4. Vragen en opdrachten

1. Israëls verdrukking was om haar afgoderij, maar tevens ter voorbereiding en loutering. Ga eens na of deze uitspraak juist is. Hanteert God vaker dit wapen? Joz. 24:14; Ez. 20:7.

2. Ieder kind dat geboren wordt is te vergelijken met een israëlietisch kind; het is namelijk een kind des doods, dat alleen behoud kan vinden in de "ark" Christus. Hoe sta je hier zelf tegenover?

3. Kun je je karakter veranderen? Wat te doen tegen drift? Denk aan Mozes en de steenrots. Num. 20:10,11; Ps. 106:33.

4. Dr. B. Wielenga schrijft in 'De Bijbel als boek van schoonheid': "De vijanden van de Hebreeën voeden het schone jongske op, de beulen van Gods volk rusten hem toe met de wapenen der kennis, waarmee hij hun straks de prooi ontrukken zal". Waar doelt deze schrijver op? Heeft dit ook te maken met zondag 10 van de Heidelbergse Catechismus?

5. Hebreeën 11 gaat over de kracht van het geloof en geeft daarbij voorbeelden uit het Oude Testament. Geef voorbeelden uit het Nieuwe Testament waar mensen handelen uit geloof. Ken je er ook uit je omgeving?

6. Geloven, is dat nu opdracht of gave? H.C. vr. 94; Ef. 2:8.

7. Paulus spreekt over de lijn: Woord van God horen-geloven. Vergelijk dit met vraag 65 van de Heidelbergse Catechismus. (Rom. 10:13-17).

8. Bij "genieting van de zonde" gaat het niet alleen over je maar uitleven, maar het heeft betrekking op alles wat van God aftrekt. Welke dingen belemmeren zoal de dienst van God?

9. Noteer eens van de afgelopen week bepaalde momenten waarop je duidelijk hebt moeten kiezen? Door welke faktoren heb je je toen in je keus laten leiden?

10. Bespreek met elkaar de bede uit het "Onze Vader" die wijst op het doen van een keus. Mag je bidden om een juiste keus te mogen doen?

11. In hoeverre geldt dit doen van een keus ook voor het aanknopen van meer dan vriendschappelijke banden met iemand van het andere geslacht?

12. De versmaadheid van Christus ziet allereerst op Zijn lijden, maar niet minder op de konsekwenties van het Hem volgen. Dit is onvermijdelijk en toch komen mensen tot die keus. Geef voorbeelden uit verleden en heden.

13. Vervolging en verdrukking vinden hier (nog) niet plaats. In de Bijbel staat wel een boodschap voor vervolgden. Geldt deze uitspraak van Jezus voor alle tijden en plaatsen? Matth. 5:11,12; Joh. 16:33; Hand. 14:22.

14. In Hebreeën 11 is sprake van "de vergelding des loons".  Omschrijf eens wat Mozes als vergelding des loons verwachtte. Als we anders kiezen dan Mozes, wat is dan de vergelding des loons? Openb. 1:14-17.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen