Programmasuggesties
Rubriek voor verenigingsleden en bestuursleden, waarin suggesties worden gegeven over de wijze waarop deze schets op de vereniging aan de orde kan worden gesteld. Tevens worden enkele verwerkingsmogelijkheden aangereikt.
Met behulp van deze schets kunnen één of twee verenigingsavonden worden gevuld. Het is van belang dat er rekening wordt gehouden met de moeilijkheidsgraad van de verschillende hoofdstukken.
Hoofdstuk 1: vooral geschikt voor het maken van een inleiding door jongere verenigingsleden.
Hoofdstuk 2: geschikt voor het maken van een inleiding door een ouder verenigingslid en als informatie bij hoofdstuk 1.
Hoofdstuk 3: in de eerste plaats geschikt als achtergrondinformatie bij de bespreking van het eerste hoofdstuk van de Dordtse Leerregels; tevens geschikt om een inleiding te houden over "Verkiezing en verantwoordelijkheid".
A. Inleiding maken
Bij het maken van een inleiding is het van belang om naast de schets een boek uit de literatuurlijst te gebruiken. Lees het betrokken deel waarover de inleiding handelt door en noteer de hoofdpunten die volgens jou aan de orde moeten komen.
1. Inleiding voor één avond
Met behulp van deze schets kun je een inleiding maken over de ontstaansgeschiedenis van de Dordtse Leerregels. Gebruik hiervoor hoofdstuk 1 en 2 als uitgangspunt. Het is ook mogelijk om een inleiding te houden over hoofdstuk 3 van de schets.
2. Twee avonden
Wanneer je twee verenigingsavonden wilt stil staan bij deze schets, kun je de avonden als volgt indelen:
- eerste avond: ontstaan van de Dordtse Leerregels (hoofdstuk 1 en 2);
- tweede avond: verkiezing en verantwoordelijkheid (hoofdstuk 3).
Het is niet noodzakelijk om deze avonden op elkaar te laten volgen. Het is goed mogelijk om de éne avond aan bijvoorbeeld het begin van het seizoen te plannen en de andere avond aan het eind van het seizoen.
3. Inleiding door twee leden
Twee verenigingsleden kunnen ieder een korte inleiding houden over de Dordtse Leerregels. Iedere inleiding duurt niet langer dan ± 10 minuten.
De opbouw kan als volgt zijn:
- eerste inleiding: hoofdstuk 1 (jonger verenigingslid);
- tweede inleiding: enkele punten uit hoofdstuk 2 (ouder verenigingslid); Bij deze inleiding kunnen bijvoorbeeld zaken als "Remonstrantie en Contra-Remonstrantie" aan de orde komen. Van belang is dat de inleiders(sters) van te voren de stof met elkaar bespreken.
4. Presentatie met behulp van vragen
Wanneer het hoofdstuk "Verkiezing en verantwoordelijkheid" op een verenigingsavond wordt besproken, is het goed mogelijk om de avond te beginnen met een aantal gespreksvragen. Neem bijvoorbeeld de laatste twee gespreksvragen die elders in de schets zijn opgenomen. Hiema worden de vragen behandeld in de vorm van een inleiding. Na deze inleiding worden de vragen nog eens in groepjes besproken. Na de groepsbespreking volgt de plenaire bespreking.
De werkwijze is dus als volgt:
- vereniging in groepen indelen;
- bespreking van twee gespreksvragen (± 20 minuten);
- inleiding naar aanleiding van hoofdstuk 3 (± 10 minuten);
- bespreking van bovengenoemde gespreksvragen, aangevuld met andere vragen (± 25 minuten);
- plenaire bespreking (± 30 minuten).
B. Komen tot een gesprek
Een "geslaagde" verenigingsavond wordt mede bepaald door het verloop van het gesprek naar aanleiding van het onderwerp. Een goed gesprek is daarom uiterst belangrijk. Er zijn verschillende hulpmiddelen om het gesprek rond het onderwerp "De Dordtse Leerregels" te bevorderen.
1. Gespreksvragen
Met behulp van enkele gespreksvragen die elders in dit boekje zijn opgenomen, kan in gespreksgroepen over het onderwerp verder gepraat worden. De afronding kan vorm krijgen door middel van een plenaire bespreking.
2. Onderzoekvragen
In de rubriek "Het gesprek" zijn naar aanleiding van het eerste hoofdstuk van de Dordtse Leerregels 19 vragen opgenomen. Iedere vraag behandelt een artikel uit dit hoofdstuk: vraag 1 gaat over artikel 1; vraag 2 over artikel 2 enz.
