JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

A Vertelschets -12

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

A Vertelschets -12

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is de zondag na pasen in 1521. In de grote kerk van Erfurt, een stadje in Duitsland, zitten heel veel mensen bij elkaar. Niet alleen benéden, maar ook op de galerij zit het stampvol. De voorganger preekt over de verschijning van de Heere Jezus aan de tien discipelen nadat Hij uit het graf is opgestaan.

Plotseling wat is dat? Midden onder de preek beginnen de balken van de overvolle galerij te kraken. De mensen schrikken, omdat ze denken dat de kerk instort. Ze willen door de ramen in de tuin springen. Hóór ! Wat zegt de voorganger daar, met een rustige stem? "Blijf kalm, lieve mensen, het is de duivel, die een schijngevecht begint, wees kalm; er is géén gevaar. Ik ken je wel satan", voegt hij er aan toe.

En....de mensen worden rustig en gaan weer zitten. De voorganger preekt gewoon verder. Weet je hoe de voorganger heet?

Het is Maarten Luther, een professor in de theologie, dat is in de godgeleerdheid. Daarom noemen ze hem doctor Maarten Luther. Hij is dus heel geleerd. Luther komt uit Wittenberg; daar geeft hij studenten les in theologie; hij legt uit wat in de Bijbel geschreven staat. Luther is nu heel veel met de Bijbel bezig. Hij leest in de taal van de geleerde mensen van die tijd: latijn.

Daarin leest hij dat de mens alleen uit genade, door 't geloof, door 't bloed van de Heere Jezus behouden kan worden. Hij merkt dat er in het roomse Duitsland veel dingen gebeu

Hij merkt dat er in het roomse Duitsland veel dingen gebeuren, die niet met de Bijbel kloppen. Weet je wat bijvoorbeeld? De paus is het hoofd van de Roomse Kerk, hij heeft gezegd: "Als je iets verkeerds hebt gedaan, dan moet je maar een aflaat kopen". Dat is een soort bewijs waarop staat dat je betaald hebt voor je zonde. Dus dat betekent dat de mensen wordt wijs gemaakt dat niet Gód de zonde vergeeft, maar de paus, die rijk wordt van al dat aflaatgeld! Hij heeft zelfs een man benoemd, Tetzel, die de hele aflaathandel moet regelen. Maarten Luther gehoorzaamt de paus niet, maar is Gód gehoor

zaam. Hij weet zich onderworpen aan het Woord van God en noemt de paus de antichrist. Je begrijpt dat de vijanden van Luther hem dit niet in dank afnemen. Ze stellen voor om hem in de pauselijke ban te doen. Weet je wat dat is? Dan word je helemaal buiten de kerk gezet, niemand wil zich meer met je bemoeien. Je kunt ook niet meer zalig worden, omdat Christus alleen de paus de macht daarvoor zou hebben gegeven. Paus Leo X heeft op 15 juni 1520 zijn handtekening onder de ban gezet. Luther heeft geen ontzag voor de ban. Hij stuurt de paus een brief in het latijn waarin hij zegt: Sola Scriptura. Alleen de Schrift. Alleen het Woord van God heeft waarde. Ik

moet naar de Bijbel luisteren in plaats van naar u! Ook verbrandt hij de pauselijke banbul. Ondanks het feit dat zijn leven gevaar kan lopen, gaat Luther op reis. Want in Worms zal de Rijksdag gehouden worden. Keizer Karei V, die pas aan de regering is gekomen, houdt in Worms zijn eerste vergadering met de duitse vorsten en overheden. Ook keurvorst Frederik de Wijze uit de duitse streek de Paltz zal komen. Hij heeft Luther indertijd benoemd tot professor in Wittenberg. En nu heeft deze keurvorst, het voor elkaar gekregen, dat Luther op de Rijksdag gehoord zal worden. Daarom krijgt de jonge professor van de keizer een vrijgeleide. Tijdens de reis van Wittenberg naar Worms wordt hij beschermd. Onderweg komt hij door Erfurt. Daar spreekt hij in de kerk. Daar gingen de balken kraken, weten jullie dat nog?

Zó reist hij steeds dichter naar Worms toe. Op 16 april 's mor- gens om 10 uur kondigen de trompetters op de transen van de toren van de Domkerk te Worms aan, dat er weer een officiële gast de poort binnenrijdt. Het is zó druk in de stad dat de mensen zelfs op 'de daken van de huizen een plaats hebben gezocht om Maarten Luther te zien binnenrijden. Geen bed is meer vrij; ook Luther moet zijn kamer met twee bekenden delen. Nog één nacht en dan 't Is woensdag 17 april 1521. Vanmiddag om vier uur moet Luther voor de keizer en de andere vorsten verschijnen. De maarschalk en de heraut van de Rijksdag komen doctor Maarten Luther afhalen. Als ze op straat komen is er zó'n gedrang van mensen die Luther willen zien, dat het onmogelijk is over de straat het paleis te bereiken. Dóór een woonhuis, door tuinen wordt hij naar de plaats van verhoor gevoerd. Onderweg roept iemand hem nog toe:"Wees een man en vrees niet voor degenen die slechts het lichaam kunnen doden".

Eindelijk staat Luther, 37 jaar oud, voor de keizer. Het verhoor gaat beginnen. In de zaal staat een tafel waar de boeken, die Luther geschreven heeft, op liggen. De eerste vragen worden door de kanselier gesteld: "Zijn de hier op tafel liggende boeken van u?" Luther antwoordt: "De boeken zijn van mij - en ik heb er meer geschreven". De kanselier geeft dan Luther in de mond: "Verdedigt ge al deze boeken, of zijt ge bereid er een deel van te herroepen?" Luther zet zich schrap. En iets luider dan zoeven zegt hij: "Dat is een zaak die Gods Woord aangaat en de zaligheid der zielen. Ik zou niet graag iets ondoordachts zeggen, zo gauw zegt men te veel of te weinig. Je kunt zowel door het een als door het ander komen te vallen onder het oordeel van Christus: hij die Mij verloochent voor de mensen, zal Ik verloochenen voor Mijn hemelse Vader. Geef me de tijd om er nog even over na te denken".

Luther krijgt zijn uitstel, vierentwintig uur later moet hij weer antwoorden op dezelfde vraag. Luister wat hij zegt.

"Wanneer ik niet overtuigd wordt door het getuigenis der Schrift of duidelijke bewijsgronden, ben ik door de bijbelplaatsen die ik aanhaalde overwonnen en mijn geweten is gebonden in het Woord Gods. Herroepen kan en wil ik niets, want het is gevaarlijk en onjuist iets tegen het geweten te doen".

De kanselier doet een laatste poging: "Laat uw geweten toch lopen, Martinus. Denkt ge dat gij alleen recht hebt en dat heel het heilig concilium, zoveel wijze bischoppen en heren, altijd hebben gedwaald?" Lther: "Ja, ze hebben gedwaald in vele opzichten, dat is duidelijk. Ik kan het bewijzen, God helpe mij, amen".

Hier belijdt Luther het weer: SOLA SCRIPTURA, dat is: alleen wat in de Bijbel staat is zéker waar. Daar gaat het om in de reformatie van Maarten Luther. Straks zal hij de Bijbel voor het duitse volk vertalen. Het Woord van God, dat eeuwenlang is weggedrongen door de Roomse kerk, heeft hij aan het volk teruggegeven.

Net als de apostel Paulus, mag Luther belijden: "Wij hebben het profetisch Woord, dat zeer vast is"

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 oktober 1983

Mivo -16 | 54 Pagina's

A Vertelschets -12

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 oktober 1983

Mivo -16 | 54 Pagina's