JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

A Vertelschets-12

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

A Vertelschets-12

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

"Heb je ook al gehoord van dat ongeluk, dat gebeurd is op de hoek van de straat?" Als een lopend vuurtje gaat zo'n droevig bericht van mond tot mond. Heel snel wordt het aan iedereen doorverteld. Dat hebben jullie vast wel eens gehoord. In de tijd van de Heere Jezus was het al niet anders.

Met Zijn discipelen trekt de Heere het land door. Als Hij in een dorp of stad komt, staan er al snel heel veel mensen om Hem heen. Mensen, die gehoord hebben van de verhalen die de Heere Jezus vertelt. Ze hebben ook gehoord van de wonderen die Hij doet. Overal waar Hij komt, komen de mensen uit hun huizen, zieken worden voor Hem neergelegd.Hij geneest ze allen. Blinden, doven, lammen, melaatsen, niemand vraagt tevergeefs om Zijn hulp.

De mensen zien de wonderen, maar ze horen ook de boodschap die de Heere Jezus brengt. De boodschap van God! Hij waarschuwt de mensen, dat zij een boos, een zondig hart hebben. Als zij zich niet bekeren, dan zal het oordeel van God hen treffen, op het eind van hun leven, maar ook als de Heere Jezus weder zal komen op de wolken. Dan mogen Zijn kinderen altijd bij hem zijn, maar de onbekeerden wacht de eeuwige straf.

Stil luisteren de mensen naar de ernstige woorden van de Heere. Niemand is er, die zo spreekt als Jezus. Zo waarschuwend, maar ook zo vol liefde. Dan klinken er plotseling voetstappen door de stilte. Een groepje mensen komt dichterbij. "Is de Heere Jezus hier; Laat ons er eens door. Wij hebben iets.te vertellen. Er is iets ergs gebeurd". De mensen gaan opzij om hen er door te laten. Wat zou er gebeurd zijn? Nieuwsgierig staan ze om hen heen.

"Heeft u al gehoord wat er in Jeruzalem gebeurd is? Wij waren in de stad op het feest. En toen, op het tempelplein " .

In gedachten zien de mensen het tempelplein in Jeruzalem voor zich. Zeker op de grote feesten is het er een drukte van belang. Honderden mensen komen er een zoenoffer brengen . De dieren worden geslacht, en de priesters vangen het bloed op. Dat gieten ze over het offerdier en rond het brandofferaltaar Dan wordt het offerdier verbrand.

De straf op de zonde is de dood. Daarom wordt het offerdier gedood, opdat zij niet zouden sterven. Honderden jaren lang brachten de Joden zo hun offers. Totdat eenmaal hét Offer gebracht zou worden: de Heere Jezus, Die zou sterven in de plaats van Zijn kinderen.

Vanuit alle delen van het land zijn de Joden gekomen om hun offers te brengen. Zelfs Joden die in andere landen wonen, zijn op het tempelplein te vinden. Je kunt de meesten gemakkelijk herkennen aan de kleren die ze dragen.

Daar komen enkele mannen uit Galilea. Ze hebben allen een offerdier bij zich en lopen naar het brandofferaltaar. Zoals iedereen dat altijd doet, slachten ook zij het dier wat ze bij zich hebben. Ze belijden daarmee, dat eigenlijk zij zouden moeten sterven.

De priesters staan erbij en vangen in een schaal het bloed op.

Plotseling wordt ieder op het tempelplein opgeschrikt. Wat gebeurt er? Wat is er aan de hand? Er klinken boze stemmen. "Ga weg, ga van het tempelplein. Jullie mogen hier niet komen, jullie zijn immers heidenen! Ga weg, en verontreinig het huis van de Heere niet!"

Maar de mannen die daar aan komen stormen trekken zich van al dat geroep niets aan. Het zijn romeinse soldaten. Ze zijn door de stadhouder Pilatus gestuurd .

Altijd op de joodse feesten zijn er meer romeinse soldaten in Jeruzalem dan anders. Dat is gewoon. Maar nog nooit zijn ze de poorten van de tempel binnengekomen. En nu? Ze komen regelrecht op het brandofferaltaar af waar de galilese mannen met hun offers bezig zijn. Verschrikt kijken deze op, als ze de soldaten op hen zien afstormen, de zwaarden flikkerrend in het zonlicht.

Voor ze kunnen wegvluchten worden deze Galileërs door de soldaten gedood. De priesters die het bloed van de offerdieren rond het altaar gegoten hadden, zien hoe het bloed van offeraars ermee wordt vermengd. De romeinse soldaten gaan weer weg. Maar iedereen op het tempelplein is geschrokken. Wat een vreselijke straf hebben deze Galileërs gekregen.

De mannen die uit Jeruzalem kwamen, zijn uitverteld. De mensen hebben stil geluisterd naar hun verschrikkelijke boodschap.

De Heere Jezus kijkt hen eens aan. Hij ziet ook de gezichten van allen die geluisterd hebben.

Hij weet, wat deze mensen denken: "Die Galileërs moeten toch wel een verschrikkelijke zonde gedaan hebben, dat de Heere hen zo laat straffen. Zij zijn vast veel groter zondaars dan alle andere Galileërs. Alleen zij hebben zo'n straf verdiend!"

Wees eens eerlijk, denken jullie ook niet zo? Als je hoort van al die kinderen in Afrika, die van honger sterven, denk je dan ook niet in je hart: "Zouden wij dan beter zijn; dat ons dat niet overkomt ? "

Luister dan eens naar wat de Heere er van zegt. Terwijl alle mensen naar de Heere Jezus kijken om te horen wat Hij van het verhaal zegt, stelt Hij de onverwachte vraag: "Denkt u, dat deze Galileërs groter zondaars zijn geweest, dan andere mensen?" Ach, Hij weet wel dat ze dat denken, en daarom geeft Hij Zelf het antwoord. "Nee zij! Het zijn geen groter zondaars". Verbaasd luisteren de mensen naar dit antwoord. Geen groter zondaars? "Nee", zegt de Heere Jezus heel beslist.

Alle mensen hebben een boos en zondig hart. Wij hebben allemaal verdiend, dat de Heere ons zou straffen met zo'n vreselijk oordeel, zoals bij die Galileërs. Het is een wonder, dat de Heere daar bij ons nog mee wacht. De Heere geeft ons nog het leven. Waarom doet de Heere dat? Wel, als wij nog gezond zijn, geeft Hij ons nog de tijd, om te vragen om een nieuw hart; tijd om een nieuw hart te kunnen krijgen. Maar ook voor ons, ook voor jou komt de dag, dat we moeten sterven! Wie weet, hoe gauw al. Ernstig en waarschuwend klinkt daarom de stem van de Heere Jezus: Als jullie je niet bekeren, dan zal hetzelfde gebeuren, als met die Galileërs. Dan komt ook voor jullie het oordeel. Misschien ook wel plotseling als je er niet op rekent. Dan ontvangen ook jullie de verdiende straf!

"Indien gij u niet bekeert, zo zult gij allen desgelijks vergaan!" Indien je je niet bekeert! Hoor je .Gods waarschuwing? De Heere Jezus vindt

deze boodschap zo belangrijk, dat Hij de mensen om Hem heen nog met een ander voorbeeld wil waarschuwen.

Rondom Jeruzalem staat een sterke, dikke muur. In die muur zijn verschillende poorten . En op verschillende plaatsen ook sterke torens. Eén van deze is de toren van Siloam, die vlak bij het badwater Siloam staat. Je weet wel, waar de blindgeborene zich in wassen moest. Niemand weet hoe het is gebeurd, maar een tijdje geleden is deze toren onverwachts ingestort. Met een hevig geraas zakte de toren in elkaar. Stukken stenen sloegen tegen de straat. De mensen die er liepen uit Jeruzalem werden onder de stenen bedolven en zo, plotseling gedood. Hier waren het geen romeinse soldaten, die de schuld hadden. Hier kwam het oordeel van God onmiddellijk over deze inwoners van Jeruzalem.

De mensen, die rondom de Heere Jezus staan, knikken. Ze hebben het verhaal ook al gehoord, in heel Israël is het bekend wat er in Jeruzalem gebeurd is. Maar nu stelt de Heere Jezus hen opnieuw de vraag: Denken jullie, dat deze achttien mensen erger gezondigd hadden, dan de andere inwoners van Jeruzalem? De Heere kent het binnenste van ons hart,Hij weet precies wat er van binnen leeft. Dat weet Hij ook van de mensen, die om Hem heen staan. Hij weet dat ze denken dat die achttien het zeker verdiend hadden. Daarom wil Hij hen opnieuw waarschuwen. "Als gij u niet bekeert, dan zal u insgelijks vergaan": We verdienen allemaal Gods oordeel, maar de Heere geeft óns nog de tijd om ons te bekeren! Ook met ons is het niet goed als wij ons niet bekeren, als wij niet uit genade een nieuw hart mogen ontvangen! Ook ons wacht dan dat verschrikkelijke oordeel van de Heere. Nu leven we nog. Nu kunnen we nog tot de Heere bekeerd worden.Vraag het dan maar, elke dag: Heere, bekeer Gij mij, dan zal ik bekeerd zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 1985

Mivo -16 | 31 Pagina's

A Vertelschets-12

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 1985

Mivo -16 | 31 Pagina's