JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Haggaï

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Haggaï

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kerntekst: Haggaï 1:8 "Klimt op het gebergte en brengt hout aan en bouwt dit huis, en Ik zal een welgevallen daaraan hebben, en verheerlij kt worden, zegt de Heere".

Haggaï...... Je kent misschien alleen zijn naam. Dat is geen wonder. Het bijbelboek Haggaï is klein. Het telt maar twee hoofdstukken en Haggaï heeft maar korte tijd - misschien slechts vier maanden- geprofeteerd. We weten van hem heel weinig. Hij trad op na de ballingschap, net iets eerder dan de profeet Zacharia. Eén ding is wel duidelijk: hij heeft het Woord van God verkondigd en zijn prediking heeft rijke vrucht gedragen(welke predikant zou dat ook mogen zeggen, al na zó korte tijd?).

Het is op de eerste dag van de nieuwe maand. Dan wordt er altijd een feestoffer gebracht. Daarom is het volk bijeen gekomen rondom het brandofferaltaar. Het is niet bijeen in de tempel, want die is er niet meer. Er is alleen een fundament gelegd, maar al de jaren dat het volk nu al terug is uit Babel, is er verder niets aan de tempel gebouwd.
Opeens komt er een man naar voren. Het is de profeet Haggaï en hij begint te spreken. Iedereen luistert, het volk èn de hogepriester èn de oversten. Wat een preek is dat! Het is één beschuldiging! Wat is er dan aan de hand? Wat heeft het volk gedaan? Dat is het nu juist...... ze hebben niets gedaan! De Israëlieten hebben nagelaten om de tempel weer op te bouwen. Ze hebben gewerkt op hun akkers, in hun wijngaard en aan hun eigen huis, maar het huis van God is vergeten en ligt nog in puin. O ja, verontschuldigingen zijn er genoeg: er is geen geld om te bouwen, de Samaritanen......, de Perzische koning......, ziekten onder het gewas, misoogsten, droogte.... 't Is allemaal waar, en toch niet!

Haggaï wijst alle verontschuldigingen af. Waarom is het jullie zo vergaan in de achterliggende tijd? Waarom zijn er misoogsten? Waarom zijn jullie arm? Waarom zou de Heere jullie niet gezegend hebben? Omdat jullie wel offers gebracht hebben, maar met een onoprecht hart. Jullie hebben wel gebouwd, maar alleen aan je eigen huis. De dienst van God is naar de tweede plaats geschoven. Daarom heeft de vloek van God jullie getroffen. Erken dat toch! Bekeert u, begin opnieuw. Ga aan het werk, haal hout, en bouw het huis van God, dan zal de Heere weer Zijn zegen geven.
Wat een ontdekkende preek! En wat is de uitwerking? Het volk hoort naar de stem des Heeren. Het erkent zijn schuld. Het ziet Gods straffende hand in alle tegenspoed. Het "vreest" voor het aangezicht des Heeren" (Haggaï 1: 12). Haggaï heeft vrucht op zijn prediking want de Heere heeft het hart van het volk en van haar leiders Zerubbabel en Jozua, aangeraakt. Hij maakt het gewillig. Het komt tot bekering en....de bouw aan de tempel wordt weer ter hand genomen. Vrucht van de prediking. Die is er ook nu ...Dan ga je, misschien door middel van een preek, misschien door een stukje dat je gelezen hebt, zien wie je nu eigenlijk bent voor de Heere: een zondaar, een vijand, een schuldige. Dan komt er verdriet en berouw over de zonde en roepen om genade. Gods offers zijn een gans verbroken geest, door schuldbesef getroffen en verslagen.
Maar daar blijft het niet bij. Als de Heere je hart heeft aangeraakt, dan ga je ook vragen: "Heere, wat wilt Gij dat ik doen zal?" Dat was voor het volk Israël het bouwen van de tempel, dat is misschien voor jou een vriend of vriendin, die je aftrekt van de Heere, vaarwel zeggen, of je ouders weer gaan gehoorzamen, of....vul nu zelf maar in.
Het volk Israël komt tot bekering en het gevolg is: tempelbouw. Op de eerste van de zesde maand heeft Haggaï zijn preek gehouden en op de 24e van die maand is het werk al in volle gang.

Het is een maand later. Vier weken is nu aan de tempel gebouwd en je kunt al enigszins zien hoe hij gaat worden. Veel minder groot en mooi dan de tempel van Salomo. Wat een teleurstelling, vooral voor de ouderen die de eerste tempel nog gezien hebben. De moed om verder te bouwen begint te verflauwen. Dan treedt Haggaï weer op. Hij mag in de Naam des Heeren het volk bemoedigen. Deze tempel is als niets in jullie ogen? Zijn heerlijkheid zal toch groter zijn dan die van de eerste tempel. Dan betreft dit niet zijn uitwendige schoonheid, maar deze tempel zal getuige zijn van de komst van Christus, de Vredevorst. In deze tempel zal de Heere Jezus verschijnen. "In deze plaats zal Ik vrede geven", spreekt de Heere. Dat is de heerlijkheid van dit laatste huis.
Het volk was moedeloos, omdat het alléén op zichzelf zaq. En jij? Misschien heeft het Woord van God ook jou wel eens geraakt en heb je bij jezelf het besluit genomen om de Heere te gaan zoeken, het allerhoogst en eeuwig Goed. Maar wat komt ervan terecht? Je blijft even zondig als voorheen, en de wereld lijkt nog wel harder aan je te trekken dan vroeger. Het is zó moeilijk om ervan los te komen. Moeilijk? Onmogelijk in eigen kracht.
Haggaï wees het volk op de heerlijkheid van de tweede tempel: "In deze plaats zal Ik vrede geven!" Eigenlijk wijst hij met deze woorden op de Heere Jezus, Die eeuwen later komen zal. Dat is de enige weg, ook nu. Alleen Hij kan vrede geven. Alleen de gerechtigheid van de Heere Jezus kan jouw schuld verzoenen. De "strijd des geloofs" kan alléén gestreden worden in Zijn kracht. Alleen het offer van Gods eigen Zoon kan Hem behagen.

Nog één keer treedt Haggaï op, weer om het volk te bemoedigen, het gaat weer gebukt onder twijfel en moedeloosheid. Er is koren gezaaid maar hoe zal de oogst zijn? Zal het weer zijn net als vroeger, voordat de tempelbouw hervat was?
Nee, het zal anders worden, zegt Haggaï in Gods naam. Vroeger offerden jullie wel, maar met een onrein hart. De Heere zond jullie daarom al die tegenspoed. Nu is het werk aan het huis van God ter hand genomen, nu bouwen jullie met een hart, dat oprecht gemaakt is door de Heere. Nu zal Hij jullie weer zegenen. Haggaï 2: 20: "Zelfs tot de wijnstok en de vijgeboom en de granaatappelboom en de olijfboom, die zal Ik van deze dag af zegenen".
Aan Gods zegen is alles gelegen, ook nu. De zegen des Heeren maakt rijk! (Spr. 10: 22).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 december 1987

Mivo +12 | 24 Pagina's

Haggaï

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 december 1987

Mivo +12 | 24 Pagina's