JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Gelijkenis van de Zaaier

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gelijkenis van de Zaaier

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tijdens Zijn rondwandeling op aarde is de Heere Jezus steeds bezig om het evangelie, de goede boodschap te vertellen. Vaak gaat dit samen met het doen van wonderen. Veel mensen komen naar Hem luisteren. Als ze Hem horen, zijn ze erg onder de indruk. Dat is nog eens een rabbi, een Leraar! Als Hij spreekt, word je vanzelf stil. Dat is nog eens wat anders dan het redeneren van de schriftgeleerden. Waar jezus dan ook heengaat, overal wordt Hij door een menigte van mensen gevolgd.
In Mattheüs 13 is de Heere Jezus bij het meer van Galilea. Er staan zoveel mensen om Hem heen, dat Hij het beter vindt om vanaf een schip in het water de menigte op de oever toe te spreken.
Dan begint Hij het volk te onderwijzen en achteraf vertelt Hij Zijn discipelen wat Hij met deze gelijkenis bedoeld.


  "Zie, een zaaier ging uit om te zaaien." (Matt. 13 : 3b)


In deze gelijkenis gaat het over een akker. De grond is van te voren geploegd en geëgd en ligt klaar om ingezaaid te worden. De boer loopt over het land met een grote buidel zaad voor zich gebonden. Bij elke eerste stap neemt hij een handvol zaad uit de buidel; bij elke tweede stap strooit hij het zaad met een halve boog van rechts naar links gelijkmatig uit. Zo wordt de hele akker bezaaid. Dan is het werk van de zaaier klaar en moet hij wachten op de oogst.


  "De zaaier is, die het Woord zaait." (Mark. 4 : 14)


De Zaaier

Met de zaaier bedoelt de Heere Jezus in de eerste plaats Zichzelf, maar ook alle mensen die na Hem het Woord zullen vertellen: de apostel, de zendeling, de evangelist, de dominee op de preekstoel, de ouderling die een preek voorleest, vader of moeder die uit de Bijbel voorleest, de leraar op school die de dagopening doet, de ouderling die catechisatie geeft, de jeugdleid(st)er op de vereniging... allemaal zijn het zaaiers.
Zij vertellen de woorden van God. Dat kan dus niet zomaar even. Zo van: "Nu nog effe lezen en eindigen." De Heere vraagt van ons dat we voorzichtig met Zijn Woord omgaan en vol eerbied over Zijn heilige Naam spreken.

Het zaad

Het zaad is het Woord van God. Het zaad lijkt dood te zijn als je het in de grond gooit, maar na een poosje komt langzaam maar zeker het plantje tevoorschijn.
Het gaat er dan om of het plantje ook vruchten krijgt. Dat vindt de boer belangrijk. Zo wil ook de Heere dat het zaad dat gestrooid wordt in jouw hart, vruchten geeft. Anders is het zaaien zinloos, verspilling van kostbaar zaad.

De akker

De akker is iedereen die uit de Bijbel hoort. In hun harten wordt het zaad gestrooid. De akker is echter van zichzelf niet geschikt (toebereid) om het zaad te ontvangen. Daarop zal geen zaadje echte vruchten krijgen. Dat is alleen mogelijk als de Heere Zelf de akker vruchtbaar maakt.
De akkers in het Midden-Oosten zijn niet op elke plaats even vruchtbaar.
Aan de oppervlakte lijkt dat soms wel zo, maar soms zit er onder een dun laagje aarde een harde rots of zitten er resten van doornen en distels onder de grond. Toch zaait de zaaier overal. Hij zaait zelfs zo royaal dat er zaad op de harde strook grond naast de weg terecht komt. Alle mensen in de kerk horen namelijk Gods Woord. Alle mensen aan tafel horen uit Zijn Woord lezen. Alle verenigingsleden horen de bijbelse boodschap...


"En als hij zaaide, viel een deel van het zaad bij de weg; en de vogelen kwamen en aten dat op." (Matt. 13 : 4)


Het zaad valt gedeeltelijk op de harde weg en op de strook grond vlak naast de weg. Die strook is eigenlijk net zo hard geworden als de weg zelf. Veel mensen lopen namelijk naast de weg, in de berm dus. Ook hier strooit de zaaier het zaad. Het zaad kan echter niet ontkiemen. Het blijft er liggen en niet lang daarna wordt het door de vogels weggepikt.


"Als iemand het Woord des Koninkrijks hoort en niet verstaat, zo komt de boze en rukt weg hetgeen in zijn hart gezaaid was; deze is degene, die bij de weg bezaaid is." (Matt. 13 : 19)


Het zaad valt in dit geval niet in de harten van niet-godsdienstige mensen. Nee, ze gaan waarschijnlijk zelfs naar de kerk! In ieder geval komen ze in aanraking met de Bijbel. Het zaad wordt namelijk ook in hun harten gestrooid. Ze denken er echter niet of nauwelijks over na, want al heel snel zijn ze de boodschap weer vergeten. Ze begrijpen/verstaan het niet, gehoorzamen niet. Het krijgt geen plekje in hun leven. Waarom komen zulke mensen dan eigenlijk in de kerk? Doen ze het puur uit gewoonte of moeten ze misschien van hun ouders? In ieder geval blijven deze mensen onbewogen. Ze raken totaal niet onder de indruk als ze horen hoe verkeerd ze zijn. Ze begrijpen helemaal niets van de komst van de Heere Jezus. Ze gaan de kerk uit zoals ze erin gingen: totaal leeg...
Het staat zo niet in de gelijkenis, maar de praktijk leert dat het gestrooide zaad na verloop van tijd nog wel kan gaan ontkiemen. Soms kunnen de zondagschoolversjes van vroeger nog wel eens terugkomen. Soms kan men ineens de verhalen van de meester weer herinneren. Dan kan het zaad toch nog opbloeien en zelfs vruchten voortbrengen. De duivel weet dit natuurlijk ook. Hij komt dan ook direct om het zaad weg te nemen. Hij wacht niet, maar gaat gelijk mee de kerk in. In de kerk probeert hij zoveel mogelijk mensen af te leiden. Sommigen sust hij in slaap, anderen laat hij aan (zondige) dingen denken.
In ieder geval probeert hij zoveel mogelijk mensen van de preek af te houden. Bij heel veel mensen lukt dat prima. Ze luisteren naar de satan. Al pratend en weinig onder de indruk gaan ze naar huis. Het gehoorde is vergeten en het zaad is dan al weggepikt. Ze hebben het Woord wel gehoord, maar niet verstaan.


"En een ander deel viel op steenachtige plaatsen, waar het niet veel aarde had; en het ging terstond op, omdat het geen diepte van aarde had. Maar als de zon opgegaan was, zo is het verbrand geworden, en omdat het geen wortel had, is het verdord." (Matt. 13 : 5 en 6)


In het dunne laagje aarde, dat over de rotsachtige ondergrond ligt, is ook zaad gevallen. Dit zaad ontkiemt. Er komen plantjes uit, die heel snel gaan groeien. Het ziet er eigenlijk heel mooi uit. Frisse groene sprietjes schieten omhoog. De rotsachtige onderlaag zorgt ervoor dat de bodem lekker warm wordt. De stenen zorgen er ook voor dat de plantjes niet diep kunnen wortelen. Ze vormen daarom weinig wortels en leggen hun groeikracht in de stengels.
Toch duurt het niet lang of het wordt duidelijk dat het met deze plantjes niets zal worden. Als de zon gaat schijnen krijgen de plantjes watergebrek en kort daarna worden ze bruin en verdorren ze.
Wat eerst een groot succes leek te zijn, blijkt nu verschrikkelijk tegen te vallen.


"Maar die in steenachtige plaatsen bezaaid is, deze is degene, die het Woord hoort en dat terstond met vreugde ontvangt; doch hij heeft geen wortel in zichzelf, maar is voor een tijd; en als verdrukking of vervolging komt om des Woords wil, zo wordt hij terstond geërgerd." (Matt. 13 : 20 en 21)


Het gaat hier om mensen die heel snel onder de indruk zijn. Het kan gebeuren dat ze onder de preek of een bijeenkomst hun zakdoek tevoorschijn moeten halen, omdat ze hun tranen niet meer kunnen tegenhouden. Ze luisteren vol aandacht naar de preek of naar het lezen uit de Bijbel. Vooral de gedeelten over genade en verlossing spreken hen erg aan. Ze denken al snel dat ze God hebben leren kennen. De plant van hun geloof schiet meteen de hoogte in, maar heeft geen echte wortel. Hun geloof is niet meer dan een sterk gevoel dat ze God moeten leren kennen. Ze willen het zelf doen. Ze willen Hem zelf aannemen. Ze beseffen echter niet dat ze zelf niets kunnen doen en vol van zonden zijn.
Na verloop van tijd zie je hun enthousiasme verdwijnen. Het valt namelijk tegen. De Heere Jezus volgen is het kruis achter Hem dragen. Anderen kunnen je bespotten omdat je christen bent. Je kunt zelfs gevangen genomen of gedood worden. Dat hebben deze mensen er echter niet voor over. Ze haken snel af en vallen weer terug in de zonde.


"En een ander deel viel in de doornen; en de doornen wiesen op en verstikten het." (Matt. 13 : 7)


Het gestrooide zaad komt al snel op. De doornen gaan echter ook groeien. Eerst groeien ze langzaam, maar later steeds vlugger. Het duurt dan ook niet lang of de gezaaide plantjes krijgen geen zonlicht en water meer. Ze worden verstikt door de doornen.


"En die in de doornen bezaaid is, deze is degene die het Woord hoort; en de zorgvuldigheid dezer wereld en de verleiding des rijkdoms verstikt het Woord, en het wordt onvruchtbaar." (Matt. 13 : 22)


Er zijn twee soorten doornstruiken. De ene doornstruik houdt de mensen bij God vandaan door ze met van alles en nog wat bezig te laten zijn. Ze denken zo geen tijd voor God te hebben... Deze mensen zijn in het begin diep onder de indruk. Zij lopen niet lachend het kerkplein af. Ze denken diep over Gods Woord na. Ernstiger nog dan de mensen bij wie het Zaad op de steenachtige plaatsen viel. Het lijkt alsof de preek of het bijbelhoofdstuk speciaal voor hen bedoeld was. Ze weten het wel: als hun hart niet verandert, zullen ze voor eeuwig verloren gaan. Met een gebed in hun hart gaan ze naar huis. Ze lezen nog wat uit de Bijbel of een goed boek en dan is de zondag alweer voorbij, 's Maandags moeten ze weer naar school of naar hun werk. De vele dingen die op hen afkomen vragen hun volle aandacht. De zondag zijn ze al snel vergeten. Alle gedachten aan God worden in een hoog tempo weggedrongen. De ernst van de preek is van hen afgevallen en het gestrooide zaad zal geen vruchten dragen.

De andere doornstruik houdt de mensen bij God vandaan door ze allerlei mooie dingen voor te houden, zodat ze alleen nog maar daaraan kunnen denken en God vergeten...
Ook deze mensen zijn diep onder de indruk. Ook zij denken de Heere echt nodig te hebben. Toch komt er ook bij hen niets van terecht, omdat ze hun mooie spullen niet kunnen vergeten. Ze denken aan hun mooie auto, hun huis, hun bankrekening en zijn eigenlijk nooit tevreden. Ook hier vindt Gods Woord geen ingang en wordt het ware geloof niet gevonden.


"En een ander deel viel in de goede aarde, en gaf vrucht, het een honderd, het ander zestig-, en het ander dertigvoud." (Matt. 13 : 8)


Gelukkig is er ook een deel van het zaad in de goede aarde terechtgekomen.
De goede aarde is niet platgelopen, heeft genoeg diepte en zit niet vol met doornen. Zo'n bodem komt nooit vanzelf voor. Daarvoor moet hij eerst goed bewerkt zijn. Het zaad kiemt, vormt flinke wortels naar beneden en stevige halmen naar boven. De felle oosterse zon kan geen schade aanrichten. De vruchten laten dan ook niet lang op zich wachten. Niet alle aren hebben evenveel korrels, maar dat maakt niet uit; alle planten die in de goede aarde vallen brengen vrucht voort!


"Die nu in de goede aarde bezaaid is, deze is degene, die het Woord hoort en verstaat, die ook vrucht draagt en voortbrengt, de een honderd-, de ander zestig- en de ander dertigvoud." (Matt. 13 : 23)


Deze mensen zoeken God echt. De Heilige Geest leert hen hoe zondig ze zijn. Ze komen erachter dat ze niets anders dan de eeuwige straf verdiend hebben. Met het gevoel van die schuld denken ze voor eeuwig verloren te gaan. Totdat de Heere Jezus Zelf komt om alle zonden van hen weg te nemen. Voortaan mogen ze Hem volgen en Hem dienen. De vruchten van hun geloof zijn echter niet van henzelf. De Heere Jezus deelt ze uit. Hij is de Bron. Maar niet alle kinderen van God denken Hem iedere dag nodig hebben. Soms zijn ze ver van Hem afgedwaald en moet de Heere hen weer terugbrengen. De een brengt dus meer vruchten voort dan de ander, maar allemaal hebben ze de belofte van het eeuwige leven en na hun dood mogen ze Hem voor altijd groot maken.
De gelijkenis heeft een bijzonder einde. De Heere Jezus wist dat deze gelijkenis niet door iedereen begrepen zou worden. Het is eigenlijk een waarschuwing en een oproep tegelijk. Het waarschuwt je als je deze gelijkenis nog niet met je hart kunt begrijpen. Het roept je op om te bidden om inzicht in de verborgenheden van Zijn woorden. Hij zegt het nu ook tegen jou:


"Wie oren heeft om te horen, die hore." (Matt. 13 : 9)


 

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 maart 1998

Mivo +14 | 20 Pagina's

Gelijkenis van de Zaaier

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 maart 1998

Mivo +14 | 20 Pagina's