Pelgrims
Een liefdestraal, die in het hart gaat schijnen, verdonkert al wat ooit de wereld biedt - haar voorgespiegeld schoon moet dan verdwijnen en zinkt bij 's hemels klaarheid in het niet. Het licht, dat door een kier slechts binnen ziet, ontsteekt de ziel, zodat een vuur gaat branden: de stomme lippen zingen 't pelgrimslied, bij 't uitzicht op de vergelegen landen, waar uitgewist wordt alle schuld en schande en waar geen zwarte nacht meer wezen zal. Maar in het strijdperk strekken ruwe handen zich uit naar 't lam, dat dwaalt in 't aardse dal; 't verbijstert soms van goddeloos gebral, zodat het matte lichaam staat te beven. Het wordt, bevreesd voor dodelijke val, zo menigmaal van huis en erf verdreven.
M. Nijsse
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 februari 1986
Mivo -16 | 30 Pagina's