JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

2. Korinthe, een stad vol verleidingen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

2. Korinthe, een stad vol verleidingen

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

"Wandelt door de Geest en volbrengt de begeerlijkheden van het vlees niet" (Gal. 5: 16). Augustinus! Een jongen die de "begeerlijkheden van het vlees" volbracht. Maar ook een jongen die een christelijke opvoeding had ontvangen. Er bleef immers een biddende moeder achter wanneer hij zich ging uitleven. De geest en het vlees, een worsteling van de kerk van alle eeuwen. Zo was er een deel van de gemeente van Thyatire die godsdienst en hoererij combineerde (Openb. 2). Ook de Korinthiërs waren deels gevangen in de begeerlijkheden van het vlees, zodat Paulus zich gedrongen voelt hen aan te spreken over hun levenswandel.

Korinthe

In Korinthe was een gemeente ontstaan. De meeste leden van deze gemeente kwamen uit de heidenen.

Velen van hen waren slaven en havenarbeiders, maar er behoorden ook aanzienlijke inwoners van de stad tot de gemeente. De leden kwamen bijeen in huisgemeenten.

Kleine groepjes in een grote stad.

Rondom hen waren de dreigingen en veranderingen van de wereld.

Korinthe was immers een wereldstad: een haven en handelsstad, waarin veel goddeloosheid gevonden werd: oneerlijkheid, zedeloosheid, lichtzinnigheid en weelde. Korinthe was bekend/ berucht om haar zedeloze praktijken. De godin van de liefde, Venus, stond in hoog aanzien.

Zedelijk stond de stad op een laag peil. De christenen moesten staande blijven temidden van de vele verleidingen rondom hen. Ze hadden een strijd te voeren tegen de antiek heidense wereld met haar zeer lage huwelijksmoraal. De mannen eigenden zich de vrouwen van hun vrienden toe. Ze gaven hun eigen vrouwen aan hun vrienden. Alles draaide om het lichamelijke en

Alles draaide om het lichamelijke en het zinnelijke: de vrouw, het lichaam, badhuizen, schouwburgen.

In de kunst, zoals gedichten en beeldhouwwerken, stond dit zelfs centraal. In deze omgeving moesten de christenen leven en "de heiligheid bewaren naar lichaam en geest". Ze behoorden te laten zien dat ze wel in de wereld waren, maar niet van de wereld.

De gemeente heeft zich niet afzijdig gehouden van de goddeloze levenspraktijken in de stad. Sommigen bleven hetzelfde leven leiden als voor hun overgang tot het christendom. Mensen, zogenaamde gnostici, brächten nieuwe ideeën over het leven naar de Geest: de geest was belangrijk, het lichaam niet. Een scheiding tussen lichaam en geest. Volgens hun kon men met het lichaam doen wat men wilde. Het lichaam hoorde bij de aarde. Met dit losmaken van geest en lichaam werd het zogenaamde vrije leven verdedigd. Maar het leidde tot losbandigheid, ook binnen de christelijke gemeente.

Paulus antwoord (1 Kor. 5)

Paulus komt ter ore wat er speelt binnen de gemeente: partijschap- pen en ontucht. Maar hij krijgt ook vragen van hen over een christelijke levenswandel. Daarom schrijft hij hen een brief terug. Hij waarschuwt tegen de zonden in de gemeente (1 Kor. 5) en hij beantwoordt hun vragen onder andere over het eten van offervlees (hfdst. 8) en over het huwelijk (hfdst. 7). Paulus noemt de zondige praktijken in de gemeente bij de naam: twist, partijschappen.

Maar ook ontucht. Zo heeft iemand in de gemeente zijns vaders huisvrouw, oftewel zijn stiefmoeder genomen tot vrouw (kanttek.) "Men hoort ganselijk dat er hoererij onder u is...." (5:1). Paulus noemt het "een hoererij, die zelfs onder de heidenen niet genoemd wordt". Zelfs de heidenen veroordelen zo'n levenswijze. Dit mag zeker niet in de gemeente Gods voorkomen. Daarom moet er tegen worden opgetreden. Want zoals een zuurdesem het hele deeg verzuurt (vs. 7) zo kan de gemeente niet zuiver blijven als er zulke schandelijkheden voorkomen. De persoon moet uit hun midden geweerd worden en aan de satan overgegeven worden tot verderf van het vlees. Dit is erg voor de man, maar noodzakelijk: "opdat zijn geest behoude worde"

"opdat zijn geest behoude worde" (vers 5). De straf is voor zijn behoud, namelijk opdat hij tot inkeer zou komen en zich zou bekeren. Het is ook noodzakelijk voor de ge

Het is ook noodzakelijk voor de gemeente: alleen op deze manier kan de gemeente des Heeren heilig blijven.

Mensen die op deze wijze omgaan met hun lichaam mogen niet toegelaten worden tot de gemeente "vermeng u niet met de hoereerders". 'Geest' en 'leven naar het vlees' kunnen niet samengaan. Ook mogen de leden van de gemeente niet gaan eten met anderen "die naar het vlees leven", oftewel de begeerlijkheden van het hart volgen namelijk afgodendienaars, gierigaards, dronkaards, rovers, lasteraars. Het zijn allen mensen waarvan de Schrift zegt dat "dezulken het Koninkrijk Gods niet zullen beërven".

Ziel en lichaam (1 Kor. 6)

Paulus bestraft de gemeente nog meer: ze doet mee met de leefwijze van de heidenen. Er is geen verschil tussen christenen en heidenen aangaande de wijze waarop zij met hun lichaam omgaan. Paulus had hen wel geleerd dat "alles geoorloofd was", dat een christen vrij is van de wet der dienstbaarheid. Maar deze vrijheid is geen losbandigheid. Met 'alle dingen' worden geen zaken bedoeld die strijdig zijn met de wet van God. Wie in de ban raakt van vleselijke genoegens en genotzucht raakt verstrikt in banden. Dat is geen vrijheid. Daarom moet er geen verkeerd gebruik gemaakt worden van de christelijke vrijheid. "Alle dingen zijn niet oorbaar", niet

"Alle dingen zijn niet oorbaar", niet nuttig voor het leven met de Heere. Dat is de reden die Paulus aanvoert

Dat is de reden die Paulus aanvoert om de gemeente te berispen. Er kan slechts één binding zijn, namelijk de band met de Heere en dan doet men wat Hem behaagd. Lichamelijk is niet alles geoorloofd. Spijs en buik gaan wel beide te niet

Spijs en buik gaan wel beide te niet (vers 13), zegt Paulus. Maar dat mag geen reden zijn om met het lichaam om te gaan naar eigen behoeften. "Weet gij niet dat uw lichamen leden van Christus zijn?" (6: 15).

De Korinthiërs moeten het lichaam niet los zien van de geest. Het lichaam is wel belangrijk! Met eten en drinken is de zaak des Heeren gemoeid! "Hetzij dat gijlieden eet, hetzij dat gijlieden drinkt, doet het al ter ere Gods." Dit geldt ook voor sexualiteit. Scheiding tussen lichaam en geest leidt tot het opgaan in het lichamelijke voor puur eigen genot zonder de Gever te eren en te erkennen. De Korinthiërs misbruiken de christelijke vrijheid en gebruiken dit als argument om naar het vlees (volgens de begeerte van het vlees) te leven. Maar daar heeft de Heere het lichaam niet voor gemaakt. "Doch het lichaam is niet voor de hoererij, maar voor de Heere, en de Heere voor het lichaam". Dat betekent dat het lichaam tot dienst van de Heere Jezus Christus gebruikt moet worden (6: 27). De Heere is de Heere des lichaams. Hij is de verlosser van ziel en lichaam (kanttek). Het lichaam wordt dan ook een tempel genoemd. Een tempel van de Heilige Geest. Daarom wijst Paulus de gemeente erop dat het lichaam niet van henzelf is. Een Ander is de eigenaar. Hun eigen wil moeten ze niet volgen, maar de wil van Hem, Wien ze toebehoren. Daarom:

Wien ze toebehoren. Daarom:

"vliedt de hoererij". Ontloop ook de risico's die tot hoererij kunnen brengen. Breng jezelf niet in gevaar. Maar: "verheerlijk dan God in uw li

Maar: "verheerlijk dan God in uw lichaam en in uw Geest, welke Godes zijn (vs 20). Dus met de geest, maar heel duidelijk ook met het lichaam. Het lichaam moet "dienstbaar" gesteld worden, de Heere opgeofferd worden opdat het eenmaal zal opstaan en gelijkvormig zal zijn aan Christus' verheerlijkt lichaam.

Paulus: tot voorbeeld (1 Kor. 9)

"Woorden wekken, maar voorbeelden strekken". Deze woorden zijn ook van toepassing op Paulus.

Hij kan de gemeente wel schrijven hoe ze moeten leven, maar het spreekt meer aan als hij henzelf als het ware 'voorleeft'. Het heeft weinig nut, anderen te zeggen hoe het moet maar er zelf niet naar te leven. Dat heeft geen overtuigingskracht. Vandaar zijn voorbeelden. Hij stelt zichzelf tot voorbeeld (hfdst 9). Zoals iemand in de loopbaan zichzelf in alles onthoudt om de kroon te ontvangen, zo loopt hij ook en strijdt hij, opdat hij de overwinning zal behalen.

Daartoe laat hij zich niet afleiden door de begeerlijkheden van het lichaam. "Maar ik bedwing mijn lichaam en breng het tot dienstbaarheid opdat ik niet enigszins (..) zelf verwerpelijk worde" (6: 27). I

Israël tot voorbeeld (1 Kor. 10)

De Israëlieten hebben zich wel over gegeven aan de begeerlijkheden van hun hart. Het is te zien bij Israëls reis naar Kanaiin. De Israëlieten meenden heel wat te zijn: zij waren immers het verbondsvolk. "Allen waren onder de wolk, allen waren door de zee doorgegaan, allen zijn in Mozes gedoopt in de wolk en in de zee; allen hebben dezelfde geestelijke spijs gegeten en allen hebben dezelfde geestelijke drank gedronken" (1 Kor. 10: 14). Maar door ongeloof en door het leven in de zonde zijn ze het land Kanaan niet ingegaan. Het volk zat neder om te eten en te drinken en zij stonden op om te spelen (vers 7). Dat is, om zich over te geven aan dansen en vrolijk zijn, hetgeen vaak ontaardde in sexuele uitspattingen, zoals bij heidense religieuze feesten.

Paulus roept in herinnering hoe het volk van Israël op een dergelijke wijze tot massale hoererij kwam met de dochters van de Moabieten.

Ruim twintig duizend doden vielen in het Godsgericht dat volgde.

Dit voorbeeld van Israël wordt de gemeente van Korinthe voorgehouden om er van te leren: "En deze dingen alle zijn hun overkomen tot voorbeelden en zijn beschreven tot waarschuwing van ons, op dewelke de einden der eeuwen gekomen zijn. Zo dan, die meent te staan, zie toe dat hij niet valle" (vers 11, 12). God maakt ernst met Zijn eisen aan ons lichamelijk bezig zijn.

Het is daarom van groot belang een juist zich te hebben op de wijze waarop God naar onze lichamen kijkt.


Men hoort ganselijk, dat er hoererij onder u is, en zodanige hoererij, die ook onder de heidenen niet genoemd wordt, alzo dat er een zijns vaders huisvrouw heeft.

1 Kor. 5:1

15 Weet gij niet, dat uw lichamen leden van Christuz zijn? Zal ik dan de leden van Christus nemen, en maken ze leden ener hoer? Dat zij verre.

16 Of weet gij niet, dat die de hoer aanhangt, een lichaam met haar is?

Want die twee, zegt Hij, zullen tot een vices wezen.

17 Maar die den Heere aanhangt, is een geest met Hem.

18 Vliedt de hoererij. Alle zonde die de mens doet, is buiten het lichaam, maar die hoererij bedrijft, zondigt tegen zijn eigen lichaam.

19 Of weet gij niet, dat ulieder lichaam een tempel is van den Heiligen Geest Die in u is, Dien gijvan God hebt, en dat gij uws zelfs niet zijt?

20 Want gij zijt duur gekicht; zo verheerlijkt dan God in uw lichaam en in uw geest, welke Godes zijn.

1 Kor. 6:15-20

25 En een iegelijk, die om prijs strijdt, onthoudt zich in alles. Dezen dan doen wel dit, opdat zij een verderfelijke kroon zouden ontvangen, maar wij een onverderfelijke.

26 Ik loop dan alzo, niet als op het onzekere; ik kamp alzo, niet als de lucht slaande;

27 Maar ik bedwing mijn lichaam, en breng het tot dienstbaarheid, opdat ik niet enigszins, daar ik anderen gerpredikt heb, zelf verwerpelijk worde.

1 Kor. 9:25-27

7 En wordt geen afgodendienaars, gelijkerwijs als sommigen van hen, gelijk geschreven staat: Het volk zat neder om te eten, en om te drinken, en zij stonden op om te spelen.

8 En laat ons niet hoereren, gelijk sommigen van hen gehoereerd hebben, en er vielen op een dag drie en twintig duizend.

9 En laat ons Chtistus niet verzoeken, gelijk oom sommigen van hen verzocht hebben, en werden van de slangen vernield.

10 En murmireert niet, gelijk ook sommigen van hen gemurmueerd hebben, en werden vernield van den verderver.

11 En deze dingen alle zijn hunlieden overkomen tot voorbeelden; en zijn beschreven tot waarschuwing van ons, op dewelke de einden der eeuwen gekomen zijn.

1 Kor. 10:7-11

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 november 1990

Mivo +16 | 24 Pagina's

2. Korinthe, een stad vol verleidingen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 november 1990

Mivo +16 | 24 Pagina's