JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

14. Heere, ik heb geen mens

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

14. Heere, ik heb geen mens

Avondsluiting n.a.v. Johannes 5:7b

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het was een hele drukte daar in de vijf zalen van Bethesda. Er lag een grote menigte van zieken, blinden, kreupelen, verlamden. Er liepen ook veel familieleden en vrienden van al die zieken en gehandicapten.

En al die mensen samen richtten hun aandacht op dat ene, dat van tijd tot tijd plaatsvond, namelijk de beroering van het water. Stel je eens voor, hoe aangrijpend het geweest moet zijn, als al die mensen op hetzelfde ogenblik in beweging kwamen: immers, wie na de roering van het water daarin het eerst afdaalde werd gezond. Zo kon het gebeuren, dat een blinde vertrok, voorgoed, want hij kon nu zien. Een andere keer liet een verlamde zijn plekje leeg, waar hij zo vaak gelegen had, want hij kon nu lopen.

Ja, zo ging dat! Maar niet met die ene man, ziek al achtendertig jaar lang. De hoopvolle glans in z'n ogen, toen hij Bethesda binnenkwam, is verdoft. Velen heeft hij gezond zien vertrekken, maar hij bleef: week in, week uit, jaar in, jaar uit. Hij lag daar alleen, eenzaam, verlaten ook door degenen, die hem er gebracht hadden. Voor de mensen bestond hij in feite niet meer, want hij had geen mens. Wat denk je: zouden er ook in onze tijd en in onze omgeving niet veel eenzamen leven? Mensen, ouderen en jongeren, die een kruis te dragen hebben: ziek, al jaren, lichamelijk gehandicapt, beperkte verstandelijke vermogens. Wie kent hun nood, wie peilt de diepte van hun klacht? Laten we eens nagaan of we iemand weten, die mogelijk verzucht: Ik heb geen mens! Een mens heeft niet veel vrienden nodig, als het maar echte vrienden zijn. Zoals die vier, die samen hun gemeenschappelijke vijfde vriend in geloof legden aan Jezus' voeten. 

De Heere Jezus komt Bethesda binnen, de plaats waar het spoor van de zonde op zo'n droeve wijze tot uitdrukking komt. Want waren er geen zonden, er zouden ook geen wonden zijn. De ontwrichting van het mensenleven in al zijn verbanden is immers een gevolg van het feit dat wij allen in Adam de God des levens verlaten hebben.

Daarom: hoe ontroerend de klacht van die zieke man ook is: "Ik heb geen mens", veel erger is: "Ik heb geen God!"

Daar ligt de zieke, zonder mens en zonder God. Maar zie, hij krijgt bezoek. Dat is nog nooit gebeurd. Is daar Iemand voor hem? Wie dan? Hij, Die God en mens is in één Persoon, de Middelaar Gods en der mensen, de Zoon des mensen, Die gekomen is om te zoeken en zalig te maken dat verloren was. Hij zoekt het meest hopeloze geval op. Kan ons dat misschien ook iets zeggen, dat de Heere de ergste van allen opzocht?

"Wilt gij gezond worden", zo vraagt de Heere Jezus. De man gaat op die vraag eigenlijk niet eens in, want het kan toch niet! "Ik heb geen mens". Hier is het wonder van genezing door de beroering van het water uitgesloten, hier klinkt de hulpeloosheid en de hopeloosheid van één, die geen kracht heeft, hier ligt er één zonder vader, zonder moeder, zelfs zonder enig mens. Maar - en dat is het maar van Gods onbegrijpelijke genade - hier komt die Ene binnen, Wiens naam is Wonderlijk, Raad, Sterke God, Vader der eeuwigheid, Vredevorst! Hij spreekt en het is er, Hij gebiedt en het staat er. En Jezus zeide tot Hem: Sta op, neem uw beddeken op en wandel.

De man, die zo lang ziek had gelegen, kreeg meer dan al de anderen. Want toen Christus bij hem stond, had hij een Mens, Die tegelijk God was. Een Mens, die hem begreep meer dan alle mensen, aangezien van Hem geschreven staat: Waarlijk, Hij heeft onze krankheden op Zich genomen en onze smarten heeft Hij gedragen. Een Mens, maar ook God, machtig om de man te verlossen naar ziel en lichaam. Uit enkel genade kreeg hij, die geen mens had, meer dan een mens tot een helper.

Als mij geen hulp of uitkomst bleek, Wanneer mijn geest in mij bezweek, En overstelpt werd door ellend', Hebt Gij, o Heer mijn pad gekend.

Bij de Heere zijn uitkomsten, onder welke omstandigheden dan ook.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 oktober 1981

Mivo +16 | 83 Pagina's

14. Heere, ik heb geen mens

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 oktober 1981

Mivo +16 | 83 Pagina's