De brief van Paulus aan Filémon
Blz. 3
1. Voor het moment wel, maar de oorzaak van de problemen worden er niet mee weggenomen. Hiervoor moeten andere wegen worden gezocht.
2. School, huiswerk, catechisatie, kerk
Blz. 4
Abraham = Vader van velen
Izak = Hij lacht
Jacob = Hielhouder
Blz. 5
De vijand is haar latere meester. Op twee manieren tot nut:
1. ze deed haar werk goed
2. ze wees hem op haar God
Blz. 7
Het doel van de arbeid, Gods eer, sluit het voorzien in de dagelijkse behoeften niet uit. De mens dient er naar te streven, binnen de hem gegeven arbeidsopdracht het leven op aarde mogelijk te maken. Zo geeft hij ook God de eer (Ps. 128: 2).
Blz. 8
De ziel van de slaaf is van God, van zijn Schepper. Hij kan ermee doen wat Hij wil. Het innerlijk van een slaaf kan een meester dus nooit afnemen.
Blz. 10
ARBEID en:
- bedrog: Spr. 16: 4
- honger : Spr. 16: 26
- ijdelheid: Spr. 12: 11
- inkomen : Spr. 14: 4
- vlijt : Spr. 13: 4
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 maart 1987
Mivo +12 | 24 Pagina's