Het is goed mogelijk om gedurende een periode van enkele weken het eerste hoofdstuk van de D.L. te behandelen, dat handelt over de goddelijke verkiezing en verwerping.
a. Mogelijke opzet voor 4 avonden:
eerste avond - vraag 1 t/m 5;
tweede avond - vraag 6 t/m 10;
derde avond - vraag 11 t/m 14;
vierde avond - vraag 15 t/m 19.
b. Mogelijkheid voor drie avonden:
eerste avond - vraag 1 t/m 7;
tweede avond - vraag 8 t/m 13;
derde avond - vraag 14 t/m 19.
Van belang is dat de eerste avond wordt ingeleid. Voor de andere avonden is dit niet direkt nodig.
Vervolgens is het belangrijk dat één of meerdere verenigingsleden zich terdege voorbereiden, onder andere met behulp van hoofdstuk 3 van de schets. Tevens kan de literatuurlijst geraadpleegd worden voor de voorbereiding.
3. Werken met een krantenknipsel
Met behulp van een krantenknipsel, waarvan er onder de rubriek "Het gesprek" enkele zijn opgenomen, wordt gesprekstof aangedragen om een gesprek over het onderwerp op gang te brengen.
Werkwijze:
- inleiding (hoofdstuk 1 en/of 2);
- vereniging in groepen indelen (± 5 leden per groep);
- uitleg van de werkmethode: Iedere groep krijgt een krantenknipsel dat besproken wordt (allemaal een kopie van hetzelfde krantenbericht);
- groepen lezen het krantenknipsel en beantwoorden enkele vragen (deze vragen staan in de rubriek "Het gesprek");
- plenaire bespreking waarin de vragen worden behandeld.
4. Muurdiskussie - Vooral geschikt voor kleine verenigingen (zie PDF)
De bedoeling van deze verwerkingsvorm is dat de bespreking niet plaatsvindt door middel van een gesprek, maar door middel van geschreven woorden en/of zinnen.
Wat is er nodig?
- groot vel wit papier;
- een viltstift voor ieder lid.
Werkwijze:
- korte inleiding op het onderwerp;
- plak een groot vel wit papier aan de muur en voorzie ieder vereniginslid van een viltstift;
- uitleg van de werkmethode: op het vel papier staat een vraag, stelling of woord. Wanneer je iets over dit onderwerp wilt zeggen, schrijf je je mening in een paar woorden op het vel papier; wanneer iemand wil reageren op hetgeen een ander heeft geschreven, schrijft hij/zij dit ook op het vel papier; vereiste is dat iedereen stil is.
- muurdiskussie (ongeveer 10 à 15 minuten);
- vereniging in groepen indelen;
- groepsgesprek waarin de volgende vragen worden besproken: Ben je het eens met hetgeen er op papier staat? Zo ja, motiveer je antwoord; zo niet, geef aan waarom niet. Welke les(sen) kun je leren uit hetgeen geschreven is?
- plenaire bespreking, waann bovenstaande vragen worden behandeld.
De woorden, vragen of stellingen die gebruikt kunnen worden bij deze methode zijn onder de rubriek "Het gesprek" te vinden.
Het is ook goed mogelijk om de inleiding na de muurbespreking te houden. Wanneer deze volgorde wordt gekozen, ziet het programma voor de avond er als volgt uit:
- muurbespreking;
- inleiding op het onderwerp;
- pauze;
- groepsbespreking;
- plenaire bespreking.
5. Bespreking van meerkeuzevragen
Een goede methode om een gesprek te bevorderen, is door de verenigingsleden eerst een mening te laten weergeven en daarna in groepsverband de mening te laten verdedigen.
Eén van de mogelijkheden voor bespreking van de Dordtse Leerregels is het werken met meerkeuzevragen.
Werkwijze:
- inleiding op het onderwerp;
- uitleg van de methode: ieder lid krijgt een papier met een paar vragen; van ieder lid wordt verwacht de vragen te beantwoorden, er zijn meerdere antwoorden mogelijk; hierna worden de vragen in groepen besproken;
- invulling door ieder lid van de vragenlijst (zie onder de rubriek "Het gesprek");
- vereniging indelen in groepen;
- bespreking van de vragen in groepen;
- plenaire bespreking.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985
Mivo +16 | 44 Pagina's