Avondsluiting

"Strijd den goeden strijd des geloofs" - 1 Timótheüs 6:12a.

Soldaten van een aardse koning worden voortdurend opgeroepen om onder de banier van hun koning te strijden. Zij dragen zijn uniform en worden door hem van wapenen voorzien. Zij delen in de roem en de buit van de overwinning en bezorgen hun koning macht en aanzien onder de volken. Op het slagveld vooral betonen zij hun trouw en liefde voor de koning en zijn bereid hun leven voor de zaak van de vorst te geven.

Met dit soldatenleven vergelijkt de apostel het leven van een christen. Hij roept Timótheüs op tot een geestelijke krijg, zeggende: "Strijd den goeden strijd des geloofs." Jezus Christus heeft soldaten in Zijn leger. Hij werft Zijn eigen soldaten in de dag van de waarachtige bekering. De Heilige Geest vernieuwt en wederbaart hen in die dag en door hartvernieuwende genade worden zij gewillig gemaakt om de dienst van satan, zonde en wereld op te zeggen en zich onder de banier van Koning Jezus te scharen.

Vanaf het moment, dat zij zich onder de banier van Christus scharen, treden zij de krijg binnen. Zij beginnen de strijd met een vijand, waarmee nooit vrede wordt gesloten. Het gaat onder de banier van Koning Jezus over een levenslange oorlog. De strijd komt hier nooit tot een einde. Het is een krijgsdienst waarvan de christen niet ontslagen wordt, dan bij zijn dood. Dagelijks klinkt het bevel: Strijd! Neem uw wapenen op! Geeft geen ruimte aan de vijand! Wacht u voor zijn listen! Houd uw wapenen gereed! Zo wordt de christen steeds opgeroepen tot strijd. En wie is de vijand, die het gehele leven bestreden moet worden? Het is zonde in allerlei vormen en verschijningen. Maar het is tegelijkertijd een goede strijd. Het gaat om een goede zaak en onder een goede Aanvoerder. Het is een strijd waarvan de afloop niet onzeker is.

Gods kinderen strijden een reeds gewonnen oorlog. Christus, hun Veldoverste, heeft reeds overwonnen en zij zullen straks met Hem en in Hem overwinnen. Het is een strijd des geloofs. Het is geen strijd in eigen kracht, maar in de kracht van het geloof. Het geloof haalt zijn kracht elders vandaan. Het ziet op Christus, Die overwonnen heeft. En het wordt bekrachtigd door Zijn beloften, die zeggen dat de Heere niet zal beschamen allen die op Hem betrouwen. Het geloof verlaat zich met zijn zwakheid en hulpeloosheid op Christus' bloed en gerechtigheid. Het heeft als lijfspreuk: Als ik zwak ben, dan ben ik machtig. Bent u ook zo'n vreemd en wonderlijk strijder?

Ds. C. Harinck

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen