JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Stefanus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Stefanus

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vertelschets


Lezen: Handelingen 7 : 54 t/m Handelingen 8 :4

Zingen:
Psalm 135 : 1
Psalm 132 : 6 en 10
Psalm 75 : 1 en 2
Psalm 89 : 19 en 20
Psalm 105 : 3, 4 en 5

Kerntekst: Handelingen 7 vers 60 En vallende op de knieen, riep hij met grote stem: Heere, reken hun deze zonde niet toe! En ais hi] dat gezegd had, ontsliep hij.


Moet je eens kijken wat een mensen daar bij elkaar staan. Een drukte van belang! Mannen, vrouwen, kinderen... Wat doen ze daar? Ze luisteren. Want vooraan, vóór al die honderden mensen staan een paar mannen. Je kent ze wel! Het zijn de discipelen. Nu heten ze apostelen. Omdat ze getuigen van de Heere Jezus mogen zijn. Zie je ze staan? Hoor eens wat de apostelen vertellen. Ze willen zo graag dat andere mensen ook de Heere Jezus liefhebben. "Betert u dan en bekeert u, opdat uw zonden mogen uitgewist worden." Honderden mensen staan te luisteren. En... steeds komen er weer andere mensen bij de apostelen. Mensen die ook bij de christengemeente willen horen.
Wat hebben de apostelen het druk! Want niet alleen vertellen zij de mensen van de Heere Jezus, ook zorgen zij ervoor dat iedereen die bij de christengemeente hoort genoeg te eten en te drinken heeft. Eerlijk wordt al het opgehaalde geld verdeeld onder de arme mensen, ledereen krijgt zoveel hij nodig heeft. Maar dat vindt niet iedereen...
Op een dag komt er een groepje Griekse Joden naar de apostelen toe. Zij hadden vroeger lang in het buitenland gewoond en waren nu teruggekomen. Hun gezichten staan een beetje ontevreden. "Het is niet eerlijk," zeggen ze, "de weduwen van de mensen die altijd al in Jeruzalem wonen, krijgen veel meer dan onze weduwen!" Daar schrikken de apostelen van, dat mag niet gebeuren, iedereen moet evenveel krijgen. Maar... er zijn zoveel mensen en ze hebben het al zo druk! Hoe kunnen ze dat nu oplossen? "We moeten er samen over praten!" zeggen de apostelen. Dan komt er een vergadering. Op die vergadering zeggen de apostelen tegen de gemeente: u moet zeven mannen uitkiezen. Zeven wijze mannen die vol van de Heilige Geest zijn. Mannen die de Heere liefhebben. Die mannen moeten gaan zorgen voor het ophalen van geld en ook het uitdelen van geld en eten. Zeven mannen worden uitgekozen. Ze worden naar de apostelen gebracht. De apostelen bidden voor hen en leggen ook hun handen op hun hoofd. Nu zien alle mensen dat deze mannen zijn uitgekozen om te dienen in de gemeente. Ze worden diakenen genoemd. Net als bij ons in de kerk! De apostelen zijn blij met de zeven nieuwe diakenen. Nu kunnen de apostelen doorgaan met bidden en met vertellen over de Heere en er zal ook goed voor de mensen in de gemeente gezorgd worden.

Een van de zeven diakenen is Stefanus. Al snel kennen alle mensen in de gemeente hem. Want Stefanus deelt niet alleen eten uit en geld. Nee, Stefanus is zo vol van geloof en van de Heilige Geest dat hij ook wonderen doet in de Naam van de Heere Jezus. Veel mensen komen tot geloof. Zelfs priesters die in de tempel werken, bekeren zich tot God.

Er zijn ook andere mensen. Een groep buitenlandse Joden maakt zich boos. Ze bespotten Stefanus en willen ruzie met hem maken. Ze zeggen dat het helemaal niet klopt wat hij vertelt. Maar... het lukt ze niet! Ze kunnen niet tegen de wijsheid van Stefanus op, want Stefanus spreekt door de Heilige Geest. Wat erg wat die buitenlandse Joden doen. Ze denken dat ze met Stefanus spotten maar eigenlijk spotten ze met God zelf! Als die Joden merken dat het toch niet lukt, verzinnen ze wat anders. Een heel gemeen plan. Ze zoeken een groepje boze mannen op en zeggen tegen hen: "Jullie moeten lelijke dingen over Stefanus doorvertellen." Dat vinden die mannen niet erg. Ze gaan naar de mensen toe en zeggen "Heb je het al gehoord? Die man daar, Stefanus, zegt dingen die niet waar zijn! Hij zegt dat we de tempel niet meer nodig hebben en over de wet die wij van Mozes op Sinai hebben gekregen zegt hij ook lelijke dingen. Hij gaat er maar mee door. Hoe durft hij!" De mensen schrikken daarvan. Zegt Stefanus echt zulke dingen, wat verschikkelijk! Zo boos worden de ouderlingen en het volk op Stefanus dat ze hem gaan zoeken. Ruw pakken ze Stefanus beet. "Mee! Mee naar het Sanhedrin, vertel daar maar welke dingen je allemaal gezegd hebt."
Daar staat Stefanus voor de hogepriester en de mensen van het Sanhedrin. Vol boosheid zijn hun ogen als ze naar Stefanus kijken. Niemand die om Stefanus geeft. Helemaal alleen is hij. En toch... Let eens op zijn gezicht. Die boze mensen zien het ook! Stefanus hoort er verdrietig en bang uit te zien, maar wat is dit nou? Het gezicht van Stefanus staat niet bang. Zijn ogen kijken niet verdrietig. Zijn gezicht straalt als het gezicht van een engel!

Als de hogepriester begint te praten, worden de mensen stil. "Is het waar," zegt de hogepriester, "Is het waar wat deze mensen over u zeggen?" De mensen kijken weer naar Stefanus. Wat zal hij zeggen? Gaat hij vertellen dat de buitenlandse Joden leugens hebben verteld? Dat boze mannen de mensen tegen hem hebben opgestookt? Nee! Daar heeft Stefanus het helemaal niet over. Het gaat niet om hem, Stefanus zelf, het gaat om de eer van zijn God! Hoor, wat Stefanus zegt. "Jullie zijn Gods uitverkoren volk. Toch luisteren jullie niet naar Hem. Toen Mozes op de Sinaï de wet kreeg van God, maakten jullie beneden aan de berg een gouden kalf. Jullie hebben de wet gekregen, en jullie doen alsof jullie je aan de wet houden, maar met jullie luisteren er niet echt met je hart naar. En de tempel? Abraham had geen tempel maar diende wel God! Jullie hebben een prachtige tempel, maar daar alléén dien je God niet mee. God heeft geen tempel nodig om in te wonen en gediend te worden. De troon van God staat in de hemel. Hij wil dat jullie Hem met je hart dienen!"
Strak staan de mensen naar Stefanus te kijken. Woedend zijn ze! Hoe durft hij al deze dingen te zeggen? Hun harten worden nog bozer dan ze al zijn!
Maar Stefanus bemerkt dat niet, hij is vol van de Heilige Geest! Als Stefanus omhoog kijkt, ziet hij iets heel bijzonders. Iets wat de andere mensen niet zien. Hij ziet de Heere Jezus in de hemel. Stefanus zegt: "Ziet, Ik zie de hemelen geopend, en de Zoon des mensen, staande ter rechterhand Gods."
Maar de mensen willen niet meer naar Stefanus luisteren. Ze stoppen hun vingers in hun oren. Ze willen niets meer horen wat Stefanus zegt over Jezus. Ze beginnen te roepen en te schreeuwen en rennen naar Stefanus toe. Ze grijpen hem bij zijn kleren en trekken hem mee naar buiten. "Mee!", roepen ze weer, "mee naar buiten de stad." Buiten de stad worden de boze mannen geroepen die lelijke dingen over Stefanus hebben verteld. "Jullie zijn getuigen", roepen de mensen, "Jullie moeten de eerste steen gooien!" De getuigen doen hun jassen uit. Een jonge man, Saulus, moet er op passen. Dan pakken de mannen een steen van de grond. Die gooien ze naar Stefanus. En nog één. En nog één. Andere mensen beginnen ook met stenen te gooien. Als de stenen Stefanus raken, bidt hij: "Heere Jezus, ontvang mijn geest". Stefanus mag weten, de mensen kunnen mij wel doden, maar ik heb Jezus al zien staan! Mijn ziel is bij de Heere Jezus geborgen, daar kunnen de mensen nooit aan komen!" Wat zijn de mensen boos. Ze pakken nog meer stenen. Maar kijk eens wat Stefanus doet? Hij valt op zijn knieen en terwijl de stenen hem raken bidt hij met een luide stem: "Heere, reken hun deze zonde niet toe!" Zelfs vlak voor hij sterft mag Stefanus voor zijn vijanden bidden, net als de Heere Jezus aan het kruis. Dan sterft Stefanus. Ja, hij sterft op aarde maar mag nu in de hemel voor Gods troon leven!
De mensen houden op met stenen gooien. Het is genoeg geweest. De getuigen pakken hun jassen bij Saulus weer op en gaan weg.
Het is stil geworden buiten de stad. Ook op de plaats waar Stefanus gestenigd is. De stenen liggen verspreid. Daar komen een paar mannen aangelopen. Het zijn christenen. Heel voorzichtig tillen zij het lichaam van Stefanus op. Wat gevaarlijk dat zij dat doen. Dat mag niet! Als de boze buitenlandse Joden dat zien! Maar de mannen nemen het lichaam van Stefanus mee. Ze gaan hem samen begraven. Daarna gaan ze terug naar huis. Wat zijn ze verdrietig om alles wat er is gebeurd.
Saulus, die op de jassen paste, is blij naar huis gegaan. Want mensen die zulke erge dingen over de tempel en de wet zeggen, die moeten gestraft worden. En de naam van Jezus mag niet meer genoemd worden. Dat vindt God goed. Zo denkt Saulus. En zo denken heel veel andere mensen. De Joodse christenen worden steeds erger vervolgd. Ze vluchten weg naar andere plaatsen en naar andere landen. Zou de Joodse gemeente die gelooft in Jezus Christus nu helemaal verdwijnen? Nee! Juist niet! De mensen die op de vlucht gaan, vertellen aan de Joden die zij tegenkomen over de Heere Jezus die zondige mensen wil zaligmaken. En zo wordt het evangelie verder verteld. Stefanus is niet voor niets gestorven! Het koninkrijk van van de Heere Jezus zal komen, niet alleen in Jeruzalem maar op de hele aarde!

Aantekeningen bij de tekst

Hoofdstuk 7
Vers 56
ik zie de hemelen geopend
Stefanus ziet in een gezicht in de hemel. Alleen Stefanus ziet Jezus staan.
Vers 58 stenigden hem
Dit is de straf voor een godslasteraar. Hoewel het Sanhedrin geen macht heeft een doodsvonnis te voltrekken laat de Romeinse overheid dit volksgericht op zijn beloop.
Vers 60 ontsliep hij
Het sterven wordt wat betreft het lichaam een 'ontslapen' genoemd, omdat het weer 'ontwaakt' en opstaat uit de dood. Het lichaam rust in het graf, zoals men rust In de slaap.

Hoofdstuk 8
Vers 1
een welbehagen in zijn dood
Hoewel Saulus niet zelf meestenigt, stemt hij volledig in met wat er gebeurt. Hier gaat In vervulllng wat Jezus sprak: "De ure komt dat een iegelijk die u zal doden, zal menen Gode een dienst te doen. En deze dingen zullen zij u doen, omdat zij de Vader niet gekend hebben noch Mij." (Joh. 22 vers 2,3)
Vers 2 enige godvruchtige mannen droegen Stefanus tezamen te grave
Zij riskeren daarmee hun leven. Misdadigers worden op een aparte plaats begraven.
Vers 4 verkondigden het Woord
God gebruikt de vervolging om Zijn Kerk uit te breiden. Uit één vervolgde gemeente van Christus ontstaan vele nieuwe gemeenten van Christus.

Achtergrondinformatie

DIAKENAMBT
De oorsprong en instelling van het diakenambt kunnen we terugvinden in de Handelingen der apostelen. Het formulier voor de bevestiging van ouderlingen en diakenen vat samen wat er in de Bijbel over het diakenambt staat en wat het inhoudt.

HANDOPLEGGING
Nadat de diakenen verkozen zijn, bidden de apostelen of God hun daarvoor de benodigde gaven wil schenken. Daarna leggen zij hun de handen op. Daarmee stellen zij hen op een plechtige manier in de dienst van de Heere. De handoplegging als teken van aanstelling of bevestiging in het ambt was ook onder het Oude Verbond gebruikelijk.

CHRISTENVERVOLGING
De ongelovige Joden maken zich schuldig aan de eerste grote christenvervolging in Jeruzalem. Het begint met de moord op Stefanus en vele andere volgen.
Door de vervolging loutert God Zijn kerk. In de beproeving komt openbaar wie werkelijk op Christus vertrouwen.

MARTELAAR
Stefanus is de eerste gelovige die zijn geloofsgetuigenis met de dood bezegelt. Zulke gelovigen worden 'martelaren' genoemd. Het woord martelaar is afgeleid van het Griekse woord 'martyr' dat 'getuige' betekent. Het woord kreeg al spoedig de betekenis van 'bloedgetuige'.

Antwoorden bij het verwerkingsblad

Weet je het nog of zoek je het op?
1. De Griekse Joden mopperden omdat hun weduwen bij het uitdelen van eten minder kregen.
2. Omdat de apostelen nu meer tijd hadden voor bidden en vertellen.
3. Stefanus was vol geloof in God en kreeg kracht van de Heilige Geest.
4. Zij konden niet op tegen zijn wijsheid en tegen de Heilige Geest die in hem was.
5. Heere, reken hun deze zonde niet toe.

Om over te praten

VRAAG 1
a. Verkiezing van zeven diakenen
b. de 'dagelijkse bediening' Dit houdt in: geld en goederen die voor de armen gegeven worden verzamelen en bewaren. En het uitdelen van geld en goederen waar dit nodig is (zie eventueel formulier voor bevestiging van ouderlingen en diakenen).
c. Wellicht komen de kinderen met antwoorden als: ouderlingen lezen bijbelgedeelten, in vacante gemeenten lezen zij preken. Zij bezoeken ook zieken en rouwenden. Diakenen collecteren. Verschillend per gemeente zullen alleen de ouderlingen of ouderlingen zowel als diakenen op huisbezoek gaan.

VRAAG 2
a. Het volk Israël moppert als het voor de Rode Zee staat: "Waren we maar in Egypte gebleven." Mozes op de berg Sinai, ontving de tien geboden op twee stenen tafels. Het volk maakt ondertussen een gouden kalf voor zichzelf om te aanbidden.
Het volk moppert op het manna en kwartelvlees wat zij dagelijks ontvingen.
b. De Heere straft Zijn volk, maar de weg naar vergeving houdt Hij altijd open. De Heere blijft Zijn volk trouw.
c. Ons eigen leven laat ook veel ongehoorzaamheid zien. Net als het volk Israël en de Joden uit Stefanus tijd gaan we liever onze eigen gang. De Heere zegt ons door Zijn Woord, thuis, op school, in de kerk, op de club, dat we ons moeten bekeren tot Hem. Het is nog genadetijd. De Heere geeft ons nog tijd om onze zonden te belijden, vergeving te vragen en te leven tot Zijn eer.

VRAAG 3
a. Het is een voorrecht dat wij als kleine kinderen gedoopt zijn. Dat we vanaf jonge leeftijd in Zijn huis mogen komen en op veel plaatsen worden opgeroepen God te dienen. De Heere heeft ons met de doop apart gezet. We mogen pleiten op het verbond dat Hij heeft opgericht. Maar de doop is niet genoeg. We hebben een oprecht geloof in Hem nodig dat gewerkt wordt door Gods Geest (Zondag 1). VRAAG 4 a. Dat hij om zijn geloof moest sterven.
b. Ja. Vervolging betekent niet vrij naar de kerk mogen, niet uit de Bijbel mogen lezen, niet bidden, niet met anderen over de Heere spreken, enz,
c. China, Noord Korea, Pakistan, verschillende landen in Afrika,
d. Aan hen denken in ons gebed. Soms kunnen we bemoedigende post en bijbels sturen via bepaalde organisaties (Open Doors).

Puzzelen maar

1 Nieuwe diakenen   
                                      J
Filippus                       E
Nicanor                       R
Nicolaus                      U
Parmenas                   Z
Prochorus                   A
Stefanus                      L
Timon                          E
                                      M

2. Welke psalm?
Vraagt naar de Heer" en Zijne sterkte      Die gunst heeft God Zijn volk bewezen
Opdat het altoos Hem zou vrezen             Naar Hem Die al uw heil bewerkte
Zijn wet betrachten en voortaan               Zoekt dagelijks Zijn aangezicht
Gedenk aan 't geen Hij heeft verricht      Volstandig op Zijn wegen gaan
Men roem dan d' Oppermajesteit             Aan Zijn doorluchte wonderdaan
En wilt Zijn straffen gadeslaan                  Om zoveel gunst in eeuwigheid

De twee verzen komen uit Psalm 105.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 februari 2008

Mivo -12 | 23 Pagina's

Stefanus

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 februari 2008

Mivo -12 | 23 Pagina's