Een slaaf van het geld
Achtergrondinformatie
Diana, de god van de Efeziers
Efeze was het centrum van de Dianaverering. Diana was de Latijnse naam voor de Griekse godin Artemis. Toch was het niet dezelfde godin want naast overeenkomsten waren er duidelijke verschillen te zien. Diana was de godin van de jacht. In Artemis zag men de schenkster van het natuurlijk leven. De Artemis van Efeze was niet de Griekse Artemis, maar ze leek meer op de Astarte van de Kanaänieten en op de grote Moeder van Frygië. Hier hebben we te maken met een vermenging van verschillende godsdiensten, een verschijnsel dat in de dagen van Paulus veel voorkwam (syncretisme).
Het beeld van Diana zou uit de hemel gevallen zijn (Hand. 19: 35). De tempel waarin het beeld stond, was één van de zeven wereldwonderen, en werd door vele pelgrims bezocht. Het marmeren hoofdgebouw stond op een geweldig platform dat ruim 60 bij 120 meter groot was. Het werd gedragen door 127 zuilen met gebeeldhouwde voetstukken. Door de achteruitgang van de handel was de tempel van Diana belangrijker voor het economische leven van Efeze dan ooit. Vele mensen deden er hun voordeel mee. We denken dan met name aan de zilversmeden, die hun tempeltjes vervaardigden.
De tempel was een centrum van prostitutie, tevens een bewaarplaats voor persoonlijke en algemene schatten en de tempel bezat ook het recht van asiel, d.w.z. misdadigers konden er een schuilplaats zoeken. De magie had vele aanhangers in Efeze. Inscripties op muren en gebouwen gaven blijk van de heersende bijgelovigheid. Kwakzalvers verdienden veel geld met hun adviezen.
De tijd waarin dit verhaal zich afspeelt
In 1 Kor. 16: 8 vermeldt Paulus, dat hij van plan is "tot de pinksterdag in Efeze te blijven". In Hand. 20: 1 staat echter weer, dat Paulus Efeze direct na het oproer verlaat. Dit werpt enig licht op het verhaal. De meimaand was in het bijzonder aan de Diana der Efezeren gewijd. Dan was er een grote bijzondere bijeenkomst. Van heinde en ver kwamen hele gezinnen naar Efeze om de sport- en muziekwedstrijden bij te wonen. Verder om te genieten van de verschillende vermakelijkheden, die van de dagen en de nachten één lang feest maakten. Dat was dus een goede tijd voor de zilversmeden. In plaats daarvan gingen de zaken dit jaar slecht. Het evangelie had zich namelijk al zover uitgebreid, dat de vraag naar beelden afnam.
Afgodendienst
In vers 26 hebben we een voorbeeld van de neiging om afbeeldingen en voorwerpen te aanbidden of als beschermmiddel (amulet) te gebruiken. De meer ontwikkelden beschouwden de beelden niet als werkelijke goden, maar het volk deed dit wel, zoals Demetrius dit uitdrukt, wanneer hij zich er over beklaagt, dat Paulus leert, dat het geen goden zijn, die met handen gemaakt worden.
Alexander
Hij is een Jood, die waarschijnlijk christen geworden is. Zijn volksgenoten, die hem haten, willen hem nu aan de woede van de menigte overleveren.
Actualisering van dit onderwerp
1. Ook in onze tijd worden veel symbolen gekocht en gedragen, waarvan de betekenis puur goddeloos is. Denk niet alleen aan sterrebeelden die duidelijk met bijgeloof te maken hebben, maar bijv. ook aan het "ban-de-Bom-teken".
2. De mensen in het theater waren uitzinnig. Zijn de massa's supporters in de stadions in ons land ook niet vaak uitzinnig? Sporthelden worden sportgoden.
3. Ook filmsterren worden door de jeugd vereerd. Hoevelen kopen muziekbladen, om maar méér van die "afgoden" te weten te komen.
4. Demetrius zag zijn inkomen dalen en hij werd kwaad. Ook in onze tijd zien veel mensen hun inkomsten achteruitgaan. Ook dan horen en zien we boze vakbondslieden.
Geld
Geld is een machtige uitvinding. In een kleine munt of een stukje bankpapier zitten vele mogelijkheden opgehoopt: koopkracht, werkkracht, voedsel, ontspanning, vervoer, macht, eer, enz. enz. Je kunt er bijna alles voor krijgen. Bijna, want veel grote zaken kunnen er niet mee bereikt worden: geluk, vrede met God, eeuwig leven. Maar wie veel geld heeft wordt niet voor niets een vermogend man genoemd. Hij kan zelfs beschikken in onze wereld over zaken als oorlog of vrede.
Oorlog of vrede. Goed of kwaad. Beide kunnen door het geld bewerkt worden. Daaruit blijkt, dat het geld niet goed of slecht te noemen is, maar dat beslissend is, wie er mee omgaat en hoe hij of zij dat doet. Het wel of niet hebben van geld kan beide ook gevaarlijk zijn. Agur, een wijs man zei het zo: "Armoede of rijkdom, geef mij niet, voed mij met het brood mijns bescheiden deels; opdat ik, zat zijnde, U dan niet verloochene en zegge: "Wie is de Heere?" Of dat ik, verarmd zijnde, dan niet stele en de Naam van mijn God aantaste".
Uiteindelijk is God de bezitter van alles: Mijn is het zilver en Mijn is het goud (Haggaï 2: 9). Wij zijn slechts rentmeester. In Matth. 24 wordt verteld wat er met ons zal gebeuren als we dit niet beseffen en doen alsof alles van ons is. Zoals een rentmeester verantwoording moet afleggen over het beheer van het bezit van een einder, zo zullen wij verantwoording moeten afleggen over het beheer o.a. van ons geld.
Geld voor de afgod of geld voor de actie
Hoeveel jongelui geven geld uit voor popmuziekbladen, voor voetbalkranten of voor slechte romannetjes? Het is allemaal weggegooid geld! Wat zou dat geld veel beter besteed kunnen worden. Bij voorbeeld voor de vluchtelingen in het kamp Vinai. Voor die mensen willen wij proberen geld bijeen te brengen voor schoolgebouwtjes, voor lesmateriaal en voor Bijbels. Wat denk je, is het geld dat velen van jullie uitgeven voor zondige lectuur, niet veel beter besteed voor de actie "Onderwijs aan vluchtelingen"?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 februari 1981
Mivo -16 | 28 Pagina's
