Waarmee ben jij te vergelijken?
Voorgeschiedenis
Johannes de Doper heeft zijn werk gedaan. Hij is de voorloper geweest van de Heere Jezus. De heraut, die voor de Koning is uitgegaan. Na zijn voorbereidingstijd in de woestijn heeft hij zijn plaats bij de Jordaan ingenomen. Een zeer geschikte plaats, want bij de oversteekplaats kwamen alle mensen langs, die van noord naar zuid en andersom reisden. Om maar niet door Samaria te hoeven reizen, trok men over of door de Jordaan en reisde oostelijk van Samaria, om dan opnieuw de Jordaan over te steken om de plaats van bestemming te bereiken. En daar heeft Johannes zijn werk gedaan. Hij heeft het volk gewezen op de zonden. Hij heeft de farizeeërs en schriftgeleerden gehekeld en hen rechtstreeks als adderengebroedsel aangewezen. Maar hij heeft ook het Lam Gods mogen verkondigen, aanwijzen en dopen. Hij heeft gezien dat Jezus overschaduwd werd door de Heilige Geest en hij heeft de woorden van God de Vader gehoord: Deze is Mijn geliefde Zoon...
Situatie
Nu heeft Johannes afgedaan. Zijn werk is klaar. Hij zit gevangen bij koning Herodes, omdat hij gewaarschuwd heeft tegen de hoererij, die de koning bedrijft met zijn schoonzuster Herodias. Dat heeft Johannes zijn vrijheid gekost. Gelukkig is hij nog niet vergeten. Zijn volgelingen komen nog steeds bij hem op bezoek en ze houden hem op de hoogte van wat er gebeurt. En dat is nogal wat. Wat een verhalen hebben de discipelen van Johannes. En wat een vragen stellen ze aan Johannes. Vandaar dat Johannes zijn discipelen naar de Heere Jezus stuurt met een belangrijke vraag.
Vraag en antwoord
Op de vraag van de discipelen van Johannes aan de Heere Jezus of Hij het is die zij verwachten, krijgen de discipelen eigenlijk twee antwoorden. Een antwoord is zichtbaar, het andere is hoorbaar. En als de discipelen de schriften kenden, hadden ze misschien wel genoeg aan het zichtbare. Want hier gebeurt wat de profeet Jesaja al voorspeld heeft in het Oude Testament, zoals te lezen is in Jesaja 35: 5 en 6. En het hoorbare antwoord van de Heere Jezus is eigenlijk hetzelfde. Ga heen naar Johannes en vertel hem wat je hebt gezien.
Vergelijken
Daarna begint de Heere Jezus tegen de omstanders te spreken. Hij geeft aan dat ze niet voor niets naar Johannes zijn komen luisteren, maar het is toch niet voldoende. Want hoe staat het met de bekering? De Heere Jezus vroeg Zich af, waarmee Hij de mensen moest vergelijken. Als antwoord op die vraag vertelde Hij een gelijkenis. Daarbij gebruikte Hij een bekend beeld van iets dat dagelijks te zien was in de straten van de stadjes in Israël: het spel van de kinderen. Daarmee werden de mensen vergeleken.
Zie je de kinderen bezig op het marktplein? Een grote groep bij elkaar en ze staan eigenlijk tegenover elkaar. De ene groep zegt tegen de andere groep: wat willen jullie nu eigenlijk? Wij hebben op de fluit gespeeld en jullie hebben niet gedanst. Met andere woorden: wij hebben bruiloftje gespeeld, er is muziek gemaakt. Het was tijd om te dansen en feest te vieren, maar jullie hadden er geen zin in. En dan gaat het gesprek tussen de kinderen weer verder: we hebben klaagliederen gezongen en jullie hebben niet gehuild. Met andere woorden: jullie wilden geen bruiloftje spelen. Nou, toen zijn we begrafenisje gaan spelen. En daarin hadden jullie ook al geen zin. Het is ook nooit goed. Jullie hebben geen zin in het een, maar ook niet in het ander!
Doorgedacht: wie er ook komt om te prediken, het is nooit goed. Welke boodschap er ook gebracht wordt, er is altijd een uitvlucht. Hoe staat het met ons?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 december 1992
Mivo +12 | 36 Pagina's