JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Vertelschets -12

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vertelschets -12

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat een mensen staan er daar op het strand van het Meer van Galilea. Is er iets aan de hand? Ze zijn allemaal zo stil. Wat komen al die mensen hier doen?

Wel, ze zijn gekomen om te luisteren. Want daar, in één van de scheepjes die aan de oever van het meer liggen zit de Heere Jezus. Hij is aan het vertellen. Daarom zijn al die mensen zo stil. Ze willen geen woord missen van wat er gezegd wordt.

Al De Heere Jezus vertelt een gelijkenis, een verhaal B1 uit het gewone leven, om iets duidelijk te maken over het Koninkrijk van God.

"Ziet, een zaaier ging uit om te zaaien...." Onwillekeurig kijken de mensen naar de akkers op de berghellingen bij het Meer van Galilea. Ze zien het voor zich terwijl de Heere Jezus vertelt.

B2 In gedachten zien ze een boer naar het land gaan. Hij heeft gewacht tot de vroege regens de uitgedroogde grond zachter hebben gemaakt. Voordat hij kan gaan zaaien trekt hij eerst onkruid uit de akker en raapt de stenen op die er zoveel liggen! Wat een werk is het voor hij op die akker kan gaan zaaien.

Maar eindelijk is het zover.

Hij neemt het zaad mee uit een van de schuren, C en gaat op weg naar zijn akker. Op zijn buik draagt hij een buidel. Daarin vult hij steeds zaad bij. Met langzame regelmatige passen gaat hij over zijn stuk land. Steeds grijpt hij in de buidel en met brede zwaaien strooit hij het zaad uit.

Terwijl de boer zaait, komt iemand achter hem aan die de grond omploegt. En daarmee maakt hij dat ook het zaad ondergeploegd wordt. Zo droogt het niet uit.

O, kijk daar eens, omdat hij zo gul A2 gestrooid heeft, is er een deel van het zaad op de weg naast de akker gevallen. Daar is de grond niet geploegd, maar keihard van alle voetstappen die er over heen gegaan zijn. En ja hoor, daar komen de vogels al. Ze pikken meteen het zaad op dat daar bovenop die hardeweg is blijven liggen, en voor de zaaier helemaal klaar is met z'n werk, ligt er daar niets meer. Alles opgepikt! Daar zal niets gaan groeien, daar komt straks niets om te oogsten. Dat zaad is verloren.

Gelukkig is er nog genoeg op de akker gevallen. En nu maar wachten, wachten op de oogst. Maar steeds gaat de boer kijken, of er al wat te zien is. Of het zaad al groeit!

En op een dag ziet hij dat er heel kleine plantjes juist boven de grond gekomen zijn. Vooral op dat ene stuk van de akker groeit het hard. Dat zal een oogst worden!

Maar als de boer na een paar dagen weer gaat kijken, schrikt hij. De plantjes die het hardst gegroeid waren, hangen nu helemaal slap. A4 Ze zijn verbrand door de felle zonnestralen. Als de boer eens goed gaat kijken, begrijpt hij al hoe het komt. Onder het dunne laagje grond zitten stukken steen. De plantjes daar konden A3 geen diepe wortels krijgen, en toen de zon fel ging schijnen konden ze met die korte wortels geen water diep uit de bodem halen en nu zijn ze verdord.

Wat jammer! Weer een deel van het zaad verloren! Ook van dit deel van het zaad zal er geen oogst komen. Maar er is nog een groot stuk over gelukkig. Daar groeit het goed. Kijk eens, wat een planten staan er al boven de grond!

Na een poosje komt hij weer eens kijken op de akker. Nee toch, ziet hij het nu goed? Snel loopt de boer'naar een hoek van het land. Hij knielt neer en kijkt aandachtig naar de planten die aaar staan!

A5 O wat erg, boven de tarweplanten uit groeien doornen! Onkruid! De tarweplanten zien er goed uit, maar de doornen zijn veel sterker, die groeien veel harder. De tarweplanten hebben geen lucht en ruimte meer over om te groeien, ze worden door de doornen verstikt. En dat terwijl hij het onkruid er zo goed had uitgehaald. De wortels zijn er natuurlijk diep in de grond blijven zitten.

Teleurgesteld kijkt de boer op. Wat nu? Zal er straks nog wel wat overblijven om te oogsten? Een deel viel op de weg: verloren. Een ander deel viel-op de steenachtige grond: verloren. En nu weer een deel door de doornen verstikt: óok verloren.

Wat jammer van dat kostbare zaad! Allemaal voor niets geweest. Zou er dan niets overblijven om straks te oogsten? Onderzoekend gaan zijn ogen over de akker. Kijk, er staan nog een heleboel planten op de akker. Het zal toch nog een goede oogst worden. Het kan niet, dat al het zaad verloren gaat.

De weken gaan voorbij. De tarwe groeit. De aren zitten al in de halmen. De groene kleur verandert in goudgeel. De boer loopt opnieuw over zijn akker. Straks komt de oogst! Toch nog! Hij pakt een aar tussen zijn vingers .

Hij telt hoeveel korrels er in de aar zitten: 60! A6 Dat is allemaal gegroeid uit één korrel, één zaadje!

Hij telt nog bij een andere aar: dertig korrels! Wel wat minder, maar dat geeft niet! Als er maar korrels in zitten. Kijk, dat is een grote aar, die hangt gebogen. Zo zwaar! De boer telt: honderd korrels!

Met blijdschap gaan zijn ogen over de akker! Toch nog een oogst! Dan is Toch nog een oogst! Dan is zijn werk toch niet voor niets geweest!

Aandachtig hebben de mensen rondom de Heere Je zus geluisterd. "Wie oren heeft om te horen, A7 die hore" klinkt het vanaf het scheepje. Ja gehoord hebben ze het allen, maar begrepen? Nee, dat niet!

Ook de discipelen weten niet precies wat de Heere Jezus met die gelijkenis bedoeld heeft. Als ze "later met hun Meester alleen zijn vragen ze of Hij het hun wil uitleggen.

Dat doet de Heere Jezus.

Laten wij eens nagaan welke betekenis deze gelijkenis voor ons heeft.

Het is zondagmorgen. De kerkklok luidt. Uit alle straten komen de mensen naar de kerk. Even later beklimt de dominee de preekstoel. Het is stil in de kerk als hij gaat preken uit de Bijbel, het Woord van God. Dat is het zaad, wat hij, de zaaier, mag strooien in de harten van al die mensen die daar voor hem zitten. Zou het zaad C op een goede plaats terechtkomen?

Daar zit een jongen. Hij zit heel stil naar de dominee te kijken. Hij hoort de dominee preken maar hij luistert er niet echt naar. Zijn gedachten zijn heel ergens anders. Want woensdag is hij jarig. Hij weet bijna zeker dat hij een fiets krijgt! Wat voor kleur zou het zijn? Zou het er een zijn met handremmen? Wie zal hij allemaal op zijn verjaardag vragen?

A8 Waar de dominee over preekt hoort hij niet.Hij is zo druk met andere dingen dat hij vergeet te luisteren. Het zaad dat gestrooid wordt valt in zijn hart, me.ar wordt meteen weggepikt door andere gedachten.

"Amen", klinkt het plotseling. De preek is afgelopen. Wel gehoord, maar niet geluisterd!

Thuis vraagt zijn moeder waar de dominee over gepreekt heeft. "Ja, dat weet ik niet hoor, het was zo moeilijk!"

Luister jij ook zo naar Gods Woord?

Het zaad viel.......en ging verloren. Geen oogst!

In het midden van de kerk zit een meisje. Ze luistert aandachtig. "Mijn zoon, mijn dochter, geef Mij uw hart. Als je de Heere zoekt, zul je Hem vinden, en dan pas ben je werkelijk gelukkig. Zou je Zijn vrede niet willen ontvangen in je hart?"

Dringend klinkt de stem van de dominee. Ja, A9 dat zou ze willen, een nieuw hart, ze doet steeds zoveel verkeerd.Ze zal gaan proberen het anders te gaan doen. Die avond leest ze in haar Bijbeltje en bidt ze langer dan anders voor het slapen gaan. Ze bidt om een nieuw hart, om vergeving van zonden, of de Heere haar wil helpen. Ze zal het echt gaan proberen, om voor de Heere te leven. Zo gaat het een heel poosje.

Tot ze op een dag een paar kinderen uit haar klas een plannetje hoort maken om uit school bij de groenteman een appel uit de kist die buiten de winkel staat weg te nemen. "Maar dat mag toch niet! Dat is stelen en stelen is zonde", waarschuwt ze.

AIO Haar klasgenoten lachen haar uit. "Meid wat geeft dat nou, doe niet zo vroom. Als je niet meedoet hoor je er niet meer bij! Je lijkt wel een dominee " .

Ze schrikt, en die middag uit school gaat ze met de anderen mee.

's Avonds blijft haar Bijbeltje dicht en met bid den is ze snel klaar.

Het zaad viel........het ging groeien en het leek prachtig. Maar het zat niet diep in haar hart, maar alleen aan de buitenkant! Het was als op de steenachtige plaatsen. Toen ze uitgelachen en bespot werd, bleef er niets van over. Luister jij zö naar Gods Woord?

Het zaad.......viel en ging verloren. Geen oogst! Ginds zit een jongen in de kerk heel goed te luisteren. Als de dominee spreekt over de eeuwige straf wordt het onrustig bij hem van binnen. En als hij hoort over genade en vergeving maakt dat diepe indruk. O, dat wil hij ook ontvangen. Uit de kerk is hij stil. Zijn gedachten gaan steeds terug naar die ernstige preek, 's Avonds buigt hij zijn knieën en vraagt de Heere om een nieuw hart. Het duurt lang voor hij eindelijk in slaap valt. Op school doet hij goed z'n best. Luistert aandachtig als de meester uic de Bijbel vertelt.

