JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

D. Achtergrondinformatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

D. Achtergrondinformatie

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

1. De meningen over Jozef lopen zeer uiteen.

- De eerste mening is als volgt: Jozef is een door en door verwend en daardoor verwaand kereltje.

Hij klikt van zijn broers om bij zijn vader in de gunst te komen en heeft het bijzonder goed met zichzelf getroffen. Als hij dan nog droomt dat zijn familie zich voor hem zal buigen, streelt dit zijn trots en zijn hoogmoed wordt steeds groter, vandaar dat hij het niet kan laten te vertellen. Dat God hem desondanks toch wilde gebruiken voor Zijn grote verlossingsplah is alleen genade.

- Een tweede mening is dat Jozef een jongen is die van jongsaf de Heere vreest, die strijdt tegen de zonde, die ook in zijn hart woont. Het is niet iemand die zonder zonde is, die als een "betere" tussen zijn slechte broers leeft, maar iemand met veel genade, waardoor hij staande kan blijven. Inderdaad wordt hij verwend, maar hieraan maakt Jacob zich schuldig. Dat hij zijn dromen tot twee keer toe vertelt komt, omdat hij er zo vol van is (kun je / an een jongen van zeventien jaar meer wijsheid verv/achten?). Hij gelooft dat de dromen van de Heere zijn, omdat de Heere Zich toen door dromen openbaarde.

In deze schets is gekozen voor de laatste mening. Het is niet de bedoeling Jozef voor te stellen als zo'n "brave jongen" maar als iemand die door Gods genade bewaard werd voor de zonde. Uit afkeer van de zonde stelde hij zijn vader op de hoogte van het gedrag van zijn broers.

Enkele redenen voor deze keuze:

- Jozef deed niet mee met de zonden van zijn broers;

- hij ging gehoorzaam naar Sichem, hoewel het een gevaarlijke, lange en vermoeiende reis was;

- hij bleef de Heere dienen bij Potifar;

- toen hij de gelegenheid kreeg zelfs over de vrouw van Potifar te beschikken, weigterde hij aan de verzoeking toe te geven. Niet uit angst voor Potifar, maar uit afkeer van het zondigen tegen God;

- nergens staat er in de Bijbel één' klacht van Jozef toen hij onrechtvaardig de gevangenis in moest;

- ook daar diende hij de Heere en de Heere zegende hem;

- toen zijn broers in Egypte kwamen, werd hij niet'beheerst door wraakgevoelens, hoewel hij hen wel beproefde.

Nogmaals, Jozef is niet iemand zonder zonde, maar iemand die van jongsaf de Heere vreesde en dan zie je vaak zoals bij Jozef, een teer, nauwgezet leven.

2. Dromen hebben in onze tijd geen funktie meer als openbaringsvorm. Wij hebben de Bijbel waarin God ons bekend maakt, hoe wij zullen leven en handelen.

In de tijd van Jozef was dit geschreven Woord er nog niet, de Heere openbaarde Zich o.a. door dromen. Jozef wist dat, hij had ongetwijfeld gehoord van de droom van zijn vader Jacob te Beth- El, en hij geloofde dat ook deze dromen van de Heere waren. Ze waren voor hem, wat de beloften in de Bijbel voor Gods kinderen zijn. Hij mocht er zich door het geloof aan vastklemmen. Ze hadden dus een grote betekenis voor hem.

3. Dat Jacob Jozef verwende is misschien begrijpelijk, maar absoluut af te keuren. Het werkte de jaloezie van de broers in de hand. Ze waren echter boos op de verkeerde: Jozef kon het niet helpen dat zijn vader hem verwende.

4. Sichem lag + 80 km ten noorden van Hebron, waar Jacob woonde (Gen. 35; 33:14). Door de verdrietige gebeurtenisssen (Gen 34) was hij uit Sichêm weggegaan. Dothan lag nog weer + 20 km ten noorden van Sichem.

Toch doet Jozef gehoorzaam wat zijn vader van hem vraagt. Iemand die de Heere wil dienen en gehoorzamen wil ook zijn ouders gehoorzamen.

De lange weg was erg gevaarlijk. Vooral 's nachts vormden roofdieren er een grote bedreiging, en Jozef zal er toch ook enkele nachten hebben moeten doorbrengen vanwege de grote afafstand. Dothan lag in het midden van KanaSn. (Zie ook het kaartje op de verwerkingsbladen).

5. De kooplieden waren afkomstig uit Babel en gingen door Gilead en KanaSn naar Egypte. Dothan lag juist aan deze grote handels-weg. Ze hadden allerlei specerijen bij zich, die in Egypte gebruikt werden bij het balsemen van de doden en het maken van mummies.

6. Jacob had eens zijn vader IzaSk bedrogen met een geitebokje; nu werd hij er zelf mee bedrogen.

Jacob heeft moeten ervaren wat er staat in de tien geboden: die de misdaden der vaderen bezoekt aan de kinderen!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 september 1982

Mivo -16 | 39 Pagina's

D. Achtergrondinformatie

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 september 1982

Mivo -16 | 39 Pagina's