1. Wordt deze wereld niet gelijkvormig...

Wereldgelijkvormigheid, wat is dat precies? Wat wordt er bedoeld wanneer mensen spreken over wereldgelijkvormigheid? Paulus schrijft in de brief aan de gemeente van Rome: "En wordt dezer wereld niet gelijkvormig, maar wordt veranderd door de vernieuwing uws gemoeds, opdat gij moogt beproeven welke de goede en welbehagende en volmaakte wil Gods zij" (Rom. 12:2). Welke boodschap ligt er in deze tekst voor ons?

De Romeinse wereld

Rome was een machtige stad. Keizer Augustus heeft deze stad opgebouwd tot een "stad van marmer". Het was het centrum van het machtige Romeinse Rijk. Alle pracht en rijkdom van het rijk stroomden er samen. Ook economisch stond het in Rome er goed voor. De inkomsten vanuit het gehele rijk kwamen naar Rome.

Rome was een consumptie-centrum: men leefde op kosten van de inwoners van het grote Romeinse rijk. In deze wereld bestond een christelijke gemeente. Paulus richt zich in de brief tot deze gemeente.

Deze wereld

"En wordt dezer wereld...". Paulus bedoelt hiermee de wereld van deze tegenwoordige tijd, de Romeinse wereld. Brengen we dit woord over naar onze tijd, dan wordt hiermee bedoeld de wereld die in het boze ligt (1 Joh. 5:19), de wereld van vandaag. Het is de wereld die doordrenkt is met zonden. Het is de wereld waarin een geest naar voren komt die niet overeenkomstig Gods Woord is.

Wat is het belangrijkste kenmerk van deze wereld, van onze tijd? De wereld van vandaag heeft God vaarwel gezegd. Er is geen plaats meer voor de Heere en Zijn dienst in deze wereld. Hoewel dit vanaf de zondeval het meest kenmerkende voor "deze wereld" is geweest, komt juist in onze tijd zo duidelijk tot uiting dat er geen rekening meer wordt gehouden met God en Zijn Woord. Volgens velen bestaat God niet meer en heeft Gods Woord geen enkel gezag meer. Dat is het kenmerk, de geest van deze tijd.

Zeer kenmerkend voor de mens van "deze wereld" is het volgende korte interview:

Verslaggever: Mijnheer, mag ik u iets vragen?

Mijnheer: Jazeker.

Verslaggever: Gelooft u in God?

Mijnheer: Nee

Verslaggever: Waar gelooft u wel in?

Mijnheer: ...Dat is een moeilijke vraag... ik geloof in mezelf.

Deze man maakte van zichzelf een god.

De wereld waarin we heden ten dage leven, is een geseculariseerde wereld, dat is een wereld zonder God en Zijn Woord.

Steeds meer terreinen van het leven worden losgekoppeld van de dienst des Heeren. De tijdgeest dringt door in de wetenschap, de kunst, de handel en andere levensterreinen.

De gevolgen voor deze wereld

Dat de wereld God heeft losgelaten, komt tot uiting in alle levensverbanden. Volgens de mens van deze wereld heeft het Woord van God geen gezag meer. Nu is het in iedere samenleving zo, dat bepaalde normen van toepassing zijn. Wanneer mensen deze algemene normen niet handhaven, is een geordend samenleven onmogelijk. Laten we een voorbeeld nemen: Iedereen weet dat stelen niet mag. Toch is er een groot verschil tusen de motivatie van de één of van de ander. Iemand die Gods Woord als het hoogste en het meest gezaghebbende Woord ziet, zal zeggen: Stelen is niet geoorloofd omdat de Heere dat in Zijn Woord verbiedt. Deze persoon ontleent zijn normen aan het Woord van God. Maar wanneer iemand geen rekening meer houdt met Gods Woord, waar ontleent de mens dan zijn normen aan? Waarom mag iemand niet stelen? Is het omdat de overheid dit als een misdaad ziet en je daarvoor gestraft wordt? Of is het omdat de mens leeft volgens het spreekwoord: Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook bij een ander niet?

Al met al is het duidelijk dat de mens die Gods Woord heeft losgelaten, een andere bron moet hebben waaruit hij zijn normen afleidt. Immers, ook hij geeft antwoord op de vraag wat wel en wat niet mag.

Het gevolg van God-loosheid is dan onherroepelijk norm-loosheid. De Bijbel leert ons dat de mens geneigd is tot alle kwaad. De mens die Gods Woord heeft losgelaten, is van mening dat de mens in beginsel goed is. De mens is volgens deze mening in staat te beoordelen wat wel en wat niet geoorloofd is. Laten we de wetenschap als voorbeeld nemen. Binnen de medische wetenschap staat de ontwikkeling bepaald niet stil. Steeds verder gaan de onderzoekingen en de resultaten zijn overweldigend. Waar liggen de grenzen voor de medici? Op deze vraag is moeilijk een antwoord te geven. Wel is duidelijk dat wanneer de wetenschapper geen norm buiten zichzelf heeft (bijvoorbeeld de Bijbel) hij zich volgens eigen goeddunken gaat gedragen. En wat kunnen hier de gevolgen van zijn? Ook ten aanzien van de techniek staan we telkens voor de vraag: Waar liggen de grenzen en wie bepaalt deze?

Uit het bovenstaande blijkt dat de Heere en Zijn dienst in deze wereld op de achtergrond komt te staan en dat de mens zichzelf steeds meer op de voorgrond stelt.

Vele zaken zouden opgenoemd kunnen worden waaruit de God-loosheid tot uiting komt. De besteding van het geld staat veelal in dienst van de mens in plaats van in dienst van de ander. Hoe wordt ook in de mode steeds op de lusten van de mens gezinspeeld. De sport staat in dienst van de mens: zowel degene die de sport beoefent als degene die toeschouwer van het sport-gebeuren is.

Deze wereld gelijkvormig...

Wereldgelijkvormig, wat is dat? Wat wordt er nu precies bedoeld met deze term? Wereldgelijkvormigheid houdt ten diepste in dat er geen verschil is tussen kerk en wereld. Wereldgelijkvormig-zijn wil zeggen dat we spreken, denken en doen overeenkomstig het schema van deze wereld. En laten we niet vergeten, dat is een wereld die in het boze ligt.

Laten we eens enkele symptomen van wereldgelijkvormigheid onder de loep nemen.

• Te denken valt aan het materialisme. De mens van deze wereld stelt zich tot doel om zoveel mogelijk materiële welvaart te verwerven. Wat is er al niet een streven onder de mensen naar bezit, naar geld, naar rijkdom. Wat blijkt er uit het spreken en handelen van veel mensen dat een dure auto of een verre vakantie zaken zijn waar het hart vol van is. Geldt ook van veel gemeenteleden niet dat de dingen die in de wereld belangrijk zijn ook in hun leven van groot belang zijn? Als dat in ons leven zo is, dan zijn we deze wereld-gelijkvormig.

• Voor de mens van deze wereld geldt ook dat hij op zichzelf gericht is. Het egoïsme in denken en handelen is ons van nature allen eigen. We zijn op onszelf gericht. In de wereld om ons heen wordt dat in alles zichtbaar. "Ik leef toch mijn eigen leven. Wat heeft een ander daar mee te maken..." Binnen de christelijke gemeente mag het zo echter niet zijn. In de gemeente zullen we oog voor elkaar moeten hebben, voor de nood van onze naaste. Wat staan we dan ook binnen de kerk juist ook op dit terrein schuldig aan wereldgelijkvormigheid.

• In de wereld om ons heen is steeds meer sprake van gezagsondermijning. De gezagsverhoudingen zoals de Bijbel die aangeeft moeten verdwijnen. Het eigen baas zijn zit in de lucht. In de krant kunnen we lezen hoe jongeren en ouderen zich verzetten tegen het gezag van de overheid, van de werkgever, van de docent op school, om maar enkele voorbeelden te noemen. Hoe handelen kerkelijke jongeren in deze situaties? Volgen we het patroon van de wereld bij demonstraties en stakingen? En, om wat dichter bij huis te blijven, hoe staat het met onze houding ten opzichte van onze ouders? Hoe spreken we over de ambtsdragers? Hoe reageren we op de catechisatie? Staan we ook op dit terrein niet schuldig aan wereldgelijkvormigheid?

• Hoe staat het met onze christelijke levensstijl? In onze levensstijl zal toch zichtbaar moeten zijn dat we niet van deze wereld zijn. Maar past dan bij onze levensstijl het lezen van allerlei wereldse romans? Is onze levensstijl niet van deze wereld als we de Libelle en de Margriet (om van Privé maar niet te spreken) hoger waarderen dan een christelijk tijdschrift of dagblad? Welke levensstijl zouden we aan de dag leggen als we avond aan avond aan de TV gekluisterd zitten? Dat antwoord is niet zo moeilijk. Maar hoe zit het met onze levensstijl als we elke avond aan onze home-computer of video vastzitten? En hoe staat het met onze levensstijl als we op een laatdunkende wijze over seksualiteit spreken, over de omgang tussen jongens en meisjes, over grote gezinnen, om maar enkele voorbeelden te noemen. En, laten we ook onze kleding niet vergeten! Een bijbelse levensstijl vraagt om een stijl in spreken, gedrag en handelen die in de wereld niet gevonden wordt. Wat staan we dan ook in onze stijl-van-leven schuldig aan veel wereldgelijkvormigheid.

Een dringende oproep

Er zijn wel jongeren die graag over een wetboek zouden beschikken waarin te vinden is wat wel en wat niet mag. Die weg wijst de Bijbel echter niet. In elke tijd zijn er weer andere gevaren van wereldgelijkvormigheid en ons wetboek zou aanpassing behoeven. Het Woord van God is echter onveranderlijk en wijst een uitnemender weg.

Paulus roept in Rom. 12:2 op om deze wereld niet gelijkvormig te worden. Reeds in het Oude Testament had de Heere het volk Israël van de andere volken afgezonderd. "... zo zult gij Mijn eigendom zijn uit alle volken" (Ex. 19:5). Het volk kreeg de opdracht om zich te onderscheiden van de volken om hen heen. Het moest duidelijk tot uiting komen dat het volk Israël anders was. In alles moest blijken dat er verschil was tussen de Israëlieten en de inwoners van de omliggende landen.

Israël was dus door de Heere afgezonderd, apart gezet. Krachtens de doop zijn ook wij door de Heere apart gezet. Temidden van een heidense wereld hebben we de opdracht om afgezonderd van de wereld te leven.

In Num. 33:52 lezen we dat de Heere bevel geeft, om alles wat te maken heeft met de afgodendienst van de Kanaänieten te verwijderen. Er mocht niets meer overblijven van de heidense wereld (zie ook Num 33:55 en 56). Waarom eiste de Heere dit? Omdat alleen Hij de eer van het volk waardig was. Hij had hen immers uit het diensthuis uitgeleid. De Heere wist dat het volk Hem de rug toe zou keren wanneer zij de afgoden van die tijd niet uit zouden roeien. Gods bevel was het beste voor het volk. Maar, helaas, het volk heeft niet geluisterd. Er bleven afgoden over. En wat was het gevolg? De heidense cultuur sloop binnen. Ongemerkt kwamen de afgoden in het huis van de Israëlieten. Ook al dienden zij de Heere te Jeruzalem, er werd ook plaats gemaakt voor de Kanaänitische goden.

De oproep om deze wereld niet gelijkvormig te worden is een oproep tot levensheiliging. We staan voor de taak om in ons levenspatroon duidelijk het onderscheid te laten zien met degenen van deze wereld. In ons leven zal tot uiting moeten komen dat we het patroon van deze wereld niet navolgen, maar dat er een wezenlijk verschil is.

Wordt veranderd...

"En wordt dezer wereld niet gelijkvormig, maar wordt veranderd door de vernieuwing uws gemoeds, opdat gij moogt beproeven welke de goede en welbehagende en volmaakte wil Gods zij".

Paulus verbindt aan de oproep om deze wereld niet gelijkvormig te worden de oproep tot verandering van het gemoed. Deze twee mogen nooit van elkaar worden gescheiden. Uiterlijk kunnen mensen zodanig leven dat het verschil tussen wereld en kerk duidelijk zichtbaar is. Is er dan geen sprake van wereldgelijkvormigheid? Ten diepste is er dan geen verschil tussen de mens van deze wereld en degene die trouw naar de kerk gaat.

De farizeeërs meenden het voor de Heere goed te doen. Overal hadden zij een regel voor. Uiterlijk was het verschil tussen kerk en wereld zichtbaar. Toch werden zij door de Heere Jezus "witgepleisterde graven" genoemd. Wereldgelijkvormigheid gaat dan verder dan alleen maar uiterlijkheden. Immers, zij kruisigden de Heere Jezus.

Het "wordt veranderd" is nodig omdat we dan pas gaan vragen naar Gods wil. Paulus vervolgt dan ook met de woorden: "...opdat gij moogt beproeven welke de goede en welbehagende en volmaakte wil Gods zij".

Waar het gemoed wordt veranderd, zal gevraagd worden naar Gods wil. Paulus bedoelt hiermee de geopenbaarde wil van de Heere. Immers, de verborgen raad Gods kunnen wij mensen nooit beproeven. 

De verborgen dingen zijn voor de Heere, onze God, maar de geopenbaarde dingen zijn voor ons en onze kinderen.

De wet des Heeren is de regel van ons leven. Toch betekent dit niet dat we dan op alle vragen, die in deze tijd op ons afkomen, een antwoord weten te formuleren. Juist in een tijd waarin zoveel veranderingen zich voordoen, is het van belang om Gods wil te beproeven, te onderzoeken. Dat houdt in dat we gaan vragen: Heere, wat wilt u dat ik doen zal?

Gods wil beproeven gebeurt in de weg van het gebed. Geen zaak is te klein om voor Gods aangezicht neer te leggen. Dit nu is het grote verschil tussen de wereldling en de niet-wereldling. De wereldling vraagt niet naar Gods wil, maar de niet-wereldling beproeft Gods wil. Waar hoor jij bij?

Het onderzoek van Gods Woord is in dit verband ook van groot belang. De Heere heeft Zijn wil in Zijn Woord geopenbaard. Gods wil beproeven betekent dan biddend Zijn Woord onderzoeken om antwoord te vinden op de vragen in ons leven.

Wordt deze wereld niet gelijkvormig. Dat houdt in dat we ons leven overeenkomstig Gods wil inrichten. Dat we blijk geven van de vreze Gods in ons leven zodat de wereld het ziet. Daar is verandering van het gemoed voor nodig, omdat de wereld in ons hart verkeert. Ons hart is wereldsgezind. Dat is de wortel van alle symptomen van wereldgelijkvormigheid. De wereld woont in ons.

Maar de Heere kan wereldse harten veranderen, opdat we tegen de geest van de tijd in zullen gaan. "Dan zullen we de tegenspraak van velen horen, dan zullen we de vijandschap ervaren, maar dan ervaren we zeker de nabijheid Gods. Dan sterkt God in de strijd, die daaraan verbonden is, dan helpt de Heere in de verdrukking, dan ondersteunt Hij in het lijden, waar we toe geroepen zijn" (Ds. A. Vergunst).

Dan zal er sprake zijn van een ander levenspatroon. Een patroon volgens welke we ons leven inrichten, dat verschilt met dat van de wereld. Ik ben het Licht der wereld; die Mij volgt zal in de duisternis niet wandelen, maar zal het licht des levens hebben. De boom wordt aan zijn vruchten gekend. Vanaf Rom. 12:9 roept Paulus op tot een christelijke levenswandel. "De liefde zij ongeveinsd. Hebt een afkeer van het boze, en hangt het goede aan. ... Zegent hen die u vervolgen. ... Vergeldt niemand kwaad voor kwaad. Bezorgt hetgeen eerlijk is voor alle mensen. ... Word van het kwade niet overwonnen, maar overwin het kwade door het goede" (enkele verzen uit Rom. 12:9-21).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen