1 Gedicht
Waar zijn de negen?
Ze meenden dat ze het wel konden wagen: niemand zou op hen letten in 't gewoel. Alleen bekroop hen 't angstig voorgevoel dat Jezus hen vol afschuw weg zou jagen.
Ze strompelden op hun misvormde voeten, en riepen niet het smadelijk: onrein! Eén doel voor ogen: vlug bij Hem te zijn, 't gezicht bedekken, niemand zien of groeten.
De Heiland heeft hen alle tien genezen, want als geen ander haat Hij ziekte en dood. Slechts één van hen (en dat was niet een Jood) kwam weer terug, en heeft Hem dank bewezen.
Wij lopen ook zo vlot met onze klachten, met alles wat ons hindert naar de Heer 1 ! Maar keren wij nog wel eens naar hem weer, of laten wij Hem op ons danklied wachten?
mevr. IJskes-Kooger
(Het gedicht in het ledenboekje is van Klaas van Elsacker)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985
Mivo -16 | 69 Pagina's