Elisa in Sunem

Elisa

Hij wordt ons getekend als een vaderlijke, een zachte en vriendelijke gestalte, steeds tot hulp bereid en door Gods kracht daartoe in staat. Hij heeft een innige geloofs- en gebedsgemeenschap met zijn God. Hij heeft oog voor de grootste maar ook voor de kleinste noden van vrienden en volksgenoten, ja zelfs van vreemden.

De Sunamietische

Ze staat ons voor ogen als een hartelijke flinke vrouw. Haar lust is anderen te ontvangen, maar vooral Gods volk. Ze behoorde bij de 7000 die de knie voor Baäl niet gebogen hadden.

De aanvankelijke weigering van de Sunamietische

We moeten die weigering van de vrouw (vers 13) om een verzoek tot de koning of krijgsoverste te richten niet als hoogmoed zien, maar als uiting van bescheidenheid. De familie kon haar belangen wel behartigen en buitengewone wensen waarvoor ze de koning nodig heeft, koestert ze niet.

Kinderloosheid

Geen kinderen te hebben was voor een Israëlitische vrouw een grote schande. Kinderloosheid werd gezien als een vloek of een straf. Een vrouw die geen kinderen kreeg, had geen plaats in de belofte van God aan Abraham dat zijn nageslacht zou zijn als het zand der zee. Alleen een vrouw die moeder was, bouwde daadwerkelijk mee aan het volk waaruit de Messias geboren zou worden. Het ging dus niet alleen om het missen van de moedervreugde, maar het had ook een diepe godsdienstige betekenis.

Toevallig?

De Heere bestuurt, er is geen toeval, naar ook geen noodlot. We spreken wel van "toevallig" als er iets gebeurt, dat wij van te voren niet kunnen bezien. In eigenlijke zin bestaat het niet. Wij moeten Zijn hand overal in zien, niet alleen in de schokkende gebeurtenissen, maar ook in het heel gewone leven van iedere dag. Wij hebben God al te veel uit het dagelijks leven geweerd. Wij denken, spreken en handelen dikwijls zo werelds. Als we bijvoorbeeld zeggen: "Ik heb geluk gehad", of "Ik heb pech gehad", dan is dat een praktische ontkenning van Gods voorzienigheid.

Elisa als type van Christus

In het leven van Elisa zijn verschillende momenten waar hij als type van Christus herkenbaar is.
- Elisa nam zijn intrek in dit gezin in Sunem. Maar wat is het een groot voorrecht als de Meerdere Elisa, de Heere Jezus Christus, bij ons Zijn intrek neemt. Deze Meerdere Elisa roept het ons toe: "Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Indien iemand Mijn stem zal horen en de deur open doen, Ik zal tot hem inkomen en Ik zal avondmaal met hem houden en hij met Mij." De Heere klopt ook aan ons hart. Hebben wij de deur van ons hart al eens voor Hem mogen open doen? Als wij onze deur gesloten houden, zullen we ook eens voor een gesloten deur staan.
- De diepbedroefde Sunamietische komt bij Elisa en valt aan zijn voeten. Gehazi wil haar afstoten, maar Elisa zegt: "Laat ze geworden, want haar ziel is bitterlijk bedroefd". De Sunamietische komt met al haar nood aan Elisa's voeten. Dat was de rechte plaats. Zo mogen ook wij met al onze noden, ons verdriet, en al wat ons drukt, aan de voeten komen van de Meerdere Elisa. Dan kan er veel zijn dat ons probeert af te stoten, maar Christus zal zeggen: "Laat ze geworden, want die tot Mij komt, die zal Ik geenszins uitwerpen." De vrouw kon door haar bewogenheid Elisa geen ordelijk verhaal vertellen. Ze zegt alleen maar: "Heb ik een zoon van mijn heer begeerd? Zeide ik niet: Bedrieg mij niet." Toch begrijpt Elisa gelijk wat er gebeurd is. Dit is ook bij de Heere zo. We behoeven niet alles zo omslachtig te vertellen, want de Heere weet het toch wel. Elisa gaat met de vrouw mee en daar in huis gebeurt een groot wonder. Het kind staat op en wordt zijn moeder weer gegeven. Ook hierin is Elisa weer het type van Christus. Elisa werd als het ware één met dit dode kind en worstelde om het leven van dit kind. Zo is de Meerdere Elisa, de Heere Jezus, één geworden net dode zondaren. Want Dien, Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij zonde voor ons gemaakt, opdat wij zouden worden rechtvaardigheid Gods in Hem. Hij heeft geworsteld in Gethsemané, geworsteld op Golgotha en Hij heeft Zich in de dood overgegeven en die overwonnen. Door middel van Elisa werd maar één dode levend, maar door middel van Christus wordt een schare die niemand tellen kan levend. Laten we aan de Heere vragen of Hij Zijn Woord wil gebruiken om ons tot deze schare te brengen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen