JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Uit u zal Mij voortkomen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit u zal Mij voortkomen

24 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vertelschets

Kerstfeest.


Lezen: Lukas 1 : 26-38

Zingen:
Ps. 98 : 2
Ps. 105 : 5
Ps. 118 : 11
Ps. 130 : 3
Lzv. Maria : 1 en 3

Kerntekst: Micha 5 : 1 "En gij, Bethlehem Efratha! Zijt gij klein om te wezen onder de duizenden van Juda? Uit u zal Mij voortkomen, Die een heerser zal zijn in Israël, en Wiens uitgangen zijn van ouds, van de dagen der eeuwigheid."


Kerstfeest. Waar denk je dan aan? Je weet het vast wel: we denken aan de geboorte van de Heere Jezus in de stal van Bethlehem. Hij kwam uit de heerlijkheid van de hemel naar de armoede van de aarde. Hij kwam naar deze wereld om mensen te verlossen van zonde en schuld. Nog steeds zoekt Hij zondaren, om ze te redden. Wil je ook gered worden? Dat kan! Het kan omdat de Heere Jezus als een Kindje naar de aarde is gekomen, om te zoeken en zalig te maken wat verloren is. Hij ziet uit naar zondaren. Zie je ook uit naar Hem?

Uitzien. Al eeuwen lang. Wat hebben velen uitgezien naar de Verlosser. Sinds Gods belofte klonk dat er een Verlosser geboren zal worden, zijn de vrouwen vol verwachting en hoop. Het is heel bijzonder dat deze vrouwen genoemd worden. Hun namen zijn: Thamar, Rachab, Ruth, Bathséba en Maria. Ze zijn de stammoeders van de Heere Jezus. Omdat uit de geslachten van deze moeders de Heere Jezus zal geboren worden. Moeders vol zonden, maar toch zal door hen zal de belofte werkelijkheid worden: de Heere Jezus zal geboren worden! Om zondaren te redden. Zondaren... dat zijn ook deze moeders. Moeders van Christus. Kerstfeest dat is: Christusfeest.

Thamar

Gespannen kijkt Thamar de weg af. Is het schaapscheerdersfeest al afgelopen? Komt hij al aanlopen? Ze weet het: wat ze doet is niet goed. Ze is niet getrouwd met Juda. Nee, hij is haar schoonvader. En daarom is het zo verkeerd. Maar hoe kan ze anders een kind krijgen uit het huis van Juda? Ze heeft gehoord van de rijke belofte die de Heere aan het huis en geslacht van Jakob heeft gegeven.

Ze wordt verdrietig als ze denkt aan wat er in haar leven is gebeurd. Eerst was ze getrouwd met Er, de zoon van Juda. Maar hij is gestorven. Hij diende de Heere niet. Toen mocht ze met Onan trouwen, ook een zoon van Juda. Maar hij was net zo slecht als zijn broer. Ook hij stierf. Toen had Juda nog één zoon. Hij had gezegd: "Nee, mijn zoon Sela is nog te jong. Als hij ouder is, dan mag je met hem trouwen." En daarom is ze zo bezorgd. Want Juda zégt wel dat ze moet wachten tot zijn derde zoon groot geworden is, maar het is niet zijn bedoeling om Sela aan Thamar te geven. Juda wil zijn derde zoon niet geven aan een vrouw bij wie zijn andere zonen gestorven zijn. Hij denkt dat de dood van zijn zonen de schuld is van zijn schoondochter. Maar dat is niet waar. De dood van de zonen komt door hun erge zonden. Daarom heeft de Heere hen gedood. Nog steeds wacht Thamar, maar ze heeft Sela nog steeds niet als man gekregen. Juda heeft er niet voor gezorgd dat ze weer een man zou krijgen. En dat had hij als hoofd van de stam wel moeten doen.

Daarom wacht Thamar bij de fonteinen. Ze tuurt de weg af. Komt hij er al aan? Ze heeft geen weduwekleed meer aan, maar mooi versierde kleding. Weer kijkt ze. Ja, ze ziet hem aankomen! Hij heeft zijn staf in zijn hand en het koord met zijn zegelring om de hals.

Juda ziet een vrouw aan de kant van de weg zitten. Hij herkent haar niet. De vrouw heeft een sluier voor haar gezicht en versierde kleding aan. Het is dezelfde kleding die de vrouwen in de tempel van de afgod Asthoreth dragen. Kleding van een hoer. Hij gaat naar haar toe en vraagt haar om bij haar te mogen liggen. Hij zal haar daarvoor betalen. "Als ik thuiskom," zo belooft hij, "dan stuur ik een geitenbokje als betaling." Maar dat vindt de gesluierde vrouw niet genoeg. Want ze wil van Juda een bewijs. Als ze dan een kindje van hem zal krijgen, dan kan ze het bewijs laten zien. Ze beeft en haar stem trilt als ze vraagt om zijn zegelring en het koord en zijn staf. Als Juda thuis komt stuurt hij een vriend met een geitenbokje om de hoer te betalen. Maar... de vrouw is weg. En Juda is zijn eigendommen kwijt.

Na drie maanden hoort Juda dat zijn schoondochter Thamar een kindje verwacht. En Juda's bevel luidt: "Ze moet gestraft worden voor haar zonde! Ze krijgt een kind, maar ze is niet getrouwd! Daarom moet ze verbrand worden!" Maar Juda verbleekt van schrik als hij Thamar ziet aankomen. Want in haar hand heeft ze heeft zijn staf en zegelring en het koord in haar hand. En dan begrijpt Juda waarom Thamar dit gedaan heeft. "Zij is rechtvaardiger dan ik, omdat ik haar mijn zoon niet gegeven heb!," roept hij uit. Juda belijdt zijn schuld. Hij had moeten zorgen voor een losser. Hij had Sela wel aan Thamar moeten geven. En omdat hij niet gedaan heeft wat de wet van de Heere God zegt, heeft Thamar zelf een plan bedacht.
Een zondig plan, maar wat God in Zijn genade toch gebruikt, '"t Is trouw al wat Hij ooit beval..." Hij zorgt Zelf voor de vervulling van Zijn belofte. Veel groter en heerlijker dan Thamar kon denken.

En nu kijkt Thamar vol verwondering neer op twéé kindjes in haar armen. Wat heeft de Heere haar rijk gezegend. In Juda's huis mag de belofte in vervulling gaan: "Uit u zal Mij voortkomen." 'Perez', zo heet haar oudste zoon. Zijn naam betekent 'doorbreker'. Hij wijst heen naar de Koning der Koningen. Dé Doorbreker. De Heere Jezus Zelf is het Die doorbreekt in dit geslacht. Uit deze oudste zoon Perez zal het geslacht van David voortkomen. Het geslacht waaruit eens de Heere Jezus zal geboren worden. Ondanks haar zonden gebruikt de Heere haar als moeder van Christus. "Uit u zal Mij voortkomen." Uit het geslacht van Juda en Thamar zal de Heere Jezus geboren worden. Wat een wonder dat deze moeder in het geslachtsregister mag staan van de Heere Jezus. Ondanks al haar zonden mag zij een moeder van Christus genoemd worden. De genade van Christus is groot. Moeder van Christus. Christusfeest. Kerstfeest.

Rachab

"Mannen, het is gelukt! Ze geloofden mijn list en de soldaten zijn de stad uitgegaan! Maar nu zijn de poorten dicht, dus jullie moeten op een andere manier ontsnappen." De twee verspieders zijn opgelucht als ze horen dat Rachab de soldaten kon wegsturen. Ze komen vanuit hun schuilplaats en vegen het vlas van hun kleren af. Rachab heeft hen gered uit de handen van de vijand. De verspieders verbazen zich over haar: ze is een vrouw van het volk van de Kanaänieten en tóch helpt ze hen, mannen van het volk Israël! En Rachab vertelt waarom: "Ik weet, dat de Heere u dit land gegeven heeft." Wat een groot geloof! De muren van Jericho staan nog overeind en er is zelfs nog niets te merken van een inval. Ze vertelt van wat ze gehoord heeft over de doortocht door de Rode Zee en over de overwinning op de Amorieten. "En daarom hebben wij alle moed verloren, omdat jullie volk eraan komt; want de HEERE, de God van jullie volk is een God boven in de hemel en beneden op de aarde."
Rachab, een heidense vrouw uit Kanaän, belijdt haar geloof in de Heere God. Ze heeft van Hem gehoord en ze weet dat Hij Zijn volk leidt. Wat zou ze graag willen dat Hij ook haar God is. Want als dié Heere God voor haar zorgt, dan is ze veilig. Dan kan haar niets gebeuren. Dat gelooft ze vast en zeker. En omdat ze de mannen van dat volk helpt, durft ze hetzelfde ook te vragen voor zichzelf en haar familie: "Nu dan, zweer mij toch bij den HEERE, dewijl ik weldadigheid aan ulieden gedaan heb, dat gij ook weldadigheid doet aan mijns vaders huis, en geef mij een waarteken." 

