid en in elkaar verloren,
ledereen moet zijn eigen weg vinden in deze ingewikkelde maatschappij.
Christelijke waarden en normen zijn aan de kant geschoven. In de huidige samenleving heeft God geen plaats meer. Die leegte moet op de een of andere manier opgevuld worden. In een samenleving los van God, zoekt de mens wanhopig naar de zin, het doel van zijn bestaan. Veel jongeren zoeken het in extremen: in het bezoeken van houseparty's en het gebruiken van drugs.

De vraag waarom iemand verslaafd is geraakt, is niet eenvoudig te beantwoorden. Er is altijd sprake van een combinatie van factoren, die geleid heeft tot het verslavingsgedrag. Maar: dit betekent niet dat verslaving iets is wat iemand zomaar overkomt!

Waarom is verslaving zo moeilijk te doorbreken?
Voor iemand die verslaafd raakt, wordt het steeds moeilijker om te stoppen.
Verslaving houdt zich op een gegeven moment in stand. De verslaafde komt in een aantal cirkels terecht, die het hem moeilijk maken daaraan te ontsnappen. Telkens komt hij weer terug bij het punt dat hij juist wilde verlaten.
Om de processen die plaatsvinden bij verslaving inzichtelijk te maken, heeft een arts vier cirkels beschreven:
1 De verslaafde gebruikt overmatig veel drugs, alcohol of gokt veel. Als de roes voorbij is, realiseert hij zich dat het niet goed gaat.
Schaamte, schuldgevoelens en angst zijn het resultaat. De verslaafde heeft steeds minder mogelijkheden om op een betere manier (zoals praten) om te gaan met die nare gevoelens. Om de emoties weg te drukken gaat de persoon meer gebruiken. Deze cirkel heet de psychische cirkel.
2. De verslaafde krijgt door het vele gebruik problemen. Ruzie thuis, moeilijkheden op het werk of op school, schulden. De verslaafde zoekt andere mensen op die veel gebruiken, want die zeuren tenminste niet dat hij moet stoppen. Op een gegeven moment kan het zover komen dat de verslaafde alleen nog omgaat met andere verslaafden. Daardoor gaat hij zichzelf zien als een van de druggebruikers, of een van de zware drinkers of een van de gokkers. Het gevolg is meestal meer drinken, gebruiken of gokken. Dit is de sociale cirkel.
3 De verslaafde gebruikt drugs of alcohol en het lichaam stelt zich hierop in. Wanneer de verslaafde ophoudt, gaat het lichaam protesteren: de verslaafde wordt ziek.
Dit zijn de onthoudingsverschijnselen. Om dit te voorkomen, blijft de verslaafde gebruiken. Deze cirkel heet de farmacologische cirkel.
4. Bij alcoholverslaving is er nog een vierde cirkel: de verslaafde gebruikt overmatig veel alcohol waardoor een hersenbeschadiging kan optreden. Deze ziekte van Korsakow wordt veroorzaakt door een tekort aan vitamine B, omdat onvoldoende voedsel wordt gegeten. Door de hersenbeschadiging heeft de verslaafde minder invloed op zijn eigen gedrag. De drang om weer te gaan drinken is daardoor nog moeilijker te weerstaan. Meer alcoholgebruik is het gevolg.
Deze laatste cirkel, de cerebrale cirkel, treedt alleen op bij alcoholverslaving, omdat deze drug de hersenen aantast.

De effecten van verslaving
ledereen weet dat buitensporig gebruik van alcohol kan leiden tot problemen. Denk bijvoorbeeld aan dronkenschap, agressie en vandalisme.
Dronkenschap is echter incidenteel, het gaat weer voorbij als de alcohol is 'uitgewerkt'. Het is een korte termijneffect van overmatig gebruik.
Een lange termijneffect van overmatig gebruik van alcohol is de afhankelijkheid die ontstaat. Die afhankelijkheid blijft bestaan, ook als de verslaafde een poosje geen alcohol gebruikt. Zijn gedachten, gevoelens en handelingen zijn maar op een ding gericht: de fles.
Wat voor een alcoholist geldt, geldt voor iedere verslaafde: alles draait om het middel. Het ligt voor de hand dat iemand, die zo afhankelijk is geraakt, op veel gebieden niet goed meer kan functioneren. Er kunnen problemen ontstaan op het werk, de studie wil niet meer vlotten, er ontstaan financiële problemen, omdat teveel geld wordt uitgegeven aan drank, gokken of de babbellijnen. Veel middelen (denk aan nicotine, drugs, alcohol) werken verwoestend op de gezondheid. Huwelijken stranden.
De gevolgen van verslaving zijn heel divers. Verslaving heeft invloed op de (mensen in) de omgeving, op studie of werk, maar ook op de gebruiker zelf. Verslaafden kunnen soms heel vreemde gedachtekronkels hebben.
De Amerikaanse psychiater Twerski noemt dat 'verslaafd denken'. Niet alleen de manier van denken, maar ook de manier van doen kan voor de omgeving heel moeilijk te accepteren zijn.

Verslaafd denken en doen
Iemand die zijn controle over de gewoonte om veel te drinken, drugs te gebruiken of te gokken is verloren, is ook de beheersing over zijn gedachten kwijt. De verslaving vervormt de denkprocessen van de verslaafde met één doel: het instandhouden van de verslaving. Vaak vinden verslaafden wel dat ze moeten stoppen, maar stoppen lukt niet. De gedachte om voor altijd te stoppen is beangstigend. Daarom gaan verslaafden door. Het denken ('ik vind dat ik moet stoppen') is in strijd met het doen (doorgaan met gebruiken). Om dit conflict tussen denken en doen op te lossen, hebben verslaafden een aantal 'trucs':

Het is er niet
De eerste truc is die van de ontkenning. Het is een vorm van struisvogelpolitiek: net doen alsof er niets aan de hand is.
"Ik ben geen alcoholist. Als ik zou willen, zou ik er zo mee kunnen ophouden ".
Het is er wel een beetje, maar het valt wel mee.
Verslaafden willen anderen graag laten geloven dat het wel meevalt het probleem. Rokers praten over een sigaretje, mensen die veel drinken hebben het over een pilsje of borreltje, plllenslikkers praten over pilletjes.
En bovendien: anderen gebruiken nog veel meer.
"Het valt best mee met mij. Ik drink niet veel. Mijn vriend, die drinkt".
Het is er wel een beetje, maar niets vergeleken bij mijn andere problemen.
Op een gegeven moment valt het niet meer te ontkennen dat het drinken, gokken of drugsgebruik problemen oplevert. De verslaving veroorzaakt bijvoorbeeld ruzies, schulden of ontslag Het gebruik wordt wel als probleem onderkend, maar nog niet als probleem nummer één.
"ja, ik drink wel een paar borreltjes, misschien zelfs wel eens een paar te veel, maar dat is absoluut niet mijn probleem. Al die toestanden thuis en op m 'n werk zijn mijn echte problemen ".
Het is er wel, maar het is de schuld van anderen.
Als het niet meer te ontkennen valt dat verslaving het probleem is, zeggen veel verslaafden dat ze er niets aan kunnen doen, omdat anderen er de oorzaak van zijn. Door naar anderen te wijzen, blijft de verslaafde zelf buiten schot.
"Ik had een vriend en die spoot zonder dat ik het wist heroïne in mijn sigaretten. Zo ben ik verslaafd geraakt".
Het is er en ik ga stoppen, maar niet nu.
Op een gegeven moment lukt het niet meer om de problemen te ontkennen, te verkleinen of naar anderen te wijzen. De 'truc' die nu toegepast wordt, is uitstellen.
"Nog een keer en dan hou ik ermee op ". "ja, ik ga s toppen, maar pas wanneer ik er echt klaar voor ben ".
Het is er wel, maar het kan niet anders.
Tenslotte kan de verslaafde niet anders dan toegeven verslaafd te zijn. Maar, zegt hij erbij, het kan niet anders, het hoort bij mij.
"Ik ben verslaafd aan pillen, want ik kan niet tegen pijn. Dus ik moet wel doorgaan ".
Niet alleen in z'n denken is de verslaafde vervormd, ook in z'n gedrag is de verslaving allesoverheersend. De verslaafde ziet de mensen om hem heen als instrumenten om de gewoonte in stand te houden. Het doel van 'verslaafd doen' is, net als bij 'verslaafd denken', het volhouden van de gewoonte. Door anderen te manipuleren of onder druk te zetten, probeert de verslaafde de verantwoordelijkheid op anderen af te schuiven.

"Ik heb drugs nodig. Als je me geen geld geeft, dan moet ik gaan stelen. Dan is dat jouw schuld".
Liegen, bedriegen, dreigen en drammen: een verslaafde heeft er alles voor over om aan zijn drugs te komen.
Mensen zijn alleen belangrijk als ze van nut zijn om drugs of geld te kunnen krijgen. Het is een vorm van gedrag dat niet zomaar verdwijnt als de verslaafde stopt met gebruiken.
Vaak gaat er een lange tijd overheen, voordat verslaafden weer hebben geleerd normale relaties te onderhouden en een normaal leven te leiden. We kunnen het ons vaak niet indenken
We kunnen het ons vaak niet indenken dat dit echt gebeurt. Toch is dat werkelijk het geval; en het gebeurt helaas ook door kerkmensen.


Verslaving: een keuze!?....
Hoewel natuurlijk niemand bewust kiest voor een verslaving, is verslaving wel een gevolg van een heleboel eigen keuzes, leder mens is door de Heere God geschapen als een verantwoordelijk wezen, als iemand die verantwoordelijk is voor de beslissingen die hij of zij neemt.
leder mens is dus verantwoordelijk voor elke keuze die hij maakt, zoals de keuze om met vrienden om te gaan die drugs gebruiken, de keuze om het uit te proberen, om er mee door te gaan of om het zelf te gaan kopen. Al deze keuzes worden gemaakt voordat iemand verslaafd is.
Verslaving is dus niet iets wat iemand zomaar overkomt. Daar liggen eigen keuzes aan ten grondslag. Maar bedenk wel dat de omstandigheden waarin iemand verkeert, heel bepalend kunnen zijn voor zijn of haar keuzes.

Peter: "Als ik terugkijk naar mijn verleden, dan ben ik er eigenlijk automatisch in gerold. Toen ik vierjaar was zijn mijn ouders gescheiden. Ik bleef achter bij mijn vader. Mijn moeder nam de andere twee kinderen, ma mij moest ze niet. Ik was te lastig. Vanaf die tijd heb ik eigenlijk helemaal geen thuis meer gehad. Mijn vader dronk. Hij was bijna nooit thuis. Zo ben ik bijna vanzelf ook naar de drank gaan grijpen. Mijn vaderwasmijn voorbeeld. Ik had veel ellende en ik wilde dat ook wel eens even kwijt zijn".

Uit het verhaal van Peter blijkt dat zijn leven totaal ontwricht was. In die ellende zag hij geen andere mogelijkheden dan het voorbeeld van zijn vader te volgen: de drankfles grijpen.
Dat verslavingsproblemen te maken hebben met eigen keuzes, mag dan in principe waar zijn, maar uit het bovenstaand voorbeeld blijkt dat daarmee niet alles gezegd is.
Het betekent ook zeker niet dat we op een verslaafde mogen neerkijken, alsof hij de verslavingsproblemen over zichzelf heeft afgeroepen: "Hij heeft immers gekozen voor drugs? Dan zijn dit de gevolgen". Heb je je wel eens afgevraagd waarom je klasgenoot, dat JeV-lid, die man uit de gemeente 'aan de drugs is geraakt'? Heb jij het opgenomen voor die klasgenoot, die altijd buiten de groep viel? Ben jij wel eens een gesprek aangegaan met het JeV-lid, dat...


3. Hoe ga je om met de verslaafde?

Signaleren van verslavingsgedrag
Het signaleren van verslavingsproblemen is niet eenvoudig. Misschien heb je een vermoeden dat iemand verslavingsproblemen heeft. Als iemand zich vaak ziek meldt, betekent dat natuurlijk nog niet dat hij alcohol- of gokproblemen heeft.

Op grond van één aspect kun je niet je conclusies trekken. ]e kunt wel opletten of er nog meer signalen in het oog springen.
Enkele signalen (de lijst is met vele voorbeelden uit te breiden!) op een rijtje:
• drinkgedrag: veel en 'snel' drinken. Een glas wordt niet leeggedronken, maar 'achterover geslagen'.
• een sterke alcoholgeur of juist een sterke geur van pepermunt of parfum (om de alcoholgeur weg te werken)
• bij gokken: veel tijd wordt gestoken in het gokken en of het bemachtigen van geld.
• vermoeidheid
• hoofdpijn
• maagklachten
• geheugenverlies
• agressie
• schuldgevoelens
• slechte resultaten op school
• schulden hebben
• geld lenen
• enzovoort, enzovoort

Het gesprek met de verslaafde
Je vermoedens dat je broer, je vriendin, je collega of iemand anders uit je directe omgeving problemen heeft met alcohol, drugs of gokken worden steeds sterker. Verschillende signalen wijzen daarop. Wat moet je nu doen?
Hoe ga je om met het vermoeden dat je naaste verslaafd is of verslaafd dreigt te raken? Op welk moment en op welke manier kan je het ter sprake brengen? Anderen zullen twijfelen of ze het wel bespreekbaar moeten maken: "Misschien gaat het de volgende keer wel beter, hij weet het vast ook wel, wat zal hij zeggen... hoe moet ik het eigenlijk zeggen, waar bemoei ik me mee, zou het wel zo zijn, misschien..."
Het kan inderdaad heel moeilijk zijn om zo'n gesprek te beginnen. Enerzijds wil je niet binnendringen in de privé-situatie van de ander.
Anderzijds mag je het wel zeggen als iemand verkeerd bezig is. Die verantwoordelijkheid hebben wij gekregen.
Dat heeft niets met betutteling te maken, maar met betrokkenheid op de ander. In onze maatschappij is het ongebruikelijk geworden om anderen aan te spreken op hun gedrag. De heersende gedachte is: ieder mag zelf uitmaken wat hij doet, als hij een ander daarbij maar niet hindert. Deze tolerantie komt in feite voort uit ongeïnteresseerdheid en gemakzucht.
De Bijbel heeft deze verkilling van de samenleving al voorzegd (2 Tim. 3 : 2-4).
Het mag in onze samenleving ongebruikelijk zijn om iemand terecht te wijzen; in de Bijbel wordt er juist toe opgeroepen (Gal. 6 : 1). Het is natuurlijk wel belangrijk hoe je het gesprek aangaat. Doe je dat liefdevol en vanuit betrokkenheid, omdat je de ander niet over hebt voor de heilloze weg naar verslaving?
Haaks hierop staat de houding van de schriftgeleerden, die een overspelige vrouw bij de Heere Jezus brengen (Joh. 8 : 1-11). Ze dringen er bij Hem op aan om de vrouw te veroordelen voor haar zondige daden. Hij antwoordt:
"Wie zonder zonden is, werpe de eerste steen op haar". De Heere Jezus wijst de schriftgeleerden terecht: ze zijn niet uit op het welzijn van de vrouw, maar op haar veroordeling.
De Heere wijst in Zijn Woord op een andere weg. Wij zijn niet geroepen om te veroordelen (Jak. 12 en Joh. 8 : 7), maar om te bidden voor elkaar (Jak. 5 : 16), om te helpen (Rom. 12 : 13 en 15), te luisteren (Jak. 1 : 19) en barmhartig te zijn (Zach. 7 : 9).

Ga je gang...
Je kunt het je misschien niet voorstellen, maar ongewild kunnen mensen in de omgeving van de verslaafde hem of haar ook de mogelijkheid geven om door te gaan met drinken, gokken, slikken of spuiten. Dat kan op verschillende manleren gebeuren.
In de eerste plaats schermen deze mensen (ze worden ook wel 'gelegenheidsgevers' genoemd) verslaafden af van de gevolgen van hun gedrag.
Denk hierbij bijvoorbeeld aan de ouders van een gokker, die de schulden van hun zoon betalen zodat hij niet in problemen komt met justitie.
Het is een heel begrijpelijke daad van de ouders, maar voor hun zoon heeft het waarschijnlijk een verkeerde uitwerking. Nu de schulden zijn betaald, kan dat voor deze jongen juist een reden zijn om door te gaan met gokken. Misschien rekent hij er wel op dat zijn ouders de volgende keer weer zijn schulden betalen.
Soms praten mensen in de omgeving de zaak goed ("Hij drinkt veel, maar hij kan er goed tegen. Dus ik vind het niet zo erg") of ze helpen om daarmee erger te voorkomen ("Ik geef mijn dochter vaak geld om drugs te kopen.
Wat moet ik anders? Ik wil niet dat ze moet gaan stelen om aan geld te komen").
De motivatie van de gelegenheidsgevers kan goed lijken. De mensen in de omgeving hebben wellicht het welzijn van de verslaafde op het oog, maar ze bereiken het tegendeel. Doordat ze de verslaafde afschermen van de gevolgen van de verslaving, voelt de verslaafde niet aan den lijve dat het vele drinken, het gebruik van drugs of het gokken nare gevolgen heeft. De verslaafde ziet daardoor het middelengebruik niet als oorzaak van de problemen en zal eerder doorgaan. In feite zeggen gelegenheidsgevers tegen de verslaafde: ga je gang.

