Waarom ga je naar de kerk?
In deze rubriek is een aantal citaten opgenomen uit de JBGG-uitgaven 'Kom er maar voor uit' en 'Denk er maar eens over na'. Ze bieden een handreiking voor leidinggevenden voor het gesprek met tieners.
De saaiste dag?
Wist je dat onkerkelijke jongeren geen raad weten met de zondag? Dat bleek uit het onderzoek 'Jongeren en vrije tijd'. Volgens dat onderzoek vinden jongeren de zondag een saaie dag. Misschien kijk je er verbaasd van op en zeg je: 'Maar dat vind ik ook'. Kerkelijke en onkerkelijke jongeren vinden de zondag een saaie dag. Waarschijnlijk is de reden wel verschillend. Onkerkelijke jongeren vinden de zondag saai omdat de winkels dicht zijn. Soms reizen ze stad en land af naar een plaats waar ze wel kunnen winkelen, zoals Scheveningen. Veel kerkelijke jongeren schrijven de zondag niet hoog aan, omdat ze die dag zien als een dag waarop een heleboel niet mag.
Hoe dan wel?
Als we het over de zondag hebben, is het goed te weten hoe de zondag er gekomen is. Het is een gave van de Heere. De Heere rustte na zes dagen van schepping. En daarom wilde Hij dat de mensen telkens na zes dagen zouden rusten. Wat een geweldige gave dat we niet dag in dag uit behoeven te zwoegen, maar telkens na zes dagen een dag mogen rusten. Rusten betekent dan niet niets doen. Op zondag moet je juist actief bezig zijn. Maar wel anders dan door de week. Lees zondag 38 van de Heidelberger Catechismus maar eens. Daar staan geen verboden, maar geboden! We gaan geen lijstje opsommen van wat op zondag wel mag en niet mag. Toch willen we wel een paar opmerkingen maken. Zie het maar als punten om samen in het gezin over te praten.
In het gezin
Het beste kun je de zondag in de huiselijke kring doorbrengen. Door de week heeft iedereen het druk. Er is weinig tijd om aandacht voor elkaar te hebben. De beslotenheid van het gezin kan dan zo weldadig zijn. Maar iedereen zou dan wel op tijd uit bed moeten komen om als gezin rustig te kunnen ontbijten, samen een psalm te zingen en om een zegen voor de kerkdienst te vragen.
De dominee preekt zo moeilijk!
'Het is elke zondag hetzelfde liedje. Ik ga wel naar de kerk, maar eigenlijk begrijp ik niks van de preek, 's Morgens gaat het heel af-en-toe nog wel, maar de catechismuspreek is helemaal moeilijk. Waarom kan de dominee niet wat eenvoudiger preken? Dan snappen jongens en meisjes zoals ik het tenminste ook. Wij zitten toch ook in de kerk?'
Misschien kom je zo wel eens uit de kerk. Misschien kom je zo heel vaak uit de kerk. Of... ben je er al zo gewend geraakt, dat je de preek niet snapt, dat je er niet eens meer over nadenkt? Dat je dat niet eens erg vindt? 'Ik doe mijn best om te luisteren, maar als de dominee zo moeilijk preekt, kan ik er verder ook niets meer aan doen...' En zo ben je van alles af. Tenminste... Als je nu eens eerlijk tegenover jezelf bent? Het is altijd reuze gemakkelijk om met één vinger naar een ander te wijzen. In dit geval is dat de dominee. Maar als je dat doet, wijzen er nog altijd drie vingers naar jezelf. We zijn er heel goed in om de schuld bij de ander te zoeken. Maar zou het niet goed zijn om jezelf enkele vragen te stellen? Misschien ligt de schuld niet bij de dominee, maar bij jezelf...
Wat weet ik van de Bijbel?
De eerste vraag die je jezelf moet stellen is: 'Wat weet ik van de Bijbel?' Als je 's zondags naar de kerk gaat, komt daar de gemeente bijeen. Het zijn (bijna) allemaal mensen die opgegroeid zijn met Gods Woord. Tegen hen mag de dominee anders preken, dan wanneer hij tegen mensen sprak die nog nooit van de Bijbel gehoord hebben. De dominee mag in de gemeente een bepaalde kennis van de Bijbel veronderstellen. Als hij de naam van Jozef noemt, dan weet iedereen wie hij bedoelt. Als de zondeval genoemd wordt, dan weet elk gemeentelid hoe en wanneer deze plaatsvond. Het zijn zomaar twee simpele voorbeelden.
Maar... als de dominee bidt om 'Aärons en Hurs', weet je dan wat daarmee bedoeld wordt? Of als er gezegd wordt dat 'de Heere Jezus niet kwam om te roepen rechtvaardigen, maar zondaren tot bekering' weet je dan in welk verband dat gezegd wordt? Om kort te zijn... is onze kennis van Gods Woord vaak niet beperkt tot de meest bekende geschiedenissen? Zou je de preek niet beter begrijpen als je meer in de Bijbel leest...? Ja, maar sommige bijbelgedeelten zijn zo moeilijk, die snap ik toch niet...' Maar wat doe je dan, als je het niet begrijpt? Zoek je eens in de kanttekeningen van de Statenvertaling of pak je een goede bijbelverklaring? Praat je er over met je vader of moeder? Vraag je het aan de dominee of ouderling op de catechisatie? Of bespreek je het met je vriend of vriendin? En wat het belangrijkste is: hoe ben je bezig met je bijbellezen. Bid je om de werking van de Heilige Geest? Belijd je het voor God: 'Heere, nu is mijn verstand zo verduisterd, dat ik niets van Uw Woord begrijp. Maar nu kunt U licht en wijsheid geven. Wilt U dat ook aan mij doen!'
Hóe ga ik naar de kerk?
'Als het om tien uur dienst is, kom ik om negen uur uit bed. Dan haal ik het nog precies!' En dan vreemd vinden, dat je met zo'n 'duf hoofd niets van de preek snapt... Nee, als het goed is, ben je voor de kerkdienst al aan het 'werk' geweest. Dat is zaterdagavond al begonnen. Je hebt je knieën gebogen om de Heere een zegen te vragen over de prediking van Zijn Woord. Je hebt Hem gevraagd of Hij je hart wil openen voor Zijn boodschap, of Hij de Heilige Geest wil schenken om Zijn Woord toe te passen. Maar... je hebt niet alleen voor jezelf gebeden. Ook de gemeente moet je opdragen aan de Heere. We hebben immers allemaal hetzelfde nodig? En de dominee? Zou hij jouw gebed kunnen missen? Lees maar eens in Exodus 17, hoe Mozes ondersteund werd door Aäron en Hur. Zo heeft ook de dominee nodig om door jou in het gebed opgedragen te worden aan de Heere. En dan mag je ook aan de Heere vragen of Hij de dominee helpen wil om de preek zo te houden, dat jij het ook kunt begrijpen!
Hoe kom je uit de kerk?
Hoe kom je uit de kerk? Ga je onder het drinken van een kop koffie weer over tot de orde van de dag? Of... denk je nog na over de preek? Praat je erover na, ook al is dat vaak heel erg moeilijk. Maar probeer je het? Zeg je het tegen je ouders als je een bepaald gedeelte niet hebt begrepen? Of vraag je het aan de dominee na het catechisatie-uurtje? Je mag hem daar gerust mee lastig vallen. Hij ziet ernaar uit dat jongens en meisjes bezig zijn met Gods Woord en hij wil daarbij graag leiding geven. Misschien zeg je: 'Met mijn ouders kan ik er niet over praten. Mijn broer of zus snappen het niet. En met de dominee erover spreken durf ik niet; wat zal hij wel niet van me denken'. Gelukkig is er Eén met Wie je alles bespreken kunt; bij Wie je nooit tevergeefs aanklopt. Met al je vragen en moeilijkheden kun je bij Hem terecht (Jakobus 1: 5).
Wat beteken jij voor jouw gemeente?
Wat beteken jij voor jouw gemeente? Dat is misschien niet direct een vraag waar je op zit te wachten, 't Kan best zijn, dat je zegt: waarom zou ik iets voor een ander moeten betekenen? 'k Heb genoeg aan mezelf. Of je denkt: eerst ik...!
Ik-tijdperk
't Is waar, we leven in het ik-tijdperk; dat is in de wereld om ons heen goed te merken. Maar in die wereld staat de kerk, leeft de gemeente, waarin de wet voorschrijft God lief te hebben boven alles en je naaste als jezelf. Tot die gemeente behoor jij als kerkelijke jongere ook. Je bent erin geboren en gedoopt. Je hebt je eigen gemeente waar je het Woord van God hoort in de preken, op de catechisatie en op de vereniging.
Er bij horen
Vind je het fijn? Vind je het fijn om bij de gemeente te horen of vind je het eigenlijk maar lastig? Er wordt zo op je gelet... De preek is moeilijk en duurt te lang... Je mag niet alles doen wat je graag zou willen... Het liefst ga je maar je eigen gang, omdat je hart naar iets anders trekt, naar alles dat er in die wereld om ons heen is. Dan beteken jij niets voor je gemeente! Dan - en dat is het ergste - betekent het voor jou niets, dat de Heere al bemoeienis met je wilde hebben toen je als klein kind in die gemeente werd gedoopt.
De meesten van jullie vinden het gelukkig fijn om bij de gemeente te horen. Je zou het allemaal niet graag willen missen: je eigen kerk, je eigen dominee, de catechisatie, de vereniging, je vrienden en vriendinnen. Misschien moet je daarom ook nog wel eens denken aan Shyam, de straatjongen uit Nepal. Hij is veertien jaar, heeft geen ouders meer en ook geen thuis en moet maar zien waar hij van leeft en de nacht doorbrengt. Hij moet helemaal voor zichzelf zorgen en wil toch nog studeren. Het geld daarvoor moet hij met hard werken verdienen. Daarbij krijgt hij veel slaag en weinig eten. Hij hoort nergens bij.
Je kunt echt iets betekenen
Wat leven wij dan gelukkig en beschermd in onze gemeente! Als je daar blij mee bent, doe je er ook iets voor. Je bent er dan bij als er tegen de kerstdagen gefolderd moet worden. Je gaat ook eens bij alleenstaande ouderen op bezoek en je vindt het fijn als je ouders hen na kerktijd op de koffie of het eten vragen. Je ziet de ander en leeft mee met hen die het moeilijk hebben. Door alleen maar vriendelijk en belangstellend te zijn, kun je al veel voor anderen betekenen. Niet alleen in je gemeente, maar ook daarbuiten. Jouw gedrag bepaalt hoe anderen over jouw gemeente denken!
Je kunt nog méér voor je gemeente betekenen door ervoor te bidden. In de Bijbel staat, dat de Heere zelfs de jonge raven hoort als ze roepen. Hij hoort jou ook!
Gemeente van Christus
Jouw gemeente... maar wat het voornaamste is: de gemeente van Christus! Ook jouw gemeente is een deel van de Kerk, die de Zoon van God Zich uit het hele menselijke geslacht heeft uitverkoren; die Hij door Zijn Geest en Woord in enigheid van het ware geloof vanaf het begin der wereld tot aan het einde vergadert, beschermt en onderhoudt (Catechismus, Zondag 21).
Een levend lidmaat
Misschien heeft de Heere al zo door Zijn Geest en Woord in jouw hart gewerkt, dat ook jij daarvan een levend lidmaat mag zijn. Dan mag je alles voor je gemeente betekenen. En als dat nog niet zo zou zijn, vraag dan veel of je door genade een levend lid van de gemeente mag worden. Jullie moeten immers in de toekomst de plaats van de ouderen innemen! Uit jullie moeten de predikanten, ouderlingen en diakenen voortkomen. Uit jullie moeten ook moeders in Israël groeien. We hebben in onze ik-gerichte maatschappij levende gemeenten nodig, waarvan de leden getuigen zijn van hun Heere. We hopen dat jullie alles voor die gemeenten zullen betekenen, nu en in de toekomst. We hebben daar ook moed op, want de Heere zegt Zelf in Psalm 22: 32 (de lijdenspsalm): 'Zij zullen aankomen en Zijn gerechtigheid verkondigen het volk, dat geboren zal worden, omdat Hij het gedaan heeft'.
Mivo +16 - Wat verwacht de gemeente van mij?
Voor meer informatie over het gemeente-zijn verwijzen we naar Mivo +16, 13e jaargang, nummer 2. Het bevat de volgende hoofdstukken:
1. Wat is de gemeente?
2. De gemeente in onze samenleving
3. Eén lichaam, veel. leden, bijbelstudie over 1 Korinthe J2
4. Wat verwacht de gemeente van mij?
De brochure telt 32 pagina's en kost ƒ 2,50. Verkrijgbaar bij het Bondscentrum.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 december 1992
Mivo +12 | 36 Pagina's