Geven tussen leven en dood
In dit bericht uit het Reformatorisch Dagblad wordt het woord 'donor-codicil' genoemd. Misschien heb je er wel eens van gehoord. Een donor-codicil is een briefje (het codicil) waarop iemand (de donor) schrijft dat na het overlijden zijn of haar organen en weefsels beschikbaar zijn voor transplantatie. Deze mensen zeggen dus dat na hun dood delen van hun lichaam worden afgestaan aan andere mensen, die dat juist missen of waarvan de werking niet goed is.
Is donor zijn wel geoorloofd, je staat immers iets van je eigen lichaam af aan anderen?
In de tijd van de Bijbel kwamen geen transplantaties voor. De Bijbel geeft dan ook geen rechtsstreeks antwoord. Wel zijn er teksten waar we iets uit kunnen leren als het gaat over ons lichaam. In Genesis 1 : 28 staat dat de Heere ons heeft aangesteld als rentmeester over de schepping, dus ook over ons eigen lichaam. We mogen de schepping beheren en gebruiken. De opdracht is dus om de schepping, dus ook ons eigen lichaam te gebruiken tot heil en zegen van ons en onze naasten en tot eer van God. In 1 Korinthe 6 : 19 staat dat het lichaam een tempel van de Heilige Geest moet zijn. Dat betekent dat we niet zomaar met ons lichaam mogen doen wat we willen. In Genesis 3 : 19 wordt geschreven dat na het sterven het lichaam vergaat, uit elkaar valt. Wie een orgaan afstaat kan dat teniet gaan niet tegenhouden. Uiteindelijk moet iedereen voor zichzelf beslissen wel of geen donor-codicil te schrijven. Het is wel belangrijk om dit te doen in overleg. In overleg met God (in je leven kun je immers niets doen buiten Hem om) en in overleg met je ouders en familie.
Om te weten
Als er geen codicil is, kan ook de familie van de overleden man of vrouw toestemming geven tot het uitnemen van organen. De familie kan de toestemming voor transplantatie ook weigeren, ook al droeg de overleden persoon een donor-codicil.
Er zijn een paar dingen waarmee je rekening moet houden:
* als donor moet je minstens 21 jaar zijn;
* de donor moet het codicil altijd bij zich dragen;
* de naaste omgeving van de donor moet op de hoogte zijn van het codicil.
In Nederland is het dragen van een codicil vrijwillig. In Frankrijk gaat men er van uit dat iedereen donor wil zijn. De samenleving beslist daar dus over iemands lichaam.
Een stelling
"In het schrijven van een codicil zit een zekere opdracht. De donor staat iets af, waarmee hij het lichaam en de gezondheid van zijn medemens dient. Een bij uitstek christelijke gedachte".
* Wat vind je van deze uitspraak?
* Hoe zou je het zelf vinden om donor te zijn?
* Waarom zou je het juist wel of juist niet doen?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 februari 1989
Mivo +12 | 28 Pagina's
