Over de schepping gesproken

De Heere God heeft alles in zes dagen geschapen. Dat kunnen we lezen in Genesis 1. Alles dat geschapen is past prachtig in elkaar. Denk maar aan de kringlopen die in de natuur te zien zijn. Wat een wonder! Heel de schepping hoorde bij elkaar: "En God zag dat het goed was". De kroon op Gods schepping was de mens. Die kreeg de heerschappij over alles. Niet om er volgens eigen inzichten mee te handelen, maar als een rentmeester, die volgens de instructies moet zorgen voor de bezittingen van zijn heer. Door de zondval is het voor de mens onmogelijk geworden om die opdracht goed uit te voeren. Gelukkig dat God Zijn schepping nog "als met Zijn hand onderhoudt en regeert". En de opdracht is blijven staan: de aarde bebouwen en bewaren. Alleen in biddend opzien kunnen wij daaraan werken, in de hoop dat God ons werk wil zegenen. Als we dit alles mogen geloven dan moeten we niets hebben van Darwin en zijn navolgers. Die loochenen immers het scheppingswerk. De eerste hoofdstukken van Genesis worden als sprookjes afgewezen. Maar als we dat doen zetten we de hele Bijbel op losse schroeven. Wat is dan nog waarheid? Geve God dat we met de apostolische geloofsbelijdenis mogen meezeggen: "Ik geloof in God de Vader, de Almachtige, Schepper van hemel en van aarde....".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen