JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Augustinus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Augustinus

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Achtergrondinformatie

Als we Augustinus in leven en werken enigszins willen begrijpen, moeten we bedenken dat hij behoord heeft tot een andere tijd en een ander ras dan wij. We geven in de achtergrondinformatie eerst een beeld van de wereld en zijn tijd, waarin hij leefde.

A. Geografisch gezien

1. De streek waar de kerkvader geboren is en zijn leven heeft doorgebracht (slechts vijf jaar heeft hij in Italië gewoond) ligt aan de noordkust van Afrika in de oostelijke helft van het tegenwoordige Algerië.
2. De oorspronkelijke bevolking: Numidiërs, Mauriërs, Gaetuliërs etc. vormde één ras van de nu nog levende Berbers, die tot vandaag hun eigen Berbertaal spreken. In de 9e eeuw v. Chr. kwamen de Phoeniciërsof Puniërs uit Tyrus en onderwierpen de Noordelijk wonende Berbers. Ze stichtten in de Oudheid de wereldberoemde stad Carthago.
Het Punisch werd overal als spreektaal ingevoerd. De Romeinen verdrongen rond 100 v. Chr. de Puniërs, maakten van het gehele gebied een Romeinse provincie, Africa, waartoe ook Numidië behoorde. 
Het Latijn verdrong het Punisch, hoewel dit als taal van het volk bleef bestaan. In de grote steden overheerste het Latijn. Augustinus heeft dan ook al zijn werken in het Latijn geschreven.
3. Van de bevoking van Augustinus' geboorteland krijgen we in zijn tijd dit beeld:
In het zuiden: de zuivere Berbers, die zich niet inlieten met de zwarte bevolking van het woestijngebied;
Meer noordelijk: bevolking van 't platteland, onder invloed gekomen van de Puniërs;
In de steden: de Romeinen.
In de loop der tijden komt een zekere rassenvermenging tot stand, die op de aard van de bevolking haar eigenaardige invloed had en waardoor ook de cultuur en de (heidense) godsdienst een typisch karakter kreeg.
4. Het lanf, waarin ons verhaal spreekt is bergachtig. Enkele grote wegen maakten het land bereisbaar. Het paard en het muildier maakten het mogelijk de lange afstanden door het warme land af te leggen. Voornamelijk het noordelijk deel was een vruchtbaar land: een belangrijk graanleverancier van Italië. Het zuiden, dat arm was aan water, produceerde vooral olijven. Daar lagen grote bedrijven (grootgrondbezit). Het kapitaal was in handen van weinigen. Veel grote landhuizen zijn reeds opgegraven.

B. Cultureel/godsdienstig gezien

1. Sinds het begin van de 4e eeuw was het Christendom in Africa de overheersende godsdienst. Maar het heidendom is er eigenlijk nooit geheel uitgestorven. Augustinus heeft als jonge man hun feesten gezien en bijgewoond. Het Christendom is waarschijnlijk door de betrekkingen met Rome betrekkelijk vroeg doorgedrongen. Reeds in 180 wordt al melding gemaakt van terechtstelling van Christenen.
2. Africa scheen in een uithoek te liggen, maar geestelijk was het in die tijd van decadentie middelpunt van de christelijke cultuur: daar is de Bijbel voor 't eerst in het Latijn vertaald; daar werd de kerk behoed voor de felste dwalingen; daar kent de christelijke Latijnse literatuur haar oorsprong; daar kwamen mannen voor als Tertullianus, Cyprianus en Augustinus. Voor de gehele latere ontwikkeling van de Europese beschaving is Africa van het hoogste belang geweest.
3. In politieke zin liep ten tijde van Augustinus het oude Romeinse rijk ten einde. Noordelijke volken drongen binnen, de Vandalen onder Geiserijk overmeesterden Africa. Grote tegenstand werd hun niet geboden; de gezindheid van de christenen was in het algemeen antimilitairistisch. De arbeider, de bevolking trok zich niet veel aan van de vraag, wie over haar heersen zou. De verschillende steden werden vrij gemakkelijk ingenomen en het is een uitzondering dat Hippo Regius, de stad van Augustinus veertien maanden belegerd moest worden, voordat het in de handen van de vijanden viel. (Mede dankzij de zienswijze van Augustinus, die in tegenstelling tot de andere kerkvaders het geoorloofd achtte dat een christen mee oorlog voer (De civitate Dei).) Tijdens dat beleg stierf de kerkvader in 430. Enige jaren later, in 439, nam Geiserik Carthago en was sindsdien heerser over Africa.
In het midden van de 7e eeuw dringen de Arabieren op, in 698 valt Carthago in handen van de Mohammedanen, en het land, dat eerst het hart was van het Christendom en zijn cultuur, wordt de prooi van de Islam.

Augustinus en zijn bestrijders
De strijd met de Donatisten

De Donatisten waren van mening dat de heiligheid van de kerk afhing van de heiligheid van de personen. Als bisschoppen, die niet heilig waren, de Sacramenten bedienden, waren de Sacramenten ook niet heilig, omdat niemand de reinheid kan meedelen, wanneer hij zelf onrein is. Augustinus stelde hier tegenover dat het ambt het sacrament geeft en dat de wettigheid van het sacrament afhangt van de wettigheid van van het ambt. Het sacrament wordt niet ongeldig wanneer aan de dienaar gebreken kleven. De heiligheid van de kerk is bij de Donatisten subjectief, bij Augustinus objectief.

Het Heilig Avondmaal

Augustinus maakt onderscheid tussen het teken en de betekenis van het Heilig Avondmaal of tussen het sacrament en de waarheid of kracht van het sacrament. De waarheid van het sacrament wordt van de Heilige Geest ontvangen. Augustinus kent geen transsubstantiatieleer zoals de R.K. kerk. Hij spreekt over het sacrament als een bewaarplaats van een werkelijkheid. Dat betekent, dat alleen door het geloof de kracht in Christus' vergevend bloed ervaren wordt. Calvijn heeft deze lijn doorgetrokken.

De strijd met Pelagius

Paulus zegt ons dat het geloof een genadegave is. (volgens Ef. 2: 8).
Augustinus is de eerste kerkvader die werkelijk rekening houdt met de uitverkiezing. Voor hem was hier weinig rekening mee gehouden. Dit als reactie op de heidense noodlotsleer. Augustinus beleed dat het geloof een gave van God is. Hierin stond hij tegenover Pelagius, die de vrije wil van de mens leerde. Augustinus had dat in zijn leven geleerd. Vandaar dat hij tot deze uitspraak kwam.

Leer van de erfzonde

Augustinus heeft de leer van de erfzonde uitgewerkt. Augustinus: "Christus is gekomen om zondaren zalig te maken. Wanneer kinderen geen erfzonde hebben zijn zij ook geen zondaren en kunnen daarom niet zalig worden". Artikel 15 van de N.G.B, handelt over de erfzonde. De erfzonde wordt verdeeld in de erfsmet, die volgt uit de natuurlijke betrekking tot Adam, en in de erfschuld, die uit de verbondsbetrekking tot Adam volgt. Dit werd met grote nadruk door Augustinus geleerd (verdediger van het geloof). Voor hem had Tertullianus, een apologeet, dit al enigszins gedaan. Augustinus beriep zich op Rom. 5: 12, 1 Kor. 15: 22 en op de doop. Door de erfzonde is de mens onbekwaam tot enig goed. Toch is de mens verantwoordelijk.

De Genadeleer

De grote genade van God staat centraal bij Augustinus. De genade ziet hij als een kracht, iets dat ingegoten wordt. Dit is de Roomse genadeopvatting geworden. Luther heeft hiermee gebroken en gezegd, dat de genade de gunstige gezindheid van God in Jezus Christus is. Grote nadruk legde Augustinus op de uitverkiezende genade van God. Goede werken worden alleen door genade gedaan. Genade is alles. Dit stuitte op verzet bij de monniken. Hun argumenten waren: "Waar blijft de verantwoordelijkheid van de mens? En waar het aanbod van genade?"

Semi-Pelagianisme

Sommigen namen een tussenstandpunt in: De Semi-Pelagianen (semi=half). Deze leren dat de wil verzwakt is. De mens is niet totaal verdorven. De genade Gods is een kracht, die aan een ieder wordt gebracht. De mens heeft een vrije wil om die al of niet aan te nemen. Als een mens zalig wordt, is dat de vrucht van de samenwerking tussen God en de mens. Dit komt neer op een verkleining van de genade. In 529 begon de strijd hiertegen. In 529 word het Semi-Pelagianisme door de Synode van Orange niet veroordeeld, maar toch werd ook niet helemaal aan Augustinus toegegeven. De genade neemt het initiatief, maar de mens heeft enigszins een vrije wil. Eigenlijk was het dus geen veroordeling van het Semi-Pelagianisme. Hieruit is de R.K. kerk voortgekomen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 december 1976

Mivo -16 | 12 Pagina's

Augustinus

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 december 1976

Mivo -16 | 12 Pagina's