Al1 volgende week hebben ze een repetitie aardrijkskunde. Dat mag hij wel goed leren. En voor morgen een stencil met sommen. Langzamerhand wordt de diepe indruk minder. Hij heeft het zo druk! Zaterdag nog een verjaardag, boodschappen doen voor z'n moeder, huiswerk maken. Het zaad dat gevallen is in zijn hart begon te groeien, maar de doornen groeiden harder. Langzamerhand worden de plantjes verstikt. En van alle ernst en goede voornemens is niets meer over.

Luister jij zö naar Gods Woord?

Het zaad viel......en ging verloren. Geen oogst Gaat dan al dat goede zaad verloren? Staat die dominee daar dan maar voor niets te preken?

Komt er dan helemaal geen oogst?

C Jawel! Waar gezaaid wordt, zal een oogst komen. Waar uit Gods Woord verteld wordt, zullen mensen bekeerd worden.

In één van de zijbanken van de kerk zit een meisje stil te luisteren. Ze begrijpt niet alles wat de dominee vertelt. Maar één ding heeft ze goed gehoord: dat ze geboren is met een zondig hart en dat ze zo niet kan sterven.

Haar hart is vol van verdriet over haar zonde. Hoor: daar zegt de dominee: "Ook kinderen kunnen sterven. Dan moet je een nieuw hart hebben. Dat wil de Heere geven. Vraag daar maar veel om, je bent er nooit te jong voor, je bent er nooit te slecht voor".

Tranen komen in haar ogen. Zou dat voor haar A12 ook nog kunnen. Stil bidt ze tot de Heere.

Thuisgekomen gaat ze meteen naar haar kamertje. De anderen hoeven er niets van te merken. Voor haar bed knielt ze neer. "O Heere, U weet van mijn zonden, U weet dat ik het elke dag verkeerd doe, maar wilt U het mij alstublieft vergeven. Ik weet wel dat ik het niet verdien Heere, maar de dominee zei toch ook dat we altijd alles aan U mogen vragen om Jezus' wil? O, wilt U dan ook mij bekeren!"

Elke dag opnieuw vraagt ze het aan de Heere. Ook wel eens gewoon op school, dan moet ze er ineens weer aan denken, zomaar onder het werk door. Of op straat. Elke dag opnieuw probeert ze ook om gehoorzaam te zijn. En waarom? Wel omdat ze anders de Heere verdriet doet. En dat is het allerergste. Vader en moeder merken het wel.

Als ze op een dag het schoolplein op komt, ziet ze dat een paar jongens uit groep 8 ruzie hebben met elkaar. Plotseling schrikt ze, want een van die jongens vloekt. O, wat is dat erg. A12 Ze loopt naar de ruzie makende jongens toe, pakt de vloeker bij z'n mouw en zegt: "Dat moet je niet doen joh, daar doe je de Heere verdriet mee" .

"Waar bemoei jij je mee, kleintje, houd je vrome praatjes voor je. Of moet je soms een tik van deze?" En hij houdt z'n vuist voor haar gezicht. "Gods arm is sterker, en je mag niet vloeken", antwoordt ze ernstig.

Sommige jongens lachen haar uit en duwen haar weg. Ze schelden haar uit voor vrome.

Anderen kijken haar nog eens aan. Ze zijn toch wel een beetje onder de indruk van wat dat meisje zei en hoe ze deed. Ze merken wel, bij dit meisje waren het niet zomaar wat woorden. Die avond bidt ze niet alleen voor zichzelf, maar ook voor die jongen die zo gevloekt had. Het zaad was gevallen........en door genade gaan groeien in haar hart. Eerst kreeg het wortels in de diepte. Alleen de Heere zag het. Maar het groeide ook boven de grond uit. En door genade kwamen er vruchten: ze bleef de Heere zoeken en uit liefde tot Hem probeerde ze Hem te dienen in alle dingen, ondanks dat het ook vaak verkeerd ging. Toch vruchten!

Heb jij al eens zo mogen luisteren naar GOQJ Woord?

Het zaad viel.........en het groeide! Er zou toch een oogst komen. Niet voor niets gezaaid. Niet voor niets gepreekt. En nu is er wel verschil in de aren. Maar dat is niet het belangrijkste. Als er maar korrels in zitten. Dertig of zestig of honderd.

Hoeveel keer is er al gezaaid in jouw hart? En op wie lijk je nu? Viel het zaad nog steeds op de weg? Of verdorden de kleine plantjes? Of groeiden de doornen harder? Vraag dan veel aan de Heere of Hij uit genade je hart wil maken zoals die goede aarde. Dan zal ook in jouw hart het zaad wortels krijgen en vruchten dragen. Smeek er om, de Heere wil het geven, om Jezus' wil, uit genade.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 december 1985

Mivo -16 | 38 Pagina's

Vertelschets -12

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 december 1985

Mivo -16 | 38 Pagina's