Over het Onze Vader

Het is druk om de Heere Jezus heen. De mensen zijn nieuwsgierig geworden. Hij preekt zulke wonderlijke dingen. "Bekeert u; want het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen!" Hij geneest zieken en Hij spreekt met zoveel gezag dat je wel móét luisteren. Over het Koninkrijk van God. God, die naar je hart kijkt in plaats van naar je vrome buitenkant. God, Die graag wil dat de mensen Hem dienen zullen. Dat ze dicht bij Hem leven zullen. Dat ze door het gebed zullen laten zien dat ze afhankelijk van Hem zijn. Het gebed is net als ademen. Daar hangt je leven vanaf. Zo hangt het leven van de kinderen van deze Vredevorst af van het gebed. Het is geen wonder dat de discipelen aan Hem vragen of Hij hen wil leren hoe ze bidden moeten.
In gedachten gaan we tussen die schare met mensen staan, luisterend naar de Man Die met zoveel gezag spreekt. Wat zou Hij te zeggen hebben over het gebed? Hoor! Daar klinken de woorden van de Heere Jezus: "Onze Vader Die in de hemelen zijt..." Vader; een Naam die vertrouwen oproept. Als jij een goede vader mag hebben, dan vertrouw je hem. Je weet dat hij van je houdt en het beste voor je zoekt. Door de vaders hier op aarde wil de Heere laten zien hoe Hij is. Net als een vader. Althans... zoals een goede vader voor je zou behoren te zijn. Alleen is de Heere nog veel liefdevoller. Hij is de hemelse Vader. Rechtvaardig maar nooit driftig, nooit kwetsend of vernederend, maar oneindig goed. Als je tot Hem bidt, wil Hij dat je daar aan denkt. Die Vadernaam gaat pas echt waarde krijgen als je ook uit God geboren mag zijn, weder-geboren. Als je Hem lief hebt gekregen en de Heere Jezus. Juist dan mag je verwonderd bidden: "Onze Vader..." Zó wil de Heere Jezus dat we Hem leren kennen. En dan mogen we bidden in het vertrouwen dat Hij leeft en dat Hij een Beloner is van degenen die Hem zoeken. Dat Hij hoort en dat Hij nog nooit iemand heeft terug gewezen die Hem met een oprecht hart aanriep. Als we dan weer in gedachten mee luisteren, dan leert de Heere Jezus ook wat je moet bidden. Luister maar: "Uw Naam worde geheiligd..." Als iemand de naam van je vader besmeurt dan kan dat je vreselijk veel pijn doen. Nu gaat het om de Naam van de Heere. En als we bidden, moeten we daar aan denken. De hele wereld moet gaan erkennen dat Hij heilig is! Hij moet alle eer krijgen, van iedereen. Met dit gebed zeg je eigenlijk: "Vader, laat Uw Naam alle lof en aanbidding krijgen! Mag ik U leren kennen als de heilige God, zodat ook ik U zal belijden in mijn hart, en met mijn woorden en door wat ik doe?" Als je er naar uitziet dat jouw leven ook een leven met God zal zijn, als je Hem dienen wilt met een oprecht hart, dan zul je wel merken hoe kwetsbaar je bent. Dat de zonde je hart van de Heere aftrekt. Dat jouw hart en satan een sterkere macht lijken te zijn dan de Heere. Vandaar dat de Heere Jezus ook leerde om te bidden: "Uw Koninkrijk kome..." Als Zijn Woord en Zijn Geest ons regeren zullen, dan zal de zonde het steeds vaker moeten verliezen. Bovendien moet de zonde niet alleen maar in óns leven het onderspit gaan delven, nee, de hele wereld moet ervan bevrijd worden. Gods Koninkrijk is zoveel beter en barmhartiger dan het koninkrijk van de zonde. In dat koninkrijk ben je slaaf van een wreed heerser, maar in het Koninkrijk van God ben je kind van de Koning! Als je bidt: "Uw Koninkrijk kome", dan bid je ook om de komst van de Heere Jezus, om de ontmoeting met de Koning van dat Rijk. Daar loopt alles op uit, daar hunkert de hele schepping naar; dat de Heere komt!
We luisteren verder naar het onderwijs van de Meester. "Uw wil geschiede..." Nog steeds heeft de Heere Jezus de eer van Zijn Vader op het oog. Dat was voor Hem altijd het belangrijkste. En nu leert Hij het ook aan de mensen die om Hem heen staan. Het is alsof Hij wil zeggen: "Behoren tot het Koninkrijk van Mijn Vader betekent onderwerping aan Zijn wil. Dat kon Hij wel zeggen. Immers, bad Hij in Gethsemané niet: "doch niet Mijn wil, maar de Uwe geschiede." Wat is dat moeilijk, het eens zijn met Gods wil. De Heere Jezus wéét dat. Juist daarom mag je naar Hem toegaan en Hem vertellen dat je dat niet kunt. Dat je dat eigenlijk ook niet wilt en dat je het ook niet begrijpt. Als de Heiland Zelf ons leert om te bidden: "Uw wil geschiede", zou Hij je dan ook geen hart willen geven dat leert belijden: "Uw wil is goed, ook al begrijp ik U niet"? In de hemel zingen de engelen en de gelovigen: Heilig, heilig, heilig is de Heere der heerscharen. Dat is ons voorbeeld. Zó zal heel de wereld vol worden van aanbidding. Zou je dat wel willen? Zou je dat wat lijken, als de Heere kwam en jij mee mocht juichen: "Looft de Heere, want Hij is goed!" Of zegt het je maar niets, schuif je de gedachte daaraan maar zover mogelijk voor je uit? Zul je er rekening mee houden dat Hij wél komt. Dat Hij met grote vreugde ontvangen zal worden door Zijn kinderen. Maar dat, als jij Hem nu niet nodig hebt, HIJ jou straks ook zal wegsturen. Als je zo gebeden hebt "Uw wil geschiede", dan mag je ook je eigen noden op tafel leggen. Heel eenvoudig die dingen die je nodig hebt om te kunnen leven. Brood. Dagelijks brood. Genoeg voor vandaag, niet teveel, niet te weinig. Net zoals de Israëlieten in de woestijn iedere dag genoeg manna kregen. Genadebrood, omdat de Schepper het tarwezaad liet ontkiemen, liet groeien en toen een rijke oogst gaf, waarvan ik nu mag eten. Ook kleding en een huis om in te wonen zijn van die dingen die we zo hard nodig hebben. De Heere wilde het allemaal geven. Mild en overvloedig. Zelfs zonder dat we erom gevraagd hebben is er iedere dag weer genoeg. Laten we leren om die gaven niet te verkwisten, om te denken aan al die mensen die niet eens bróód hebben. En die aan kleding of een huis al helemaal niet toekomen. Daarna mogen ook al de andere dingen voor de Heere neergelegd worden die je bezig houden. Een ziekte, een examen, je angst... Je mag bij de Heere vragen, smeken, als een klein kind. Of je alsjeblieft dat felbegeerde toch mag krijgen. Maar let wel: "Uw wil geschiedde". En denk dan ook nog eens aan wat de Heere Jezus zei: "Je kunt van brood alléén niet leven." Bedel dan maar bij de Heere of Hij je het Brood des Levens wil geven. Of je ook mag eten en drinken van het lichaam en bloed van de Heere Jezus!
De Heere Jezus gaat verder met Zijn onderwijs. Was niet heel de Joodse godsdienst vol van offers? Mocht een Israëliet die gezondigd had niet zijn schuld belijden en zijn handen leggen op het offerdier en zo geloven dat zijn God hem alle schuld vergeven had? Nu heeft de grote Leermeester Zichzelf geofferd en de toorn van Zijn Vader gestild toen Hij aan het kruis hing. Nu kan Hij het ons leren bidden: "Vergeef ons onze schulden". Vergeef ons al onze zonden, om het bloed van de Heere Jezus. En we mogen hopen en vertrouwen dat Zijn Vader ons ook daadwerkelijk de schuld wil vergeven. Hij is werkelijk een betrouwbaar Vader als Hij laat zeggen: "Zie het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt!" Dan mag je Hem toch niet zomaar laten praten alsof het tóch niet voor jou bedoeld is. Dat moet je naar Hem toegaan en eerbiedig tegen Hem zeggen: "Heere, U liegt toch niet als U zegt dat U om Jezus wil de zonde vergeeft. In mijn hart zit ook zoveel kwaad, ik zit ook zo aan deze aarde vast. Ik houd zo weinig rekening met Uw Naam en met Uw Woord. Maar zou U nu om Jezus wil ook mijn zonde willen wegnemen en mij rein willen maken?" Bij vergeving vragen hoort ook; "Gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren". Dat is net als de tollenaar de ander alles viervoudig terug geven. Je klasgenoot vergevingsgezind tegemoet treden. Je buurmeisje goed doen, omdat de Heere jou ook niet straft naar dat je verdient hebt. Als je je vader of moeder wel eens bedrogen hebt, dan weet je hoe dat tussen jullie in kan staan. Dat je vader of moeder dan eigenlijk niet meer eerlijk aan durft kijken. En als het dan uit komt, en uitgepraat wordt, als je wilt dat je ouders je ondanks alles toch vertrouwen, dan ga je de verleidingen uit de weg. Dan probeer je niet meer in die situaties te komen waarvan je weet dat juist dat de verwijdering tussen jullie had gebracht. Dat wil de Heere nu ook. Dat je voor de zonde op de vlucht gaat. Dat je er niet meer met liefde aan toegeeft. Daar heb je de Heere bij nodig. "Leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze!" Eigenlijk is het een noodkreet. "Heere, help! Leer me vechten tegen de verleidingen om mij heen en tegen de begeerte die brandt in mijn hart." Maar houd moed! De Heere Jezus heeft de verleidingen weerstaan. Denk maar aan de verzoekingen in de woestijn en op Golgotha. Hij weet hoe zwaar de strijd kan zijn. Ga maar naar Hem toe. Vertel Hem maar dat je jezelf soms zo bitter tegenvalt. Hij is een getrouw Hogepriester, Die je begrijpt, Die offert voor de zonde en Die bidt voor de zondaar die tot Hem vlucht.
De Heere Jezus eindigt het gebed met een lofprijzing. Hij zoekt immers altijd de eer van Zijn Vader. Daar begon Hij Zijn onderwijs mee: "Uw Naam worde geheiligd..." en daar eindigt het ook mee: "Want van U is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid, in der eeuwigheid."
Zijn Naam moet eeuwig eer ontvangen!
"Amen." "U heeft gezegd dat U alles wat wij in de Naam van de Heere Jezus bidden, wat naar Zijn wil en tot Zijn eer is aan ons wilt geven. Trouwe God, hoor mij alstublieft om Hem!"

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen