Toelichting bij de tweede studie
Haggaï 2:2-10
Vers 2
21-7 = 21 Tisjri 520, zie kalender.
15 Tisjri begint het loofhuttenfeest.
21 Tisjri was de 7e dag van het loofhuttenfeest.
Het loofhuttenfeest was een dankfeest voor de vruchten en wijnoogst. Ook denkt men terug aan de woestijnreis. Dit feest duurde 8 dagen.
Vers 4
Het was ca. 70 jaar geleden dat de tempel van Salomo in vlammen opging. Het was dus mogelijk dat er nog mensen leefden, die de tempel van Salomo zelf gezien hadden.
Bij het leggen van de grondsteen, Ezra 3:12, juichte de jonge generatie, maar de ouderen huilden.
Vers 5
"werkt" dat wil zeggen: blijft aan het werk.
Vers 6
De S.V. heeft het woord "verbond" ingevoegd. Het werkwoord "maken" dat hier staat, wordt in het hebreeuws altijd gebruikt voor een verbond "sluiten".
Calvijn vertaalt: "Overeenkomstig het woord dat Ik u heb toegevoegd toen gij uit Egypte zijt gegaan."
En Mijn Geest staande in het midden. Jes. 63:10 e.v.; Neh. 9:20.
De Heilige Geest is Israëls Leidsman geweest tijdens de woestijnreis. Zo zal ook nu de Geest in Israëls midden werken en kracht en lust geven tot de tempelbouw. Hij is het door Wiens aktiviteit alles tot stand komt. Zach. 4:6.
Vers 7
Beven: schudden, in beweging brengen.
Nog eens: Het is dus al eerder gebeurd. Zie Hebr. 12:26.
Bij de Sinaï heeft de Heere de aarde doen beven.
De terugkeer uit ballingschap ging gepaard met een beroering der volkeren.
In Jes. 24:18-20 en Joël 2:10, 4:16 lezen we over grote beroeringen die aan de dag des Heeren vooraf gaan. De profetie van Haggaï vindt zijn eerste vervulling in de komst van Christus in de volheid des tijds, maar de tweede vervulling in de wederkomst van Christus.
Vers 8
Deze tekst kan volgens Calvijn op twee manieren verklaard worden:
1e De volkeren zullen komen en met zich meebrengen al wat kostbaar is om dat te wijden aan de dienst van God.
2e Wij kunnen dit ook verstaan van Christus. De Wens van alle volken zal komen en Ik zal dit huis vervullen met heerlijkheid. Want Christus was de verwachting van heel de wereld. Calvijn vindt de eerste uitleg beter in dit verband.
Voor het woord heidenen staat in het hebreeuws: gojiem. Dat betekent: volkeren, naties, heel vaak: de andere heidense volkeren in onderscheid van Israël. Het kan dus zowel door heidenen als door volkeren vertaald worden.
Vers 9
"Ze moeten niet bij de pakken gaan neerzitten, omdat ze zo arm zijn, want ze hebben een rijke en bovendien een sterke God. Het zilver en goud zijn van Hem, en als zij van dat materiaal niet genoeg menen te hebben om een behoorlijke tempel te bouwen, dan zal de Heere daarvoor wel even de volken in beweging zetten en op hun zilver en goud beslag leggen, om Zijn tempel in Jeruzalem luister bij te zetten" (H. Veldkamp). Zie Ezra 6:8, 7:15.
Vers 10
Vrede, sjaloom, komt van het werkwoord sjalam, wat betekent: ongedeerd zijn, gezond zijn, in gelukkige konditie verkeren.
Sjaloom:
- "wel" zijn, welvaren, een volheid van geestelijke en tijdelijke zegeningen.
- harmonie tussen God en mens, God toornt niet meer op de mens, Hij is in Christus met de mens verzoend.
- delen in het heil des Heeren.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 maart 1981
Mivo +16 | 36 Pagina's