JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

5. Motieven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

5. Motieven

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is daarom goed een aantal motieven in de moderne literatuur der jaren '50 en '60 op te sporen. Een aantal jaren geleden werden die in een Daniël-bijlage over moderne literatuur door schrijver dezes als volgt verwoord:

1. In de moderne literatuur is weinig of geen eerbied meer voor de traditie. Omdat de zekerheden wegvallen op godsdienstig, politiek en maatschappelijk vlak is er, nu veel ernstiger en vérstrekkender dan vroeger, een stellingname tegen elke gevestigde levenshouding.

Maatschappelijk uit deze instelling zich in een diep wantrouwen in de vertegenwoordigers van ons "waansysteem". Opvallend is het zich betrokken weten bij de dingen van de dag, van de moderne schrijvers. Een man als H. Mulisch vecht (bijvoorbeeld in Bericht aan een rattenkoning) met alle kracht tegen het establishment (=gevestigde orde) vanuit een sterk linksgericht denken.

2. De oorzaak moet hierin gezocht worden, dat God niets meer uoor de moderne mens betekent. God is dood, zegt de moderne mens. Als God wegvalt, valt de zekerheid weg, vallen de normen weg en staat de mens alleen. Dat blijkt ondermeer uit het berucht geworden boek van G.K. van het Reve Nader tot U, waarin homosexueel gedrag met een ezelgod wordt beschreven in ... bijbelse woorden waardoor de heilige God gesmaad wordt op een vreselijke wijze. Dat blijkt ook naast vele, vele andere voorbeelden die te noemen zouden zijn, uit een citaat van S. Vinkenoog:

"Neem toch aan dat er bij ons op de plaats uan 'de ziel' een leegte is en dat het woord 'god' behoort tot de andere narigheden waarvan wij nu toch wel de smaak verloren hebben. Want waar God was, hebben wij nu een blindedarmontsteking, het vocht van de pleuritus, een uitgeschoten oog of een leegte in de maag: honger."

3. L.P. Boon eindigt zijn boek Mijn kleine oorlog met een kreet in hoofdletters: "Wat heeft het alles nog voor zin?" Deze zinloosheid hangt samen met de afwezigheid van God.

"Voor wie niet aan een hiernamaals gelooft en alleen leeft wegens de ingeschapen doodsangst ... is alles wat er op aankomt: zich er zo goed mogelijk doorheenslaan", zegt W.F. Hermans. Bij hem is de zinloosheid van het bestaan wel het hoofdthema van al zijn boeken. De werkelijkheid wordt door de chaos beheerst; de overzichtelijkheid, de vaste greep op het leven ontbreekt (bijvoorbeeld heel sterk in De donkere kamer van Damocles). Deze chaotische gesteldheid blijkt dikwijls ook al in de vorm van de nieuwe roman. De traditionele romancompositie wordt doorbroken.

4. Met de drie genoemde motieven hangt een vierde samen: de menselijke eenzaamheid. In een boek als De Avonden van G.K. van het Reve wordt deze op klemmende wijze opgeroepen. De hoofdpersoon Frits houdt tenslotte alleen het speelgoedkonijntje over. Kontakten met ouders en vrienden worden alle zinloos. Communicatie blijkt niet mogelijk. Hetzelfde zien we bijvoorbeeld in Kort Amerikaans van Jan Wolkers, waarin Erik van Poelgeest steeds meer de uitgestotene wordt, om tenslotte door de Binnenlandse Strijdkrachten doodgeschoten te worden.

5. In direct verband hiermee staat de angst voor de dood. Van het Reve bekent angst te hebben voor de eenzaamheid, de ouderdom en de dood. Deze doodsangst zien we ook al heel sterk bij de dichter Marsman. Juist de moderne "mondige" mens is zo bang voor de dood. Dit thema is bij bijna alle moderne schrijvers te vinden, verhuld of onverhuld.

"Seks, drank en dood, deze drie, maar de meeste van deze is de Dood", zo durft Van het Reve een bekende bijbeltekst bespottelijk te maken.

6. Geen wonder dat vluchtpogingen gedaan worden om aan de eenzaamheid, de (doods)angst, de zinloosheid te ontkomen. Eén van de belangrijkste is wel: het zich storten in erotiek en sexualiteit. Ten dele zal zich hier wel een reactie openbaren op een al te 19e eeuwse preutsheid en schijnheiligheid. Maar nu worden alle remmen losgegooid. Er is geen enkele terughouding meer, er wordt niet meer teruggedeinsd voor het schokkende detail, er is een openlijk etaleren van schuttingwoorden (bijvoorbeeld Ik Jan Cremer). Het gaat ook inderdaad om een schokeffect, zegt Hugo Raes: "De lezer moet worden beledigd, aangegrepen, geprikkeld, door een geschud." Jan Wolkers kan alinea's lang in een van zijn boeken beschrijven hoe iemand een lijk in repen snijdt. Ook de onbeschaamdheid van Van het Reve ten opzichte van zijn homosexueel gedrag is tekenend. Ook in deze verhouding wordt niets meer verzwegen. In plaats van de vreze des Heeren is een mystiek van het bloed gekomen, gepaard met de onweerstaanbare drang tot opbiechten, zegt de vroeger in protestantse kring gezaghebbende criticus Rijnsdorp. Tal van citaten zouden gegeven kunnen worden, maar daar is hier de plaats niet voor. Soms dient een verhaal zich ook heel verleidelijk aan. In een bloemlezing voor de middelbare school (Pondje proza) lazen we een verhaal van A. Morriën Een oud gebruik. Géén vloeken, geen vieze woorden, geen schokkende beschrijvingen, maar verleidend tot en met, omdat het zogenaamde "oude gebruik" inhoudt dat een meisje zich zonder schaamte twee nachten per jaar aan de jongen van haar keuze mag aanbieden. Dat gebeurt dan ook, iets dat op de jongen in kwestie uiteraard niet nalaat diepe indruk te maken. Ernstige verontrusting is echt wel geboden, want vele modeme schrijvers hebben geen moraal meer.

7. Een tweede vluchtmiddel uit de barre werkelijkheid is tenslotte de wrange humor. De humor is altijd vluchtmiddel geweest uit de werkelijkheid, maar de humor in moderne literatuur is opmerkelijk zwart, wrang en tragisch. Deze humor is juist niet mild, relativerend (=betrekkelijk makend), maar agressief.

Zo zouden we weer kunnen aansluiten bij ons eerste motief.


Opdracht

Een boos en overspelig geslacht bespreekt deze motieven heel uitvoerig. Daarbij worden ook samenvattingen van moderne romans gegeven, bijvoorbeeld in hoofdstuk IV, par. 2, waar De Avonden van G.K. van het Reve besproken wordt in het kader van de zinloosheid; in par. 3 komen in hetzelfde verband enkele verhalen van Hermans ter sprake, namelijk Het behouden huis, De donkere kamer van Damocles en Nooit meer slapen. In hoofdstuk V wordt het motief van de eenzaamheid doorgelicht o.a. door de bespreking van De verliezers van Anna Blaman en Kort Amerikaans van Jan Wolkers. 

Ter illustratie zou één van dergelijke samenvattingen in het onderwerp kunnen worden opgenomen. Je mag het in ieder geval niet bij  bovenstaande "droge" opsomming laten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 mei 1981

Mivo +16 | 53 Pagina's

5. Motieven

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 mei 1981

Mivo +16 | 53 Pagina's