B Vertelschets +12

(De letters voor de regels verwijzen naar hfdst. C op blz. 14 en hfdst. E op blz. 18).

C8 De ballingschap is voorbij.

Veel Joden, niet allen, zijn C9 teruggekeerd naar hun vaderland. Vol moed zijn ze begonnen aan de wederopbouw van hun land, van hun stad Jeruzalem en van de tempel. Wat viel dat tegen! De Samaritanen hebben op allerlei wijze geprobeerd het werk te verhinderen. Jaren heeft het geduurd vóór de tempel was opgebouwd. Daarna wéér jaren voor de stadsmuren enigszins waren hersteld. Het is al 141 jaar geleden dat de stad door Nebukadnezar verwoest is, maar de muren en poorten liggen nog steeds in puin. De stad ligt open en weerloos voor allerlei vijanden, het is een treurige toestand.

C10 Onder de krachtige leiding van Nehemia komt hierin echter verandering. Hij is door de koning van Perzië aangesteld als stadhouder, gouverneur, van Jeruzalem.

Binnen korte tijd -slechts 52 dagen- zijn nu de muren en poorten hersteld. Allerlei maatregelen worden genomen om de stad te verdedigen en te besturen. Samen met Ezra, de priester die al dertien jaar eerder in Jeruzalem is aangekomen, werkt Nehemia aan de opbouw van de stad. Nehemia bestuurt de stad, en hij steunt waar hij maar kan het werk van Ezra, die op godsdienstig gebied hervormingen probeert aan te brengen.

Het is nu enkele dagen geleden dat de muren en poorten zijn klaargekomen. De arbeiders zijn teruggegaan naar hun dorpjes. Deze morgen in Cl alle vroegte zijn ze echter door trompetgeschal weer geroepen naar Jerzualem. het is de "dag des geklanks", een rustdag. Deze eerste dag van de zevende maand is een feestdag.

C2 Op het plein bij de Waterpoort komen de mensen samen. Ze roepen om Ezra, de priester. Hij moet hen voorlezen uit het "boek der wet van Mozes".

C4 Ezra staat op een houten verhoging , die speciaal voor deze gelegenheid is getimmerd. In zijn hand heeft hij een boekrol. Naast hem staan dertien priesters, en verspreid onder de menigte bevinden zich nog dertien Levieten. Mannen, vrouwen C5 en kinderen staan aandachtig te luisteren. Het lijkt wel een kerkdienst, een openlucht samenkomst. Ezra is de "dominee", naast hem staat zijn "kerkeraad" en de "gemeente" staat om hem heen en luistert naar het Woord van God. Dat Woord, neemt net als bij onze kerkdiensten, de centrale plaats in. In Rom. 10:17 staat: Zo is dan het geloof uit het gehoor , en het gehoor door het Woord Gods.

De dienst wordt begonnen met gebed. Ezra looft en dankt de Heere en het hele volk bidt met hem mee. Ieder heft, in gebedshouding, zijn handen omhoog en buigt zich dan eerbiedig neer voor de Heere. Er wordt gedankt en om een zegen gevraagd over deze dienst.

Plechtig klink hun "Amen, amen" aan het einde van het gebed.

Doe jij dat ook, thuis of in de kerk, vóór de dienst begint? Bid je mee met de predikant of E5 ouderling als hij bidt tot God? Hij spreekt dan namens de gemeente. Hij is als het ware de "mond" van de gemeente. Zeg jij in je hart ook "amen" op dat gebed?

En nu de preek. Die duurt lang! Van het morgenlicht tot aan de middag, zo'n zes uur achter elkaar. Als de preek je boeit, als het Woord van God je in beslag neemt, duurt een dienst niet gauw te lang. Ezra leest voor uit het "boek der C3 wet van Mozes". Dat voorlezen wordt afgewisseld met de uitleg door de Levieten. Die staan verspreid onder de menigte, waarschijnlijk óók op een verhoging. Zij herhalen het stuk dat gelezen is en verklaren het. Wordt er geluisterd? Nou en of! Elke predikant zou wel zo'n aandachtig gehoor willen hebben De "kerkgangers" horen de "preek" niet alleen aan, ze begrijpen het Woord ook. Het is als een scherp zwaard, dat in hun hart doordringt. Ze beseffen dat niet zomaar E7 een mensenwoord tot hen komt, maar dat de Heere, door de mond van Ezra, tot hen spreekt.

Dat Woord zal niet ledig tot de Heerewederkeren maar het zal doen, hetgeen hem behaagt (Jes. 55:11). C6 Wat gebeurt er? Het hele volk begint te wenen!

De mensen horen wat de Heere in Zijn wet van hen vraagt. Hun zonden komen hen duidelijk voor ogen. Zij voelen hoe erg ze die wet overtreden hebben De "kerk" is uit en de kerkgangers huilen. Het volk is vól berouw. Dat is de uitwerking van het Woord.

Ezra, Nehemia en de Levieten zien die droefheid. Dan klinken hun woorden: "Weent niet. Bedrijft geen rouw. Deze dag is een heilige dag, een dag van afzondering". Het is immers een dag van voorbereiding op de Grote Verzoendag. Alle offers die dan gebracht worden, wijzen heen naar hèt Offer, de Heere Jezus. Bij de Heere is verzoening en vergeving te vinden voor ieder die in berouw tot Hem wederkeert. "Want bij u is vergeving, opdat Gij gevreesd wordt". Dan gaat de menigte getroost naar huis. Hun droefheid is veranderd in blijdschap. Zij zijn verheugd in God! Deze dag wordt er toch feest gevierd. C7 Er wordt gegeten van de vette koeken, gedronken van de zoete dranken, zoals op een feest gedaan wordt, en ook aan de armen wordt gedacht.

Het Woord heeft zijn werk gedaan, maar doet dat ook nu nog. Elke preek laat iets na. Óf het Woord laat ons niet meer los, óf wij worden er onverschillig onder, steeds harder, steeds kouder. Dachten wij daar meer aan, dan zouden wij met meer ernst naar de kerk gaan. Maar ook al ontbreekt ons die ernst, die droefheid en dat berouw dan is het grote wonder dat de Heere koude, dode harten wil veranderen in "brandende" harten.

Hij spreekt niet alleen tot ons door Zijn Woord, maar kan ons ook oren geven om het te horen, en een hart om het te verstaan.

"Al wat u ontbreekt,

schenk Ik zo gij 't smeekt,

mild en overvloedig".

Ps. 81:12

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen