Getuige zijn

"En Agrippa zei tot Paulus: Het is u geoorloofd te spreken. Toen strekte Paulus de hand uit, en verantwoordde zich: Ik acht mijzelf gelukkig, o koning Agrippa, dat ik mij heden voor u zal verantwoorden van alles, waarvoor ik van de Joden beschuldigd ben" (Hand. van de Joden beschuldigd ben" (Hand. 26: 1 en 2).

Opdracht 1

Waar hadden de Joden Paulus van beschuldigd? Zie o.a. Hand. 21: 28.

Opdracht 2

Da Costa zegt naar aanleiding van deze tekst: "In de tegenwoordigheid van zijn meerderen, en vooral van overheden, brengt de welvoegelijkheid mee, dat men het stilzwijgen bewaart, totdat men ons aanspreekt, of gelegenheid geeft te spreken. Het is dan ook in het algemeen verkeerd, zich dadelijk op de voorgrond te stellen, zelfs met de prediking van het Evangelie. Bescheidenheid is ook een deugd. Ons moet gelegenheid gegeven worden om te spreken, en dan valt het spreken ook lichter. Niet met de deur in huis te vallen is onze roeping, maar voor het huis te komen en te laten horen of zien dat men er is, en dan gaat de deur vanzelf open".

a. Wat beweert Da Costa in dit gedeelte?

O Je moet wachten tot de gelegenheid er is om te evangeliseren

O Wanneer je tot verantwoording geroepen wordt over het 'getuigen', moet je je beleeft gedragen

O Je moet voorzichtig zijn met aktief te zijn. Bescheidenheid siert de mens.

O Je hoeft niet altijd voor je geloof uit te komen, maar je kunt wachten tot men ernaar vraagt

O Geen van bovenstaande, maar...

b. Wat vind je van de mening van Da Costa?

Naar aanleiding van het tweede vers meent Da Costa het volgende: "Paulus spreekt naar zijn gehoor. Als een welopgevoed en geleerd man is hij zeer bekwaam om zich te voegen naar de velerlei toestanden, waarin hij komt en naar zijn onderscheiden omgeving. Hij neemt de stijl aan van hen, tot wie hij spreekt. Tot het volk spreekt hij met kracht; voor de Joodse raad met kennis van de wet; hier spreekt hij koninklijk vrijmoedig en toch eerbiedig, zoals men aan het hof spreekt, omdat men in hoge kringen reeds met een half woord verstaan wordt, en men aldaar gesteld is op fijne vormen. Hij weet dan ook dat als men begint met zijn meerderen te eer biedigen, deze vanzelf de vrijheid geven om hun al het overige te zeggen".

a. Kun je zeggen dat Paulus zich aanpast aan zijn omgeving? Wanneer is dat geoorloofd en wanneer niet?

b. Kun je (nog) enkele voorbeelden geven uit het leven van Paulus waarbij hij zich aanpast aan de omgeving?

c. Welk doel heeft Paulus wanneer hij zich aanpast aan het publiek?

Opdracht 4

Paulus wordt geroepen om verantwoording af te leggen van zijn prediking. Tegen de discipelen heeft de Heere Jezus gezegd: "Ziet, Ik zend u als schapen in het midden van de wolven; zijt dan voorzichtig gelijk de slangen, en oprecht gelijk de duiven" (Matth. 10: 16).

a. Hoe kun je veilig zijn als "schaap in het midden van de wolven"?

b. De Heere Jezus heeft het voorspeld: "En gij zult ook voor stadhouders en koningen geleid worden, om Mijnentwil, hun en de heidenen tot getuigenis". Geef een verklaring van de volgende woorden in deze tekst:

• om Mijnentwil

• tot getuigenis

c. "Gij zult Mijn getuigen zijn..." Is er verschil tussen "getuigen zijn" en "verantwoording afleggen"? Motiveer je antwoord met behulp van bijbelse voorbeelden. Wat is makkelijker?

Opdracht 5

Getuige zijn... Paulus moest getuigenis afleggen voor "stadhouders en koningen". "Doch wanneer zij u overleveren, zo zult gij niet bezorgd zijn, hoe of wat gij spreken zult; want het zal u in dezelve uren gegeven worden, wat gij spreken zult. Want gij zijt het niet, die spreekt, maar het is de Geest Uws Va ders, Die in u spreekt" (Matth. 10: 19 en 20)

a. Waar moeten we als jongeren van getuigen in onze omgeving?

b. Wat is ervoor nodig om getuigend te spreken in onze omgeving?

c. Wat zou Da Costa bedoelen met de volgende uitspraak: "Niet met de deur in huis vallen is onze roeping, maar voor het huis te komen en te laten horen of zien dat men er is, en dan gaat de deur vanzelf open". Ben je het met deze bekeerde Jood (Da Costa) eens?

ln deze verwerkingsvorm komt aan de orde hoe christenen worden geroepen om te getuigen. Centraal in de bespreking staat Hand, 26: 1 en 2.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen