JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Het gesprek

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het gesprek

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Rubriek voor verenigingsleden waarin een aantal hulpmiddelen wordt gegeven om te komen tot een gesprek.

1. Gespreksvragen

A. Bij bijbelstudie n.a.v. 2 Kor. 8 en 9

1. Paulus wijst de gemeente van Korinthe op het voorbeeld van de gemeente van Macedonië (2 Kor. 8:1 e.v.).

a. Wat was Paulus' doel hiermee?

b. Mag de gave die een ander geeft voor ons een norm zijn? Motiveer je antwoord.

c. Welke norm moet gehanteerd worden wanneer we anderen helpen in materiële nood?

2. Woorden en daden behoren bij elkaar.

a. Ben je het met deze stelling eens?

b. Motiveer je antwoord op grond van Gods Woord en aan de hand van voorbeelden uit je nabije omgeving.

3. a. Wat is het verschil tussen een fooi en een offer?

b. Wat vraagt Paulus van de gemeente van Korinthe, een fooi of een offer? Denk bijvoorbeeld aan 2 Kor. 8:13-15.

c. Wat wordt er van jou gevraagd?

d. Hoe kun je met betrekking tot vraag c. de daad bij het woord voegen?

4. a. Waarom wijst Paulus in 2 Kor. 8, waar het gaat over de inzameling voor de gemeente van Jeruzalem, op de genade van Jezus Christus?

b. Welke boodschap ligt hierin opgesloten voor ons?

 

B. Bij het onderwerp "Arm en rijk"

1. a. Geef enkele oorzaken van het feit dat er op deze wereld rijke landen, maar ook arme landen zijn.

b. Rangschik de genoemde oorzaken in volgorde van belangrijkheid.

2. a. Waarom en op welke wijze geven rijke westerse landen hulp aan arme landen?

b. Wat vind je hiervan?

c. Op welke wijze kun jij een steentje bijdragen tot hulpverlening aan ontwikkelingslanden?

3. a. Wat lees je in Hand. 2:45 en 4:34 over de verdeling van de goederen?

b. In hoeverre zou dit vandaag nog gestalte moeten/kunnen krijgen?

4. De duivel laat ons onze ogen sluiten voor de toenemende armoede in de Derde Wereld door onze eigen overvloed te rechtvaardigen.

a. Ben je het met deze uitspraak eens?

b. Is de overvloed waarin jij leeft gerechtvaardigd, ook als je kijkt naar de armoede van bijvoorbeeld jongeren in Tsjaad?

5. a. Is het feit dat we onze ogen sluiten voor de armoede in de wereld niet een vorm van "wereldgelijkvormigheid"?

b. Wat zegt Gods Woord over onze levensstijl?

c. Geef enkele praktische suggesties om een soberder levensstijl te bevorderen.

6. "Geldzucht is de wortel van alle kwaad"

a. Wat vind je van deze uitspraak?

b. Hoe kun jij de zucht naar geld en bezit tegengaan? Wees vooral praktisch.

7. Hoe sta je tegenover het afzonderen van een bepaald deel van je inkomen/zakgeld ten behoeve van mensen die in armoede leven?

8. a. Wat wordt bedoeld met het gezegde: "ledereen is rentmeester"?

b. Hoe kun je een goed rentmeester zijn (Luk. 16:2)?

c. Maakt dat onze verantwoordelijkheid voor deze wereld groter?

9. a. Geef Matth. 25:34-36 in eigen woorden weer.

b. Welke boodschap klinkt er tot ons door in dit Schriftgedeelte?

 

2. Stellingen - zie PDF

1. Dat er arme mensen zijn is een bijbels gegeven. Daar kun je nu eenmaal niets aan doen!

2. Armoede heeft te maken met intelligentie en huidskleur. Kijk maar naar de ontwikkelingslanden.

3. Armoede is beter dan rijkdom. Het is beter arm te zijn, dan rijk te zijn. Rijkdom leidt namelijk tot hebzucht, gierigheid enz.

4. Rijke mensen moesten zich schamen wanneer zij naar de ontwikkelingslanden kijken.

5. Geld geven aan Derde Wereld landen heeft geen zin. Zij hebben DAADWERKELIJKE hulp nodig.

 

3. Bijbelstudie zonder inleiding - zie PDF

2 Korinthe 8:1-5

Voorts maken wij u bekend, broeders, de genade van God, die in de Gemeenten van Macedonië gegeven is. Dat in vele beproeving der verdrukking de overvloed hunner blijdschap, en hun zeer diepe armoede (   ) overvloedig (   ) geweest is tot den rijkdom (   ) hunner goeddadigheid (   ). Want zij zijn naar vermogen (ik betuig het), ja, boven vermogen (   ) gewillig geweest; Ons met vele vermaning biddende, dat wij wilden aannemen de gave en de gemeenschap (   ) dezer bediening, die voor de heiligen (   ) geschiedt.

2 Korinthe 8:7-9

Zo dan, gelijk gij in alles overvloedig (   ) zijt, in geloof (   ), en in woord (   ) en in kennis (   ), en in alle naarstigheid (   ), en in uw liefde tot ons, ziet, dat gij ook in deze gave overvloedig zijt. Ik zeg dit niet als gebiedende, maar als door de naarstigheid van anderen ook de oprechtheid uwer liefde beproevende (   ). Want gij weet (   ) de genade van onzen Heere Jezus Christus, dat Hij om uwentwil is arm geworden, daar Hij rijk (   ) was, opdat gij door Zijn armoede (   ) zoudt rijk worden (   ).

2 Korinthe 8:13-15

Want dit zeg ik niet, opdat anderen zouden verlichting (   ) hebben, en gij verdrukking (   ); Maar opdat uit gelijkheid (   ) in dezen tegenwoordigen tijd, uw overvloed zij om hun gebrek te vervullen (   ); opdat ook hun overvloed zij om uw gebrek te vervullen, opdat er gelijkheid worde (   ). Gelijk geschreven is: Die veel verzameld had (   ), had niet over; en die weinig verzameld had, had niet te weinig (   ). 

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

Mivo +16 | 64 Pagina's

Het gesprek

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

Mivo +16 | 64 Pagina's