Twistgesprek met de farizeeërs

De farizeeërs krijgen onderling ruzie over wie de Heere Jezus is. De één gelooft niet dat Jezus van God komt, want Hij houdt immers de sabbat niet. Anderen zeggen: 'Als Hij een zondig mens is, hoe kan Hij dan zulke wonderen doen?'

Hij moet een profeet zijn!

Omdat ze er niet uitkomen, vragen ze het maar aan de blindgeborene. Deze weet nog weinig van Jezus. Maar één ding staat voor hem wel vast. Iemand die zulke tekenen kan doen, moet wel een profeet zijn. Maar de Heere Jezus is veel meer dan een profeet, Hij is dé Profeet. Dan vragen de farizeeërs het aan de ouders van de blindgeborene, in de hoop dat nu zal blijken dat het wonder niet echt is. Liever vervallen zij in de grootste dwaasheid, dan dat ze toegeven dat Jezus de Messias is. De ouders durven geen antwoord te geven op de vragen, want zij weten dat als zij Jezus de eer geven die Hem toekomt, zij dan uit de synagoge geworpen zullen worden. Daarom antwoorden zij: "Vraag het hem zelf, hij is oud en wijs genoeg.' De farizeeërs stellen dat de genezing niet door Jezus is geschied, maar door God, want zeggen ze: 'Wij weten, dat deze Mens een zondaar is.' En die kan het dus niet gedaan hebben. Zo laten ze, voordat de blindgeborene kan antwoorden, goed merken dat hij niet moet tegenspreken.

Een ding weet ik...

De blindgeborene komt er nu voor uit. Hij antwoordt: 'Of deze Mens een zondaar is, weet ik niet, maar één ding weet ik, dat ik blind was en nu zie.' Het feit dat de blindgeborene door de Heere Jezus genezen is, staat dus bij hem vast. Daarom proberen de farizeeërs het op een andere manier. Ze willen de Heere Jezus niet de eer geven van het wonder. Zij vragen nog eens hoe Jezus hem genezen heeft. Geprikkeld door het optreden van de farizeeërs wordt de blindgeborene steeds vrijmoediger. 'Ik heb het jullie al verteld,' zegt hij, 'maar jullie willen niet luisteren. Of willen jullie soms een discipel van Hem worden?'

Uitgeworpen

Nu worden de farizeeërs woedend. De blindgeborene gaat verder. 'Jullie weten niet waar Hij vandaan komt, maar Hij heeft wel mijn ogen geopend. Als hij niet van God gekomen was, zou Hij dit toch niet hebben kunnen doen.' Dat doet de deur de dicht. De farizeeërs vinden niet dat een zondaar hen de les hoeft te lezen en ze werpen hem uit de synagoge.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen