De keus van Lot
Achtergrondinformatie
Bij de tekst
Vers 1: Naar het zuiden. Dit is: het zuiden van Israël.
Vers 6: Het land was te klein om samen te wonen; er was niet genoeg voedsel.
Vers 7: Kanaänieten en Ferezieten: twee stammen die in het land Kanaän woonden in de tijd dat Israël het land veroverde. De aanduiding van deze volken is een staande uitdrukking die meermalen voorkomt. Vergelijk Gen. 11: 6.
Vers 10: De vlakte van de Jordaan: een zeer vruchtbare streek bij de Jordaan. Waar nu de Zoutzee of Dode Zee ligt, lag vroeger het vruchtbare Siddimdal. Sodom, Gomorra, Adama en Zeboïm zijn vier steden die waarschijnlijk in het zuidelijk gedeelte van de Dode Zee lagen. Zij werden verwoest om hun grote goddeloosheid.
Aantekeningen bij het verhaal
- God heeft Abram en Lot beiden gezegend met een grote kudde. Maar de zegen van God wordt door ons, mensen, van nature misbruikt. Dat gebeurt ook als een kind van God niet dicht bij de Heere leeft. Dan is er geen gebed om door de kracht van Christus de zonde in eigen leven te mogen doden. We zien in Lot de begeerte naar rijkdom, de hebzucht, het verlangen naar méér, dat in ieder mens woont. Bij Adam is het begonnen, hij wilde ook meer: hij wilde als God zijn.
Daar lijnrecht tegenover staat de bereidheid van de Heere Jezus om arm te worden. Hij heeft Zijn rijkdom verlaten om arm te worden en anderen rijk te maken. 2 Kor. 8: 9: "Want gij weet de genade van onze Heere Jezus Christus, dat Hij om uwentwil is arm geworden, daar Hij rijk was, opdat gij door Zijn armoede zoudt rijk worden."
- Lot koos voor zich de vlakte van de Jordaan. Hij verliet daarmee de plaats van de bediening van het genadeverbond (patriarchale vorm). Abram was ambtsdrager (vers 4 en 18). De Heere maakte aan hem Zijn woorden bekend. Hij had Abram bekend gemaakt dat Hij uit hem Zijn kerk zou bouwen (hfdst.12). Dat Lot wegtrok van Abram, de plaats van de bediening van het genadeverbond, zouden we in deze tijd kunnen vergelijken met het gaan wonen in een streek waar geen zuivere kerk gevonden wordt.
- Lot sloeg zijn tenten op tot aan Sodom (vers 12). Hij heeft de verleiding van deze stad echter niet kunnen weerstaan. Misschien meegetrokken door zijn vrouw en kinderen (die willen toch óók wel eens wat!) is hij later in de stad gaan wonen. Lot bracht zichzelf én zijn gezin in de verleiding. Blijf uit de buurt van allerlei wereldse vermaken. Al denk je sterk te staan, als je gaat kijken bij een kermis, motorrace of carnaval kom je snel onder de bekoring en in de verleiding mee te doen.
- Lot koos verkeerd, maar hij wordt nog gewaarschuwd. In hoofdstuk 14 lezen we over de verovering van Sodom door Kedor-Laomer. Ook Lot wordt gevangen genomen, maar door Abram bevrijd. We lezen niet dat Lot deze waarschuwing ter harte heeft genomen. Hoe vaak worden wij niet opgeschrikt, door ernstige ziekte, door een ongeval van onszelf, een vriendje of een klasgenoot? Zien we dit als waarschuwingen of leven we er als "toevalligheden" aan voorbij ?
- 2 Petr. 2: 7 - 9a: "En de rechtvaardige Lot, die vermoeid was van de ontuchtige wandel der gruwelijke mensen, daaruit (nl. uit Sodom) verlost heeft; (Want deze rechtvaardige man, wonende onder hen, heeft dag op dag zijn rechtvaardige ziel gekweld, door het zien en horen van hun ongerechtige werken). Zo weet de Heere de godzaligen uit de verzoeking te verlossen". Lot was een kind van God, hij wordt gered, maar ternauwernood. Zijn keus heeft droevige gevolgen gehad. Het heeft zijn vrouw het leven gekost (die in een zoutpilaar veranderde) en zijn zonen Moab en Ammon zijn de grote vijanden van het volk Israël geworden. We lezen de diep zondige daad van Lots dochters en de geboorte van deze zonen aan het eind van hoofdstuk 19.
- Wij staan vaak voor een keus. Door de werking van Gods algemene genade, wordt de zonde getemperd zodat er een gezin en samenleving mogelijk is. Daardoor komen we voor het oog van de mensen vaak tot een goede keuze, maar God ziet het hart aan. Al wat niet uit het geloof is, is zonde (Rom. 14: 23). In allerlei dingen kunnen we een goede keus doen, maar we zoeken altijd onszelf, tenzij we zijn wedergeboren. En dan nog moeten we voor struikelen bewaard worden. Als God ons leven vernieuwt gaan we in beginsel weer willen wat God wil. Maar dan zien we ook dat de zonde nog de overhand kan krijgen in het leven van Gods kinderen. Kijk maar naar David, met Bathseba, naar Lot in Sodom, en naar andere bijbelheiligen. Het is nodig dat de Heere hen telkens opnieuw opzoekt. (Ps. 116: 1: "En redt mij kéér op kéér). Lot keert niet zelf terug uit Sodom, maar het is de Héére die hem redt. Gods trouw en opzoekende liefde staan tegenover onze ontrouw en vijandschap.
Het wonen in tenten
Een tent als woning was voor de aartsvaders erg gemakkelijk, omdat ze een zwervend bestaan leidden. Zo'n tent rust op palen. Een niet al te grote tent heeft 9 palen, geplaatst in rijen van 3. Elke paal steekt ongeveer 2 meter boven de grond uit, alleen de middelste 3 zijn wat langer. Dat is voor het regenwater, zodat er geen plassen op het tentdoek blijven liggen. Grote gezinnen hebben grotere tenten nodig. In dat geval maakt men meer rijen palen en een langer tentdoek.
Het opzetten en afbreken van de tenten is het werk van de vrouwen. Eén van de vrouwen moest dan eerst onder het doek kruipen en in het midden een paal overeind zetten. Dat was een benauwd karweitje. Aan het doek zitten touwen met lussen, en daarmee wordt de tent stevig met pennen op de grond bevestigd. De tent was bruin of zwart, gemaakt van geiten- of kemelhaar. Het doek wordt heel dik geweven, zodat het haast overslijtbaar is. Binnenin is het rechtergedeelte de mannenafdeling, achter een gordijn is de vrouwenafdeling. De vrouw kan dus alles verstaan wat er besproken wordt (Sara, als de drie mannen op bezoek komen).
Gewoonlijk woont er een hele familie in een tentenkamp bij elkaar (denk aan Jacob en zijn twaalf zonen). Zo'n tentenkanp moest in de buurt van water staan. De waterbronnen zijn dus heel belangrijk. Vaak twistte men om het bezit ervan. De herders van Abram en Lot twistten hierover ook met elkaar.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 september 1980
Mivo -16 | 31 Pagina's
