JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

3. Het Woord gaat heen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

3. Het Woord gaat heen

Vraaggesprek met ds. C.G. Vreugdenhil te Vlissingen

16 minuten leestijd Arcering uitzetten

1. Dominee, u hebt verschillende jaren gearbeid op het zendingsueld in Irian Jaya. Wat was uw taak daar en welk verschil lag er tussen het zendingswerk dat door ds. Kuyt is gedaan en uw taak op het zendingsveld?

Mijn taak op het zendingsveld lag vooral op het terrein van opleiding en toerusting. Ik ben destijds in 1974 door de kerk uitgezonden met het oog op de opleiding van jong kader, dat de leiding over de ontstane gemeenten zou kunnen overnemen. "Echt" zendingswerk is immers altijd jezelf overbodig maken! Natuurlijk, eerst moet het Evangelie verkondigd worden. Gesloten gebieden moeten geopend worden. U sprak over de taak van dominee Kuijt. Nou, dat was vooral zijn taak. Hij voelde zich altijd weer geroepen om het Evangelie te verkondigen waar de naam van Christus nog nooit was genoemd. Dat heeft hij ook gedaan. Hij deed het liefst echt pionierswerk. En de Heere heeft dat werk gezegend. Dominee Kuijt opende Pass Valley, Landikma, Nipsan en Bommela. Hij maakte die gebieden toegankelijk door de aanleg van een vliegveld, Hij riep er evangelisten heen, die in alle dorpen het Evangelie verkondigden. En dat werk heeft de Heere gezegend. Er kwamen mensen tot bekering en gelooof. Ze zwoeren hun heidense godsdienst af, beleden hun geloof en werden gedoopt. Zo ontstonden op al die plaatsen de eerste jonge gemeenten.

Die gemeenten hadden echter leiding nodig. Door onderwijs moest het geloofsleven verdiept worden. De gemeenten moesten worden toegerust vanuit het Woord. Dat is een andere fase dan het pionierswerk. Welnu, voor dat 'opbouwwerk' ben ik speciaal uitgezonden. Het is natuurlijk onmogelijk dat een zendeling al het werk alleen doet. Het is veel beter dat jonge mensen uit de plaatselijke gemeenten zelf opgeleid worden tot ambtsdrager of gemeenteleider. Dat is dan ook gebeurd. Daar is een speciale bijbelschool voor opgericht. Daar zijn heel wat jonge mannen gevormd om de gemeenten te kunnen dienen in het ambt van ouderling of diaken. Ook kwamen daar de eerste evangelisten vandaan voor de nieuw te openen gebieden, waar het Woord nog nooit was gebracht.

In 1978 zijn de eerste gemeenten geïnstitueerd, dat wil zeggen er zijn voor de eerste keer ouderlingen en diakenen bevestigd. Zo kreeg je ook kerkelijke vergaderingen als kerkeraad en classis. De jonge christenen kwamen onder ambtelijk toezicht te staan. En zo is het gemeentelijk leven onder de zegen van de Heere verdiept en uitgebouwd.

Daarnaast was er ook een opleiding nodig voor eigen dienaren des Woords. Dat was noodzakelijk in verband met het feit dat een zendeling onmogelijk in alle dorpen de Sakramenten kon bedienen. Uiteraard was dat ook nodig voor de prediking. Bovendien kregen veel ouderlingen van de classis bevoegdheid om "een stichtelijk woord" te spreken. "Leesdienst" was er dus nooit! Maar het is toch het best als de kerk haar eigen dienaren heeft. Zo zijn we gekomen tot de opleiding van dienaren des Woords via de opgerichte theologische school. Op dit moment heeft de GJPI achttien predikanten. De GJPI is een afkorting voor 'Gereja Jemaat Protestan di Irian Jaya', wat vertaald kan worden met 'Kerk van de protestantse gemeente op Irian Jaya'.

