3. Boston Boek:

Heel sterk komt de persoon en het werk van Christus naar voren. Christus vormt het middelpunt van de prediking. In Christus' bloed is er verzoening voor de grootste zondaar en daarom moet Hij aan iedereen aangeboden worden. Daarin ligt de ruimte in de aanbieding van het Evangelie.

De volgende zaken kenmerken de preken van Boston (en de Marrow-Men):

1. Het uitgangspunt is de soevereiniteit van God tot zaligheid van zondaren. Gods liefde gaat aan de liefde van de Zijnen vooraf.

2. De zaligheid komt tot de mens in de weg van het genadeverbond.

3. Christus heeft alle eisen en voorwaarden van het verbond der genade vervuld.

4. De genoegdoening van Christus is de grond van de Evangelieprediking. Vanuit dit uitgangspunt wordt de genade van God groter dan de macht van zonde en ongeloof. Hoeveel kracht er in de zonde is om te verdoemen, in Christus' genoegdoening is altijd meer kracht om te behouden.

5. Het werk van de Heilige Geest staat Christus tot Zijn beschikking in de vergadering van de uitverkorenen. De kracht van die Geest is sterker dan alle macht van Satan en van zonde.

6. Men moet sterven aan de wet, teneinde door het Evangelie te mogen leven.

7. De ware gelovigen blijven in dit leven strijd houden, maar ze worden gewezen op de overwinning die in Christus is.

8. Het geloof wordt als de heerlijkste en meest Gode verheerlijkende genade beschreven. De weg waarlangs zondaren tot het leven in Christus komen bestaat in de weg des geloofs. Het ongeloof wordt als de grootste zonde aangemerkt. Gods kinderen wordt de weg naar geloofszekerheid gewezen.

(uit: "De Erskines", Mivo+16, 14e jaargang, nr. 4)

Uiteraard komen niet alle aspecten in iedere preek even uitgebreid aan de orde. De ene keer valt de nadruk meer op de soevereiniteit van God, een andere keer op het werk van de Heilige Geest enz.

In het hier te bespreken boekje wordt de zondaar opgeroepen om zich te bekeren: "Hier wens ik alarm te slaan voor de oren van onboetvaardige zondaren, om zich te bekeren van hun zonden en tot Cod weder te keren. O, zondaren, bekeert u, bekeert u, bekeert u!"

Bespreking van Bostons lock

"Ik zeg u: Neen zij; maar indien gij u niet bekeert, zo zult gij allen insgelijks vergaan". (Luk. 1 3: 5).

Over deze tekst heeft Boston een aantal preken gehouden. Dit naar aanleiding van het feit dat er in zijn gemeente velen waren die het met Gods geboden niet zo nauw namen. Na zijn dood zijn deze preken gebundeld en is er een verhandeling ontstaan over de noodzakelijkheid van de bekering. De schuld dat iemand nog onbekeerd voortleeft ligt niet bij Cod, maar bij de onwil van hemzelf!

Nadat Boston vier punten behandeld heeft over "de natuur van de bekering", gaat hij over tot de toepassing. In deze schets beperken we ons tot dit gedeelte.

1. De noodyaak van lekering

Er zijn drie soorten mensen die al snel de aansporingen tot bekering van zich afschuiven.

De eerste zegt: "ik bekeer me dagelijks van mijn zonden". Dat is nood-zakelijk; maar niemand staat zo gauw klaar om voor te geven alsof men dit doet, dan degenen die nog nooit hebben geweten wat het zeggen wil zich te bekeren.

Een ander zegt: "Ik ben al bekeerd". Maar bedenk dan dat bekering niet één dag, maar uw gehele leven in beslag neemt.

Een derde ziet de noodzakelijkheid ervan voor zichzelf niet in. Zo zijn er velen die leven onder het Evangelie, maar die rustig doorleven in hun zondige wandel. Voor anderen is het slechts een tijdelijke verandering geweest. Weer anderen zijn in slaap gevallen met de wijze maagden. Ook zijn er mensen die wel hun zonde zien, maar daar verder niets mee doen.

2. De beweegredenen tot lekering

a. Overweeg de verplichtingen die op u rusten om u te bekeren Gods bevel (Matt. 3:2), uw doop (Mark. 1: 4), uw ontvangen weldaden (Rom. 2: 4), uw belijdenis (2 Tim. 2: 19).

b. Overdenk ernstig wat de zonde is waarop u zo verzot bent, dat u ze boven Christus verkiest Elk lokaas herbergt een haak in zich (Spr. 23: 31 en 32).

Er is geen rust te vinden in een zondige weg (jes. 57: 21).

De zonde is een onverzadigbare tiran (Jes. 57: 20).

De zondige weg is een dwaze weg (Ps. 14:1,53:2, Spr. 12:15), De zonde maakt scheiding tussen Cod en tussen u (jes. 59: 2).

Bedenk wat het einde zal zijn (Filip. 3: 19, Rom. 6: 23 en 1 Petr. 4: 1 7).

c. Bedenk dat u sterven moet Zou u graag willen sterven zoals u hebt geleefd? Hoe zult u in staat zijn om uw onverzoende schuld en een lange eeuwigheid in het aangezicht te staren? Als u sterft moet u afscheid nemen van de wereld en van het genot van uw begeerten.

Tenslotte, in het graf is geen bekering. U moet zich bekeren of verloren gaan; het iinu of nooit!

d. Beschouw de rechterstoel van Cod waarvoor u moet verschijnen

Bedenk dat, zolang u in de zonde verhardt, uw schuld aan Gods recht steeds groter wordt. U kunt uw zonde nu verdoezelen, maar Cod is een alwetend Rechter en niets kan voor Hem verborgen worden.

Als Christus wederkomt zal uw staat voor eeuwig bepaald zijn. Onboetvaardige zondaren zullen een lange eeuwigheid krijgen om hun hardnekkigheid te betreuren.

e. Overdenk het lijden van Christus

Leer eruit hoe vreselijk Gods verbolgenheid tegen de zonde moet zijn, dat Zijn eigen Zoon Zijn bloed moest geven. Bedenk hoe groot de liefde van Christus is, dat Hij Zichzelf heeft opgeofferd aan het kruis van Colgotha. Hoe Hij geleden heeft, van Zijn Vader is verlaten geweest en zo de weg heeft gebaand om zondaren weer met God te verzoenen. Hoe kunnen wij onaangedaan blijven bij de hoofdoorzaak van deze tragedie: namelijk onze zonde.

f. Bedenk welk onrecht u God aandoet door uw zonde

U onteert God door uw zonde omdat u zich verzet tegen Zijn natuur en wil. U negeert Zijn alziend oog en alomtegenwoordigheid. U trekt Zijn waarheid in twijfel en veracht Zijn goedheid en barmhartigheid.

U onteert God door Zijn wetten die Hij gegeven heeft tot een regel om naar te leven, te vertrappen. Zo beledigt u openlijk de God Die u gemaakt heeft. Hij zal de belediging wreken (Jak. 4: 12).

Bovenal versmaadt u Zijn Zoon. Door uw volharding in de zonde versmaadt u Zijn dood en hetgeen Hij met Zijn bloed heeft verworven.

U bedroeft de Geest, Die u al zo vaak bearbeid heeft door middel van het Woord. U onteert God door de overblijfselen van Zijn beeld in uw ziel te schenden. Hoe vreselijk is het om elke vertoning van de trekken van Gods beeld in ons maar te blijven uitwissen. Tenslotte onteert u God door de verkeerde invloed die uw voorbeeld op anderen heeft.

Bent u van plan om God met uw zonde te blijven onteren?

Bedenk dat Hij uw Schepper is (Pred. 12:1).

Bedenk dat Hij uw Bewaarder is (Hebr. 1:3).

Bedenk dat Hij uw Getuige is (Luk. 15: 18).

Bedenk dat Hij uw Rechter zal zijn (2 Kor. 5:10).

g. Stop uw oren niet voor Cods roepstem tot bekering

God roept door de zegeningen waarmee Hij u dagelijks overlaadt (Rom. 2: 4). God roept ook door kruisen en beproevingen (Micha 6: 9), evenals door de prediking van het Woord. Zolang God het Evangelie laat, is dat een teken dat Hij op onze bekering wacht. Als wij blijven volharden in de zonde, zal het Evangelie van ons, of wij van het Evangelie worden weggenomen.

h. Let op de tekst: "Indien gij u niet bekeert, zo zult gij allen insgelijks vergaan"

1. Als u zich niet bekeert zult u vergaan.

Bedenk dat uw leven, uw ziel op het spel staat. Als u niet wederkeert is uw ziel voor eeuwig verloren. De hemelpoort is te eng om u binnen te laten met een zondenlast op uw rug waarvan u zich nooit bekeerd hebt. Dan staat uw ondergang vast. Wanneer u barmhartigheid wilt ontvangen, moet u haar zoeken in Gods weg (Jes. 55: 7).

Hoe zult u het kunnen uithouden onder de toorn van God in de put des verderfs Ges.33: 14)? Hoe zult u bestand zijn tegen Zijn wraak? Overweeg tenslotte dat de genoegens van de zonde maar een ogenblik duren; het verderf dat u zal overkomen is eeuwig.

2. Als u zich bekeert zult u nooit verloren gaan.

Bekering is de weg om aan de toorn van God te ontkomen (Ez. 1 8: 30). Ofschoon u gezondigd hebt met de wereld, zult u, als u zich met Gods uitverkorenen bekeert, niet met de wereld verloren gaan. Niet het vallen in de zonde, maar het blijven liggen in de zonde, zonder zich te bekeren is de oorzaak dat mensen tot wie het Evangelie komt, verloren gaan (Joh.3: 19).

Er is genade voor u als u zich wilt bekeren en tot Christus komen. Dan zullen al uw zonden worden uitgedelgd en zult u voor eeuwig zalig worden. De hemel is de plaats waar ware boetvaardigen zullen aanlanden.

Onboetvaardigheid onder het Evangelie is een zeer zware zonde. Zij verzegelt zonde en schuld op uw ziel. Zij trotseert het Evangelie, Christus Zelf en Zijn apostelen en dienaren, die met luide stem oproepen tot bekering. Het is een zonde die u in eeuwige ellende zal dompelen.

3. Belemmeringen om tot bekering te komen.

a. Gedachteloosheid: men denkt niet na over de staat en toestand van de ziel.

b. De liefde en de zorgen van de wereld nemen het hart zo in beslag dat er voor bekering geen plaats is.

c. Vooroordelen tegen godsdienst en vroomheid: men ziet er geen nut, geen voordeel en genoegen in.

d. Verwaandheid: men hoopt nog steeds dat alles goed zal komen. Men misbruikt Gods barmhartigheid en bedenkt niet dat Hij de schuldige geenszins onschuldig houdt.

e. Ongeloof-, het niet omhelzen van Christus en het niet begrijpen van de genade Gods in Hem.

f. Luiheid, waardoor de zaak steeds wordt uitgesteld.

4. Aanwijgingen om lekering te verbrijgen

Tracht de zonde in haar ware gedaante te zien.

Denk veel na over de dood. Sta veel stil bij het komend oordeel. Tenslotte, wat u doet, doe dat haastelijk.

Dit hoofdstuk is voorzien van gespreksvragen bij de verschillende onderdelen. Het is mogelijk om het hoofdstuk met elkaar te bespreke.

Ca daarbij als volgt te werk:

• Beantwoord met elkaar de gespreksvraag.

• Lees de tekst die hierop volgt... tot de volgende gespreksvraag.

• Beantwoord deze, lees de tekst weer tot de volgende gespreksvraag, enzovoort

Vraag 1

a. Waarom is bekering noodzakelijk?

b. Wat houdt bekering volgens jou in?

Vraag 2

a. Tot welke groep behoren de mensen die nooit in de kerk komen? Motiveer je antwoord.

b. Tot welke groep behoren de meeste mensen in de kerk? Motiveer je antwoord.

Een verhandeling over Lukas 13: 5: Ik zeg u: Neen zij; maar indien gij u niet bekeert, zo zult gij allen insgelijks vergaan.

Inhoud

Verklaring van de tekst

De natuur van de bekering

1. De algemene natuurvan de bekering

2. Hoe wordt de bekering in de ziel gewerkt?

Wie werkt de bekering?

Door welke middelen werkt de Geest de bekering?

3. Het onderwerp van de waarachtige bekering

Een overtuigde ziel

Een gelovige ziel

4. De delen van de bekering

Vernedering over de zonde

- Een hartelijk zondebesef

- Een hartelijke droefheid

- Een heilige schaamte

- Een walging en afschuw van zichzelf

- Een boetvaardige belijdenis

De terugkeer van de ziel naar God

- Een zich afkeren van de zonde

- Een wederkeren tot God

De toepassing

1. De noodzakelijkheid van bekering

2. Acht beweegredenen tot bekering

3. Grote belemmering voor bekering

4. Aanwijzingen voor het verkrijgen van bekering

Vraag 3

Volgens Boston is er sprake van bepaalde zonde waarop mensen verzot zijn dat zij zich niet bekeren. Ben je het hiermee eens of niet?

Zo ja, welke zonden staan er dan in de weg? Zo niet, wat is je mening dan over de argumenten die Boston hierboven aandraagt?

Vraag 4

a. Waarom zou Boston aanraden om:

1. te bedenken dat we moeten sterven (zie c.)

2. vervolgens te denken over Gods rechterstoel (zie d.), en

3. het lijden van Christus te over denken (zie f.)?

b. Noem zoveel mogelijk redenen waarom je God onrecht zou aandoen door je zonde.

Vraag 5

Op welke manieren roept de Heere mensen tot bekering?

Vraag 6

Wat is de reden dat mensen zich niet bekeren tot de Heere, ondanks het feit dat de Heere welmenend roept?

Deze boodschap van de Heere komt tot alle zondaren. Boston onderscheidt zes soorten zondaren:

1. De brute zondaar: hij hoort de oproep, maar trekt zich er niets van aan.

2. De eigenzinnige zondaar: hij is besloten de tijd te nemen (jer. 2:25).

3. De listige zondaar: hij doet alsóf hij strijdt tegen de zonde, maar hij volhardt erin (1 Sam. 15:13 en 14).

4. De aanmatigende zondaar: hij maakt zich wijs dat alles goed zal aflopen (Deut. 29:19).

5. De luie zondaar: hij is overtuigd dat hij zich bekeren moet en is daartoe ook besloten, maar stelt het uit (Hand. 24:25).

6. De overtuigde zondaar: hij is ontwaakt en roept nu uit: "Wat moet ik doen opdat ik zalig worde?" (Hand. 16:30).

Vraag 7

a. Vergelijk de antwoorden die Boston op vraag 6 in zijn boek heeft gegeven met jouw antwoorden. Wat zijn de overeenkomsten en de verschillen?

b. Wat moet je doen om je te bekeren?

Vraag 8

Welke antwoord heeft Boston hierboven op vraag 7b. gegeven? Vergelijk zijn antwoord met jouw antwoord. Wat valt je zoal op?

Bostons meest bekende boeken:

• De viervoudige staat

• Beschouwing over het verbond der genade

• Het kromme in het levenslot

• De kunst van mensen vangen

• De weg des Heeren met Thomas Boston (autobiografie)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen