JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Kerstfeest voor Bunny Lake

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerstfeest voor Bunny Lake

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Langzaam loopt "Oude Tom" door de straten van het stadje Stradford. Elke dag moet hij de weinige lantaarns, die het stadje bezit, aansteken. Even vonkt er een vlammetje in de schemer die het stadje bedekt. Een vaag licht beschijnt het gezicht van "Oude Tom". En als je goed kijkt, zie je waarom hij zo genoemd word: rimpels doorploegen zijn verweerd gelaat, maar zijn ogen tintelen vrolijk. Fijn werk vindt hij het om lichten die de duisternis verdrijven te ontsteken.
Rond de figuur van Oude Tom hangt een waas van geheimzinnigheid. Daar komt nog bij, dat hij alleen in een klein huisje woont. Slechts af en toe komt vrouw Lake z'n huisje schoonmaken. Verder zorgt hij voor zichzelf. Niemand weet waar hij vandaan komt. Zomaar op een dag was hij er en liep neuriënd door de straten en stegen. Het lijkt wel of hij altijd zingt. Zo ook vandaag: "Het Licht dat nu ontstoken is". Peinzend staat hij even stil, hij denkt aan Hem, de Heere Jezus, die het licht ook in zijn hart ontstoken heeft. Had de Heere hem niet uit de diepte van ellende getrokken met koorden van goedertierenheid? Een rijtuig ratelt door de straat en rukt de Oude Tom uit zijn overpeinzing. Kom, hij moet voortmaken. Nog even en dan zal het donker zijn. Er zit de hele dag al sneeuw in de lucht en het duurt dan ook niet lang of het begint te sneeuwen. Heel stil komen de grote vlokken naar beneden. Traag en statig zweven zij op de verveloze huisjes, die dicht tegen elkaar geleund staan. Alles krijgt een wollige witte laag. Het stadje, dat er anders zo armelijk en goor uitziet, verandert in een kerstplaatje. Alleen zullen er weinig mensen zijn in dit straatje, die oog hebben voor dit mooie. De kou, die bemerken ze meer. Want koud is het, deze winter van 1894. En veel geld voor turven is er niet. Ach, men is zo arm en er is zo weinig werk. Veel oude mensen sterven van honger en kou en ook zuigelingen en kinderen sterven.
Nu het morgen kerstfeest zal zijn, hebben de ármsten een halve liter melk en een brood extra gekregen. Ook Bunny Lake is het gaan halen. Voorzichtig lopend om niet te morsen komt ze het straatje in waar Oude Tom loopt. Negen jaar is ze pas, maar als je haar ziet lopen met haar bleke, koude gezichtje, dan lijkt ze net een oud vrouwtje. De bijna versleten omslagdoek van haar moeder om haar schoudertjes kan haar ook nu niet verwarmen. En ach, die voetjes zien rood en blauw van de kou. Geld voor schoenen is er al niet meer sinds vader zoveel drinkt. Gelukkig verdient Bunny's moeder nog wat bij door hier en daar te wassen voor rijke dames. Daar kunnen ze dan nog wat eten voor kopen. Ook houdt moeder het huis van Oude Tom schoon. En daar is de beloning eigenlijk nog het hoogst, vindt Bunny, want dan mag ze altijd mee, en krijgt ze een warme prak met een stukje spek erbij. En als dat op is dan ja, dan komt het mooiste wat er bestaat. Dan gaat Oude Tom voorlezen uit de grote platenbijbel voor kinderen. En gisteravond heeft hij verteld van de Heere Jezus, die geboren is in een stal, en van de herders in de velden, die de engelen hoorden zingen. En zachtjes heeft Bunny ook gezongen. Oh, ze verlangt er naar om weer te lezen, om de engelen weer te zien. Maar boven alles om neer van de Heere Jezus te horen. Ze weet al veel uit de platenbijbel Van Adam en Eva en waarom ze uit het Paradijs moesten... en van Abraham...
Oude Tom is inmiddels naast haar komen lopen en samen gaan ze een smalle steeg in. Het is stil, alleen de sneeuw kraakt onder hun voeten.
Een hoestbui verscheurt plotseling de stilte. De magere schoudertjes van Bunny schokken. O, ze moet weer zo hoesten en de laatste tijd zit er telkens bloed op haar hand als ze gehoest heeft. Ze durft het niet tegen moeder te zeggen. Die heeft al zoveel zorgen om vader. En het is haar nu al twee maanden gelukt het te verbergen! Oude Tom klopt haar bezorgd op de rug. Een golf bloed welt omhoog en stroomt over haar handjes. Verschrikt kijkt Oude Tom haar aan! "Kind, heb je dat wel meer?" Bunny is te moe om te antwoorden. Ze kan alleen maar knikken. O, ze voelt zich zo zwak. Bevend van moeheid leunt ze tegen Oude Tom. Deze neemt Bunny op z'n schouders. Met z'n ene hand houdt hij haar vast en met de andere neemt hij het brood en de melk mee. Snel naar huis! Oude Tom had wel eens meer gedacht dat er wat met Bunny was. Ze kon soms zo warm aanvoelen Een andere keer viel het hem weer op hoe mager ze was. Vol zorgelijke gedachten bereikt hij Bunny's huis.
Er is niemand thuis. Vader Lake zal wel weer in de herberg zitten. Moeder is nog aan het werk. De hele week gaat zij vroeg weg en komt laat terug. Ze heeft het zo druk, dat ze niet gemerkt heeft hoe ziek Bunny eigenlijk wel is. Als moeder 's avonds thuiskomt, kruipt ze direct in de bedstee. Ze is moe en bovendien spaart dat turf uit.
Deze week heeft moeder het helemaal druk. Bij al de dames moet ze meehelpen met voorbereiden van het kerstfeest. De hele dag braadt en bakt ze. Dan weer hier, dan weer daar. Met pijn in haar hart beseft ze dan hoeveel hier te eten is en hoe weinig thuis.
Thuis, ach moedertje Lake weet nog niet wat haar daar wacht, nu ze zich deze avond naar huis spoedt. Ze loopt voorzichtig, want ze kreeg wat eiereen en een pannetje soep met vlees mee. Wat zal Bunny daar van smullen! Misschien blijft vader deze kerstdagen ook wel thuis. Ze heeft wat meel gespaard en wat boter om lekkere koek te bakken. Zo spoedt moeder Lake zich moe, maar voldaan naar huis. Maar, wat is dat nu? De olielamp in het kamertje brandt. Als ze door het raampje naar binnen gluurt ziet ze Oude Tom bij het bed van Bunny. Wat zou er zijn? Zonder haar omslagdoek af te doen, snelt ze naar binnen. Ze ziet Bunny, en nú schrikt ze pas van haar kleur. Oude Tom vertelt wat er gebeurd is. "En" zegt Oude Tom, "er moet een dokter komen". Maar moeder wil dat niet, dat kost geld en dat hebben ze niet. "Toch moet er een dokter komen" zegt Oude Tom. En zijn stem klinkt als een bevel.
In haar bed ligt Bunny. Stil en bleek. Haar magere handjes liggen op de dekens. Even opent ze haar ogen als ze moeders stem hoort. "Bunny", zegt moeder, "Bunny". "Moeder", zucht Bunny, "ik ben zo moe, zo moe". Opnieuw overvalt haar een hoestbui en weer brengt zij bloed op. Dan zakt ze uitgeput terug in haar kussen. Moeder heeft het nu zelf gezien en ze richt zich wanhopig tot Oude Tom. "O, Tom, m'n Bunny, m'n Bunny", kreunt ze wanhopig. "M'n Bunny, en ik heb het nooit bemerkt". Verslagen zitten de twee bijeen als de dokter komt. Hij onderzoekt het zieke kind. O, het lijkt wel of ze de laatste uren nog witter, ja, haast doorschijnend is geworden.
Het gezicht van de dokter is bezorgd en als moeder angstig vraagt: "Is er nog hoop, dokter, is er nog hoop?" Dan zegt de dokter niets anders dan...."Och moedertje". En dan weet moeder Lake genoeg. Diep bedroefd zinkt ze in haar stoel neer. "Hoe lang nog?" stamelt ze. "Slechts kort" is het antwoord van de arts.

In de hoek van de herberg zit vader Lake. Hij heeft deze avond niet zoveel gedronken als anders. Herinneringen aan het kerstfeest vroeger bij zijn moeder zweven door zijn hoofd. Wat komen die herinneringen van vroeger toch vaak op hem af als hij drinkt. "Drinken is zonde" zei z'n moeder altijd. En vroeger geloofde hij wel wat z'n moeder zei en ook wat ze uit de Bijbel vertelde. Hij onderdrukt de gedachte. Hij wil er niet aan denken. O, het maakt hem zo onrustig En het is maar niet weg te drinken Dat hij daar nu maar niet los van kan komen. Van dat vrome gedoe. Nee, hij gelooft niet dat er een God is. En dat God liefde is. Als dat zo was, dan zou de wereld er wel anders uitzien. Nee, daar gelooft hij allang niet meer in. Zestien jaar was hij, toen hij zijn moeder vaarwel kuste en de grote vaart opging. En met het afscheid van zijn moeder nam hij ook afscheid van haar God en godsdienst. Sindsdien heeft hij niet meer in de Bijbel gelezen en ook niet meer gebeden. Vloeken, dat heeft hij in die jaren wel geleerd. Thuis vloekt hij niet zo erg. Dat mag niet van Bunny. Dan kijkt ze hem met pijn in haar ogen aan en zegt, dat hij de naam van de Heere niet zo moet misbruiken. Bunny gaat dan altijd met haar handen gevouwen in een hoekje zitten. Ze bidt dan zeker voor hem, denkt vader. Sinds dat kind die Oude Tom kent, is ze net zo vroom als d'r opoe. Die zat ook zo vaak voor hem te bidden. Hu, wat een vervelende gedachten toch. Eerst nog maar een borrel nemen! En nog één neemt hij er. Het rumoer in de kroeg wordt heviger. Glazen klinken. Er wordt gejoeld. Wat suffig kijkt vader Lake op. Hé, is dat die Oude Tom niet? Wat moet die hier nou? Warempel hij moet hem nog hebben ook. "Ook een borrel, Tom", vraagt hij. "Nee, Lake, je moet meekomen. Je moet mee, Lake, het gaat niet goed met je Bunny." Wezenloos van schrik rijst Lake op en verlaat de herberg. Het gejoel verstomt en voor iedereen hoorbaar kreunt vader Lake: "O, God, mijn Bunny". Het klinkt als een gebed. Een gebed in een herberg!
Ontnuchterd door de bijtende vrieskou spoedt vader Lake zich naar huis. Zuchtend en steunend knielt hij bij het bed van z'n kind, dat daar zo stil ligt. Nadat Bunny de medicijnen van de dokter ingenomen heeft, is ze ingesluimerd. Af en toe is ze even wakker. Zo waken vader en moeder Lake de hele nacht bij hun enig kind. Oude Tom is naar huis gegaan. Maar niet voordat hij aan Bunny beloofd heeft om morgen, als het kerstfeest is, terug te komen en voor te lezen uit de platenbijbel.

Kerstfeest 1894

De klokken luiden in het stadje Stradford voor de morgendienst. De straten zijn nog wit van de sneeuw als Oude Tom, met de platenbijbel onder z'n arm, zich naar het huisje begeeft waar Bunny ziek ligt. Het lijkt wel of ze iets opgenknapt is. De medicijnen doen haar zeker goed. Hoop vestigt zich in de harten van de drie mensen, die Bunny zo lief hebben. "Toe ome Tom", vraagt Bunny, "wilt u, nu het vandaag kerstfeest is, nog één keer voorlezen?" Héél stil is het in het armoedige huiskamertje als Oude Tom het eeuwenoude kerstevangelie voorleest. Moeder vindt het een mooi verhaal, maar begrijpt niet veel van de betekenis. Vader luistert met een gebogen hoofd. Nu niet naast z'n eigen moeder zoals vroeger. Maar nu aan het sterfbed van z'n enig kind. Schuldbesef groeit in z'n hart. Want ook bij hem is er geen plaats!
En bij Bunny....? Ach, het zo zwakke meisje probeert overeind te gaan zitten om nog meer te kunnen horen over die Heiland, die zij zo lief heeft, die Heere, die op aarde kwam om verzoening te doen, ook voor haar zonden. Nu voelt ze, dat ze spoedig zal sterven. Maar ze is niet bang voor de dood. Dat was ze eerst wel vaak. Hoe dikwijls durfde ze de laatste weken 's nachts niet te gaan slapen, omdat ze zo'n angst had om te sterven. O, ze deed zoveel dingen, die de Heere niet wilde. En als ze stierf, dan moest ze God ontmoeten en dat kon ze niet. Maar nu was dat alles van haar weggenomen en ziet ze alleen op de Heere Jezus, die geboren is in een beestenstal om te zoeken wat verloren was.
Steeds meer zien de drie mensen haar gezicht veranderen. De pijnlijke trekken verdwijnen, rust en vrede tekenen haar gelaat. Veel wordt er niet gesproken. Af en toe leest Oude Tom een stukje voor. Zo wordt het avond en ieder kan zien, dat de krachten van Bunny minderen. "Lieve ome Tom", zo hijgt ze na een hoestaanval, "wilt u nog één keer voor me zingen dat lied, dat Zacharias zong?" En met bevende stem zingt Oude Tom de lof van de God van Israël, Die aan Zijn erfvolk dacht. Die voor elk die in het duister dwaalt en ook wanneer hen de schaduwen van de dood overvallen, op het vredepad hun voeten richt. Héél, héél zachtjes bromt vader de wijs mee. En Bunny's gezicht straalt: Er is een vrede in haar, die alle verstand te boven gaat. "Vader, o moeder", stamelt Bunny, "zoek toch de Heere terwijl hij te vinden is".
En terwijl de klokken beginnen te luiden voor de avonddienst van deze eerste kerstdag, gaat Bunny Lake weer liggen....en sterft op negenjarige leeftijd. Het lijkt nu net of de klokken van het stadje Stradford bekend willen maken dat de hemel zich geopend heeft om de ziel van Bunny te ontvangen. Daar is ze altijd bij de Heere Jezus en daar zal zij voor eeuwig zingen: "Ere zij God, in de hoogste hemelen en vrede op aarde, in mensen een welbehagen".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 november 1979

Mivo -16 | 40 Pagina's

Kerstfeest voor Bunny Lake

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 november 1979

Mivo -16 | 40 Pagina's