JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Actieschets: Hoe spreek jij over de Heere

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Actieschets: Hoe spreek jij over de Heere

24 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bijbelse vertelling: Filippus en de Moorman 

Aantekeningen bij de tekst 

HANDELINGEN 8 : 26- 40
vers 26: een Engel des Heeren sprak tot Filippus: de Heere zendt hem zelf naar deze Moorman toe. Zoals Petrus een visioen kreeg, zo krijgt Filippus een boodschap van de Heere. Het Evangelie moet ook naar de heidenen.
die van Jeruzalem afdaalt naar Gaza: Jeruzalem was hoog gelegen, en Gaza lag aan de kust, zo'n 400 meter lager.
welke woest is: er zijn twee wegen die van Jeruzalem naar Gaza lopen: de ene, drukke weg verlaat al snel het bergland en gaat via de kust verder, de andere volgt langer het bergland, en is veel eenzamer. Het woord 'woest' zou ook op het oude Gaza kunnen slaan, dat in 96 v. Chr. door brand werd verwoest. De weg naar Egypte, en zo ook naar Ethiopië, liep langs dit oude Gaza.
vers 27: een Moorman, een kamerling: de benaming Moorman duidt op zijn afkomst, een kamerling is de vertaling van het Griekse woord 'eunuchus', wat 'ontmande' betekent. Dienaren van vorstinnen werden vaak onvruchtbaar gemaakt om de veiligheid van de vorstin te waarborgen.
een machtig heer van Candacé: een invloedrijke dienaar van de koningin. Candacé is een Moorse aanspreektitel voor een koningin.
de koningin der Moren: de Moren woonden in het huidige Ethiopië.
die over al haar schat was: hij beheerde de financiën.
welke was gekomen om aan te bidden te Jeruzalem: Jeruzalem was het centrum van de Joodse godsdienst, en aanbidding een belangrijk onderdeel daarvan. Als onbesneden heiden mocht de Moorman alleen in het voorhof der heidenen komen, en niet aan de openbare eredienst deelnemen. Lees eens wat er staat in Jesaja 56 vers 6 en 7. Hier voorzegt Jesaja dat in Gods huis ook de heidenen een plaats zullen ontvangen,
vers 28: las de profeet Jesaja: in de Griekse vertaling
vers 29: de Geest zeide tot Filippus: uit zichzelf zou hij deze hooggeplaatste heiden niet aangesproken hebben.
hoorde hem de profeet Jesaja lezen: er werd altijd hardop gelezen,
vers 30: Verstaat gij ook hetgeen gij leest?: de profetieën over de Messias kunnen alleen vanuit de heilsgeschiedenis worden begrepen. Het is daarom geen wonder dat de Moorman het niet begrijpt,
vers 32: Hij is gelijk een schaap...: deze woorden staan in Jesaja 53 vers 7 en 8, en zijn een profetie over het lijden en sterven van de Heere Jezus,
vers 35: en beginnende van diezelve Schrift, verkondigde hem Jezus: Filippus haakt aan bij waar de Moorman leest. Hij legt hem uit dat Jesaja hier over de Messias spreekt. Hij brengt hem het Evangelie.
vers 36: Wat verhindert mij gedoopt te worden?: Blijkbaar heeft Filippus hem over de Heilige Doop verteld. Door zijn doop wil de Moorman zijn geloof in de Heere Jezus belijden,
vers 37: indien Gij van ganser harte gelooft: als u van ganser harte gelooft dat Jezus de Messias is, uw Zaligmaker.
vers 39: hij reisde zijn weg met blijdschap: omdat zijn zonden vergeven zijn door het geloof in Christus.
Vers 40: Filippus werd gevonden te Azóte: of Asdoth. Daar heeft de Heilige Geest hem gebracht.
Totdat hij te Cesaréa kwam: een kustplaats, door Herodes gebouwd ter ere van keizer ('Cesar') Augustus. De verblijfplaats van de Romeinse stadhouder en dus een plaats waar veel Romeinen woonden. 

Achtergrondinformatie 

WAT VOORAF GING
Filippus, één van de gekozen diakenen, is vanuit Jeruzalem naar Samaria gegaan, om de Samaritanen het Evangelie te brengen. Hij heeft daar veel zegen op zijn werk gezien. Hij predikte niet alleen het Evangelie, maar deed ook tekenen in Gods Naam, en doopte de gelovigen.
Nadat Petrus en Johannes zich bij hem gevoegd hadden, en ook de Samaritanen de Heilige Geest hadden ontvangen, is Filippus' werk hier afgelopen. Nu zendt de Heilige Geest hem naar een heidense Moorman.

FILIPPUS GEHOORZAAMT GODS BEVEL
Filippus moest naar het zuiden gaan op de weg die van Jeruzalem afdaalt naar Gaza. Die weg ging door een verlaten gebied. Menselijkerwijs gezien zou daar geen werk zijn voor Filippus. Op zijn prediking in Samaria had hij veel zegen. Toch gebood de Geest hem weg te gaan. En Filippus gehoorzaamde. Soms opent God een deur voor het Evangelie op heel onwaarschijnlijke plaatsen. Hij geeft soms een gelegenheid om te getuigen waar wij dat niet hadden verwacht.

FILIPPUS ALS GIDS
De Heilige Geest zegt tegen Filippus: "Ga toe en voeg u bij deze wagen." Uit zichzelf had hij dat misschien niet gedaan. Maar God gebiedt het hem. De Heere wil dat wij ook vrijmoedig zijn tegenover mensen die op onze weg worden geplaatst. De Moorman leest Gods Woord, terwijl hij onderweg is. Zelfs al begrijpt hij niet alles. Hij is hierin een voorbeeld voor ons. Hoe vaak nemen wij tijd om Gods Woord te lezen? Vermijden wij de moeilijke gedeelten, of proberen we door studie om die toch te begrijpen?
De Moorman wilde meer onderwijs ontvangen over hetgeen hij las. Filippus was hem tot gids. Zo geeft de Heere nog Zijn gidsen aan ons. Predikanten die het Woord uitleggen, leerkrachten die het kinderen uitleggen. De Heilige Geest is de belangrijkste Gids. Hij verlicht ons verstand, en opent onze ogen, zodat wij mogen zien.

DE GELOOFSBELIJDENIS VAN DE MOORMAN
De Moorman was een godvrezende, een proseliet. Al voor zijn vertrek was hij bekend met het geloof in de enige ware God. Waarschijnlijk had hij hiervan horen vertellen door Joden die in Ethiopië woonden. Daarom was hij naar Jeruzalem gereisd. Hij wilde deze God aanbidden, en hoopte in dit centrum van de Joodse godsdienst meer over Hem te leren. Hij had een boekrol aangeschaft, met de profetie van Jesaja. Hij begrijpt echter niet waar Jesaja over spreekt. Filippus wordt op de weg van deze man geplaatst. Hij legt uit dat Jesaja spreekt over de komende Messias, en dat deze profetie vervuld is in Jezus Christus. De Heilige Geest opent het hart van de Moorman, zodat hij gelooft in Jezus als de Messias, de Zaligmaker.

TOPOGRAFISCHE INFORMATIE:
De afstand van Ethiopië naar Jeruzalem is minimaal 1500 kilometer. Op dit kaartje is de afstand Jeruzalem-Gaza te zien.

DE HEILIGE DOOP
Filippus heeft de Moorman verteld over de Heilige Doop. De Moorman verlangt dit teken tot versterking van zijn geloof te ontvangen.
Filippus willigt dit verzoek in, als hij hoort dat de Moorman gelooft in de Heere Jezus Christus. De Doop is het teken en zegel van de afwassing van onze zonden en de inlijving in de gemeente van Christus. Voor volwassen Joden en heidenen is de Doop samen met de belijdenis de weg die toegang geeft tot die gemeente. Die geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn, zal zalig worden.

DE VERBREIDING VAN HET EVANGELIE
De Moorman reisde zijn weg met blijdschap. Hij zal zeker in zijn eigen land getuigd hebben van zijn geloof in Christus. Zo wordt de profetie uit psalm 68 : 32 vervuld: Morenland zal zich haasten zijn handen tot God uit te strekken.

Verspreiding van  het christendom vóór Paulus 
Nadat Stefanus, .de eerste christen-martelaar in JeruzaIem gedood was, vluchtten vele gelovigen naar: Judéa, Samaria, Fenicië, Syrië, de kust en Cyprus. Maar ze droegen de boodschap van Jezus mée zich mee en uit! In Antiöchië werden de gelovigen voor het eerst christenen genoemd.
Handelingen 6 : 9, 11 : 19-26

Vertelschets


LEZEN: Handelingen 8 : 26-40
ZINGEN:
Psalm 49 : 1
Psalm 67 : 2
Psalm 68 : 15 en 16
Psalm 86 : 5
Psalm 87 : 3 en 4


De hete zon laat de lucht trillen. Behalve het geratel van de wielen wordt geen geluid gehoord. Af en toe klinkt het getjirp van een krekel in het gras langs de kant van de weg. Mens en dier houden zich schuil voor de hitte. Maar deze reiziger gaat door. Hij heeft nog een verre reis voor de boeg. Vanmorgen is hij vertrokken uit Jeruzalem, en zijn reisdoel is Ethiopië, dat ten zuiden van Egypte ligt. Hij heeft nog bijna vijftienhonderd kilometer te gaan. Daar is deze eenzame weg door het bergland van Judea nog maar het begin van.
Toch heeft de man geen last van de hitte en de eenzaamheid. Hij zit comfortabel In zijn overdekte rijtuig. Je kunt aan hem zien dat hij van hoge afkomst is. Zijn gitzwarte lichaam is gestoken In prachtig geborduurde kleren, en verschillende dienaren vergezellen hem.
Hij heeft geen erg in de eenzame omgeving, maar zijn aandacht is gevestigd op een boekrol, die op zijn schoot ligt. Hij heeft hem een eindje open gerold, en houdt hem voorzichtig vast, alsof hij een kostbare schat In handen heeft.
Hardop leest hij de woorden die daarop geschreven zijn, in de Griekse taal. Het kost hem zichtbaar moeite. Steeds als hij enkele regels gelezen heeft, heft hij peinzend het hoofd op, en denkt na.

Ze hadden niets teveel gezegd, de Joden in zijn land Ethiopië. Jeruzalem is een schitterende stad. Het centrum van hun godsdienst. Hij is onder de indruk gekomen van de grootsheid van de tempel. Hier heeft hij met eigen ogen gezien hoe mensen het voorhof in kwamen met schapen en andere offerdieren. Hij heeft de priesters gezien in hun lange witte gewaden. Hij heeft, vanuit het voorhof der heidenen, de rook zien opstijgen van de vele offers die werden gebracht. Maar hij kon er zelf niet bij zijn. Het was hem, als heiden, niet toegestaan de eigenlijke tempel te betreden. Laat staan om zelf een offer te brengen. Dat is alleen het voorrecht van de Joden, het uitverkoren volk. Natuurlijk wist hij dat van tevoren. Hij is geen Jood, hij is een Moor. Wel een godvrezende Moor. In zijn eigen land heeft hij de verhalen gehoord over Abraham, Mozes en David. Hij heeft gehoord van de grote daden van de God van Israël. Het kon niet anders, deze God moest de Almachtige zijn, de God, Die de hemel en de aarde heeft gemaakt. Deze God wil hij dienen. Net als de Joden ziet hij vol verwachting uit naar de komst van de Messias, die Zijn Koninkrijk zal vestigen in... Ja, natuurlijk in Jeruzalem, de koningsstad.
Toch heeft zich een gevoel van teleurstelling van hem meester gemaakt. Hoe hij ook onder de Indruk is geraakt van de grootsheid in de tempel, en van de Joodse godsdienst, hij is en blijft een heiden, een buitenstaander. Natuurlijk mag hij de enige ware God belijden. Maar nooit zal hij deel uitmaken van dat uitverkoren Joodse volk. Hij heeft horen lezen uit de boeken van Mozes en de profeten. Maar alles wat daarin geschreven Is, is alleen voor de Joden bestemd. Zelfs de Messias, die komen zal, zal een koninkrijk voor de Joden oprichten. Zal daar voor hem, de heidense Moor, wel een plaats zijn? Dient hij deze God niet tevergeefs? Kan hij, de machtige dienaar van Candacé, de koningin der Moren, toch niet beter de goden dienen van zijn eigen volk? In zijn eigen land geniet hij aanzien en respect; hij beheert het geld en de goederen van de koningin. Voor de Joden is hij alleen maar een heiden. En toch... het laat hem niet los. Hij kan niet anders dan geloven dat de God van de Joden de enige ware God is. Hoe zou hij ooit nog andere goden kunnen dienen?

Hij buigt zich weer over de boekrol. Het is de profetie van Jesaja. Die heeft hij gekocht in Jeruzalem, om mee te nemen naar huls. Dan kan hij die thuis rustig lezen. Misschien dat deze profeet zijn vragen kan beantwoorden. Maar het valt hem erg tegen. Het zijn mooie woorden, en hij drinkt ze in als water. Maar toch begrijpt hij niet wat ze betekenen.
Het is alsof de rol een schat bevat, die hij niet prijs wil geven. Hardop leest hij verder: "Als dezelve geëist werd, toen werd Hij verdrukt; doch Hij deed Zijn mond niet open; als een lam werd Hij ter slachting geleid, en als een schaap, dat stemmeloos is voor het aangezicht zijner scheerders, alzo deed Hij Zijn mond niet open." Ja, het gaat hier over een lam dat wordt geslacht. Dat begrijpt de Moorman wel. Hij heeft het de afgelopen dagen vaak gezien, hoe lammeren over het voorhof werden gedragen, om geofferd te worden. Maar het gaat hier niet over een gewoon schaap. Het gaat hier over Iemand, die is als een schaap, als een lam, dat geslacht wordt. Vreemd, over wie zou de profeet het hebben? De Moorman leest verder: "Hij is uit den angst en uit het gericht weggenomen; en wie zal Zijn leeftijd uitspreken? Want Hij is afgesneden uit het land der levenden; om de overtreding des volks is de plaag op Hem geweest."

"Verstaat gij ook hetgeen gij leest?" Verbaasd kijkt de Moorman op. Wie spreekt daar? Dan ziet hij het. Naast de wagen loopt een man. Hij is eenvoudig gekleed, en heeft een vriendelijke uitdrukking op zijn gezicht. Al lopend kijkt hij de Moorman vragend aan. "Hoe zou ik het kunnen begrijpen, als niemand het mij uitlegt?" antwoordt de Moorman. "Maar wacht, waarom komt u niet bij mij op de wagen zitten?" Hij laat de wagen stoppen, en de wandelaar klimt op de wagen. Hij stelt zichzelf voor als Filippus, een diaken uit de stad Jeruzalem. De wagen zet zich weer in beweging. Filippus werpt een blik op de boekrol; het is de profetie van Jesaja. Hij heeft al gehoord wat de Moorman las. "Over wie zegt de profeet dit, over zichzelf, of over een ander?" vraagt de Moorman. "Niet over zichzelf, zegt Filippus. En dan gaat hij vertellen. Over de Heere Jezus, Die als de Zoon van God naar de aarde kwam. Hij is de beloofde Messias! Hij deed grote wonderen toen Hij nog op de aarde was. Filippus vertelt, wat Jesaja bedoelde, toen hij de Messias een Lam noemde. Zoals hij gezien had, hoe de lammeren in de tempel geofferd werden voor de zonden, zo was de Heere Jezus het Lam van God. Hij wilde de straf dragen, de zonde verzoenen. Dat deed Hij door te lijden en sterven aan het kruis. Maar Hij is niet in het graf gebleven; Hij is opgestaan! Hij is naar de hemel gegaan, en zit nu aan de rechterhand van Zijn Vader. Filippus vertelt ook over de uitstorting van de Heilige Geest. De gelovigen komen iedere dag bij elkaar om te bidden en met elkaar te praten over alles wat gebeurd is. En steeds meer mensen gaan geloven in het Evangelie van Jezus Christus. Ze ontvangen de Heilige Doop als teken van de afwassing van de zonden door de Heere Jezus. Zo mogen ze bij de gemeente van Christus horen. Ja, deze Messias is niet alleen voor de Joden gekomen, maar ook voor Samaritanen en heidenen. Hij heeft Zijn discipelen Zelf geboden het Evangelie overal te verkondigen.

De Moorman luistert aandachtig. Er komt een grote blijdschap in zijn hart. Want dit is het antwoord op zijn vragen! De Messias is gekomen. En Zijn Koninkrijk is niet alleen voor Joden, maar ook voor heidenen. Ja, ook voor hem, de Moorman! Wat een wonder! Het Lam wilde ook zijn zonden dragen Er is genade, ook voor hem! De Heilige Geest opent het hart van de Moorman zodat hij gelóóft. Ook hij, de heidense Moorman, mag deel uit gaan maken van de gemeente van Christus. Nu verlangt hij ernaar om ook Heilige Doop te ontvangen, als teken van de afwassing van de zonden. En als ze even later langs een riviertje komen, zegt hij: "Zie daar, water, wat verhindert mij gedoopt te worden?" Filippus kijkt de Moorman aan. "Als u met uw hele hart gelooft, dan kan dat." Eerbiedig, maar vastberaden antwoordt de Moorman: "ik geloof dat Jezus Christus de Zone Gods is."

De wagen staat stil. De beide mannen klimmen eraf, en lopen de wal af, het water In. Als ze tot hun middel in het water staan, dompelt Filippus de Moorman onder. Hij zegt "Ik doop u in de Naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest." Zoals het water de huid van de Moorman reinigt, zo wil de Heere Jezus zijn ziel reinigen met Zijn bloed.
Jij bent zo ook gedoopt. Nee, niet in een rivier. Je bent ook niet helemaal onder water gegaan. Maar je bent door je ouders In de kerk gebracht. De dominee heeft water uit de doopvont op je hoofd gesprenkeld. Dat betekent hetzelfde: de Heere kan ook jouw hart reinigen met Zijn bloed, zoals het water je lichaam schoonmaakt. Maar tussen jou en de Moorman is één verschil: de Moorman geloofde, en daarna werd hij gedoopt. Jij bent gedoopt, maar... gelóóf jij ook? Weet je wat de Heere Jezus zei? 'Wie geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn, zal zalig worden; maar die niet zal geloofd hebben, zal verdoemd worden."

Samen lopen ze het water weer uit. Ze klimmen de kant op, en dan... is de Moorman weer alleen. Filippus is er niet meer. De Heilige Geest heeft hem weggenomen. Filippus heeft zijn werk gedaan. De Moorman klimt weer op zijn wagen, en vervolgt zijn weg. In de Bijbel staat: "Hij reisde zijn weg met blijdschap." Waarom zou dat zijn, denk je? De vragen zijn opgelost. Hij is geen buitenstaander meer, maar een lid van de gemeente van Christus. Jezus' bloed is ook gestort tot vergeving van zijn zonden! Hij heeft daar zelf het teken van ontvangen.
Hij pakt zijn boekrol weer. Nu zijn de woorden niet meer moeilijk. De rol geeft zijn schatten prijs. Want hij weet nu over Wie de profeet schrijft. "Om de overtreding des volks is de plaag op Hem geweest." Ja, ook om zijn overtredingen heeft deze Messias geleden. Vrijwillig en gehoorzaam. Nu is de boodschap in de rol vol troost voor de Moorman. Wat is hij blij dat hij deze rol heeft gekocht! Nu kan hij iedereen in zijn omgeving vertellen wat hij heeft geleerd. Ja, zelfs de Joden in Ethiopië kan hij vertellen dat de Messias gekomen is! Eerst was Filippus de evangelist, nu mag de Moorman zelf evangelist worden.

Niet alleen grote mensen kunnen een evangelist zijn. Dat kunnen kinderen ook. Weet je hoe? Door je vrienden te vertellen wat jij hebt gehoord. Door te laten zien in je leven hoe goed het is om de Heere te dienen.
Kun jij dit laten zien? Denk nog eens aan wat de Heere Jezus zei: "Wie geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn..." Jij bent waarschijnlijk wel gedoopt. In jouw straat wonen vast veel kinderen die niet gedoopt zijn. Ze gaan niet naar de kerk. Ze horen op school niet vertellen uit de Bijbel. Ze bidden niet tot de Heere voor ze gaan slapen. Maar ze hebben wel hetzelfde nodig als jij: het geloof van de Moorman.
Wat doe jij met het Woord van de God dat je iedere dag hoort? Houd je het voor jezelf, of praat je erover met anderen? Als jij dit Woord niet doorgeeft, horen ze het misschien nooit. Dan zullen ze straks verloren gaan. Moeilijk hè? Want het valt niet mee, om over de Bijbel en over de Heere te praten. Je kunt uitgelachen worden. Of andere kinderen geloven niet wat je zegt. Misschien zeg je: "Maar Ik ken de Heere zelf ook niet." Dan ben je even arm als zij, ook al ben je gedoopt. Vind je dat erg? Of denk je daar nooit over na? Bid tot de Heere. Voor jezelf en voor anderen. Bij Hem is genoeg genade. Hij kan je geven wat je nodig hebt. Al wat jou ontbreekt, schenkt Hij, zo je 't smeekt, mild en overvloedig!

Antwoorden bij het ledenblad

Weet je het nog?
1. Om de God van Israël te aanbidden.
2. Hij zorgde voor het geld en de bezittingen van Candacé, de koningin der Moren.
3. De Joden in zijn land (Ethiopië) hadden hem over hun God verteld.
4. De profeet Jesaja had de profetie geschreven.
5. De Heere Jezus wordt hier vergeleken met een lam dat geslacht wordt, zonder te protesteren.
6. De Heere had hem gezegd naar deze eenzame weg te gaan, en de Heilige Geest zei Filippus naar de wagen te gaan.
7. Over de Heere Jezus, de Messias.
8. "Indien gij gelooft, zo is het geoorloofd"
9. "Ik geloof dat Jezus Christus de Zoon van God is."

Om over te praten
1. De Heere spreekt tot ons 'door Zijn Woord en Geest'. Zijn Woord, dat is de Bijbel. Daarin leert Hij ons dat wij mensen zijn die verloren liggen. Maar ook dat wij door de Heere Jezus weer met God verzoend kunnen worden. Wij kunnen dat met ons verstand begrijpen. Maar de Heilige Geest moet ons hart openen, zodat we gaan geloven wat de Heere in Zijn Woord zegt. Filippus legde Gods Woord uit aan de Moorman, maar de Heilige Geest gaf hem het geloof.

2. Het meisje was als slavin meegenomen door een bende soldaten die het land Israël was binnengevallen. Ze gaf haar zieke heer de raad naar de profeet (Elisa) te gaan, die in Samaria woonde. Naäman volgde haar raad op. (Hij stuurde eerst een brief aan de koning van Israël. Toen die wanhopig werd, omdat hij niet aan Naämans wens kon voldoen, zei Elisa zelf dat Naäman naar hem mocht komen.) Wat geef jij zelf voor raad als iemand ziek is? Durf je, net als dat meisje, anderen op de Heere te wijzen?

3. Een vraag om over te praten. Handvatten:
- Schamen wij ons om over de Heere te praten? Zijn we bang voor wat anderen zeggen, en houden we daarom onze mond?
- Is de Heere het niet waard dat wij anderen over Hem vertellen? Hij zorgt iedere dag voor ons, en geeft ons alles wat we nodig hebben.
- Het is onze plicht om anderen te vertellen wat wij weten uit Gods Woord. Anders zullen zij ons straks verwijten dat wij hen nooit hebben gewaarschuwd.
- Mensen kunnen moeilijke vragen stellen. Soms weten wij geen antwoord. Kennen wij de Bijbel wel goed? Op sommige vragen kunnen wij mensen geen pasklaar antwoord geven. Dat mag je best zeggen. De Heere is God, Hij hoeft ons niet te vertellen waarom hij bepaalde dingen doet. Ook christenen zullen altijd vragen hebben.
- Als je zelf de Heere niet kent, kan het nog moeilijker zijn om over Hem te spreken. We moeten aan anderen denken, maar eerst aan ons zelf! Toch mag je dat niet als reden gebruiken om niet over de Heere en Zijn Woord te praten. Anderen moeten immers ook weten van de enige Weg tot behoud!
- Alleen praten over de Bijbel kan wel eens de indruk geven dat wij alles beter weten. Laat ook zien wat de Heere in Zijn Woord gebied. Dat Zijn geboden goed zijn. Het maakt veel verschil hoe je met andere mensen omgaat. Ze letten op of je daden kloppen met wat je zegt.
- Soms wil je wel, maar durf je niet. Vragen wij wel genoeg aan de Heere om hulp en wijsheid? De Heere wil ons helpen, zoals Hij ook het slavinnetje van Naäman hielp. Zij had misschien niet eens verwacht dat die grote Naäman naar haar zou luisteren. Maar de Heere gaf dat hij dat wel deed! 

Rebus
Oplossing: "Gij zijt het zout der aarde."

Antwoorden
'Een middag bij de kinderevangelisatie'
1. Verschillende antwoorden zijn mogelijk. Denk aan:
Overeenkomsten: het is een club voor kinderen, er wordt uit de Bijbel verteld, er wordt geknutseld, gebeden en gezongen.
Verschillen: kinderen komen uit een gezin dat niet naar de kerk gaat, ze kennen de Bijbel niet. Tekst leren en opzeggen.

2. De kinderen weten weinig van de Bijbel, dus de juf zal het heel eenvoudig moeten doen. Ze zal bijvoorbeeld uit moeten leggen wat zonde is en geloof, of Wie de Heere Jezus was en Zijn discipelen. De kinderen zijn ook niet gewend om stil te zitten en eerbiedig te zijn onder de bijbelvertelling. Dat vinden ze meestal erg moeilijk! 

3. Waarom doen wij onze ogen dicht als we bidden? Om niet afgeleid te worden door alles wat we zien. Zo kunnen we beter luisteren naar wat gezegd wordt. Wij vouwen ook onze handen. Dat doen we uit eerbied voor de Heere.
Gevouwen handen geven ook onze vragende houding ten opzichte van de Heere weer. We hebben immers niets verdiend?
Onze houding is niet de enige goede. In de tijd van de Bijbel hieven de Joden hun handen in de lucht, als ze tot de Heere baden. Daar zat ook een symboliek in. Lege, opgeheven handen geven aan dat wij niets hebben, maar alles van de Heere verwachten.

4. We zijn soms verbaasd dat onkerkelijke kinderen of moslimkinderen gewoon naar de kinderevangelisatie mogen komen. Thuis wordt hen iets anders geleerd! Maar sommige ouders vinden het wel goed dat hun kinderen naar de club gaan. Dat kunnen ze beter doen als op straat rondhangen. Ze zijn er bezig en ze leren er uit de Bijbel. Ouders vinden het vaak wel goed dat hun kinderen iets van een ander geloof leren. Strenge moslims laten hun kinderen vaak niet naar de kinderevangelisatie gaan. Ze zijn bang dat ze daar bekeerd worden tot het christendom.

5. Naar eigen inzicht een tekst invullen. (Denk eens aan: Mattheüs 28 : 19, Mattheüs 5 : 13, Psalm 67 : 4) 

Jeugdactie voor evangelisatie

Waarom een jeugdactie voor evangelisatie?
Het hoeft geen vraag te zijn of het evangelisatiewerk nodig is. De secularisatie in ons land neemt toe. Nederland is een zendingsland geworden. Het is van belang dat de jongere generatie opgroeit met het besef dat we als kerk een roeping hebben. Een roeping met betrekking tot de medemens die zo dicht bij ons leeft. Het evangelisatiewerk was in onze gemeenten vooral gericht op de evangelisatieposten. Het Deputaatschap voor Evangelisatie richt zich nu ook meer op ondersteuning van het lokale evangelisatiewerk, uitvoering van de classicale projecten, realiseren van inloopprojecten e.a.

De doelen van jeugdactie 'De kerk naar buiten'
In de eerste plaats willen we de bezinning rond dit thema op de verenigingen stimuleren. In de tweede plaats willen we de jongeren stimuleren tot daadwerkelijke inzet voor het actiedoel, door middel van activiteiten en geldinzameling. In de derde plaats bevordert de actie, doordat we samen iets doen, de onderlinge verbondenheid van jongeren en de betrokkenheid bij het plaatselijke jeugdwerk.
Evangelisatie is een opdracht waar elk gemeentelid bij betrokken is. Ook onze jongeren horen er bij. We willen in de actie de jongeren laten nadenken over de vraag: welke plaats kan de gemeente hebben in het doorgeven van de Bijbelse boodschap? Er is bezinning op de ontmoeting en het gesprek met de buitenkerkelijke in onze eigen omgeving en op de evangelisatieactiviteiten in de plaatselijke gemeente.

De deelprojecten op een rijtje
1. Evangelisatieproject Rotterdam
In Rotterdam wordt een inloopproject opgestart. Door middel van de actie willen we een bedrag van € 150.000 bijeenbrengen. Van de opbrengst kan in eerste instantie de huur, begeleiding en inrichting van een inloopproject vooreen nader te bepalen periode gerealiseerd worden.
2. Evangelisatieprojecten in Alkmaar en Leeuwarden A
Alkmaar:
 er is een gebouw aanwezig, maar van de opbrengst van de actie kan het gebouw aangepast worden voor nieuwe evangelisatieactiviteiten. Leeuwarden: in Leeuwarden kunnèn we door de opbrengst van de actie het net nieuwe gebouw aanpassen voor een evangelisatieproject. Wij kunnen een bijdrage leveren in een inloopproject en een maaltijd project. Het gaat dus om een doorstart van het evangelisatiewerk in een nieuwe locatie. We reserveren voor de doorstart van deze deelprojecten € 60.000.
3. Doorstart evangelisatiewerk in Merksem (België)
In Merksem is er al jaren een evangelisatiepost. Er wordt onderzocht of er mogelijkheden zijn om op deze evangelisatiepost een inloophuis en andere activiteiten te realiseren. Evangelist A. van Setten wordt hier de nieuwe evangelist. Het is de bedoeling dat evangelist Van Setten een doorstart maakt met het evangelisatiewerk.
Door middel van de actie willen we een bijdrage leveren om een effectieve doorstart te creëren. Wij denken dan aan een bedrag van € 75.000.
4. Ontwikkeling van evangelisatiemateriaal
Het Deputaatschap voor Evangelisatie wil het bestaande evangelisatiemateriaal uitbreiden en nieuwe materialen toevoegen. Er wordt dan gedacht aan het maken van een cd-rom met cursusmateriaal O.T. en N.T. Het kan eventueel dienen als leidraad bij de Bijbel.
Voor de ontwikkeling van evangelisatiemateriaal willen we een bijdrage verstrekken van € 40.000.
5. Evangelisatie onder jongeren en tieners
Ook voor dit deelproject moeten materialen ontwikkeld worden. Jongeren en tieners zijn doelgroepen die ook bereikt moeten worden met het Evangelie. Daarom is het noodzakelijk om evangelisatiematerialen te ontwikkelen voor jongeren en tieners.
Om evangelisatie onder jongeren en tieners te kunnen realiseren willen wij, door middel van de actie, een bedrag bijeenbrengen van € 35.000.

Toerustingwerk voor de gemeenten
Evangelist Baan neemt gedeeltelijk het werk van toeruster op zich. Hij rust evangelisatiemedewerkers toe, betrekt gemeenten bij het evangelisatiewerk en stuurt dit aan. Er zijn plannen om een tweede medewerker in te zetten voor alle organisatorische en administratieve taken.
Wij reserveren voor de ondersteuning van dit deelproject € 40.000.

Hef streefbedrag voor de actie is € 400.000,. 

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 2004

Mivo -12 | 28 Pagina's

Actieschets: Hoe spreek jij over de Heere

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 2004

Mivo -12 | 28 Pagina's