JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

De Tweede Wereldoorlog

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Tweede Wereldoorlog

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

ledereen weet wat er bedoeld wordt als de jaartallen 1939 en 1945 genoemd worden: jaren van oorlog waarbij tal van landen betrokken waren. In Duitsland was in 1933 Adolf Hitler aan de macht gekomen. Hij was de leider (de Führer) van de nationaal-socialisten of nazi's. Zij huldigden de opvatting dat het 'Germaanse ras' (Midden- en Noordeuropeanen: in de eerste plaats Duitsers, maar ook Nederlanders, Denen, Noren en Zweden) het meest ontwikkelde ras was. Andere volken, en met name de joden, vormden een bedreiging voor de, zuiverheid van het Germaanse ras.

Strijd als ideaal

Binnen het nationaal-socialisme speelde strijd, geweld en militarisme een grote rol. Uitgangspunt was dat de mens moest strijden, want alleen strijd was volgens het nationaal-socialisme leven. In de strijd zouden de zwakken, de minderen omkomen. Alleen de sterksten zullen overwinnen en zegevieren. De mens werd gezien als een roofdier dat alleen door te vechten zichzelf kon verwerkelijken. De volgende uitspraken van Hitler spreken voor zich:

"In de burchten van mijn orde zal een jeugd opgroeien, waarvan de wereld zal schrikken. Een gewelddadige, heerszuchtige, onverschrokken, wrede jeugd wil ik. Jeugd moet dat alles zijn. Pijn moet hij verdragen. Er mag niets zwaks en teers aan hem zijn. Het vrije, heerlijke roofdier moet weer uit zijn ogen bliksemen. (...) Wij moeten ons van alle sentimentele gevoelens ontdoen en hard worden. Als ik op een dag de oorlog afkondig, kan ik mij geen zorgen maken over de 10 miljoen jonge mannen die ik de dood inzend."

Lange tijd hebben landen als Engeland en Frankrijk het gevaar van de Hitlerdiktatuur niet duidelijk onderkend. De toenmalige minister-president van Groot-Britannië, Neville Chamberlain, en met hem vele anderen, zag het kommunistisch Rusland als een groter gevaar dan het nazi-Duitsland. Hij meende dat door onderhandelen en enige toegeeflijkheid er wel met Hitier te praten viel.

Maar vriendelijkheid en toegeeflijkheid versterkten alleen maar Hitlers positie. Men heeft Hitler in die jaren de kans en de tijd gegeven Duitsland steeds sterker te maken. In maart 1938 werd Oostenrijk door de nazi's bezet. Het duurde tot september 1939 voor men begreep dat het nodig was Hitler een halt toe te roepen. Dat was toen Duitsland Polen binnenviel. Engeland en Frankrijk verklaarden Duitsland de oorlog en daarmee was het begin van de Tweede Wereldoorlog een feit. De oorlog breidde zich snel uit. Finland, Denemarken en Noorwegen werden door Duitsland aangevallen. België en Nederland werden ingenomen. Het zwakke en weinig voorbereide Nederlandse leger moest zich al na 5 dagen overgeven.

In 1941 ging Duitsland over tot de aanval op de Sovjet-Unie. Voor Hitler is de verovering van Zuid-Rusland altijd het einddoel van zijn politiek geweest. Hij wilde Zuid-Rusland bevolken met 'Germanen' en het tot de korenschuur van het 'Grootgermaanse' rijk maken. De verovering van de Sovjet-Unie verliep voor de nazi's aanvankelijk succesvol, evenals de verovering van het toenmalige Joegoslavië en Griekenland eerder in dat jaar. Maar door de vroeg invallende winter konden de nazi's de steden Moskou en Leningrad niet bereiken. Het werd een winter vol verschrikkingen voor het Duitse leger. Hitler, die gerekend had op een snelle overwinning, had nauwelijks voorbereidingen getroffen voor overwintering. Tienduizenden Duitse soldaten werden door bevriezing uitgeschakeld. Een nieuwe poging tot verovering van strategische punten (Stalingrad) werd door de Russen afgeslagen. Het Duitse leger kon niet langer stand houden en begon aan de terugtocht. Vele Duitsers gaven zich, ondanks de bevelen van de Führer, over. Dit was de eerste grote nederlaag voor het Duitse leger.

Op wereldschaal woedde de oorlog verder: aan de andere kant van de wereldbol viel in 1941 japan plotseling Pearl Harbour aan en verklaarde daarmee de oorlog aan Amerika. Daarnaast veroverde japan het westelijk deel van de Stille Oceaan, de Filippijnen, Indonesië, Thailand, Maleisië en grote delen van China en Indochina. Intussen hadden ook Duitsland en Italië Amerika de oorlog verklaard. Terwijl de wereldmachten met elkaar in strijd waren, werd er in de bezette landen verzet gepleegd, ook in Nederland.

Nederland in de bezettingstijd

Vanaf 1 5 mei 1940, de dag waarop Nederland zich had overgegeven aan de Duitse overmacht, waren het de nazi's die de dienst uitmaakten. Wat dat voor de Nederlandse bevolking en in het bijzonder voor de joden zou betekenen, wist op dat moment nog niemand. Velen zagen het gevaar van nazi-Duitsland, vele anderen dachten dat het niet zo'n vaart zou lopen. Nederland was geen Duitsland. En had de, door Hitler benoemde, rijkscommissaris Seyss-lnquart niet zelf beloofd dat men de Nederlandse wetten zou eerbiedigen?

Eén van de eersten die duidelijk inzag dat de diktatuur van de nazi's ook in Nederland alle vrijheid zou vernietigen, was Bernard IJzerdraat, een onderwijzer uit Vlaardingen. Op 15 mei 1940, de dag dat het Nederlandse leger zich moest overgeven, schreef hij zijn eerste 'Geuzenbericht'. Drie dagen later schreef hij zijn tweede bericht:

"We weten wat ons te wachten staat. Al onze voorraden zullen worden weggehaald, voedsel, kleding, schoeisel... Onze jonge mannen zullen worden gedwongen elders te gaan werken voor de overweldiger. W e krijgen stellig spoedig een nieuwe Alva met bloedraad en inquisitie..."

De Geuzenberichten van IJzerdraat vormden het eerste ondergrondse krantje dat in Nederland verscheen. Dit soort individuele akties werd later overgenomen door beter georganiseerde illegale akties. De ondergrondse pers breidde zich uit. Ook op andere fronten groeide het verzet tegen de nazi's. In Nederland - en in alle andere door Duitsland bezette gebieden - is verzet gepleegd: sabotage, spionage, stakingen, etc.

Op 25 en 26 februari 1941 ging de Amsterdamse bevolking massaal in staking na een razzia (drijfjacht) van de Duitsers onder de joden. Aanleiding hiervoor was een inval van de Duitsers in een ijssalon waarbij joden zich verweerden met ammoniakgas. De Duitsers waren woedend en hielden als vergelding een razzia, waarbij enkele honderden joden werden opgepakt en naar het concentratiekamp Mauthausen vervoerd. Deze bruut uitgevoerde razzia veroorzaakte als reaktie de 'Februaristaking'.

Ook op andere manieren werd geprotesteerd tegen allerlei Duitse maatregelen. De onderwijswereld tekende direkt openlijk protest aan toen joodse docenten werden ontslagen en nationaal-socialistische docenten dreigden te worden benoemd. Vanaf de preekstoelen werd hier en daar kritiek geuit op Duitse maatregelen. Het Convent der Kerken, een samenwerking tussen diverse protestantse kerkgenootschappen, protesteerde tegen anti-joodse maatregelen. Sommige artsen, kunstenaars en boeren weigerden lid te worden van organisaties die door de nazi's in het leven waren geroepen. Anderen doken onder om zo uit de handen van de Duitsers te blijven. Joden probeerden zich op die manier voor de Duitsers verborgen te houden. Mannen, die de Duitsers naar Duitsland wilden transporteren om te werken in de oorlogsindustrie, doken onder. Anderen die, om wat voor reden dan ook, door de Duitsers gezocht werden, verkozen de benarde positie als onderduiker boven de kans in handen van de nazi's te vallen.

Van D-day tot 5 mei 1945  

Het keerpunt van de oorlog lag in het najaar van 1942. De Duitsers moesten langzaam maar zeker terrein prijsgeven. Op 6 juni 1 944 vond de invasie van de geallieerden in Normandië plaats. De geallieerden spraken van D- day (Decision day: de dag waarop de beslissing gevallen was). De opmars van de geallieerden verliep voorspoedig en in september 1944 werd België bevrijd. De Nederlandse bevolking dacht dat ze elk moment kon worden bevrijd en de regering had al aanwijzingen gegeven over hoe men zich moest gedragen. Op 1 7 september 1944 probeerden de geallieerden de bruggen bij de grote rivieren in bezit te krijgen, maar deze aanval werd afgeslagen. De zogenoemde Slag om Arnhem werd verloren. Het verlies was enorm: van de 35.000 luchtlandingssoldaten die waren ingezet, kwamen er 1 3.000 (!) om.

Hongerwinter  

Om de aanval van de geallieerden te ondersteunen had de Nederlandse regering opgeroepen tot een Spoorwegstaking om de aanvoer van militaire goederen te vertragen. Daardoor lag ook de aanvoer van voedsel naar het westen van Nederland stil. De Duitsers weigerden zelf vervoer in te zetten, met het gevolg dat er in de grote steden binnen enkele maanden bijna geen voedsel meer aanwezig was. Honderdduizenden leden honger. De 'hongertochten' van stedelingen naar het platteland waren voor velen de enige manier om te overleven. De gevolgen van de lange en strenge winter van 1944/1 945 waren verschrikke- lijk: 20.000 mensen stierven als gevolg van ondervoeding.

Bevrijding 

In het voorjaar van 1945 lukte het de geallieerde troepen door de Duitse linies te breken en werden Oost- en Noord-Nederland bevrijd. De Duitse troepen boden nog weerstand, maar door de wetenschap dat de oorlog was verloren, nam het verzet snel af. Op 4 mei 1945 capituleerde het Duitse leger. Op 5 mei werd in hotel 'De Wereld' in Wageningen het capitulatiebevel aan de Duitse bevelhebber overhandigd. Nederland was bevrijd! Kapotgeschoten, deels onder water, leeg, kaal, verarmd, verhongerd ... maar vrij van de Duitse overheersing.


Het nationaal-socialisme

Om tot het verwezenlijken van het nationaal-socialisme te komen, meenden Hitler en de zijnen dat het nodig was de maatschappij in een totalitair (allesomvattend) systeem te veranderen. Dit hield in dat de gehele samenleving moest worden ingericht naar de ideeën van de nationaal-socialisten. Toen de nationaal-socialistische partij van Hitler in 1933 in Duitsland aan de macht was gekomen, werd Duitsland in hoog tempo genazificeerd. Dit betekende dat alle burgers moesten gaan denken en handelen in de geest van het nationaal-socialisme, vrijwillig of desnoods met geweld. De gehele bevolking, van jong tot oud, moest aktief meewerken aan het tot stand komen van die nationaalsocialistische maatschappij.


Rassenleer

Een belangrijke plaats binnen het nationaal-socialisme nam de zogenaamde 'rassenleer' in. Men kwam tot het idee dat er betere en mindere mensenrassen bestonden en dat de Ariërs ofwel het Germaanse ras het beste was. Het Germaanse ras zou er zo uitzien:

"Van hoge statuur, met een smalle schedel en een gezicht met een geprononceerde (sterk uitkomende) kin, smalle neus met hoogliggende neuswortel; zacht, lichtkleurig haar; diepliggende, heldere ogen; met een rozewitte huidskleur."  (H.F.R. Günther, Rassenkunde des deutschen Volkes)

Daartegenover stonden de, in de ogen van de nazi's minderwaardige rassen waartoe de joden, de zigeuners, de slavische volken en de negers behoorden. Volgens de aanhangers van de rassenleer waren de joden het laaghartigste, meest parasiterende (ten koste van anderen levende) volk.

"Waar wij ook ter wereld zien, dat er tegen Duitsland gestookt wordt, altijd zijn de joden de aanstichters daarvan (...)"aldus Hitler.

Het uiteindelijke doel van het nationaal socialisme was om een machtig en raszuiver 'Herrenvolk' te verkrijgen. Huwelijken tussen Ariërs en leden van de 'minderwaardige' rassen werden verboden. De nazi's meenden dat de zuiverheid van het 'Germaanse ras' hierdoor aangetast zou worden. Verstandelijk gehandicapten, psychiatrische patiënten en gehandicapten mochten geen kinderen krijgen. De bedorven en nutteloze 'Untermenschen' (m.n. de joden, maar ook zigeuners) moesten uitgeroeid worden en het Herrenvolk moest heersen. Zeer stelselmatig werd de 'Endlösung' (letterlijk: de 'eindoplossing'), het plan om de joden te vernietigen, uitgevoerd. Wat begon met -onschuldig lijkende- mededelingen als 'verboden voor joden', de verplichting tot het dragen van een 'Jodenster' en het wonen in speciale joodse wijken (getto's) eindigde in de vernietiging van miljoenen mensenlevens in de speciaal daarvoor gebouwde vernietigingskampen in Duitsland, Polen en Rusland.


Ds. G.H. Kersten

Een gezaghebbend predikant binnen de Gereformeerde Gemeenten, ten tijde van de oorlogsjaren, was ds. G.H, Kersten.

Jaar na jaar had hij tijdens SGP-vergaderingen, maar ook op andere plaatsen, gewaarschuwd voor de naderende oordelen van God over de zonden die in Nederland bedreven werden. Ds. Kersten zag de Duitsers als een instrument in de hand van God om de volkeren van Europa te straffen. Ook voor hem speelde de vraag of de Duitsers gezien moesten worden als het door God gegeven gezag. Diende de Duitse bezetter, op grond van Romeinen 13, als wettige overheid erkend te worden? Of gold hiervoor dat we "Gode meer gehoorzaam moeten zijn dan de mensen"?

Het was ds. Kerstens stellige overtuiging dat de Duitse bezetting een straf van God was. Vanuit die achtergrond aanvaardde hij de bezetting en gehoorzaamde hij - tot op zekere hoogte - de bezetter. Uiteraard is het niet in verzet komen, niet gelijk aan samenwerken met de Duitsers. Toch is op de houding van ds. Kersten veel kritiek geweest. Ook in eigen kring. Met name van ds. R. Kok is bekend dat hij positief over het verzet dacht. Volgens ds. M. Golverdingen kan het als een signaal van een zeker onbehagen gelden dat de Generale Synode van 1941 ds. R. Kok als praeses koos en niet ds. Kersten (M. Golverdingen, ds. G.H. Kersten, facetten van zijn leven en werk). Het gevolg van de houding van ds. Kersten was dat hij niet werd toegelaten als lid van de Tweede Kamer.

In een dun boekje, met de naam 'Mijn standpunt toegelicht', geeft ds. Kersten een korte uitleg:

"Reeds kort nadat Nederland moest worden overgegeven rees bij velen de vraag, of wij verplicht waren den bezetter als onze Overheid te gehoorzamen. Die vraag werd niet alleen door het gemeene volk gesteld, maar ook doori ntellectueelen, die volstrekt niet sympathiseerden met de N.S.B. Velen worstelden met dit vraagstuk. Ik heb onder advocaten van Gereformeerden huize er ontmoet, die op grond van Rom. 13 oordeelden, zich de bevelen van den Duitscher te moeten onderwerpen. Ook op een onderwijzersvergadering in 1941 werd dezelfde vraag gesteld. Blijkens het verslag dier vergadering heb ik erop gewezen, dat de Regeering nimmer afgezet is en wij dus gehouden waren Haar onze gehoorzaamheid te geven, met inachtneming van de noodige voorzichtigheid, opdat wij onszelf niet moedwillig in gevaar begeven. (Heid. Catech. vr. 105)"


Is verzet geoorloofd?

Uiteraard speelde bij velen de vraag of het geoorloofd was in verzet te komen tegen de Duitse bezetter. De meningen daarover waren sterk verdeeld.

Zij, die de bezettingsjaren zagen als een straf van God voor allerlei zonden, waren van mening dat verzet niet paste. Alleen oprecht berouw en wederkeer tot God kon uitkomst bieden. Riep Paulus zelfs onder het bewind van de goddeloze Nero niet op tot gehoorzaamheid aan de overheid? Schreef Calvijn niet in de Institutie dat tirannen zijn als een gesel in de hand van God? Ons blijft slechts, aldus Calvijn, dat wij de hulp des Heeren inroepen in wiens hand de koningen zijn. Hij kan ongedacht uitredding geven.

Anderen waren een andere mening toegedaan. Onze wettige overheid was in mei 1940 uitgeweken naar Londen en riep van daar op tot verzet tegen de Duitsers. Dat verzet kon ook op humanitaire gronden gerechtvaardigd worden (hulp aan joden, onderdak bieden aan onderduikers, etc.). Kon het goed zijn als een christen toekeek hoe onschuldigen en weerlozen bruut werden vermoord? Velen hebben daarop 'nee' gezegd. Het besef dat God Nederland strafte met een Duitse bezetting, ontheft een mens niet van de verplichting een naaste in nood te hulp te komen.

Ook Calvijn heeft de mogelijkheid van verzet opengelaten. Regel is de gehoorzaamheid aan de overheid, ook de gewelddadige overheid of bezetter. In geval van uiterste nood kan echter verzet gewettigd of zelfs geboden zijn. Maar ook dan moeten we, zegt Calvijn, oog blijven houden voor de voorzienigheid Gods en de bijzondere werking daarvan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 maart 1995

Mivo +16 | 32 Pagina's

De Tweede Wereldoorlog

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 maart 1995

Mivo +16 | 32 Pagina's