Hoe dan wel omgaan met een verslaafde?
In het gesprek en de omgang met de verslaafde is het belangrijk dat je je eigen grenzen helder krijgt en die duidelijk maakt naar de verslaafde.
Hoever gaat je zorg? Wat is nog naastenliefde en waar houdt het op? Met pijn in het hart kunnen ouders het besluit nemen om de schulden van hun verslaafde zoon of dochter niet (langer) te betalen. Met het oog op het welzijn van hun kind hebben zij een duidelijke grens gesteld, hoe moeilijk het ook is om die grens te blijven hanteren.
Het kan heel verhelderend zijn om jezelf eens te verdiepen in de problematiek. Er is veel literatuur over verslaving en hulpverlening verschenen.
Een gesprek met een medewerker van het Consultatiebureau voor Alcohol en Drugs of van een andere hulpverleningsinstantie kan verhelderend werken.

In Mattheüs 22 : 34-40 geeft de Heere Jezus ons een les mee voor het omgaan met verslaafden. De Heere vat daar de wet samen met de bekende woorden dat wij God moeten liefhebben boven alles en onze naaste als onszelf. Die 'naaste' is niet alleen onze familie, onze buren of onze vrienden.
De naaste is ook degene die in de problemen zit vanwege gokverslaving, verslaving aan drugs of alcohol. De Heere is er duidelijk over in Zijn Woord: Hij haat de zonde, maar de zondaar haat Hij niet. De geschiedenis in Johannes 8 is een duidelijk bewijs van Zijn liefde voor zondaars. De joden hadden een overspelige vrouw op heterdaad betrapt en bij jezus gebracht. Wat vond de Heere Jezus daar nu van? "Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen" zo klonk het uit de mond van de Heere. Niemand gooide en ze dropen allemaal af. De Heere Jezus bleef alleen met de vrouw over en zei: "Zo veroordeel Ik u ook niet; ga heen en zondig niet meer".
Op die wonderlijke zondaarsliefde mag je je verslaafde naaste wijzen.


Lichamelijk bijwerkingen
- rode, tranende ogen
- droge mond
- verwijde pupillen
- zwaar gevoel in je armen en benen (stoned)
- verslapte spieren
- afname van de bloedcirculatie in de hersenen (min. 10%) tijdens gebruik
- versnelde hartslag (hartkloppingen)
- te hoge of te lage bloeddruk
- afname van je suikergehalte in het bloed en behoefte aan zoet eten ('vreetkick')
- longziekten: De kans op longziekten (bronchitais, longemfyseem, longkanker e.d.) is groter. De rook van cannabis bevat twee keer zoveel kankerverwekkende stoffen als tabaksrook.

Psychische gevolgen
- je bewustzijn verandert
- je waarneming versterkt (fellere kleuren bijvoorbeeld)
- geestelijk werkt gebruik verslavend
- je logisch denken vermindert (je maakt fouten in het verkeer bijvoorbeeld)
- je geheugen gaat achteruit
- je wordt chaotisch
- je vertoont a-sociaal en agressief gedrag
- angst, paniek
- je hebt nergens meer zin in (in je hobby's bijvoorbeeld)
- je kunt minder goed leren of werken (je verliest je concentratie)
- je hebt wisselende stemmingen (je bent labiel)
- je wordt achterdochtig (schizofreen)
- waanideeën/fantasie


Verwerking

Verslaving dichtbij
In de schets komt onder andere naar voren dat verslaving ook heel dichtbij kan komen. Op de JeV, in je vriendenkring, in de familie, in de buurt. En wat doe je dan, wanneer je vermoedt of merkt dat iemand verslaafd is? Stap je zomaar op iemand af? Ga je op onderzoek uit? Probeer je diegene aan de praat te krijgen?
Stuur je hem gelijk naar de hulpverlening?

1. Zoek twee jongeren die een gesprek kunnen opzetten tussen een verslaafde en een vriend/familielid/JeVer.
2. Laat er één voor verslaafde spelen die bij hoog en bij laag ontkent dat hij verstaald is. Maak gebruik van elementen uit de schets.
3. Laat de ander erachter proberen te komen wat er precies aan de hand is en met argumenten komen om de 'verslaafde' ervan te overtuigen dat hij verslaafd is. Maak ook nu gebruik van de schets.
4. Rond het gesprek na tien minuten al en ga dan uiteen in groepjes. Geef elk groepje een verwerkingsopdracht om deze problematiek verder te doordenken.
5. Rond plenair af, waarbij je het gesprek evalueert en de verwerking ervan bespreekt. Betrek daarbij Markus 12 vers 30 en 31.

Associatieopdracht "Verslaving"

Voor de inleiding
1. Verdeel de groep in kleine groepjes.
2. Deel grote vellen uit waarop in het midden het woord "Verslaving" staat,
3. Laat ieder groepslld erbij schrijven waar hij het eerste aan denkt wanneer hij het woord "Verslaving" ziet staan.
4. Schuif het vel door naar een volgende groep.
5. Schrijf als groep een reactie op het vel van een andere groep.

Tijdens de verwerking
6. Deel de vellen weer uit.
7. Bespreek met behulp van de vellen bijvoorbeeld de volgende vragen:
• Hoe raakt iemand verslaafd?
• Hoe herken je verslaving?
• Wat kun je eraan doen wanneer iemand verslaafd is?
• Wat zegt de Bijbel over verslaving?
• Is ons zondige bestaan ook verslaving? Hoe is dat bij jou?
• Is daar wat aan te doen?
8. Zie je bovenstaande vragen (en de antwoorden daarop) terug op de vellen?
9. Rond plenair af. Gebruik ook dan de vellen en de uitkomsten van de vragen.

Stellingenspel

Zorg dat je een lege ruimte hebt in de zaal waar voldoende plaats is voor alle verenigingsleden om te kunnen staan en heen en weer te lopen. De ene kant van de zaal staat voor 'mee eens', de andere kant van de zaal voor 'niet mee eens', je kunt voor dit spel onderstaande stellingen gebruiken, maar je kunt natuurlijk ook eigen stellingen verzinnen.

1. Lees één van de stellingen voor en laat alle jongeren positie innemen. Wanneer ze het eens zijn met de stelling, moeten ze aan de ene kant van de zaal gaan staan, zijn ze het er niet mee eens, gaan ze aan de andere kant staan. Zo komen er - als de meningen tenminste verdeeld zijn - twee groepen tegenover elkaar te staan.
2. Laat nu één van de jongeren zijn of haar mening beargumenteren.
3. Iemand van de andere groep mag hierop reageren. Zo ontstaat er een discussie waarbij anderen uiteraard mogen aanvullen.
4. Men mag tijdens de discussie ook van mening veranderen en dus 'overlopen'.
5. Wanneer de discussie afzwakt of te lang gaat duren (niet langer dan een aantal minuten!), rond je het gesprek af en ga je naar de volgende stelling.

Stellingen
• De opa van Jan rookte ook en hij werd toch 90 jaar. Zie je wel dat roken echt zo slecht niet is.
• Ik geef niks aan zwervers. Ze kopen er toch maar drugs voor.
• Softdrugs zijn niet verslavend.
• Roken is nog de minst erge verslaving.
• Ze moeten niet alleen drugs verbieden, maar ook alcohol en tabak.
• ledereen kan 'nee' zeggen tegen verslaving.
• Ik hoef anderen niet te helpen van hun verslaving af te komen.
• Verslaafden zijn slappelingen.
• je vriendengroep bepaalt of je verslaafd kan raken.
• "Ik drink omdat het gezellig js, niet omdat het dan pas gezellig wordt".

Verslaving en de Bijbel

Lees het kader 'Verslaving en de Bijbel' uit hoofdstuk 1. Zie ook Rom. 7 : 1-26.

1. Wat is onze diepste verslaving?
2. Hoe worden we uit die verslaving verlost?
3. Paulus was 'vrijgemaakt van de wet' (Rom. 7 : 6). Toch was hij zijn verslaving aan de zonde niet te boven. Hoe komt dat? Zie ook DL. H5 1,2.
4. Hoe moeten we in dat licht omgaan met verslaafden aan drugs, alcohol enz.?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 november 1999

Mivo +16 | 20 Pagina's

Help, ik raak verslaafd!

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 november 1999

Mivo +16 | 20 Pagina's