Rachab kijkt door het venster van haar huis over de muur heen. Zó gaat het al zes dagen lang: de optocht rond de stad. Telkens weer dezelfde volgorde, telkens weer het geluid van de bazuinen en... elke dag de stilte van het volk. Ze kijkt naar het rode koord dat uit het venster hangt. Het teken dat zij, Rachab, en haar familie in dit huis zijn. Maar ook het teken van beloofde verlossing. Als Jericho valt, dan zullen zij en haar familie gespaard worden; zó hebben de verspieders gezworen.

Het is jaren later. Rachab staat op de uitkijk. Ze wacht op haar man. Ze denkt weer terug aan de overwinning op Jericho. Terwijl de muren vielen, bleef haar huis staan. Wat is de Heere God goed voor haar geweest! Hij heeft haar en haar familie gered van de dood. Hij heeft Zijn woord gehouden. Door het teken van het scharlaken koord hebben ze haar gespaard en meegenomen naar het tentenkamp van het volk Israël. Wat heeft de Heere op een wonderlijke wijze voor haar gezorgd. En nu mag ze zelfs bij Zijn volk horen! Ze mag wonen in hun tenten en meedoen aan de offers en hun God dienen. Hún God die door genade ook háár God is geworden.

Het gezicht van Rachab straalt. Wat is ze rijk gezegend! Een gezegende moeder. Want ze heeft een zoon gekregen. En nu kijkt ze vol verwondering neer op het kindje in haar armen. Boaz; zijn naam betekent: 'in hem is grote kracht'. Boaz is de losser. Hij zal eens een losser zijn om voor zijn familielid Naomi haar land terug te kopen en met haar schoondochter te trouwen. Boaz wijst heen naar de grote Losser. De Heere Jezus. Hij kwam naar deze wereld om de zonde van Zijn volk te dragen en zo is Hij de Losser. De straf die zij verdienen neemt Hij op Zijn schouders. Hij is gekomen om te dienen; om Zichzelf te geven tot een losprijs.

Rachab, een vrouw uit het heidense Jericho, wordt door de Heere gebruikt als stammoeder van Christus. "Uit u zal Mij voortkomen." Uit het geslacht van Salmon en Rachab zal de Heere Jezus geboren worden. Wat een wonder dat deze vrouw uit Jericho in het geslachtsregister mag staan van de Heere Jezus. Door het geloof is Rachab behouden. Ze mag een stammoeder van Christus genoemd worden. De genade van Christus is groot. Moeder van Christus. Christusfeest. Kerstfeest.

Ruth

De zon staat hoog aan de hemel. Het is warm op het veld. Soms gaat ze even rechtop staan, maar dan bukt ze zich weer. Ze raapt de aren op van het veld en verzamelt ze in haar arm. Ook al is ze moe van het zware werk en steekt de zon op haar huid, wat voelt ze zich blij! Als ze thuis komt vertelt ze opgewonden aan haar schoonmoeder Naomi wat er gebeurd is. "De eigenaar van de akker kwam naar me toe en hij wist precies wie ik was. Hij weet dat ik een Moabitische vrouw ben en uit Moab met u meekwam en dat ik weduwe ben. En hij prees mij erom omdat ik Moab verlaten heb en hij wenste me toe dat de Heere mij zal zegenen. En... voortaan mag ik op zijn akker aren lezen en ik mag met de maaiers eten en drinken!" Naomi's ogen lichten op! Wat een verheugend nieuws! En als Naomi hoort dat de naam van de man 'Boaz' is, roept ze uit: "Gezegend zij hij de Heere, die man hoort bij onze familie, hij is één van onze lossers!"

"Ruth, ik zou zo graag willen dat je een rustig bestaan kan leiden." Ruth weet wel wat haar schoonmoeder bedoelt: als ze trouwt hoeft ze niet meer te werken op het land. Ze hoeven dan ook niet bang te zijn dat de voorraad gerst en tarwe slinkt en dat ze dan honger moeten lijden. Dan heeft ze een eigen huis om in te wonen en een man die voor haar zorgt. En daarom vertelt Naomi haar plan: "Was je en zalf je en doe je mooiste kleding aan. Boaz, bij wie je op het land gewerkt hebt, is één van onze lossers. Nu moet jij hem vragen of hij ons land lossen wil. Maar je moet voorzichtig zijn, zodat niemand er kwaad van spreken kan. Je moet gaan als het donker is." Dat is een moeilijke opdracht voor Ruth. Want als ze hem herinnert aan zijn taak om het land van Naomi weer terug te kopen, dan betekent dat ook dat ze eigenlijk vraagt of Boaz met haar wil trouwen.

Het is een paar jaar later. Het gezicht van Ruth straalt. Wat is ze gezegend! Een gezegende moeder. Boaz wilde haar losser zijn en nu hebben ze een zoon gekregen. Obed; zijn naam betekent 'dienaar'. Voor Naomi een zoon die de plaats van haar man en zonen kan innemen.
En nu kijkt Ruth vol verwondering neer op het kindje in haar armen. Obed. Hij wijst heen naar de Koning der Koningen. De Dienaar. Hij is gekomen om te dienen, in de hemel was het zo anders: daar werd Hij gediend door de miljoenen engelen. Maar Hij kwam naar de aarde om Zélf te dienen. Om zondaren zalig te maken, zal Hij aile zonden dragen. Ook voor Ruth.
Ruth denkt terug aan de woorden die ze tegen haar schoonmoeder zei bij de grens van Moab en Kanaän. "Want waar gij zult heengaan, zal ik heengaan, en waar gij zult vernachten, zal ik vernachten; uw volk is mijn volk, en uw God mijn God." Het was de keus van haar hart. Het was niet moeilijk om haar volk te verlaten en mee te gaan met Naomi. Want wat ze gehoord had van het volk, maar vooral van de God van Israël was zo groot en zo heerlijk. En nu is de God van Israël haar God. Wat een wonder is Zijn trouwe zorg over haar. in plaats van de afgoden te dienen, mag ze nu de levende God kennen en aanbidden. "Uw God is mijn God."

Ruth, een vrouw uit het heidense Moab, wordt door de Heere gebruikt als stammoeder van Christus. "Uit u zal Mij voortkomen." Uit het geslacht van Boaz en Ruth zal de Heere Jezus geboren worden. Wat een wonder dat deze moeder uit Moab in het geslachtsregister mag staan van de Heere Jezus. Door het geloof is Ruth behouden. Ze mag een stammoeder van Christus genoemd worden. De genade van Christus is groot. Moeder van Christus. Christusfeest. Kerstfeest.

Bathséba

Wat nog niet eerder gebeurd is, gebeurt nu. Koning David blijft in het paleis en trekt niet mee de strijd in. Terwijl zijn soldaten strijden tegen de Ammonieten, wandelt David op het dak van zijn paleis. Daar is het lekker koel. Hij kijkt uit over de dalen rondom Jeruzalem en op de lager gelegen woningen van zijn hovelingen. Op het dak van het huis van Uria, zijn hoveling, is een vrouw zich aan het wassen. David ziet haar. Wat is ze mooi! Hij wilde wel dat ze zijn vrouw was. Hij vraagt na wie ze is: ze is de vróúw van Uria. Ze is dus al getrouwd. Dan kan ze zijn vrouw niet worden...

Het is donker. Bathséba loopt haastig achter Davids knecht aan. Ze moet weer terug naar haar eigen huis. Ze denkt terug aan het mooie paleis. Aan de prachtige kamers. Maar vooral denkt ze terug aan de koning. Ze buigt haar hoofd en tranen wellen op in haar ogen. O, had ze het maar niet gedaan!! Ze heeft bij de koning gewoond in zijn paleis. Het was alsof de koning haar man was. Alsof. Want het is niet zo! Uria, dat is haar man. Had ze maar gezegd: "Nee, koning. Ik kan niet bij u wonen. Ik ben de vrouw van Uria. Als ik bij u blijf, dan ben ik ontrouw aan mijn man. Wat u van mij vraagt, dat wil God niet." Maar ze had het niet gezegd tegen de koning en ze was toch bij hem gebleven. Ze had toegegeven aan wat de koning vroeg. In het paleis was de koning bij haar alsof het haar man was. Alsof. Want Uria is haar man...

Het droeve bericht bereikt koning David. Maar op zijn gezicht is geen droefheid te zien, maar wel opluchting. Gelukkig! Zijn plan is gelukt: Uria is gestorven in de strijd. Bathséba wordt zijn vrouw en het lijkt alsof hij hiermee de nagedachtenis van Uria eert. Alsof. Maar wat het volk niet weet, weet de Heere God wel!

Het is een paar jaar later. Het gezicht van Bathséba straalt. Wat is ze gezegend. Een gezegende moeder. Want ze heeft een zoon gekregen. Salomo, zijn naam betekent 'zoon des vredes'. Wat een wonderlijke naam. Ja, er is weer vrede. Vrede in het huis van David en Bathséba.
Wat is het anders geweest! Rouw om de dood van Uria, haar man. Groot verdriet om het eerste kindje. Een kindje wat door de zonde van haar en David gekomen was. Doordat ze deed alsóf ze Davids vrouw was. Alsof. Niemand wist het... Maar de Heere God wel. Hoe groot was haar verdriet om het gestorven kindje. Bathséba weet het wel; haar kindje mag bij de Heere zijn. Maar haar zonden zijn zó groot. Zal de Heere nog horen? Zal Hij haar zonden nog vergeven? En nu kijkt ze vol verwondering neer op het kindje in haar armen. Salomo. Hij wijst heen naar de Koning der Koningen. De Vredevorst. In Zijn rijk zal er vrede zijn. Geen tranen en geen pijn: Zijn rijk zal volkomen zijn. Wat een wonder! Wat is de genade van de Heere groot, dat Hij uit een zondig geslacht geboren wil worden. Ze dragen dezelfde naam, maar wat een verschil. Salomo in een koninklijke wieg in een paleis en de Heere Jezus in een kribbe in de beestenstal. Salomo's rijk zal vrede zijn, hij hoeft niet één oorlog te voeren. Jezus' leven op aarde zal een strijd zijn. Om zondaren zalig te maken, zal Hij alle zonden dragen. Ook voor Bathséba. Ondanks haar zonden gebruikt de Heere haar als moeder van Christus. "Uit u zal Mij voortkomen." Uit het geslacht van David en Bathséba zal de Heere Jezus geboren worden. Wat een wonder dat deze moeder in het geslachtsregister mag staan van de Heere Jezus. Ondanks al haar zonden mag zij een stammoeder van Christus genoemd worden. De genade van Christus is groot. Moeder van Christus. Christusfeest. Kerstfeest.

Maria

"Wees gegroet, gij begenadigde; de Heere is met u; gij zijt gezegend onder de vrouwen." Maria wordt ontroerd van de wonderlijke woorden. De verschijning van de engel had haar al zo geschokt en nu deze woorden! Het is ook een ontzaglijke boodschap, die de engel Gabriël brengt. Maar hij stelt haar gerust: "Vrees niet, Maria, want gij hebt genade bij God gevonden. Gij zult een Zoon krijgen en zult Zijn naam heten Jezus." Als Maria deze wonderlijke boodschap hoort, dan gelooft zij het woord door de engel gesproken.

Haar hart loopt over van grote vreugde. En daarom zingt ze. Het is een lofzang. "Mijn ziel maakt groot de Heere; en mijn geest verheugt zich in God. mijn Zaligmaker." Hij heeft mij, een eenvoudig meisje, uitgekozen om de moeder te zijn van de Verlosser. Moeder van Christus.

Wat een drukte op de wegen! Veel mensen zijn onderweg en dragen spullen met zich mee. Ook Maria en Jozef zijn onderweg. Kan Maria niet beter in Nazareth blijven nu het Kindje bijna geboren zal worden? Nee, de Heere God bestuurt het zo. Hij wil juist dat Maria en Jozef naar Bethlehem gaan, want het Kindje moet dáár geboren worden, omdat het de Zoon van David is. Dat heeft de profeet Micha lang geleden al voorspeld: "En gij, Bethlehem Efratha! Zijt gij klein om te wezen onder de duizenden van Juda? Uit u zal Mij voortkomen, Die een heerser zal zijn in Israël, en Wiens uitgangen zijn van ouds, van de dagen der eeuwigheid." En deze profetie moet vervuld worden. Daarom heeft de Heere het zo bestuurd dat keizer Augustus zijn rijk laat beschrijven. De machtige keizer denkt dat hij regeert, maar hij weet niet dat God regeert. Hij weet niet dat de mensen in zijn machtige rijk zich moeten laten beschrijven omdat de Zoon van God in Bethlehem geboren moet worden!

Enkele weken later kijkt Maria vol verwondering neer op het Kindje in haar armen. Jezus, dat is Zaligmaker. Haar Zoon, haar Kind. Ze denkt terug aan de woorden van de engel Gabriël: hij beloofde een Zoon Die groot zal zijn. Een Zoon Die de troon van Zijn vader David zal krijgen. Een Koning, van het huis van Jakob, van een Koninkrijk waar nooit een eind aan komt. Maar... er was nergens plaats in een herberg voor hen. En nu is haar Zoon hiér geboren: in een beestenstal. Er is geen koninklijke wieg, maar een kribbe. Aan het Kindje is niet te zien dat Hij Koning is. Dat Hij de Allerhoogste is. Maar Maria gelooft de woorden van de engel. Dit Kind is haar Zoon. Dit Kind is nog veel meer: Hij is haar Zaligmaker! Zijn naam is: Wonderlijk, Raad, Sterke God, Vader der Eeuwigheid, Vredevorst
De belofte, eeuwen geleden gesproken door Micha, gaat in vervulling: "Uit u zal Mij voortkomen." Uit het geslacht van Jozef en Maria is de Heere Jezus in Bethlehem geboren!

Kerstfeest

Uitzien. Thamar, Rachab, Ruth, Bathséba en Maria hebben naar Zijn komst uitgezien. De belofte: "Uit u zal Mij voortkomen" werd werkelijkheid: De Heere Jezus is geboren in Bethlehem uit deze stammoeders. Hij kwam naar deze wereld om mensen te verlossen van zonde en schuld. Nog steeds zoekt Hij zondaren om te redden. Luister maar naar Zijn Naam: "Jezus, want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden." Zijn stamboom in Mattheüs 1 begint met Zijn Naam: Jezus Christus en het eindigt met Zijn Naam: Jezus, gezegd Christus Kerstfeest is het feest van de geboorte van de Heere Jezus. Is Hij al geboren in jouw hart? Is de Heere Jezus al jouw Zaligmaker? Nog steeds zoekt Hij zondaren om te redden van zonden. Zijn naam is immers Jezus, dat is Zaligmaker. Daérom is Hij naar de aarde gekomen. Vraag Hem dan eerbiedig: "Heere Jezus, wilt U ook Mijn Zaligmaker zijn?" Dan wordt het Kerstfeest: Christusfeest!

Aanwijzingen voor het gebruik

Vertelling / schets
Er zijn vier mogelijkheden om de vertelling/schets in het kerstprogramma te gebruiken:
1. Het is mogelijk om de hele schets te vertellen op het moment dat het aangegeven wordt in het programma.
2. U kunt er ook voor kiezen om twee of drie gedeelten uit de schets te vertellen. Vooral het gedeelte van Thamar is niet zo bekend en moeilijk en kan voor jonge kinderen weggelaten worden.
3. Een andere mogelijkheid is: Als het programma het gedeelte over Thamar aangeeft, wordt het gedeelte uit de schets over Thamar verteld. Het programma gaat door en vervolgens wordt het gedeelte over Rachab verteld, als het programma het gedeelte over Rachab aangeeft.
4. Als punt drie, maar i.p.v. alle gedeelten te vertellen, kan er ook voor gekozen worden om één, twee of drie gedeelten te vertellen en de andere gedeelten door kinderen te laten voorlezen.

Achtergrondinformatie

DECLAMATORIUM
Het declamatorium kan gebruikt worden rond de vertelling. Verschillende clubleden kunnen ingeschakeld worden bij de spreekstemmen. De psalmen en gezangen kunnen begeleid worden met behulp van orgel en andere muziekinstrumenten.

VERHAALLIJN "UIT U ZAL MIJ VOORTKOMEN"
De titel van deze schets is genomen uit Micha 5 : 1. "En gij, Bethlehem Efratha! Zijt gij klein om te wezen onder de duizenden van Juda? Uit u zal Mij voortkomen, Die een heerser zal zijn in Israël, en Wiens uitgangen zijn van ouds, van de dagen der eeuwigheid." Met 'duizenden van Juda' worden de geslachten van Juda bedoeld. Een geslacht is een onderafdeling van een stam. Zo is ook Bethlehem, namelijk zijn bevolking, één van Juda's geslachten. Eén van de allerkleinsten. En juist uit dat kleine, geringe Bethlehem zal de grote Heerser komen. De profeet legt met opzet de nadruk op een tegenstelling. Daardoor komt het wonderwerk van God des te meer uit.
Daarnaast ligt het accent in deze tekst op het geslacht dat in en om Bethlehem woonde. Christus zal geboren worden uit het al oude geslacht dat David voortbracht.
Vandaar dat het "Uit u zal Mij voortkomen" niet alleen betrokken moet worden op de plaats, maar juist ook op degenen uit wie de Heere Jezus geboren wilde worden.

STAMMOEDERS
Opmerkelijk is dat Mattheüs vijf (stam)moeders noemt. Thamar en Bathséba noemt hij vanwege de zonde van de stamvaders bij uitstek: Juda en David. Opvallend is dat Bathséba niet met name genoemd wordt, maar aangeduid wordt als 'degene die Uria's vrouw was geweest'. De heidense vrouwen Rachab en Ruth noemt hij vanwege hun voorbeeldig geloof in de God van Israël. Maria stamt niet alleen uit dezelfde stam, maar ook uit hetzelfde geslacht als Jozef. Uit haar en niet uit Jozef wordt de Heere Jezus geboren. Christus is het zaad van de vrouw. Jozef en Maria zijn de laatste nakomelingen uit het huis van David.

THAMAR
De zonde van Thamar is groot en niet goed te praten. Ze gaat een eigen weg in plaats van zich tot God te keren. Thamar werd niet gedreven door wellust. Ze had wel recht op huwelijksgemeenschap met Juda's zonen, maar niet op Juda zelf.
Perez betekent doorbreker. De Heere Jezus Zelf is het Die doorbreekt in dit geslacht. Micha profeteert: De Doorbreker zal voor hun aangezicht optrekken.

LEVIRAATSHUWELIJK (BIJ THAMAR)
Wanneer een man kinderloos sterft, wordt zijn ongehuwde broer geacht de weduwe te trouwen. Doel van dit huwelijk is de instandhouding van dit geslacht, de naam en het bezit van de overledene. De levir (zwager) kan zich aan zijn plicht onttrekken als de vrouw hem niet bevalt, maar dat wordt als onterend beschouwd.

GELOOFSBELIJDENIS RACHAB
Rachab legt een duidelijke belijdenis af van haar geloof in de almacht van God als zij zegt: De Heere, uw God, is een God boven in de hemel en beneden op de aarde. Ze wil zeggen dat Hij doet al wat Hem behaagt. Dat is beschamend voor Israël, dat voortdurend twijfelde aan de macht van God, hoewel het vele wonderen gezien heeft. Rachab heeft niets gezien, alleen maar gehoord wat de Heere gedaan heeft. Zo vast is haar vertrouwen in God dat ze begeert een verbond met het volk van God aan te gaan, alsof Israël Jericho al heeft ingenomen. En dat terwijl de verspieders In groot levensgevaar verkeerden en zij als het ware hun leven In handen heeft.

GELOOFSBELIJDENIS RUTH
Ruth doet belijdenis van haar geloof. Met vaste overtuiging kiest ze onvoorwaardelijk de zijde van het volk van God. Ze heeft het volste vertrouwen In de God van Naomi, Ze eigent zich Hem toe als haar eigen God. Met lichaam en ziel vertrouwt ze zich aan Hem toe In leven en In sterven.

STAMBOOM IN RUTH 4 : 18-22
Het geslachtsregister laat zien dat God Zijn belofte gestand doet In de onafgebroken geslachtslijn van Perez tot Davld. Al de hier genoemde personen komen In dezelfde orde voor In het geslachtsregister van de Heere Jezus. Het gaat om Zl|n geboorte Hij is het Beloofde Kind.

MARIA
Ze is de moeder van Christus en heeft Hem onder haar hart gedragen Ze is rijk bevoor recht, maar uit genade De engel Gabrlêl noemt haar begenadigde Wat heeft ze veel moeten loslaten om moeder van dat beloofde Kind te zijn Een beestenstal was de plaats waar ze moeder werd.
Smaad en laster werd haar deel. Het zwaard is door Marla's ziel gegaan. Het kruis van Christus was haar zwaard 

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 oktober 2005

Mivo -12 | 25 Pagina's

Uit u zal Mij voortkomen

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 oktober 2005

Mivo -12 | 25 Pagina's