2. Met welke problemen heeft de jonge kerk in Irian te maken?

Problemen van allerlei aard. Je ziet dat ook in de Handelingen der Apostelen en in de brieven van Paulus. In gemeenten, die uit het heidendom zijn ontstaan is de verleiding groot om terug te vallen in het vroegere zondige leven zoals bijvoorbeeld het eten van offervlees (vaak onder druk van de nog heidense familie), het nemen van een tweede vrouw, het vermengen van christendom en heidendom (synkretisme). de magische sakramentsopvatting, en vooral de hang naar de voorouderverering (geestengeloof). Septer, een ouderling uit Sumbule kwam na de dood van zijn vrouw en dochtertje eens naar me toe en zei: "Ik heb vannacht weer gedroomd over de geesten. Ik was doodsbang. Dominee, zeg nog eens duidelijk tegen me dat de vooroudergeesten echt niet bestaan".

Een groot gevaar is ook dat de christenen door de opleiding, die ze krijgen en de ontwikkeling waardoor ze een salaris gaan verdienen en er allerlei aardse goederen binnen hun bereik komen, een materialistische levenshouding zouden krijgen. Gelukkig is dit niet de algemene tendens, maar dit gevaar was er vroeger niet. Overigens denk ik dat dit probleem niet alleen in Irian speelt !

3. Vindt u het van belang dat er in de jonge kerk wat gedaan wordt aan jeugdwerk? Zo ja, waarom?

Ja, van zeer wezenlijk belang! Vooral ook om de jeugd bij de kerk te houden. In het eerste pioniersstadium van het zendingswerk is de overgang van heidendom naar christendom een diep ingrijpend gebeuren. Mensen komen tot bekering, verlaten hun afgoden en maken een zeer bewuste keus. zulke "bijzondere" overgangen zijn nu op de wat oudere zendingsposten voorbij. Daar is al meer dan vijfentwintig jaar zendingswerk verricht. Nu is het werk daar in een fase gekomen dat er een "tweede generatie" van jongeren is, die deze bewuste en ingrijpende overgang niet zo heeft meegemaakt. Zij zijn als kind gedoopt en als het goed is. komen ze tot het doen van belijdenis.

Voor hen ligt als het ware de wereld open, als ze ten minste wat opleiding ontvangen hebben. Daarom is het belangrijk dat er naast de evangelieverkondiging veel aandacht gegeven wordt aan verdieping en toerusting. Het onderwijs op de scholen is wel "christelijk", maar wat de godsdienstige vorming betreft wel oppervlakkig. Thuis wordt er ook meestal niet zo uitvoerig over de zaken van Gods koninkrijk gesproken. Ik denk dat er van de kerk zelf een goede stimulans moet uitgaan. De kerk van de toekomst moet toch voortkomen uit de jeugd van nu! Daarom moet de jeugd ook liefde bijgebracht worden voor de kerk. De synode van de GJPI heeft in 1984 voor het jeugdwerk een apart deputaatschap benoemd. Door tijdsgebrek is daar nog niets van terecht gekomen. De zending is er nog steeds niet aan toegekomen om dit jeugdwerk te stimuleren. Momenteel wordt er speciaal voor het opzetten van het jeugdwerk een zendeling gevraagd. Dit werk moet naar mijn mening momenteel de hoogste prioriteit hebben.

4. Wat kunnen we uanuit het jeugdwerk (als jongeren) doen voor de jonge kerk van Irian Jaya?

a. Bidden of de Heere ze vasthoudt. Ik ken op Irian jonge mensen die echt de Heere vrezen. Maar er zijn er ook die hinken op twee gedachten.

b. Helpen met het beschikbaar stellen van toerustingsmateriaal.

c. Een aktie voeren om geld te verzamelen om faciliteiten op te zetten voor het jeugdwerk in Irian: gebouw, meubilair, spelen e.d.

d. Zelf je gedachten eens laten gaan over een manier van hulp; misschien komt er zo wel iets origineels voor de dag; ik houd me aanbevolen.

5. Graag zouden we nog even willen kijken naar de Nederlandse situatie. U bent momenteel predikant in Nederland. U hebt ervaring op het zen dingsveld. Er wordt wel eens gezegd dat de Nederlandse samenleving teruggekeerd is naar het (moderne) heidendom. Welke overeenkomsten ziet u tussen het heidendom en het moderne heidendom?

Inderdaad, ons land verheidenst weer. Het opmerkelijke is dat dat primitieve heidendom uit Irian Jaya als twee druppels water lijkt op het moderne heidendom. Laat ik maar enkele voorbeelden noemen. Ik denk aan het kinderleven. Dat was niet van zo'n grote waarde bij de Yali's. Werd er een tweeling geboren, dan werd de beste uitgezocht om te bewaren en de minste werd in het kolkende water geworpen van de rivier de Landi. In Langda in het oostelijk bergland was het de gewoonte dat de eerste boreling een jongen moest zijn om het geslacht in stand te houden. Was de eertgeborene toch een meisje, dan drukte de moeder bij het arme kind direkt na geboorte de borstkas in, waardoor het meisje dadelijk overleed. Dat hoorde nu eenmaal zo. En wat zien we gebeuren in onze westerse post-christelijke samenleving? Het Woord gaat weer heen. Het beslag van het Woord verdwijnt. Wat te denken van abortus. Kindermoord dus, liefst wettelijk geregeld! Het leven van de ongeboren vrucht telt niet meer. Als het vruchtwateronderzoek uitwijst dat er een "niet-volwaardig-leven" zich aan het ontwikkelen is in de moederschoot, wordt de zwangerschap afgebroken. Straks komt er een tijd dat de lichamelijk en verstandelijk gehandicapten ook de borstkas wordt ingedrukt, zo het nu al niet gebeurt. Minder grof uiteraard, maar niet minder wreed.

Volgens de oude heidense adat verbrandden de Yali's hun doden. Maar toen kwam het Woord. En dat Woord leert ons dat christenen hun doden niet verbranden, maar begraven in navolging van Christus. Maar ... het Woord gaat weer heen uit onze samenleving. Velen, waaronder ook christenen, laten zich cremeren. En het wordt met vele mooie redenen omkleed. Het is hygiënischer, goedkoper, minder zonde van de dure grond, het kerkhof behoeft niet meer onderhouden te worden enzovoort. Velen weten misschien niet eens meer waarom de Bijbel crematie verbiedt. Het heidendom keert in onze samenleving weer helemaal terug.

Een ander voorbeeld. In Langda en omgeving was men gewoon om oude mensen, die zelf niet produktief meer waren op te ruimen door ze op een gegeven moment in de rivier te werpen. En toen kwam het Woord. Gij zult niet doden! En dat gebod legde beslag op het maatschappe- lijk leven. De christelijke barmhartigheid jegens de ouderen in de samenleving werd hoe langer hoe meer gepraktizeerd. Zijt barmhartig, zoals Ik barmhartig ben, zegt Jezus. Maar helaas, het Woord gaat weer heen. Namelijk bij ons, het Woord ebt weg uit onze samenleving. En wat komt er dan voor de dag? Waar de zoutende en helende werking van het Woord verdwijnt, komen zaken als euthanasie in de discussie en worden ze maatschappelijk geaccepteerd. En de gedachte, die daar achter zit is natuurlijk in de eerste plaats zogenaamde barmhartigheid tegenover de lijdende mensheid. Ze moeten toch verlost worden uit hun ellende. Maar, eerlijk gezegd, ben ik bang dat er bij veel families, die zo voor euthanasie zijn dezelfde keiharde gedachte achter zit als bij de Papoea's in hun traditionele godsdienst, namelijk dat niet produktief leven beter maar opgeruimd kan worden.

Laat ik nog wat meer voorbeelden geven. Als vroeger een Yalikrijger op oorlogspad ging, tuigde hij zich helemaal op met veren, hij smeerde varkensvet in zijn haar, mengde dat met roet en droeg daarin de wonderlijkste gekleurde veren. Verder droeg hij verschillende soorten amuletten, ringen en armbanden. Hij moest er heel afschrikwekkend uitzien.

Toen kwam het Woord en dat oefende een grote invloed uit op deze heidense manier van oorlogsvoeren. En wat zien we gebeuren als in onze westerse samenleving de invloed van het Woord wegebt? Dan zien we dat mensen zich op dezelfde manier optuigen en uitdossen als vroeger de oorlogskrijger. Kijk maar naar al dat punk gedoe: het haar stijl omhoog in een felle kleur als een hanekam, het gezicht bont en blauw geschilderd, amuletten en armbanden, ringen door neus en/of oren en noem maar op.

Het eerste wat buitenstaanders opvalt als ze plaatjes van Irian zien, is de "ongeklede staat" van de mensen. Dat is natuurlijk pure armoede. De meeste vrouwen hebben toch wel een rieten rokje aan, al is dat bij de heidense vrouwen erg kort. leder zal begrijpen dat de komst van het Woord ook op dit gebied veranderingen met zich mee heeft gebracht. En dat verdwijnt weer als in onze samenleving de invloedsfeer van het Woord terugloopt. Dan krijg je naaktstranden en nudistenkampen. En als normaal christelijk gezin kun je in de zomer met goed fatsoen het strand niet meer bezoeken vanwege al die dames die zonodig "topless" moeten kunnen zonnen. Dat komt ervan als de Bijbel geen zeggenschap meer heeft in ons dagelijks leven.

Nog een voorbeeld wil ik aan de rij toevoegen. Het bereft het godsdienstige leven van de mens. Men aanbad de geesten en vooral ook: men offerde eraan. En wie aan de afgoden offert, offert in feite aan de duivelen, zegt Paulus in de Korinthebrief. Door de komst van het alles vernieuwende Woord van God kwam ook hier een geweldige verandering in. Het geloof in de ver-toornde vooroudergeesten maakte plaats voor het geloof in de God van het Woord, de drie-enige God: de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Maar wat gebeurt er nu als het Woord weer heengaat? Dat zien we allen om ons heen. In onze moderne samenleving is God "dood verklaard". Daarom bemoeit de mens zich niet meer met God en goddelijke zaken. Zo werd de moderne mens een materialistisch wezen en werd het feit dat hij ook een geestelijk wezen is volkomen uit het oog verloren en bijgevolg belandde hij in een vacuum. Dat vacuum moet gevuld worden. Maar in plaats van terug te keren tot de levende God en het geloof van hun vaderen keren zij zich tot de andere kant: de vorst der duisternis. Het occultisme verslaat haar duizenden. Het feit dat velen onder ons zo klakkeloos in de handen van allerlei occulte lieden vallen, zou wel eens samen kunnen hangen met het feit dat velen beweren dat de gaven van de Geest slechts in de eerste tijd van de gemeenten funktioneerden en daarna niet meer. Als dit zo zou zijn, zal ook "de gave des onderscheids" wel niet meer funktioneren en staan we open voor allerlei listen en lagen van satan en allerlei "wind van leer". Die nieuwe leer heeft zich inmiddels ook al aangekondigd, de zogenaamde New Age beweging en met name veel jongeren worden hierdoor verleid. Ook in onze kring?

Het is helaas ook duidelijk wat er gebeurt als het Woord weer heengaat! Dan komt het heidendom weer terug. En na het bovenstaande gelezen te hebben, zul je het met me eens zijn, dat het oude heidendom als twee druppels water lijkt op het moderne. Dat heeft zijn oorzaak in het feit dat dezelfde boze machten daarachter zitten. De grote vraag voor ons in deze westerse en steeds heidenser wordende maatschappij is nu waar we eigenlijk staan. Doet het Woord Zijn kracht nog in ons leven?

6. De gedachte kan snel ontstaan dat uerenigingsleden 'beter zijn'. Is er onder kerkelijke jongeren op Irian Jaya ook sprake uan modern heidendom? Zo ja, kunt u voorbeelden geuen?

In uitzonderingsgevallen wel. Het gaat dan bijvoorbeeld om gedoopte jongeren, die aan de kust terecht gekomen zijn en uit de aandacht van kerk en zending zijn weggeglipt. Zo iemand komt dan niet meer in de kerk, werkt eventueel op zondag (zoals dat veel gebeurt in een Islamitisch land) en leeft voor het hier en nu. Op een gegeven moment kom je ze weer op het spoor. De GJPI doet haar uiterste best om te voorkomen dat jongeren verdwijnen en de kerk verlaten. Het is ook maar een enkele uitzondering. Globaal gesproken komt het niet veel voor. Er is ook binnen de kerk en stam een sterke sociale controle. Het is ook belangrijk dat er aan de kust toezicht is op de studerende en werkende jongeren. Dat heeft de volle aandacht van kerk en zending. Er wordt ook door de GJPI iedere zondag "eigen" diensten belegd. Momenteel worden de mogelijkheden onderzocht om grond aan te kopen en een eigen kerkgebouw neer te zetten.

7. Willibrord heeft het Evangelie in Nederland gebracht. Inmiddels is Nederland een land waarin geen rekening meer wordt gehouden met de bijbelse waarden en normen. Wat moeten wij als jongeren doen om ervoor te waken dat we meegezogen worden door het moderne heidendom?

Vasthouden aan Schrift en belijdenis! Niet alleen wat betreft de leer, maar ook het leven. Laat de wereld maar zien dat wij "geheel anders" zijn. Bovenal leven uit het geloofsgoed van onze vaderen. Veel nadruk laten vallen op bijbelstudie en gebed. Trouw meeleven in de kerk. Meedoen met het verenigingsleven. Laten de jongeren er met elkaar over spreken hoe ze hun houding moeten bepalen ten opzichte van veel moderne verschijnselen, die in de belijdenis niet ter sprake komen. Zeker, alleen door de kracht van Gods Geest kunnen we staande blijven in de maalstroom van deze tijd, maar de Geest werkt altijd middellijk. Daarom is de toerusting van de jongeren erg belangrijk. Toerusting met betrekking tot het leren omgaan met de geestelijke wapenrusting om te kunnen staan tegen de "listige omleidingen van de duivel". De gevaren moeten onderkend worden. Laat niemand daarom denken dat het wel meevalt. We hebben de strijd tegen de overheden, tegen de machten, tegen de geweldhebbers der wereld, der duisternis dezer eeuw, tegen de geestelijke boosheden in de lucht" (Efeze 6). Die toerusting om geestelijk weerbaar te zijn moet gegeven worden via kaderkursussen, het jongerenblad "Daniël , het verenigingsleven (Mivo-schetsen) en dergelijke. Op dat punt heeft de Jeugdbond een heel belangrijke taak. Ik ben ook blij met het vele werk dat er op dit punt gedaan mag worden.

8. Hebben jongeren in Nederland het moeilijker dan jongeren op Irian Jaya?

Ik denk van wel. De verleiding is hier groter op allerlei terrein. Meer ontwikkeling geeft ook meer mogelijkheden. Niet alleen om het goede te doen, maar ook voor het kwaad. Onze hele cultuur is aan het verheidensen. Die ontwikkeling gaat ontzettend snel. Denk aan de New Age beweging bijvoorbeeld. Ik denk dat er hier vanuit het moderne heidendom meer verleiding uitgaat voor onze jongeren dan van het oude heidendom voor de jongeren op Irian En wat zich op Irian als modern heidendom aandient, ziet er onschuldiger uit. Pornografie is bijvoor- beeld door de regering verboden. De invloed van T.V. is hier veel en veel groter. In het binnenland is in onze gebieden geen T.V. Aan de kust behoort de T.V. wel tot de mogelijkhe- den, maar de programma's zijn vrij onschuldig vergeleken met wat er hier allemaal doorkomt. Er is ook minder welvaart, dus minder vrije tijd. Dat is ook een belangrijke faktor. Ze moeten hard werken om in leven te blijven en hebben minder tijd voor "verstrooiende" dingen. Overigens is het voor de duivel eender waar hij een mens mee bezighoudt. Zowel voor jongeren op Irian als in Nederland geldt: "Staat dan, uw lenden omgord hebbende "


Wat kunnen wij doen?

Wat kunnen we doen vanuit het jeugdwerk voor de jonge kerk van Irian Jaya? Denk zelf eens na over deze vraag en praat er samen over op de jeugdvereniging aan de hand van de verwerkingsvorm op pag. 23/24.

Stuur jouw reaktie of de reaktie namens de vereniging naar E. van Heil, p/a Postbus 79, 3440 AB Woerden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 oktober 1990

Mivo +16 | 28 Pagina's

3. Het Woord gaat heen

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 oktober 1990

Mivo +16 | 28 Pagina's