JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

De richterentijd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De richterentijd

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nadat Mozes het volk Israël uit Egypte heeft gevoerd en het door de woestijn heeft geleid, brengt Jozua het volk in Kanaan. De opdracht van God is dan om al de heidense volken die in Kanaan wonen uit te roeien. Hierbij krijgen de verschillende stammen een gebied aangewezen om te veroveren. Zo ontvangt het volk Israël van de Heere het beloofde land.

Afval en terugkeer

Israël ontvangt nu geen leider meer want de Heere Zelf zal hen regeren. God maakt daarbij gebruik van mensen, de zogenaamde 'oudsten', die optreden als rechters.

Helaas komt het volk de belofte dat zij de Heere zullen dienen (]oz. 24:24) niet na. In 1 Sam. 8:7 moet de Heere zeggen: "Zij hebben Mij verworpen dat Ik geen Koning over hen zou zijn". Dit is de zonde van Israël waaruit alle andere zonden die in de Richterentijd plaatsvinden voortkomen.

Het begint al wanneer Israël de Kanaanieten niet uitroeit, maar deze volken aan zich onderwerpt. Al moeten de Kanaanieten belasting betalen en herendiensten verrichten, ze blijven in leven. Het gevolg hiervan is dat er een vermenging optreedt tussen Israël en de heidense volken.

Israëlische mannen trouwen met heidense vrouwen en omgekeerd. Zo doet de heidense cultuur zijn intrede in het joodse volksleven. Dit heeft weer tot gevolg dat de godsdienst van Israël vermengd wordt met de godsdienst van de Kanaänieten. De afgoden worden gediend naast de Heere. Zo wordt de Heere niet meer erkend als de enige ware God.

Het wonder van de Richterentijd is echter dat het volk Israël het verbond met God wel kan verbreken, maar dat de Heere Zijn volk niet loslaat.
Wanneer de Heere Zijn oordelen en straffen geeft en er bekering van Israël volgt, is God steeds weer genadig om Zijn volk te leiden en te regeren. Met dat doel verwekt de Heere richters (=rechters), die tot taak hebben om het recht en de wet van God te handhaven. Zij worden op een bijzondere wijze geroepen, bevrijden het volk van de onderdrukker en regeren het volk gedurende de rest van hun leven.

Vijanden

Verschillende volken worden gebruikt om Gods straffen uit te voeren: Mesopotamië, Moab, Midian, Ammon, etc. De laatste periode in de Richterentijd zijn het de Filistijnen die als vijanden van Israël naar voren komen. Zij woonden aan de kust ten zuiden van Israël. Het was een militair goed geoefend volk. Zij bezetten het land wanneer zij een volk overwonnen hadden en verboden vervolgens het smidsvak. Op deze manier konden er geen nieuwe wapens gemaakt worden.

Het optreden van de Filistijnen valt samen met de periode waarin Simson en Samuël het volk Israël richtten. De algemene politieke situatie was hiervoor gunstig. De verschillende omliggende landen van Israël hadden hun macht verloren of hadden nog geen invloed. Dit bood de Filistijnen de gelegenheid om Israël te bezetten en te overheersen. Deze overheersing is wel de ernstigste geweest in Israël, de verdrukking was zwaar.

Aan het einde van de Richterentijd schenkt God weer hulp en uitkomst in de persoon van Samuël. Hij is niet alleen richter, maar ook profeet. Hij zal het middel zijn waardoor het volk zijn zonde voor de Heere zal gaan belijden: "en zij vastten te dien dage, en zeiden aldaar: Wij hebben tegen den HEERE gezondigd" (1 Sam. 7:6). Na deze belijdenis bevrijdt de Heere Israël opnieuw van de Filistijnse onderdrukker: "Alzo werden de Filistijnen vernederd, en kwamen niet meer in de landpalen van Israël; want de hand des HEEREN was tegen de Filistijnen al de dagen van Samuël." (1 Sam. 7: 13).


  1. Otniëlvan Juda versloeg Kusan- Risataïm 
  2.  Ehud van Benjamin doodde koning Eglon van Moab
  3. Samgar versloeg de Filistijnen
  4. Debora (van de stam Efraïm) en Barak (van de stam Naftali) versloegen Jabin en Sisera
  5. Gideon van Manasse versloeg de Midianieten en Amelekieten
  6. Gideon van Issachar
  7. Jaïr van Gilead
  8. Jefta van Gilead versloeg de Ammonieten 
  9. Ibsan van Bethlehem
  10. Elon van Zebulon
  11. Abdon van Efraïm
  12. Simson van Dan streed tegen de Filistijnen

Tijdtabel

2000 - 930 v. Chr.
1831
De aartsvaders
1401 De uittocht uit Egypte
1331 - 1048 Richterentijdperk
1107- 1068 Onderdrukking door de Filistijnen
1048 -1009 Saul
1009 - 969 David
969 - 930 Salomo
930 Splitsing in twee-en tienstammenrijk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 1995

Mivo +16 | 24 Pagina's

De richterentijd

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 1995

Mivo +16 | 24 Pagina's