B Inleiding +12

Er zijn in ons land veel mensen die de toekomst voorspellen. In bijna alle kranten en tijdschriften kun je de horoscoop lezen. Daarin wordt je toekomst voorspeld volgens je geboortedatum.

Weet jij waar jij dat moet lezen?

Lees je dat zelf ook regelmatig?

Weet je onder welk sterrenbeeld jij geboren bent?-Draag je soms zélf zo'n kettinkje?

Er zijn anderen die menen de toekomst te kunnen voorspellen door naar de sterren te kijken, of iemands hand te bezien, of door het leggen van kaarten. Velen zijn er die erin geloven.

Ze laten hun leven er door bepalen.

Sommige voorspellingen zijn gemakkelijk te doen en ze komen dan ook uit. Andere voorspellingen komen helemaal niet uit.

De toekomst voorspellen is iets dat God verbiedt. Hij wil dat we op Hem alleen vertrouwen voor het toekomende. Waarzeggerij is duiveld grondgebied. Het komt van de duivel. Hij is de vader van de leugenen. Daarom is ook de waarzeggerij een leugen.

Maar de duivel heeft ook een scherp inzicht. Hij denkt dikwijls beter na dan wij. Hij ziet dingen aankomen, waar wij niet op letten. Hij probeert je door zijn macht ook te laten geloven in wat hij wil dat er gebeuren zal. En zijn macht is groot!

Hij is in staat mensen zo in zijn greep te krijgen dat ze luisteren naar wat hij zegt. Zij dienen hem als hun koning.

Dat doen ze met maar één doel: ook anderen moeten de duivel dienen en dat betekent: ondergang.

Om dat doel te bereiken geeft de duivel zijn dienaren veel middelen: astrologie (wat je leest in de horscoop), waarzeggerij d.m.v. handlezen en glazen bol e.d. en en bijv. ook spiritisme, dat is kontakt met doden. En denk nu niet: dat bestaat niet, of, het zal wel meevallen. Het bestaat wèl en het valt niet mee.

Door die middelen neemt hij je mee. Voorzichtig of met geweld , maar altijd naar dezelfde plaats: bij hem in de buitenste duisternis.

Daarom waarschuwt Paulus: geeft de duivel geen plaats. Dat betekent dat je niet de plaatsen moet opzoeken waar de duivel heerst.

Staande blijven tegen de duivel, kan alleen door Gods kracht, en met het machtige wapen van het gebed. Daarvoor gaat de duivel op de vlucht. Want God is toch sterker. En als we de toekomst willen weten, dan moeten we niet naar duivelse middelen, maar naar het middel van God: Zijn Woord. En dan lees je: Zeg de rechtvaardige dat hem hem wel zal gaan en wee de goddeloze, het zal hem kwalijk gaan.

SAUL

In de Bijbel is ook dijkwijls sprake van waarzeggerij. Ernstig zijn de waarschuwingen van de Heere daartegen. Degenen die niet om raad bij God gingen maar bij waarzeggers, moesten ervaren dat de duidvel het altijd aanstuurt op iemands ondergang.

C3 Dat zien we ook bij koning Saul.

Toen hij jong was, leek het een veelbelovend persoon, hij roeide zoveel als hij kon de waarzeggers uit. Toch miste Saul de oprechte liefde tot God. In tal van zaken week hij van de Heere af.

E1 Hij luisterde niet naar Samuël maar verhardde zijn hart.

C1 Dan komt hij in nood. Een groot Filistijns leger is Israël binnengevallen .

Als hij vanaf het gebergte Gilboa het leger ziet, grijpt hem de angst aan voor wat komen gaat. Hij vraagt aan de Heere hoe het gaan zal, maar hij D3 krijgt geen antwoord.

De Geest Gods is van Saul geweken.

De Geest Gods, Die hem wijsheid gaf om het volk te regeren. Zonder de Heilige Geest is Saul geen goede koning meer. Hij weet niet wat hij doen moet. De Heere antwoordt hem niet DA meer. Niet door dromen, noch door priesters, noch door een profeet.

D2 Dan gaat Saul andere wegen zoeken.

E2 Hij vraagt aan zijn knechten of zij een waarzegster weten te wonen, iemand die kontakt heeft met de doden.

In Endor woont zo'n vrouw, aan de andere kant van het leger der Filistijnen .

D5 Saul verkleedt zich zich als boer en gaat met twee knechten de tocht van ongeveer drie uur beginnen.

D6 Midden in de nacht komen ze bij die vrouw aan. "Voorzeg mij toch wat er gaat gebeuren, en doe voor mij uit de dood opstaan, die ik u vraag", zegt Saul meteen.

Maar de vrouw antwoordt: "U weet dat koning Saul alle waarzegsters uitgeroeid heeft. Misschien bent u wel gekomen om mij te betrappen en om mij dan te doden".

Maar Saul legt in Gods Naam een eed af!"Zo waarachtig als de Heere leeft, u zult hiervoor niet gestraft worden".

C4 Dan gaan ze een soort grotwoning binnen.

De vrouw gaat door een gang naar een andere kamer, waar Saul haar niet meer kan zien maar wel horen Op haar vraag wie ze uit de dood moet laten opstaan D7 klinkt Sauls antwoord: Doe mij Samuël opkomen. Plotseling weet de vrouw dan wie ze voor zich heeft: Het is degene voor wie ze zo bang was: Saul. Saul stelt haar gerust:

Saul stelt haar gerust: Vrees niet. Maar wat ziet gij?

C5 De vrouw begrijpt de hele situatie. De Filistijnen in het land, een angstige koning die om Samuël vraagt, die verkleed 's nachts tot een waarzegster komt. Ze begrijpt dat dit Sauls laastste houvast is.

D8 Ze zegt: Ik zie goden uit de aarde opkomen.

pg Hoe ziet hij eruit?

"het is een oud man, met een mantel bekleed", antwoordt de waarzegster.

D10 Saul is ervan overtuigd dat het Samuël is, en hij buigt zich diep.

En stem klinkt: "Waarom hebt ge mij onrustig gemaakt, door mij uit de dood te doen opstaan?"

Saul antwoordt: "Ik ben zeer angstig; de Filistijnen zijn in het land, en God is van mij geweken. Hij antwoordt mij niet meer. Daarom heb ik u geroepen, dat gij zoudt zeggen wat ik doen moet".

Opnieuw klinkt de stem: "Waarom vraagt ge mij toch, als de Heere van u geweken is en uw vijand is geworden?

D11 De Heere zal gaan doen, wat ik altijd gezegd heb".

D12 De oordelen komen over Saul heen.

Het koninkrijk is niet meer van hem. Israël zal verslagen worden, hij en zijn zonen zullen gedood worden.

Dl3 Bevend valt Saul ter aarde. Hij heeft geen kracht meer. Hij had die dag en die nacht niets gegeten, en nu dit te moeten horen! Pas na lang aandringen eet hij wat.

Daarna keert hij huiswaarts, nog angstiger dan toen hij kwam.

De strijd op Gilboa brandt los.

Saul buigt niet voor de Heere.

Hij doodt zichzelf. Dan moet hij buigen. Maar dan is het te laat.

E4 Wie raadt zoekt bij de duivel, komt bedrogen uit. Daarom: Geeft de duivel geen plaats, want wie God verlaat, heeft smart op smart te vrezen.

Maar wie op Hem' vertrouwt, op Hem alleen, ziet zich omringd met Zijn weldadigheden .

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen