JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Herders van Bethlehem

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Herders van Bethlehem

22 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vertelschets


Lezen: Johannes 10 : 1-16

Zingen: Zie programma

Kerntekst: "Ik ben de goede Herder; en Ik ken de Mijnen en word van de Mijnen gekend." (Johannes 10 : 14)


Het is morgen in het veld van Bethlehem. Hoor, daar klinkt muziek! Wat klinkt het mooi! Je hoort het tokkelen van een harp en een jongen zingt erbij. Kijk, daar zit hij, onder de schaduw van een boom. Om hem heen liggen allemaal schapen in het gras. Ze herkauwen rustig het gras dat ze net hebben gegeten. Vanaf zijn plekje onder de boom kan David heel goed de kudde overzien. Dat moet ook. Want het zijn de schapen van zijn vader. En hij moet voor ze zorgen. Hij heeft lang gezocht naar een goede plaats om de schapen te laten grazen. Het land is overal zo droog! Maar hier is heerlijk groen gras. De schapen grazen aan de rand van een klein beekje.
David houdt van de schapen. Het zijn er veel en toch kent hij ze allemaal. Hij weet welke schapen oud zijn en zwak. Hij weet het als een schaap ziek of mank is. Dan heeft het extra zorg nodig. Hij kent ook de lammeren van de kudde. Ze zijn nog jong en ze weten nog niet welke gevaren er uit de wildernis kunnen komen. Daarom moet hij extra op hen letten.
David is een goede herder! Het gebeurt wel eens dat er een leeuw uit de wildernis komt. Die heeft het juist op de zwakke schapen gemunt. Zeker als ze aan de rand van de kudde lopen, of een beetje afdwalen, zijn ze een makkelijke prooi voor wilde dieren. Hij zag eens hoe een leeuw een zwak schaap dat aan de rand liep te pakken had. Snel was hij op de leeuw toegelopen, met de knuppel die hij altijd bij zich droeg, in zijn hand. Hij had, met gevaar voor zijn eigen leven, het dier bij zijn manen gepakt en het geslagen. Net zolang tot de leeuw neerviel.
Hij had het dier gedood en het schaap uit zijn bek gered. Er was ook eens een beer uit het bos gekomen, die een schaap wilde verscheuren. Maar ook de beer was door David verslagen! Toen voelde David zich vast een hele held! Nee, dat vond hij zelf helemaal niet. Weet je wat hij er later over zei? "De Heere, Die heeft mij uit de hand van de leeuw gered en uit de hand van de beer."
Ja, David was een herder, maar hij had ook een Herder. Hoor maar, wat hij nu zingt bij zijn harp: "De Heere is mijn Herder, mij zal niets ontbreken. Hij doet mij nederiiggen in grazige weiden; Hij voert mij zachtkens aan zeer stille wateren." Terwijl hij daar zijn schapen ziet liggen, komt als vanzelf deze prachtige psalm uit zijn hart naar boven. Ja, beter nog dan David voor zijn schapen zorgt, zorgt de Heere voor hem. Soms doet David verkeerd; dan dwaalt hij van de Heere af, net als dat schaap. Maar de Heere zoekt hem altijd weer op en Hij vergeeft zijn zonden. Hij verlost hem uit de macht van de vijand, de satan. Deze herder van Bethlehem, hij weet het: De Heere is mijn Herder.

Terwijl David in het veld is bij de schapen, komt er bezoek bij vader Isaï. Het is de profeet Samuël. Hij komt met een belangrijke opdracht van de Heere. De Heere heeft tot Samuël gezegd: "Vul uw hoorn met olie, en ga heen; Ik zal u zenden tot Isaï, den Bethlehemiet; want Ik heb Mij een koning onder zijn zonen uitgezien." Samuël is gekomen om een offer te brengen en alle zonen van Isaï moeten erbij zijn. Dan zal de Heere Samuël tonen wie Hij tot koning heeft uitgekozen. Daar komen ze binnen: zeven jonge, sterke mannen. Als Eliab, de oudste, bij Samuël komt, denkt de profeet: Zeker, deze is voor de Heere Zijn gezalfde. Maar de Heere zegt tegen Samuël: "Kijk niet naar het uiterlijk van deze man. Hij is wel groot en sterk, maar Ik heb hem niet uitgekozen!" Daarna komen ook de andere zonen van Isaï bij Samuël. Maar zeven keer klinkt het uit de mond van de profeet: "Deze heeft de Heere ook niet verkoren." Hoe kan dat nu? De Heere had hem toch duidelijk naar isaï gestuurd? "Zijn dit al uw zonen?" vraagt Samuël aan Isaï. "Nee," zegt vader Isaï, "de kleinste is nog overig, en zie, hij weidt de schapen." Vader Isaï had niet eens de moeite genomen om David te laten halen. Niemand had aan David gedacht. Maar de Heere wel! David moet de nieuwe koning zijn! De Heere koos juist de jonge herder David uit om koning te worden over Zijn volk Israël. Weet je waarom? Omdat de Heere het hart van David zag. Dat was een hart dat, door Gods genade, de Heere liefhad. Denk daar maar eens over na. Ook bij jou kijkt de Heere niet naar je buitenkant. Hij ziet je hart aan!
Zo zal David straks weer een herder mogen zijn. Maar nu een herder over het volk van Israël. David zal een machtige koning worden, die veel volkeren zal overwinnen. Maar nooit zal David de psalmen vergeten die hij hier in het veld heeft gezongen. David zal later door zijn zonden afdwalen van de Heere, zoals zijn eigen schapen soms bij hem vandaan dwalen. Maar de Heere zal Hem steeds weer opzoeken en zijn zonden vergeven. Dat kan de Heere doen, omdat uit het nageslacht van David een andere Herder geboren zal worden. De goede Herder, de Heere Jezus. Hoe vaak David ook van de Heere afdwaalt, God blijft getrouw! Tot aan het einde van zijn leven zal David deze psalm zingen: De Heere is mijn Herder.

Het is nacht in het veld van Bethlehem. Eeuwen nadat David hier zijn psalmen zong, zit een groep herders bij elkaar om een vuur. Vlakbij hen liggen de schapen, De herders houden de wacht. Ze hebben een vuur gemaakt om de wilde dieren, die soms uit het bos komen, weg te jagen. Het is een koude nacht, maar het vuur geeft hen heerlijke warmte. De schapen liggen rustig te slapen, maar de herders niet. Zij moeten wakker blijven, voor het geval dat er gevaar dreigt. Een herder die in slaap valt, is geen goede herder!
Er zijn ook herders die niet goed waken over hun kudde. Dat zijn de huurlingen. Ze zijn geen echte herders, ze doen het maar voor een poosje. De eigenaar van de schapen betaalt ze ervoor. Maar als de nacht komt, vallen ze makkelijk in slaap. En als er gevaar dreigt, als er een leeuw of een beer uit het bos komt... dan vluchten ze. Nee, zij hebben hun leven niet over voor de schapen.
Deze herders slapen niet. Ze houden trouw de wacht. Ze hebben elkaar opgezocht en ze praten wat met elkaar om de tijd door te komen.

Plotseling omstraalt hen een groot licht! Het donker van de nacht is verdwenen. De herders weten niet wat er gebeurt. Maar dan zien ze het. Er staat een engel bij hen! En om die engel heen is een hemelse glans. De heerlijkheid des Heeren omscheen hen, staat er in de Bijbel. De herders beven bij zoveel heerlijkheid! Ze worden bevreesd. Een hemelse boodschapper! Wat komt deze engel doen? Komt hij hen bestraffen?

Maar daar klinkt de stem van de engel: "Vreest niet! Want, zie, ik verkondig u grote blijdschap, die al den volke wezen zal. Namelijk, dat u heden geboren is de Zaligmaker, welke is Christus, de Heere, in de stad Davids."
De herders luisteren stil. Ze kunnen het bijna niet begrijpen. Het is zoveel en zo groot wat de engel allemaal zegt. De Zaligmaker, de langverwachte Messias is geboren! De herders weten heel goed wat de profeten over de Messias hebben gezegd. Hij zal geboren worden uit het nageslacht van koning David. En is Bethlehem niet de stad van David? Dat zegt de engel! Hier, vlakbij Bethlehem, waar eens David zijn schapen weidde en waar zij nu zitten met hun kudde. Hier is nu de Zaligmaker geboren! De engel gaat verder. "En dit zal u het teken zijn: Gij zult het Kindeken vinden, in doeken gewonden, en liggende in de kribbe."
Daaraan zullen de herders kunnen zien dat dit echt het Kind is waarover de engel heeft gesproken. De grote Zoon van David is geboren en Hij ligt in een kribbe!

Maar dan hebben de herders even geen tijd meer om na te denken. Want uit de hemel daalt een leger van engelen neer. Wat een machtig gezicht is dat! Hoor, ze zingen. Ere zij God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in de mensen een welbehagen.
Ze zingen over het welbehagen van God, in mensen. Dat betekent dat de Heere zondige mensen wil zalig maken. Daarvoor zend Hij Zijn Zoon naar de aarde. Uit de hemelse heerlijkheid komt de Heere Jezus naar deze zondige aarde. Van dat grote wonder zingen de engelen. Het kleine Kind in de kribbe is gekomen om vrede te brengen aan mensen die die vrede niet hebben verdiend.
Zo'n prachtig gezang als dit hebben mensen op aarde nooit meer gehoord. De Heere koos deze eenvoudige herders uit, om het blijde nieuws van de geboorte van de Zaligmaker het eerst te horen.
Misschien denk je wel: als ik die boodschap van de engel gehoord had, dan zou ik het vast en zeker ook geloofd hebben. Als een engel uit de hemel het vertelt, ja, dan is het zeker waar! De Heere stuurt nu geen engel meer om jou te vertellen over de geboorte van de Heere Jezus. Maar Hij stuurt ook naar jou Zijn boodschappers! Hij geeft je Zijn eigen Woord, waarin je kunt lezen over de geboren Zaligmaker. Zou je de Heere niet op Zijn Woord kunnen geloven?

Het is nog donker in het stadje Bethlehem. De morgen zal niet lang meer op zich laten wachten. Maar in een stal buigen herders zich neer bij de kribbe. Daar zien zij een kleine, pasgeboren Baby. Ze zien in dit Kind de Zaligmaker, waar de engel hen over vertelde. Daar zien ze de verwachte Messias, Die een Herder voor Zijn volk wil zijn. Diepe eerbied vervult hun hart. De Heere, Die eens de herdersjongen David opzocht in het veld, Hij heeft ook deze herders opgezocht. Zij mogen de eersten zijn die de geboren Zaligmaker zien.
Als het ochtend wordt gaan de herders terug naar hun kudde. Maar onderweg vertellen ze iedereen wat er in deze nacht is gebeurd. Een diepe blijdschap vervult hun hart. Ze kunnen er niet van zwijgen! De eenvoudige herders worden de eerste boodschappers van het Evangelie! En deze herders van Bethlehem, ze weten het: De Heere is mijn Herder.

Het is dertig jaar later. In één van de straten van Jeruzalem, de grote stad van David, staat de Heere Jezus. Om Hem heen staan Zijn discipelen, maar ook Farizeeërs en andere mensen. Ze luisteren. "Ik ben de goede Herder, en Ik ken de Mijnen, en word van de Mijnen gekend." Mijn schapen volgen Mij. Een vreemde herder zullen ze niet volgen, omdat ze zijn stem niet kennen. De Heere Jezus ziet de Farizeeërs staan. Zij zeggen wel dat ze herders zijn voor het volk van Israël, maar ze zijn geen goede herders. Ze leggen het volk allerlei wetten en regels op. Maar hebben ze de mensen ook lief? Nee! De Heere Jezus weet het wel. Ze zijn net als een huurling. Een huurling kent de schapen niet goed en heeft ze niet lief. Als er een dief komt, of een wolf, slaat hij op de vlucht. Hij heeft zijn eigen leven veel liever dan dat van de schapen! Ja, zo zijn de Farizeeërs.
Maar hoor wat de Heere Jezus over Zichzelf zegt: "Ik ben de goede Herder." Deze goede Herder kent Zijn schapen. Hij kent de zieke, de zwakke schapen. Hij weet wie er extra zorg nodig heeft. Hij kent de schapen die snel afdwalen en die Hij in de gaten moet houden. Hij kent de lammeren van de kudde. Hij kent ze bij hun naam en Hij weet precies wat ze nodig hebben.

Wie zijn die schapen, waarvan de Heere Jezus de Herder is? Het zijn Zijn kinderen. Ontelbaar veel mensen en kinderen behoren tot de kudde van de Heere Jezus. Maar Hij kent ze allen bij hun naam. Zij kennen zijn stem en ze volgen Hem. Ken jij die stem van de Heere Jezus? De Heere spreekt tot je door Zijn Woord. In de kerk, thuis, op de club. Ook vandaag! In dat Woord hoor je de stem van de Heere. Heb je die stem lief? Verlang je er steeds weer naar om die stem te horen? Dan ga je graag naar de kerk. Dan pak je 's morgens en 's avonds je Bijbel om erin te lezen. Dan kun je zonder het Woord van de Heere niet meer leven!
Hoor, wat de Heere Jezus nog meer zegt: "En Ik stel Mijn leven voor de schapen." De Heere Jezus heeft Zijn kinderen zo lief, dat Hij Zijn leven voor hen geeft. Hij weet dat Hij op Golgotha gekruisigd zal worden en zal sterven. Dan zal Hij niet alleen een Herder zijn, maar ook het Lam, dat wordt geslacht. Hij zal de dood sterven die Zijn kinderen hebben verdiend. Ja, want alle mensen zijn als verdwaalde schapen. Wij luisteren van onszelf niet naar de stem van de herder. We luisteren naar de stem van de vijand, de duivel. Maar de Heere zoekt verdwaalde schapen op! Hij doet dat, om ze te redden. Hij geeft Zijn leven voor hen. Op Golgotha zal Hij het winnen van de duivel, de vijand die Zijn kudde probeert te verslinden. Dan hoeven Zijn kinderen niet meer bang te zijn voor de duivel. Want achter het bloed van de Heere Jezus zijn ze veilig.
Wat ben je gelukkig als je tot die kudde van de Heere Jezus mag horen! Als die goede Herder voor je zorgt, wat heb je dan nog te vrezen? En nu zegt deze goede Herder vandaag tot jou: Ik heb nog andere schapen, die van deze stal niet zijn; deze moet Ik ook toebrengen, en zij zullen Mijn stem horen en het zal worden één kudde en één Herder.
Hoor je dat? Het werk van de Heere Jezus gaat nog door. Nog steeds zijn er schapen die toegebracht moeten worden tot Zijn stal. Ken je deze Herder nog niet? Luister dan naar Zijn stem!
Vouw je handen maar, voor je vanavond gaat slapen. En zoek het stukje dat we gelezen hebben nog eens op in je Bijbel. En zeg dan eerbiedig: "Heere, ik ben als dat verloren schaap. Maar U geeft Uw leven voor verloren schapen. Hier staat het, U hebt het Zelf gezegd." De goede Herder laat niemand tevergeefs om Hem roepen. Hij hoort je als je tot Hem bidt. Want Hij is naar de aarde gekomen, om te zoeken en zalig te maken dat verloren was!

Aantekeningen bij de tekst

LUKAS 2 : 8-21
Vers 11 de Zaligmaker: dit is de betekenis van de naam Jezus.
Christus: de Griekse weergave van het Hebreeuwse 'Messias'.
Vers 12 een teken: daaraan kunnen de herders zien dat dit het Kind is waarover de engel heeft verteld.
Vers 14 in de mensen een welbehagen: 'mensen van het welbehagen'. Hier wordt vrede beloofd door Christus, aan mensen die God naar Zijn welbehagen heeft uitverkoren.

JOHANNES 10 : 1-16
Vers 1 die van elders inklimt: die de gemeente Gods indringt, bijvoorbeeld met een valse leer.
Vers 2 is een herder der schapen: het gaat in dit vers om een herder zoals God die ingesteld heeft, een onderherder. God opent de deur voor hem, neemt hem in Zijn dienst.
Vers 7 Ik ben de Deur der schapen: zowel voor de onderherders, die daardoor binnen gaan, als voor de schapen. Door Christus alleen is er toegang tot het Koninkrijk der hemelen.
Vers 11 Ik ben de goede Herder: ditmaal vergelijkt de Heere Jezus Zichzelf met een herder. Hij stelt (letterlijk) Zijn leven voor Zijn schapen. Het is eigenlijk een voorzegging van Zijn lijden en sterven. De schapen zijn de uitverkoren gelovigen.
Vers 16 schapen die van deze stal niet zijn: hiermee bedoelt de Heere Jezus de heidenen. Ook zij zullen worden toegebracht en het zal één kudde worden.

Achtergrondinformatie

DAVID
Zoon van Isaï. Davids naam betekent: 'beminde'. Een naam met een profetische betekenis. Hij was een beeld van de beminde Zoon van God, een type van Christus.
Hoewel er een offerfeest was bij zijn vader thuis, waar al zijn broers ook bij aanwezig waren, was hij in het veld achtergebleven. Het was blijkbaar niet belangrijk dat hij erbij was. Zijn taak was om voor de schapen te zorgen. Hoewel hij jong was, werd juist hij tot koning gezalfd door Samuël. En Hij verkoos Zijn knecht David en nam hem van de schaapskooien. Van achter de zogende schapen deed Hij hem komen, om te weiden Jakob, Zijn volk, en Israël, Zijn erfenis. (Psalm 78 : 70 en 71)
Waarschijnlijk heeft David juist achter de schapen het geduld van een herder gekregen, waardoor hij later het volk van God kon leiden.
Toen nam Samuël den oliehoorn, en hij zalfde hem in het midden zijner broederen. En de Geest des HEEREN werd vaardig over David van dien dag af en voortaan. (1 Samuël 16 : 13). Net als Christus is David door God gezalfd. De Heere geeft er Zijn goedkeuring aan. Dat blijkt uit het feit dat de Heilige Geest werkte in het leven van David.

DE HERDERS
Deze herders waren van eenvoudige komaf. Herders hadden in de tijd van de Heere Jezus geen stemrecht en ze mochten ook geen getuige zijn in een rechtszaak. Maar zij waren wel Joden! Bekend met de overlevering van de profeten over de Messias. Het is eigenlijk verwonderlijk dat het beroep van herder in de tijd van het Nieuwe Testament zo veracht was. Abraham, Izak en Jakob, de aartsvaders, waren immers ook herders geweest. En ook Mozes, die de gezaghebbende Wet van God ontving, was eerst veertig jaar herder in de woestijn voordat hij het volk naar het beloofde land bracht. David, de koning van Israël, was ook herder. Het is opvallend hoe de Heere in de geschiedenis van Israël steeds juist deze mensen uitkoos voor een bijzondere taak. De Heere Jezus gebruikt het beeld verschillende malen en past het ook toe op Zichzelf.

DE BOODSCHAP VAN DE ENGELEN
Toen de herders de boodschap van Christus' geboorte ontvingen, waren zij klaarwakker: ze hielden de nachtwacht over hun kudde. Het was dus zeker geen droom die hen overkwam. Het plotselinge en ongedachte verschijnen van de engel brengt schrik teweeg. Geen wonder, als we lezen dat de 'heerlijkheid des Heeren' hen omscheen. De herders beven voor zoveel heerlijkheid. Maar de engel stelt hen gerust: "Vreest niet!"
De engel zegt: "U is heden geboren..." U, het volk van de Joden, is een Kind geboren. De engel weet dat de herders op de hoogte zijn van de belofte van de komst van de Messias. De Messias is de Zaligmaker, de Christus. Hij is geboren in de stad van David. De engel verwijst naar wat er over de grote Davidszoon is geschreven (Psalm 110).
De geboren Zaligmaker ligt in een omgeving die de herders wel bekend is: in een kribbe. Een ongebruikelijke plaats om een pasgeboren kind neer te leggen. De engel noemt het een teken, waaraan de herders zullen zien dat dit echt het Kind is waar de engelen over gesproken hebben.

DE VERHEERLIJKING VAN GOD
Het blijft niet bij de boodschap van deze ene engel. Er daalt een leger van engelen neer uit de hemel, die God prijzen en verheerlijken. Het moet een machtig en indrukwekkend schouwspel zijn geweest, waar deze herders getuigen van waren! De engelen geven God de eer van Zijn verlossingswerk, dat nu gestalte krijgt in de komst van Zijn Zoon naar de aarde. De hemel en de aarde moeten Hem prijzen! Dit is in schrille tegenstelling tot de donkere nacht in Bethlehem. Behalve deze herders is niemand getuige van dit machtige schouwspel. De mensen slapen. Het geeft weer hoe de boodschap van het Evangelie landt in een wereld verloren in schuld. Niemand vraagt naar God. Maar God zoekt Zelf mensen op: 'in mensen een welbehagen'. Van dit wonder zingen de engelen.

HET BEZOEK VAN DE HERDERS AAN DE ZALIGMAKER
De herders geloven de boodschap die de engel gebracht heeft. Ze aanvaarden het als boodschap van God. Ze zeggen: "Laat ons dan heengaan naar Bethlehem en laat ons zien het woord, dat er geschied is, hetwelk de Heere ons heeft verkondigd." Ze gaan direct, wat aangeeft hoe ze hebben verlangd om de Zaligmaker te zien.
Het bezoek van de herders aan Jozef en Maria wordt slechts heel summier genoemd. Alleen dat ze hen en het Kind hebben gevonden. Er is wel reden om aan te nemen dat ze Jozef en Maria hebben verteld over wat er in het veld is gebeurd. Er staat in vers 19: "Doch Maria bewaarde deze woorden alle te zamen, overleggende die in haar hart." Het zal Jozef en Maria tot bemoediging zijn geweest.
Het geloof van de herders komt tot uitdrukking in het feit dat zij overal vertelden "het woord, dat hun van dit Kindeken gezegd was." Ze kunnen het niet voor zichzelf houden. "En de herders keerden wederom, verheerlijkende en prijzende God over alles, wat zij gehoord en gezien hadden, gelijk tot hen gesproken was." Zij worden de eerste menselijke boodschappers van het Evangelie!
De reactie van de mensen bestaat uit verwondering. Er staat niet dat zij geloofden, of de blijdschap van de herders deelden. Het 'doch' waarmee vers 19 begint, doet vermoeden dat niet veel mensen waarde hebben gehecht aan wat de herders verkondigden.

CHRISTUS ALS DE GOEDE HERDER
In Johannes 10 schetst Christus het verschil tussen een goede herder en een dief. De goede herder gaat door de deur in de schaapskooi, want hij is de rechtmatige eigenaar van de schapen. De schapen horen en herkennen zijn stem en hij kent zijn schapen bij name. Hij leidt zijn schapen naar de grazige weiden en gaat zelf voorop.
Anders is het bij een dief. Die komt niet door de deur, maar klimt heimelijk naar binnen. Hij kent de schapen niet en de schapen kennen zijn stem niet. Ze zullen hem ook niet volgen. Vervolgens gaat Christus uitleggen wat Hij met deze vergelijking bedoelt. Hij noemt Zichzelf eerst de Deur der schapen. Wie door Hem ingaat (in het Koninkrijk van God) zal behouden worden. In tegenstelling tot de dief (satan), komt Hij om mensen te behouden.
Dan noemt Hij Zich de goede Herder, Die Zijn leven stelt voor de schapen. Hij vergelijkt deze goede Herder met een huurling, die vlucht zodra het gevaar dreigt. Een goede herder doet dat niet, hij heeft zijn leven voor de schapen over. Christus kent Zijn schapen, Zijn kinderen, bij name en zij kennen Hem.
De kerk van God in deze wereld is de schaapskooi. De kerk is blootgesteld aan dieven en aan wolven. Maar Christus draagt Zelf zorg voor Zijn kudde. Die kudde is nog niet compleet. Er moeten nog schapen toegebracht worden, die 'van deze stal niet zijn'. Niet alleen uit het volk van de Joden, maar ook uit de heidenen zullen er toegebracht worden tot de gemeente van Christus. En het zal worden één kudde en één Herder.

Bijbelse aardrijkskunde

BETHLEHEM
Stad in Juda, 7 kilometer ten zuiden van Jeruzalem. Bethlehem betekent 'broodhuis', omdat de vruchtbaarheid van de omliggende akkers een tegenstelling vormt met de nabije woestijn van Juda. Verschillende keren wordt Bethlehem in het Oude Testament genoemd. Het was de woonplaats van Naomi en Elimelech en later ook de woonplaats van Boaz en Ruth. Het was de geboorteplaats van David. Vandaar dat de engel Bethlehem de 'stad Davids' noemt. Jozef en Maria moesten zich door Goddelijke besturing in Bethlehem in laten schrijven, zodat ook de grote Zoon van David hier geboren zou worden.

Jeruzalem
Jeruzalem wordt in de Bijbel ook wel Salem genoemd, of Sion. In de tijd van het Nieuwe Testament lag de stad veilig voor aanvallen, tussen drie diepe dalen in. De stad lag op twee heuvelruggen.
Jeruzalem was de stad waar de koningen over het Tweestammenrijk hun zetel hadden. Ook de tempel (in Jezus' dagen de tempel van Herodes) was daar gebouwd. Jeruzalem was (en is) het godsdienstige centrum van het Joodse volk. Jezus verbleef er verschillende keren tijdens Zijn omwandeling op aarde. Meestal vonden er dan confrontaties plaats tussen de daar overvloedig aanwezige Schriftgeleerden en Farizeeërs en de Heere Jezus. Zij probeerden Hem door strikvragen tot ongeoorloofde uitspraken te brengen. Zo'n confrontatie gaat ook aan Johannes 10 vooraf.

Bijbelse oudheidkunde

Het beroep van herder
Overdag trok de herder met zijn schapen naar een stuk weidegrond waar voldoende voedsel was. Dat kon een behoorlijk eind van de kooi zijn, zeker in de droge tijd. Bij het vallen van de avond bracht de herder zijn schapen samen op een veilige plek, waar hij de wacht hield. Als het mogelijk was maakte de herder een omheining van stenen of doorntakken om de schapen te beschermen. Zelf ging hij dan in de opening liggen, waardoor hij daadwerkelijk een deur voor de schapen was.
Schaapskooien bevonden zich over het algemeen op een zonnige plek bij het thuisdorp. Het was een laag, gewelfd gebouw waar omheen een stapelmuur als omheining was aangebracht. Naargelang het weer kon de kudde binnen of buiten verblijven. Een wachter zag toe op de veiligheid van de kudde. Deze situatie had Jezus voor ogen, toen Hij zei dat dieven niet door de deur naar binnen gingen, maar over de muur.
Door het afgezonderde leven met de kudde kende de herder zijn schapen erg goed. De herder gaf de schapen een naam die iets zei over de eigenaardigheden van het dier. Omgekeerd kennen de schapen de herder ook, ze luisteren naar zijn stem.

Aanwijzingen hij het gebruik van de schets

In het programma is de vertelling opgenomen na een stukje declamatie over het leven van David. U kunt zelf kiezen of u de vertelling op dit moment wilt doen, of op een ander moment. We hebben de vertelling op deze plaats opgenomen omdat hij zo aansluit op het gedeelte in het declamatorium. U zou de vertelling ook na de bijbellezing kunnen doen. Zeker als er nog een vrije vertelling wordt gehouden, komt dat wel goed uit. Dan is de verdeling van de verschillende onderdelen beter.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 oktober 2006

Mivo -12 | 23 Pagina's

Herders van Bethlehem

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 oktober 2006

Mivo -12 | 23 Pagina's