JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

B. Vertelschets +12

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

B. Vertelschets +12

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zijn er ook vandaag nog kinderen van God? Is het niet net, alsof de satan het steeds meer voor het zeggen heeft in deze wereld? Merk je er in jouw leven iets van, dat de Heere regeert? Of heeft de duivel ook in jouw leven het nog voor het zeggen?

Het lijkt wel, alsof de Heere Jezus deze vraag stelt in de geschiedenis, waarover we vandaag willen nadenken. "Doch de Zoon des mensen, als Hij komt, zal Hij ook geloof vinden op de aarde?" In de tijd, dat de Heere wederkomt, de eindtijd dus, de laatste tijd, dat deze wereld zal bestaan, lijkt het wel, alsof satan met een laatste krachtsinspanning probeert om het werk van de Heere te verstoren.

Over die tijd gaat het in het voorafgaande hoofdstuk, Lukas 17, en met de vraag of de Heere, als Hij komt, nog geloof zal vinden op de aarde, besluit Hij de gelijkenis van de onrechtvaardige rechter. In die moeilijke laatste tijden, waarin, zoals de apostel Petrus schrijft, de wederpartij, de duivel, rondgaat als een briesende leeuw, zoekende wie hij zou mogen verslinden, wil de Heere Jezus ook ons door deze gelijkenis iets leren.

In een gelijkenis gebruikt de Heere Jezus een eenvoudig beeld uit het dagelijks leven, dat alle mensen wel kennen. Daarmee wil de Heere Jezus duidelijk maken, wat Hij bedoelt. Maar bedenk dan wel, dat in de Bijbel ons ook getekend worden de farizeeërs en schriftgeleerden, die zichzelf veel te hoog achten voor zo'n eenvoudige geschiedenis. Zij verwerpen de boodschap van de Heere Jezus.

Zullen we dit bedenken, als we naar deze gelijkenis gaan luisteren? Dat het van tweeën één is, öf we leren er de bijbelse boodschap beter door verstaan, öf we verwerpen, wat de Heere ook ons te zeggen heeft.

In die laatste tijden, waarin hoe langer hoe meer afgerekend wordt met de Heere en Zijn dienst, is het ook te begrijpen, dat de Heere Jezus spreekt over een rechter, die God niet vreesde en geen mens ontzag. Een man, die afgerekend heeft met het naleven van de wetten en geboden des Heeren, en dan te bedenken, dat het juist zijn taak was om die wetten en geboden te handhaven. Denk maar eens aan de manier, waarop bijvoorbeeld Mozes, Samuël, Da- vid en Salomo als voorgangers over het volk de Heere hebben gediend ook in de rechtspraak.

Toch zijn ook in de Bijbel de voorbeelden te vinden van rechtspraak waarbij afgerekend wordt met de dienst des Heeren. Denk maar eens aan Achab en Izebel, die Naboth onschuldig hebben laten doden. Ook de veroordeling van de Heere Jezus door het Sanhedrin en Pilatus kunnen we dan noemen.

In dezelfde stad als de rechter woont ook een weduwe. Een vrouw, die het nodige heeft meegemaakt in haar leven. Zij is haar man verloren. Ze staat nu voor alle zaken alleen. Daar komt nog bij, dat ze belaagd wordt door een wederpartij, een vijand, iemand die het haar' erg moeilijk maakt. De Bijbel vertelt niet, wat de moeilijkheden precies waren. Wel weten we, dat haar niet anders overbleef, dan om naar die rechter toe te gaan om hulp te vragen. Daar klinkt haar klacht: "Doe mij recht tegen mijn wederpartij". De ware aard van de rechter komt dan boven. Het is een ruwe ongodsdienstige man die zelf wel zal bepalen wat hij doet. Hij heeft geen enkele zin om zich met de weduwe in te laten. De Bijbel zegt ons: "En hij wilde voor een lange tijd niet". Die vrouw heeft het dus niet bij één keer gelaten. Een lange tijd, telkens weer, is zij naar de rechter toegegaan. Ondanks dat haar verzoek iedere keer wordt afgewezen, komt ze een lange tijd, iedere keer weer, naar de rechter toe. Zo dikwijls komt ze bij de rechter dat deze er schoon genoeg van krijgt. En heus niet, omdat hij er genoeg van krijgt om de wetten te verdraaien.Hij zegt het openlijk: "Hoewel ik God niet vrees en geen mens ontzie " En toch wil hij van die vrouw af. Als zij iedere keer blijft komen, zal zij hem nog een keer het hoofd breken. Letterlijk staat er in de Bijbel: in het gezicht slaan, met kinnebakslagen iemand het hoofd versuft en bedwelmd maken. Laat hij haar dan maar recht doen, dan is hij van haar af.

Tot zover de gelijkenis, die de Heere Jezus vertelt. Met een beeld uit het dagelijks leven maakt Hij duidelijk, wat Hij de hoorders wil zeggen. En dan geeft Hij Zelf de betekenis. "Hoort wat de onrechtvaardige reèhter zegt". En niet alleen Zijn hoorders van toen. Ook ieder, die nu naar de gelijkenis luistert, wordt ge- vraagd zijn oren te spitsen. "Hoort 1 ."

De Heere Jezus maakt de vergelijking. De weduwe uit de gelijkenis had met zo'n ontaarde rechter te maken. Maar wat een verschil dan tussen die aardse rechter en de Heere. De Heere hoort Zijn kinderen altijd die dag en nacht tot Hem roepen. Hij laat ze wel eens wachten, maar ze ontvangen altijd antwoord. Hij is niet zoals deze rechter waar je niet op aan kan. De Heere,is niet uit op het verderf en de ondergang van één mensenkind, integendeel, Hij heeft gezworen geen lust te hebben in de dood van de goddeloze, maar dat hij zich bekeren en leven zou. Hij spoort in Zijn Woord aan: "Bidt en u zal gegeven worden; zoekt en gij zult vinden; klopt en u zal opengedaan worden". Groter verschil tussen die aardse rechter en de Heere is niet denkbaar. Maar ga nu zelf eens naast die weduwe staan. Zij had met een onrechtvaardige rechter te maken, en toch bleef ze aanhouden. Iedere keer weer ging ze naar hem toe.

De wederpartij, de vijand benauwde haar zo, dat zij om hulp moest vragen. Heb jij in jouw leven ook hulp nodig? Er is een vijand, die het op je ondergang gemunt heeft. Heb jij geen last van je eigen ik, waardoor je iedere keer opnieuw eerst aan jezelf denkt, en dan pas aan de Heere en je naaste? Waar gaat het om in jouw leven, om tijdschriften en romannetjes? Vind je die voetbalwedstrijden zo geweldig mooi? Besteed je alle aandacht aan je mooie kleren? Of is er iets anders waar je leven om draait? Wat heeft de duivel een middelen om je aandacht gevangen te houden, zodat we niet aan de Heere denken. Juist in onze tijd, waarin de satan zijn laatste krachten ontplooit, is er maar Eén, Die je uit de macht van satan kan verlossen. Vraag de Heere dagelijks, of Hij je bekeren wil. Of je in plaats van onderdaan van de duivel onderdaan van Koning Jezus mag worden. Paulus schrijft het ook aan de Thessalonicensen: "Bidt zonder ophouden'. 11

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 februari 1983

Mivo -16 | 27 Pagina's

B. Vertelschets +12

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 februari 1983

Mivo -16 | 27 Pagina's