4. Gespreksvragen

Bij "De engelen rond de geboorte van Christus"

1. Hoe zou het komen dat Zacharias vreesde toen hij de engel zag (Luk. 1:12), terwijl Maria niet vreesde (Luk. 1:29)?

2. Zacharias vraagt aan de engel: "Waarbij zal ik dat weten?" (Luk. 1:18). Maria vraagt: "Hoe zal dat wezen...?" (Luk. 1:34).  Wat is het verschil tussen deze twee vragen?

3. Waarom vertelt de engel de geboorte van Christus aan de herders en niet aan Herodes?

4. De engel verschijnt rondom Christus' geboorte telkens op een andere wijze. Toon aan hoe de engel verschijnt aan Zacharias, Maria, Jozef en de herders. Waarom zouden er deze verschillen zijn?

5. Spreekt de Heere vandaag nog door middel van Zijn engelen?

Bij "De engelen"

1. In Matth. 4:6 haalt satan Ps. 91:11 en 12 aan.

a. Mag hij deze tekst in dit verband aanhalen? Waarom wel of niet?

b. Geef eens enkele voorbeelden waaruit de zorg van de engelen blijkt.

c. Wanneer heeft Ps. 91:11 en 12 betekenis voor jou?

2. In 2 Kor. 11:14 staat dat de duivel zich verandert in een "engel des lichts".

a. Wat betekent deze tekst?

b. Hoe kun je onderscheid maken tussen het werk van de duivel als "engel des lichts" en het werk van God? (1 Joh. 4:1-6).

3. Er zijn mensen die zeggen dat ieder zijn eigen beschermengel heeft. Kun je dat zeggen op grond van Matth. 18:10 en Hand. 12:15 (zie kanttekening S.V.)?

4. Engelen worden tot dienst uitgezonden.

a. Zacharias werd door een engel gestraft. Is dit een dienst van God?

b. Was de verschijning van de engel aan Herodes (Hand. 12: 20-25) ook een "dienst om dergenen wil die de zaligheid beërven zullen"? Motiveer je antwoord.

Bij "De ordening van de engelen"

1. Wat was de taak van de cherubim bij de hof van Eden (Gen. 3)?

2. Op het verzoendeksel moesten twee cherubim geplaatst worden (Ex. 25:18-22).

a. Wat is de betekenis van deze twee cherubim?

b. Is er verband tussen de cherubim bij het paradijs en op het verzoendeksel?

3. Wie wordt volgens jou bedoeld in de volgende teksten met de Engel des HEEREN? Je hebt een keuze uit de volgende: Christus, een gewone engel, onzeker.

- Gen. 16:7

- Luk. 1:11

- 2 Sam. 24:16

- Ps. 35:5

- Mal. 3:1

- Richt. 2:1

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen