JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

De eerste christengemeente

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De eerste christengemeente

Overzicht van de stof

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de straten van Jeruzalem zie je veel mensen lopen. Ze gaan allemaal dezelfde kant op. In de richting van de tempel. Ze hebben eten en drinken bij zich. Ze gaan naar de voorhof van Salomo. Daar is het een drukte van belang. Vooraan staan een paar mannen. Het zijn de apostelen! De discipelen van de Heere Jezus! Voor hun voeten ligt al van alles uitgespreid. Brood en wijn, geld en kleding en nog veel meer! Wat is er hier dan aan de hand? Wat doen al die honderden mensen hier?

De eerste gemeente

In je Bijbel staat het antwoord. Al die mensen zijn gelovigen! De meesten van hen hebben een nieuw hart van de Heere gekregen op de Pinksterdag! Op de dag dat de Heere de Heilige Geest heeft uitgestort. Op de dag dat Petrus zijn preek heeft gehouden. Op die dag hebben die mensen uitgeroepen: Wat zullen wij doen, mannen broeders? Waarop de apostelen antwoordden: Bekeert u! Die woorden hebben diepe indruk gemaakt! De Heilige Geest heeft het rijk gezegend. Duizenden hebben op die dag van God een nieuw hart gekregen! Wat een wonder! Maar, het wonder werd nog groter. De Heere deed dagelijks tot de gemeente die zalig werden!

Elke dag

Elke dag kwamen de gelovigen bij elkaar. Ook dat lezen we duidelijk in Gods Woord! En we lezen tegelijk wat ze daar deden! Handelingen 2 vanaf vers 42: En zij waren volhardende in de leer der apostelen. Dat betekent dat de apostelen elke dag vertelden over de Heere Jezus! Ze vertelden de mensen waarom de Heere Jezus op aarde was gekomen. Waarom Hij moest lijden en sterven! Maar ook dat Hij was opgestaan en was opgevaren naar de hemel. Zo werden de mensen elke dag onderwezen.
Maar dat was niet het enige! We lezen verder: zij waren volhardende in de gemeenschap en in de breking des broods en in de gebeden.
Volhardende in de gemeenschap... Je herkent vast wel iets uit het woord 'gemeenschap'. Daar zit het woord 'gemeente' in. Het woord gemeenschap wil zeggen dat er sprake is van een band. Er was eenheid en liefde bij die mensen. De mensen zorgden voor elkaar en hielpen elkaar. Dat zullen we straks zien!
Elke dag aten ze samen bij de rijke mensen van de gemeente. Maar niet alleen de rijke mensen waren daar, ook de arme mensen uit de gemeente werden uitgenodigd om mee te eten. Ze waren ook bij elkaar om samen te bidden. Te bidden voor de gemeente. Te bidden voor de discipelen en voor de apostelen. Maar ook te bidden voor mensen die de Heere Jezus nog niet écht kenden.

Veel wonderen

En een vreze kwam over alle ziel. En vele wonderen en tekenen geschiedden door de apostelen. Iedereen voelde dat hier iets bijzonders gebeurde. Dit was geen werk van mensen! God Zélf was in hun midden. Wonderen gebeurden! Zieken werden genezen. De mensen legden de zieken neer op straat en als Petrus dan langs kwam en zijn schaduw over hen ging, dan genazen ze! Dit was geen werk van hem zelf. Nee, het was de Heilige Geest Die zoveel wonderen en tekenen deed.

Verdeling van goederen

En allen die geloofden waren bijeen en hadden alle dingen gemeen. En zij verkochten hun goederen en have en verdeelden dezelve aan allen naardat elk van node had.
Zoals je wel begrijpen zult, waren er in de gemeente zowel rijke als arme mensen. Die rijke mensen hadden veel geld en veel goederen. De armen niet. Zij hadden nauwelijks geld om eten en drinken te kopen. Toch leden zij geen honger! De Heere gaf in het hart van de rijke mensen de liefde om voor de armen te zorgen. Ze hadden zoveel van de Heere Zelf gehad en zouden ze dan niet voor hun arme broeders en zusters zorgen?

Joses

Zo lezen we dat er ook een zekere Joses was die zijn akker verkocht om de armen te kunnen helpen. Misschien denk je dat je nog nooit van hem gehoord hebt, maar als je zijn bijnaam hoort, dan herken je hem: men noemde hem ook wel Barnabas. Wat een mooie naam! Het betekent: zoon der vertroosting. Je begrijpt wel hoe hij aan die naam kwam.
Deze Joses verkocht zijn akker en bracht het geld daarvan bij de apostelen. Zij mochten dit geld verdelen onder de armen. Er waren nog veel andere mensen die zo zorgden voor de armen. Allen deden dit vanuit de liefde tot de Heere en tot de naaste. Allemaal? Nee, toch niet...

Ananias en Saffira

Een zekere Ananias had ook gehoord wat Joses gedaan had. Iedereen sprak met grote achting over hem. Toen Ananias 's avonds thuis kwam, vertelde hij het aan Saffira, zijn vrouw. Zoiets zouden zij ook wel willen doen! Dan zouden zij ook geprezen worden! Samen maakten ze een plan. Ze verkochten hun akker en brachten het geld bij de apostelen. Dat was fijn! Daar waren de apostelen toch zeker wel blij mee? Nee! Nee? Maar waarom dan niet? Nu konden ze toch weer meer mensen blij maken?
Ananias en Saffira hadden afgesproken dat ze nét zouden doen alsof ze al het geld gaven, terwijl ze stiekem een deel zelf hadden gehouden. Geen haan die daar naar zou kraaien! Eén ding vergaten ze echter! Mensen kun je misschien nog wel bedriegen, maar met God valt niet te spotten. De Heere waakte over Zijn gemeente. Hij zorgde ervoor dat de duivel deze jonge gemeente geen kwaad kon doen! Voordat Ananias bij de apostelen kwam, maakte God aan Petrus bekend wat er zou gaan gebeuren. Jullie weten hoe het afgelopen is. God strafte de zonde onmiddellijk. Hij zag dat het niet vanuit hun hart kwam! Hij wist dat ze probeerden de gemeente en God te bedriegen. Eigenlijk wilden ze het werk van de Heilige Geest nadoen. En daarom strafte de Heere hen met de dood!
We hebben nu twee verschillende voorbeelden gehoord. Daarin hoorden we dat God zag hóe de mensen gaven. God ziet ook elke keer als jij iets geeft. Hij ziet hóe jij dat geeft. Geef jij dingen aan de Heere en Zijn dienst omdat het moet? Omdat het zo hoort? Of mag je het geven omdat je Hem liefhebt? Omdat je daarom ook je naaste liefhebt? Wéét dat God je hart aanziet!

De gemeente groeit 

Het ging goed in de gemeente van Jeruzalem. Nog iedere dag kwamen er wel mensen bij. Mensen die ook mochten geloven in de Heere Jezus. Geloven dat Hij ook voor hén gestorven was. Ze kwamen overal vandaan. En de gemeente werd steeds maar groter. De apostelen kregen het steeds drukker. Er waren steeds meer mensen die ze mochten vertellen van de Heere Jezus. Ze waren veel bezig met preken en bidden. Maar ze moesten er ook voor zorgen dat alle arme mensen genoeg eten kregen. Niemand mocht ergens gebrek aan hebben. De apostelen hadden het daardoor eigenlijk een beetje té druk!

Achtergesteld 

Nu waren er in Jeruzalem buitenlandse en binnenlandse Joden. In de Bijbel staat 'Grieksen' en 'Hebreën'. De Grieksen waren Joden die in het buitenland woonden of gewoond hadden. Zij waren naar Jeruzalem gekomen om het Pinksterfeest te vieren. En tijdens het Pinksterfeest zijn zij door God bekeerd. De Hebreën waren de Joden die in Jeruzalem of in andere steden van het land woonden. De buitenlandse Joden klaagden erover dat hun weduwen niet zo goed verzorgd werden als de weduwen van de Hebreën. Ze vonden dat ze werden achtergesteld. Tegenwoordig krijgen de weduwen een uitkering. Vroeger was dat nog niet zo. Zij moesten zelf maar zien dat ze geld kregen en dat ze eten konden kopen.  In de gemeente van Jeruzalem zorgden de christenen voor de weduwen. Maar nu kregen de Griekse weduwen dus minder dan de Hebreeuwse weduwen. Dat vonden ze niet eerlijk.

Verkiezing van de zeven diakenen 

Ook de apostelen kregen dit te horen. Daar waren ze niet blij mee. Dat kon zo niet. De buitenlandse weduwen moesten ook goed verzorgd worden. Hier moest iets aan veranderd worden. Er moesten andere mannen komen die hen zouden kunnen helpen. Dan konden de apostelen door gaan met het verkondigen van het Woord. De andere mannen moesten voor de armen zorgen. Alle leden van de gemeente werden bij elkaar geroepen. De apostelen vertelden wat er aan de hand was. Zij hadden het te druk. Er moesten mannen gekozen worden die hen konden helpen met de verzorging van de armen. Het moesten wijze mannen zijn die goed bekend stonden en vol waren van de Heilige Geest. Er werden zeven mannen uitgekozen. Ze werden later diakenen genoemd. Van twee van deze mannen heb je vast wel eens gehoord. Stefanus en Filippus. De andere vijf mannen zijn veel minder bekend. Na de verkiezing werd aan de Heere om Zijn zegen over deze mannen en hun werk gevraagd. En de Heere zegende het werk. Lees maar wat er in Handelingen 6: 7 staat: En het woord Gods wies, en het getal der discipelen vermenigvuldigde te Jeruzalem zeer.

Diaconie nu

Ook wij kennen nog diakenen. 's Zondags in de kerk halen zij het geld op met de collectezakken. Maar dat doen ze niet alleen. Ze zorgen er ook voor dat het geld op de juiste plaats komt. Er zijn misschien ook bij ons in de gemeente mensen die geld nodig hebben. Zieke, oude mensen of mensen met een handicap. De diakenen gaan op bezoek bij deze mensen. Ze brengen er geld als dat nodig is. Ze zoeken ook de mensen op die eenzaam zijn en alleen zitten. Ze praten met hen over de Heere. De diakenen houden goed in de gaten wie er geld nodig heeft. Allereerst kijken ze naar mensen in de eigen gemeente, in onze eigen woonplaats. Soms worden er ook mensen die ergens anders in ons land, of in het buitenland wonen, geholpen.
Weet je nog waar we in dit verhaal mee begonnen zijn? We zagen de mensen komen naar het voorhof van Salomo. Ze hadden eten en drinken bij zich. Het eten en drinken werd door de apostelen verdeeld onder de armen. Nu doen de diakenen dat. Zij verzamelen het geld en delen dat uit. Het is dus niet alleen een taak van de diakenen. Nee, de hele gemeente mag hieraan mee doen. Tegenwoordig helpen de diakenen niet alleen met geld, maar ook door middel van bijvoorbeeld giften voor goede doelen waardoor anderen kunnen helpen.

Opdracht voor ons

Doe jij er ook aan mee? Of houd jij al je zakgeld voor jezelf? De Heere Zelf vraagt van ons dat wij onze naaste liefhebben als ons zelf. Dan mogen we ook iets van onszelf aan de ander geven. Dat hoeft natuurlijk niet alleen geld te zijn. Als je meedoet aan een actie als 'Onder-dak' doe je dat ook om anderen te helpen. En ook in jouw gemeente zijn er vast mensen die eenzaam zijn. Heb je die mensen wel eens een bezoekje gebracht? Oudere mensen kunnen soms moeilijk zelf meer om boodschappen gaan. Zij zijn dan heel blij als iemand anders dat voor hen doet. Op deze manier kun je ook iets aan je naaste geven. God ziet ons hart aan. Hij weet wie we liefhebben. Als we Hem liefhebben, zullen we ook onze naaste liefhebben. Dan zullen we niet eerst aan ons zelf denken, maar dan mogen we vragen: 'Heere mag ik door genade U liefhebben' en: 'Wat wilt U dat ik voor U doen zal?'

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1995

Mivo +12 | 28 Pagina's

De eerste christengemeente

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1995

Mivo +12 | 28 Pagina's