Straffen is niet makkelijk

Lees eerst de tekst die bij iedere opdracht staat en beantwoord daarna de vragen. Nadat de opdracht is gedaan, wordt het leesstuk bij de volgende opdracht eerst gelezen en daarna de vragen beantwoord.

Opdracht 1

De politie heeft X (23 jaar) in de nacht van vrijdag op zaterdag opgepakt wegens inbraak. X was bezig om het herenhuis aan de Van Ossenburgweg in te breken toen hij op heterdaad werd betrapt. Na een eerste onderzoek bleek dat X vorige maand bij de juwelier aan de Van Hovenstraat heeft ingebroken en juwelen mee heeft genomen ter waarden van ca. f500,=. X heeft zelf bekend dat hij meerdere inbraken heeft gepleegd.

De eigenaar van het herenhuis heeft X betrapt, waarna een korte maar hevige worsteling volgde alvorens de politie op kwam dagen. Het gevolg was dat de eigenaar in het ziekenhuis moest worden opgenomen.

a. Welke straf zou je X geven?
b. Welke afwegingen heb je gemaakt bij het geven van straf aan X?
c. Zijn er ook bijbelse afwegingen die je mee hebt laten wegen in het geven van de straf? Zo ja, welke? Zo niet, waarom niet?

Opdracht 2

Frank is een jongen die een moeilijke jeugd heeft gehad. Hij vertelt het volgende hiervan: "Mijn ouders zijn op jonge leeftijd gescheiden. Ik moest naar een tante toe. Deze tante mocht ik niet en dus was het voortdurend ruzie". Frank is op vrij jonge leeftijd weggelopen bij zijn tante, met het gevolg dat hij op 14-jarige leeftijd op straat zwierf. "Ik wist eerst niet hoe ik aan brood e.d. moest komen, maar al snel word je daar bedreven in. Ook anderen ontfermde zich wat over mij", zo vertelt hij. Frank kwam al snel in kontakt met verkeerde vrienden. Vrienden die hem leerde drinken en uiteindelijk werd Frank meegenomen in de wereld van de drugs. "Dat is afschuwelijk. Vooral de eerste keren wilde ik niet gebruiken, maar op een gegeven moment ga je toch meedoen. En dan... dan komt er een moment dat je niet zonder kan. Bovendien had ik iets van: '"t Kan me niets meer schelen ".

Frank moest aan geld komen om aan zijn drugs te komen. Op 18-jarige leeftijd heeft hij voor het eerst gestolen. "Ik vond het verschrikkelijk. Ik wist dat het niet mocht. Ik wist dat ik anderen benadeelde. Toch deed ik het... Ik moest geld hebben om aan mijn drugs te komen".

Al snel raakte Frank gewend aan de idee dat hij middels inbraken aan geld kon komen. Op een gegeven moment werd hij door de politie gepakt.

a. Welke straf zou je Frank geven?
b. Welke afwegingen heb je gemaakt bij het geven van straf aan Frank?
c. Zijn er ook bijbelse afwegingen die je mee hebt laten wegen in het geven van de straf? Zo ja, welke? Zo niet, waarom niet?

Opdracht 3

Frank had een keer bij een juwelier ingebroken. Toen hij in de winkel stond, dacht hij: "Dit is mijn kans ". Toch klaagde zijn geweten hem aan. "Ik dacht zo van: wat kan die man eraan doen dat ik zo'n waardeloos leven heb? Ik besefte toen voor de zoveelste keer dat ik anderen niet moest benadelen. Ik heb toen ter waarde van zo'n f500,= juwelen meegenomen. Het was net genoeg om weer een paar dagen rond te komen. Ik kon wat drugs en wat eten kopen. Drugs is nu eenmaal duur".

Frank had daarvoor wel wat kleine inbraken gedaan, maar nooit zo 'n grote als bij de juwelier aan de Van Havenstraat. Frank vertelt: "Ik had me voorgenomen om niet meer in te breken, maar helaas... ik moest weer geld hebben. Toen dacht ik: laat ik het nog één keer doen, dan doe ik het nooit meer. Ik had het voornemen om het dan ook goed te doen. Vandaar dat ik het herenhuis aan de Van Ossenburgweg nam. Ik dacht dat er niemand thuis was. Toch bleek dat de eigenaar wel thuis was. Ik snap het nog steeds niet... ja, de man ligt nu in het ziekenhuis. Ik vind het vreselijk voor hem, maar ik had geen andere keus..."

a. Is er verschil tussen het antwoord datje hebt gegeven bij opdracht 1 en bij opdracht 2? Zo ja, wat is de reden van het verschil? Zo niet, waarom niet?
b. Frank is persoon X vanuit opdracht 1. Wat wil je bereiken met de straf die je Frank zou geven?
c. Welk doel hanteert Gods Woord bij het geven van straf?

Opdracht 4

a. Tegen welk gebod heeft Frank gezondigd? Hoe dient de zonde gestraft te worden volgens Gods Woord?
b. Is vergeving mogelijk? Hoe dan? (vergelijk 2 Kron. 33:12).
c. Hoe dient volgens Gods Woord met de zondaar omgegaan te worden?

Opdracht 5

a. Geef enkele voorbeelden vanuit Gods Woord over gevangenisstraf.
b. Welke verantwoordelijkheid heeft de christelijke gemeente ten aanzien van mensen die in de gevangenis zitten?
c. Welke taak heeft de christelijke gemeente ten aanzien van mensen die uit de gevangenis komen? Betrek hierbij de volgende uitspraak: "De beste manier om misdaad tegen te gaan is om mensen op Christelijke wijze op te vangen wanneer zij hun gevangenisstraf hebben uitgezeten. Een betere misdaad-bestrijding is er niet!"

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen