JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

1. De voorgeschiedenis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

1. De voorgeschiedenis

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wij leven in een tijd waarin grenzen wegvallen of lijken weg te vallen. Tal van dingen, die vroeger op zijn best voor een enkeling beschikbaar waren, komen binnen ons bereik. Ook landsgrenzen verdwijnen, hoewel ze op andere plaatsen juist worden getrokken. Terwijl wij sinds 1 januari 1993 zo maar door kunnen rijden naar Frankrijk of Duitsland, hebben de Tsjechen en Slowaken een streep getrokken tussen hun gebiedsdelen. Hoe het ook zij, beweging is er in ieder geval. Wie daarbij veronderstelt dat dat iets is van onze tijd vergist zich. Wanneer we terug kijken, bemerken we beweging, ook tussen landsgrenzen en tussen de volken die daarbinnen woonden. Nauwe contacten tussen de volken zijn niet van vandaag of gisteren, maar bestaan al eeuwenlang. Alleen als je je dat realiseert, verbaas je je niet wanneer je bij de Amish als leidraad voor het religieuze leven een belijdenis van Dordrecht aantreft. Dit ondanks het feit dat de Amish hun wortels in Zwitserland hebben. Ook anderszins blijken er verbanden te liggen met Nederland. Zo worden de Amish wel tot de zogenaamde mennonieten gerekend. Dit woord is afgeleid van de voornaam van Menno Simons, een rasechte Fries uit Witmarsum, die werd geboren in een koude januarimaand van het jaar 1496. Speuren we op andere plaatsen in het verleden, dan ontdekken we dat de Amish in het begin van de achttiende eeuw ook in ons land gemeenten hadden.

Veranderingen

De zestiende eeuw is een eeuw van grote veranderingen. In de steden verliezen de gilden (verenigingen van ambachtslieden) aan betekenis.

Tegelijkertijd gaat op het platteland het aloude leenstelsel, waarin zowel de boer als de edelman zijn plaats vond, langzaam maar zeker ten onder. Handelslieden worden belangrijk, bezit van geld begint zwaarder te wegen dan bezit van grond. Snel stijgende prijzen, in het bijzonder voor de eerste levensbehoeften, doen schrijnende tegenstellingen ontstaan. Deze tegenstellingen worden niet meer overbrugd door oude maatschappelijke verbanden. Het is de tijd van grote boerenopstanden en ongekende armoede in de groeiende Westeuropese steden. Bij al deze fundamentele maatschap

Bij al deze fundamentele maatschappelijke veranderingen is het ook een tijd van grote geestelijke verwarring. De middeleeuwen, waarin kerk, staat en maatschappij in eikaars verlengde liggen, zijn voorgoed ten einde gekomen. De mensen verliezen hun vertrouwen in de traditionele instellingen als de kerk en het keizerschap. Beiden werden ten diepste nog beschouwd als de voortzetters van het grote Romeinse rijk. Het Heilige Roomse rijk, zoals Europa wel werd gezien sinds de bekering van Constantijn de Grote in 312. In plaats van christelijke eenheid na te streven onder paus en keizer gaan de Europese volken hun eigen nationale weg. Landsbelang weegt zwaarder dan christelijke eenheid. Het laatste was mogelijk niet meer dan een ideaal. Maar dan toch een ideaal dat werd gekoesterd en waar je je naar richten kon. En bij dat alles verkeerde de kerk in diep verval. Soms waren er twee of drie pausen tegelijk, die over en weer elkaar vervloekten. De geestelijkheid was doorgaans meer bezig met het verwerven van winstgevende geestelijke ambten dan met het leiden van de hen toevertrouwde kudden. Een oprecht beleden geloof leek bij dat alles vaak ver te zoeken.

Aanzetten tot herstel

Nu dateerde dat verval natuurlijk niet van de jaren rond 1500. In de elfde en twaalfde eeuw vingen een reeks van evangelisch-apostolische opwekkingsbewegingen aan. De wegbereiders van de reformatie, zoals Johannes Hus (1369-1415) in Bohemen en John Wycliffe (1325- 1384) in Engeland waren predikers uit de late middeleeuwen.

In Nederland ontstaat in de veertiende eeuw, de beweging van de Moderne Devotie, waaraan de naam van Geert Grote (1340-1384) is verbonden. Hij was de zoon van welgestelde ouders uit Deventer. In de tijd van de Zwarte Dood (op sommige plaatsen stierf meer dan 50% van de bevolking aan deze vorm van pest) en stadsbranden, kwam hij tot verandering. In plaats van zichzelf te zoeken begon hij de navolging van Christus te benadrukken. Een zuivere leer achtte hij van groot belang, maar het geloof moest ook gestalte krijgen in het leven van alledag. Wat is het geloof zonder heiligmaking? Het grootste deel van zijn huis stelde hij ter beschikking aan onbemiddelde, alleenstaande vrouwen. Daarmee legde hij de grondslag voor leefgemeenschappen, waarin de goederen gemeenschappelijk eigendom waren. Het verschil met de kloosters was dat men zich niet hoefde te binden aan geloften van armoe de, kuisheid en gehoorzaamheid. Zo werd hij de stichter van de "Broederschap des gemenen levens", die op tal van plaatsen in Europa volgelingen kreeg. Na een tijd van afzondering trok hij door de Nederlanden en begon op te roepen tot meer dan uitwendige plichtsvervulling. Als een echte boeteprediker stelde hij de verwereldlijking op allerlei terreinen van het leven aan de kaak.

Opmerkelijk is dat bij zijn volgelingen voor het eerst het verschijnsel van de gezelschappen voorkomt. Kleine groepen gelovigen, die zonder leiding van geestelijken, spreken over God in hun leven en elkaar vermaanden tot een heilige wandel.

Eén van de beroemdste geestelijke nazaten van Geert Grote is ongetwijfeld Thomas a Kempis (1380- 1471) geweest, wiens boekje "De navolging van Christus" naast de Bijbel eeuwenlang één van de meest gelezen boeken van de christenheid is geweest.

Een terugblik

De periode van 1300-1500 wordt wel gekarakteriseerd als het begin van het secularisatieproces. In 1300 was Europa in de eerste plaats een religieuze gemeenschap. De kerk nam de voornaamste plaats in en het hele maatschappelijke leven was doortrokken van godsdienstige elementen. Christelijke waarden waren bepalend in het recht, de filosofie, de wetenschap en kunst, maar ook bij politieke en sociaal-economische activiteiten. Rond 1600 is de godsdienst slechts één van de levensterreinen geworden.

De alomvattende kerk is uiteengevallen. Macht, rijkdom, kennis, controle over de natuur worden geaccepteerd als doelen op zichzelf. Deze doelen komen meer en meer buiten het bereik van de kerk te liggen. De kerk verschuift van het centrum naar de rand van de samenleving. Soms ook zichtbaar, zoals in Amsterdam, waar het oude stadhuis, het huidige paleis op de Dam, de centrale positie van de kerk overneemt en de Nieuwe Kerk aan de zijlijn komt te staan. Daarmee is trouwens tevens zichtbaar dat ook de Reformatie het secularisatieproces in een protestants land als Nederland niet heeft kunnen keren. Dit lag zeker niet aan de reformatoren zelf. Calvijn in het bijzonder leerde dat het hele leven onder het beslag van het Woord behoorde te liggen, de overheid niet uitgezonderd. De kerk moest het gehele volk herbergen en in de vernieuwde samenleving haar profetische roeping vervullen.

Wederdopers

Er waren echter ook predikers die radicaal braken met het idee dat de gelovigen zich moeten bezighouden met het kerstenen van de samenleving. Zij leerden dat de kerk zich min of meer buiten de samenleving moet plaatsen en slechts ruimte dient te bieden aan de ware gelovigen. De overheid wordt gezien als een instelling, die daar buiten valt. Zij behoort tot de dingen van het vlees, waarmee de gemeente der heiligen geen verhouding behoort te hebben. In overeenstemming met Paulus' bevel, moet er voor de overheid worden gebeden, maar daarbij dient het te blijven. Gelovige christenen moeten zonder haar kunnen en hebben haar niet nodig. Die regelen hun geschillen onderling, zo nodig met bemiddeling van hun opzieners. Deze predikers brengen dus een scheiding aan tussen wereld en kerk. De wederdopers hebben hun naam ontleend aan het feit dat ze de kinderdoop verwerpen. Deze wederdopers wensen slechts in stilte te leven, binnen de besloten kring van hun gemeenschap. Ze verwijzen daarbij naar de vroeg-christelijke kerken, die temidden van het heidense Romeinse rijk, een afgezonderd leven zouden hebben geleid. Christelijk zijn slechts degenen die waarlijk leven naar de leer van Christus. Alleen met hen mag er gemeenschap zijn. Voor anderen is er geen plaats. De tucht binnen die gemeenschap dient streng en consequent te worden gehandhaafd, zo nodig door middel van de ban. Het ideaal van de wederdopers ligt daarmee in de heilige gemeente, die zo min mogelijk contacten onderhoudt met de rest van de samenleving. De verwerping van de kinderdoop

De verwerping van de kinderdoop hangt met dit alles samen. De doop komt slechts hen toe, die zijn onderwezen in de betekenis van boete en bekering, die belijden dat hun zonden zijn vergeven en die begeren te wandelen in de opstanding van Christus. De reformatoren daarentegen zien in de doop een teken des Verbonds. Niet minder dan de volwassenen wordt ook aan de kinderen de verlossing van de zonden en de Heilige Geest, die het geloof werkt, toegezegd (H.C.: vr. 74).

De ontstaansgeschiedenis van de doperse beweging ligt in Zürich, waar Zwingli als eerste van de reformatoren met hen te kampen had. Later hebben ook Luther en Calvijn zich in hun geschriften met hen beziggehouden. In Zürich kwam de tegenstelling aan het licht bij het punt van de kinderdoop. Al spoedig bleek het verschil in zienswijze samen te hangen met de wijze waarop beide partijen keken naar de kerk zelf en de plaats die deze in het geheel van de samenleving diende in te nemen. Terwijl de reformatoren zich tot ideaal stelden zowel kerk als samenleving te reformeren, keerden de wederdopers zich én van de kerk én van de samenleving af. In de zestiende eeuw hebben tussen

In de zestiende eeuw hebben tussen de beide stromingen binnen het protestantisme regelmatig godsdienstgesprekken plaatsgevonden. Deze gesprekken hadden niet het resultaat dat men nader tot elkaar kwam. Aan de hand van de protokollen of notulen is te zien, waarin men tegenover elkaar stond en welke argumenten voor de verschillende standpunten werden aangedragen. Zo lagen er bijvoorbeeld ook duidelijke verschillen rond leerstukken als de Drieëenheid, de erfzonde, de vrije wil van de mens na de val en ten aanzien van de rechtvaardiging en de heiliging.

Hoe we ook over de doperse standpunten denken, in de zestiende eeuw maakten de wederdopers op vriend en vijand indruk door de ernst waarmee zij het christelijke ideaal van een heilig leven nastreefden. Heel wat geëerde namen uit de martelaarsboeken zijn afkomstig uit doperse kringen. Ongetwijfeld was er wederzijdse beïnvloeding, maar tot op de huidige dag zijn de dopersen een afzonderlijke protestantse groepering gebleven. In ons land is daarvan bij alle religieuze vervlakking weinig meer te merken. Wereldwijd worden de dopersen wel aangeduid met de verzamelnaam "mennonieten". De Amish vormen bij hen de orthodoxe vleugel.


Zeer belangrijk in de leefwereld van de Amish is de zondag. De diensten worden bij mensen thuis gehou-1 den. Aanvangstijd is ongeveer 09.00 uur. De diensten duren ongeveer 3 uur.

Veel jongeren gaan te voet naar de kerkdienst. De meisjes dragen niet alleen op zondag een hoed, maar ook in de week.

Vraag waar we bij het kennisnemen van de Amish voor komen te staan, is: Hoe dient onze houding in deze samenleving te zijn: moeten we ons afzijdig houden van de wereld of moeten we zoveel mogelijk inbreng proberen te leveren?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 mei 1993

Mivo +16 | 32 Pagina's

1. De voorgeschiedenis

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 mei 1993

Mivo +16 | 32 Pagina's