JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

C Achtergrondinformatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

C Achtergrondinformatie

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

I. Waarom moest de christu lijden? (Korte Verklaring)

Luk. 24:26: "Moest de Christus niet deze dingen lijden, en alzo in Zijn heerlijkheid ingaan?"

Het was vooral het lijden des Heeren, dat de discipelen in verwarring gebracht had. De Joden verwachtten een Messias, Die heersen zou, in heerlijkheid regeren, hen verlossen en tot vrijheid en geluksgenieting brengen. Ook 's Heeren discipelen hadden voor de Heere opgang, macht, een koningstroon gezien. En dat terecht. God had van de beloofde Messias gezegd, dat Hij heersen zou en tronen in heerlijkheid (Jes. 9:5-6; 32:1-4; Ps. 72 e.a.). Maar Hij had ook gezegd, dat Hij vernederd zou worden en uitgeroeid (Jes. 53; Ps. 22 e.a.). Die vernedering en uitroeiing moesten aan Zijn verhoging voorafgaan. En die heerschappij was niet een van aards karakter. Daarop hadden de Joden niet gelet, en ook 's Heeren discipelen niet. De offer- en tempeldienst, die dagelijks uitgeoefend werd, en waarvan de betekenis in de Schrift stond aangegeven, hadden zij niet begrepen, zich daarvan geen goede rekenschap gegeven. Nu wijst de Heere met nadruk op dat lijden, dat de Messias Gods lijden moest, voordat Hij met heerlijkheid bekleed zou worden, eerst in de dood ingaan, gelijk met Hem geschied was, en slechts aldus komen tot Zijn koningsmacht en majesteit. Die woorden: en in Zijn heerlijkheid ingaan betekenen dan ook: om in Zijn heerlijkheid in te gaan. Het lijden moest niet alleen voorafgaan, maar was ook noodzakelijk voor het ingaan in die heerlijkheid. Zo had God het besteld. Dat lijden was de weg en a.h.w. de voorwaarde. Met deze heerlijkheid wordt 's Heeren middellaarsmajesteit en -hoogheid bedoeld, de Hem als loon op Zijn vernedering tot in de dood des kruises toegezegde macht en glorie.

Zondag 15 (Heidelb. Catechismus)

vr. 37: Wat verstaat gij door het woordeke "geleden"?

antw. : Dat Hij aan lichaam en ziel, de ganse tijd Zijns levens op de aarde, maar inzonderheid aan het einde zijns levens, de toorn Gods tegen de zonde des ganse menselijke geslachts gedragen heeft, opdat Hij met zijn lijden, als met het enige zoenoffer, ons lichaam en onze ziel van de eeuwige verdoemenis verloste, en ons Gods genade, gerechtigheid en het eeuwige leven verwierf.

vr. 38: Waarom heeft Hij "onder de rechter Pntius Pilatus" geleden?

antw. : Opdat Hij, onschuldig onder de wereldlijke rechter veroordeeld zijnde, ons daarmee van het strenge oordeel Gods, dat over ons gaan zou, bevrijdde.

II. Barmhartigheid = brandende harten

De barmhartigheid is echter een eigenschap Gods en van haar geldt, wat wij reeds meermalen opmerkten, zij is souverein; zij is God Zelf. Zijn hart brandt om de gevallen mens in de staat zijner ellende Zijn goedheid te betonen. Zo zingt Zacharias van de innerlijke bewegingen der barmhartigheid onzes Gods (Luk. 1:78). Zijn ingewand rommelt van barmhartigheden (Jer. 31:20). De barmhartigheden persen zich uit Zijn innerlijk Wezen voort,

(uit: Dogmatiek, ds. G.H. Kersten)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 februari 1985

Mivo -16 | 33 Pagina's

C Achtergrondinformatie

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 februari 1985

Mivo -16 | 33 Pagina's