JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

'Een plaatsje in het beloofde land...?!'

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

'Een plaatsje in het beloofde land...?!'

23 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vertelschets


Lezen:
Numeri 27 : 1-11 

Zingen:
Psalm 81 : 1, 11, 12 
Psalm 99 : 2, 3, 6, 7, 8 
Psalm 16 : 1, 3, 6 
Psalm 22 : 12, 16 
Psalm 27 : 7 
Psalm 31 : 17 
Psalm 68 : 2, 5 
Psalm 103 : 1, 4 
Psalm 105 : 5, 6, 7, 24 
Psalm 135 : 7, 11 
Psalm 136 : 12, 16, 21, 22 
Psalm 146 : 3, 8 

Kerntekst:
'En Mozes bracht haar rechtzaak voor het aangezicht des HEEREN. En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: De dochters van Zelafead spreken recht: gij zult haar ganselijk geven de bezitting ener erfenis in het midden van de broederen haars vaders; en gij zult de erfenis haars vaders op haar doen komen (Numeri 27 : 5-7).


Het zal niet lang meer duren tot het volk Israël in het beloofde land komt! Het einde van de reis is in zicht. Nog even- en dan zullen de Israëlieten er zijn. Eindelijk, in het land dat God aan hen geven zal. Veertig jaren hebben ze nu al in de woestijn rondgezworven. Veertig jaren, dat is een hele tijd! Vroeger, lang geleden, waren ze slaven in Egypte. Maar God heeft hen daarvandaan gehaald. Hij stuurde Mozes en maakte hem tot leider van het volk. Wel meer dan zeshonderdduizend mannen en ook nog vrouwen en kinderen trokken uit Egypte de woestijn in!
Eén van die mannen was Zelafead. Zelafead was erbij toen de HEERE, Die machtige God, wonderen deed in de woestijn. Hij zag met zijn eigen ogen dat God een pad maakte door de zee. Iedereen van het volk Israël kwam aan de overkant. Zelafead ook. Zelafead heeft gedronken van het water dat God uit de rots liet stromen toen ze zo'n dorst hadden. En toen er geen eten meer was, gaf God brood en vlees uit de hemel. Zelafead heeft gezien dat de HEERE een trouwe God is!
Maar Zelafead is gestorven in de woestijn. Het beloofde land, waar hij naar op reis was, heeft hij nooit gezien. Zelafead en heel veel andere Israëlieten zijn vaak boos geweest op de HEERE. Boos, omdat ze steeds hetzelfde eten kregen in de woestijn. Boos, omdat ze zo moe werden van het lopen. En de HEERE zorgde juist zo goed voor hen! Ook hadden Zelafead en de anderen gehoord dat er in het beloofde land sterke vijanden wonen. Ze werden een beetje bang. Maar als de HEERE zo goed voor hen zorgde in de woestijn, zou Hij dat dan ook niet in het beloofde land doen? De HEERE houdt toch altijd trouw Zijn Woord? Hij doet toch altijd wat Hij belooft? Zelafead zondigde tegen de HEERE. Hij geloofde Hem niet op Zijn Woord! En daarom moest hij sterven in de woestijn. En al die andere Israëlieten ook. Maar hun kinderen... zal de HEERE hun kinderen wel in het beloofde land brengen?

Kijk! Daar, in die kleine tent! Daar wonen ze, de kinderen van Zelafead. Het zijn vijf meisjes: Machla, Noa, Hogla, Milka en Tirza. Broers hebben ze niet. En hun vader is gestorven. In de tent die vroeger van Zelafead was, wonen nu de vijf meisjes. De zussen hebben veel verdriet gehad toen hun vader Zelafead stierf. Ze hielden zoveel van hem!
Een poosje geleden moesten ze weer veel denken aan hun vader. Het duurt immers niet lang meer voor ze in het land Kanaan, het beloofde land, zullen komen! En daarom kreeg Mozes van God de opdracht om het land te verdelen. Eerst moest Mozes de mannen laten tellen. Toen hij precies wist hoeveel mannen er in het volk Israël waren, heeft hij het land verdeeld. Aan iedereen werd een stukje van het land Kanaan beloofd. Alle mannen waren blij met deze belofte en ook hun vrouwen en kinderen waren blij!
En in de tent van de vijf meisjes? Was daar ook blijdschap? Nee, in de tent van de vijf dochters van Zelafead werd geen vreugdelied gezongen. In de tent van Machla en haar zussen wonen immers alleen maar vrouwen. Broers hebben ze niet en hun vader is gestorven. Er zijn geen mannen in hun tent. En daarom is hun tent overgeslagen toen Mozes het beloofde land ging verdelen.
Nu zijn de vijf zussen bij elkaar in de tent. Ze praten over Mozes en over het verdelen van het land. Wat moeten ze nu doen? Zij willen zelf ook graag een plaats om te wonen in het beloofde land! Machla staat op en zegt: "Ik weet wel wat we moeten doen. Kom, ga mee, dan gaan we naar Mozes! Hij kan ons helpen, ik weet het zeker! Kom!" "Ja!", zegt Hogla, "Mozes kan het ook aan de HEERE vragen. Onze vader is gestorven, dus het is wel eerlijk dat we geen stukje land gekregen hebben. Maar misschien wil de HEERE Zich over ons ontfermen. Misschien wil Hij ons toch een stukje van het beloofde land geven. Dan zouden wij, en de kinderen die we misschien nog krijgen, toch ook in Kanaan een plaats krijgen om te wonen. Kom, ga mee!"
De vijf zussen lopen snel langs de tenten. Je kunt goed zien dat ze niet zomaar een wandelingetje maken. En als iemand een praatje met hen wil maken, schudden ze hun hoofd: "Nee, we hebben iets belangrijks te doen! We hebben nu geen tijd voor praatjes. We moeten naar Mozes!" De mensen worden benieuwd naar wat er aan de hand is met de dochters van Zelafead. Ze gaan mee met de zussen. Ze roepen het ook naar anderen: "Kom, ga mee! Er gaat iets belangrijks gebeuren bij Mozes!"
De vijf meisjes lopen de kant op van de grote tent. Die tent staat in het midden. Het is een belangrijke tent. Die tent heet: de tent der samenkomst. Als je Mozes, de leider van het volk, zoekt, kun je hem bijna altijd daar vinden. Hij praat dan voor de tent met andere belangrijke mannen uit het volk Bidden tot de HEERE doet Mozes ook vaak, daar in die tent. Hij spreekt met de HEERE over het volk Israël. Mozes vertelt dan aan de HEERE wat hij moeilijk vindt én waar hij blij mee is.
Ook nu is Mozes bij die tent. Samen met andere wijze mannen. Hij ziet de vijf zussen aankomen. En hij ziet ook die hele groep nieuwsgierige mensen achter hen aan lopen. Mozes stopt meteen met het werk waar hij mee bezig is en staat snel op. Samen met Eleazar de hogepriester en de andere mannen wacht hij voor de deur van de tent. Mozes ziet wel dat de vijf zussen niet zomaar naar hem toekomen. Nee, er is iets bijzonders aan de hand! En daarom laat hij de meisjes niet eerst een poos wachten voor de tent. Hij gaat alvast klaarstaan bij de deur zodat ze direct kunnen vertellen waar ze het moeilijk mee hebben.
Hoor! Als Machla bij Mozes is, begint ze meteen tegen hem te praten. "Mijn heer Mozes, onze vader is gestorven en broers hebben we ook niet. In onze tent wonen alleen maar vrouwen. En nu heeft u aan iedere man van ons volk een stuk land beloofd. Aan iedere man, ook in onze familie, heeft u alvast verteld welk stukje hij krijgt van het beloofde land. Maar mijn heer Mozes, in onze tent woont geen man. Wij hebben geen vader meer en broers hebben we nooit gehad. Onze tent bent u voorbij gelopen. Nu hebben wij géén stukje land. Wij... wij zijn overgeslagen!" Machla stopt even en haar zus Noa gaat verder.
"We weten wel mijn heer Mozes, dat het een wet van de HEERE is, dat alleen aan mannen een stukje land wordt gegeven. En de HEERE... Hij is een heilig God! En we weten ook wel dat onze vader vroeger zonde gedaan heeft tegen God. Hij geloofde niet altijd dat de HEERE ons het beloofde land wel zou kunnen geven. Daarom is hij gestorven in de woestijn. Maar, mijn heer Mozes, onze vader Zelafead heeft niet meegedaan toen Korach en nog veel meer belangrijke mannen zo erg gezondigd hebben. En daarom mogen wij, en de kinderen die we misschien nog krijgen, toch wel een plaats in het beloofde land Kanaan krijgen?"
Noa stopt even met praten. Ze denkt aan haar vader die nu gestorven is. Haar vader verlangde zo naar het beloofde land! Vaak vertelde hij aan Noa en haar zussen hoe fijn het zou zijn om daar in dat land te wonen. En hoe meer Noa en haar zussen over dat land hoorden, hoe meer ze er zelf ook naar gingen verlangen. Maar vader Zelafead is gestorven. En nu- zouden zijn kinderen dan ook niet in het land Kanaan mogen wonen? Zouden zij geen stukje land krijgen om hun huis op te bouwen?
"Mijn heer Mozes", zegt Tirza, "Onze vader is gestorven. Hij heeft het beloofde land niet gezien. Maar mogen wij nu ook niet een eigen plaats in Kanaan krijgen? Is het stukje land dat eigenlijk van Zelafead zou zijn dan nu niet voor ons? Wij zijn toch zijn dochters? En de kinderen die wij misschien krijgen, zijn toch zijn kleinkinderen? Die willen toch later ook graag op een eigen plekje in Kanaan wonen? Geef ons toch ook een stuk land, mijn heer Mozes, bij onze familie!"
Het blijft even stil als de zussen hun verhaal hebben verteld. Iedereen kijkt naar Mozes. Sommige mensen denken: "Dat doet Mozes vast niet. Natuurlijk geeft hij geen stukje land aan die meisjes. De wet van God zegt dat alleen mannen een stuk land krijgen. En God is toch heilig? Iedereen moet toch Zijn wet gehoorzamen? Nou dan...!"
Anderen mompelen zachtjes: "Wat dóen die meisjes hier eigenlijk? Ze kunnen straks toch wel bij een oom en tante gaan wonen? Of bij iemand die ze goed kennen? Of... misschien kunnen ze wel met iemand uit ons volk trouwen. Dan hebben ze gelijk een huis om in te wonen! Hoe durven die meisjes met deze vraag naar Mozes te gaan! Hij heeft het toch al zo druk!"
De vijf zussen denken andere dingen. Ze weten wat er in de wet van God staat. Maar ze weten ook dat ze alle dingen aan de HEERE mogen vragen. En ze vertrouwen erop dat de HEERE hun bede zal verhoren. Ze geloven het vast! En daarom durven ze tóch aan Mozes, aan de HEERE, te vragen of ze óók een stukje land mogen krijgen.
En Mozes...? Wat denkt Mozes? Mozes zegt niets. Mozes denkt diep na over wat de HEERE wil dat hij zal zeggen. Maar het blijft stil. Mozes weet niet wat hij moet zeggen. Hij weet niet wat hij moet doen. En daarom zegt hij na een poosje dat hij het aan God Zelf zal vragen. Mozes draait zich om en loopt de tent weer binnen. Daar knielt hij neer en heft zijn handen naar omhoog. Hij bidt tot God. Hij vraagt om wijsheid: "HEERE, wat moet ik nu doen?"

Buiten, dicht bij de deur van de tent, blijven de vijf zussen staan wachten. Om hen heen beginnen de mensen te praten. Er is iemand die een goede oplossing weet. Zijn buurman heeft weer iets anders bedacht. En een vrouw wat verderop weet het nog beter. En iedereen is erg benieuwd naar wat Mozes straks zal zeggen als hij naar buiten komt.
Maar het duurt lang. Al een hele poos wachten de mensen. Mozes is nog steeds in de tent. Een groepje vrouwen gaat alvast weg: "We hebben het zo druk, we horen straks wel hoe het afgelopen is." Een paar mannen lopen ook weg: "Het duurt ons te lang. We horen het morgen wel." En de vijf zussen? Gaan ze ook weg?
En de vijf zussen? Gaan ze ook weg? Denken ze: "We horen het vanzelf wel van Mozes?" Nee, de vijf meisjes blijven al die tijd dicht bij de deur van de tent. Ze willen niet eerder naar huis voor ze weten of de HEERE ook een plaatsje voor hen heeft in het beloofde land.

Eindelijk komt Mozes dan naar buiten. Aan zijn gezicht zien de vijf zussen dat Mozes een blijde boodschap heeft! Luister eens naar wat hij tegen hen zegt! "Dochters van Zelafead! De HEERE heeft tot mij gesproken. De HEERE heeft jullie vraag gehoord. Jullie hebben eerlijk verteld dat er alleen vrouwen in jullie tent wonen. Daarom is jullie tent overgeslagen toen het land Kanaan werd verdeeld. Eerlijk hebben jullie gezegd dat vader Zelafead vroeger gezondigd heeft tegen de HEERE en daarom is gestorven. Maar ook vertelden jullie dat vader Zelafead niet meegedaan heeft met Korach, toen hij erg boos was op de HEERE. En daarom mag aan de naam van jullie vader met liefde worden gedacht!"
Mozes stopt even met praten. Vol spanning kijken de meisjes hem aan. Zullen ze dan... Zullen ze dan toch een plaats krijgen in het beloofde land? Zal de HEERE Zich over hen ontfermen? Hoor, Mozes praat verder. Met een blijde stem roept hij: "Dochters van Zelafead! De HEERE heeft jullie gebed verhoord! Hij zal jullie een plaats geven in Kanaan. Hij belooft jullie een stukje van het land dat Hij aan ons volk geven zal!"
Wat een blijde boodschap voor de vijf zussen! Wat is de HEERE goed voor hen! Ze krijgen straks toch een stukje van het land Kanaan. Nu is er ook vreugdegezang in de tent van de vijf meisjes: "Looft de HEERE, onze God, want Hij heeft in genade aan ons gedacht!"

Het land Kanaan. het beloofde land, lijkt veel op de hemel. Net als de vijf zussen kunnen wij niet in dat land, in de hemel, komen. De wet van de HEERE laat ons steeds weer zien dat wij zonde doen. De vijf zussen vertelden eerlijk over de zonde van hun vader. Zo moeten ook wij eerlijk onze zonden belijden voor de Heere. De zussen vertelden ook aan Mozes en aan de HEERE van hun verlangen naar het beloofde land. Verlang jij ook naar de HEERE in de hemel? Wij kunnen niet meer naar Mozes, maar wij kunnen wel naar Iemand anders. Iemand, waar Mozes veel op lijkt. Dat is de Heere Jezus! Hij wil Zich over ons ontfermen. Vraag maar aan Hem of Hij in de hemel ook een plaats voor jou wü bereiden. Want dan mag je straks altijd bij Hem zijn, in het hemelse Kanaan! Niet verdiend en tóch gekregen! Dat is... genade!


Ter inleiding
U hebt de eerste Mivo voor D.V. het nieuwe verenigingsseizoen in handen! We hopen dat alle onderwerpen op het (half-)jaarprogramma staan en dat u de ledenboekjes voor de kinderen gebruikt. Door middel van de vragen en opdrachten kunnen ze de boodschap van de vertelling leren toepassen voor zichzelf.
De geschiedenis van deze twee schetsen is voor de kinderen vrij onbekend. Hopelijk 'boeit' de vertelling daarom des te meer. De boodschap die er uit spreekt, is duidelijk; onverdiend krijgen de vijf zussen een plaats in het beloofde land en ook Katharina moet leren niet door verdiensten zalig te worden. Het is en blijft genade alleen: toen én nu! Dat geve de Heere ons en de kinderen!
Namens de commissie Mivo-12
Marianne Sollie


Aantekeningen bij de tekst 

Exegese Numeri 27 : 1-11
vers 1: Zelafeat: betekent waarschijnlijk 'schaduw' of 'bescherming is de Geduchte' (namelijk God). Niet duidelijk is of de moeder van deze vijf meisjes nog leefde. Broers hebben ze nooit gehad, hun vader is nu gestorven.
vers 2: De rechtsvraag van de meisjes gaat in principe het hele volk aan. Daarom richten ze zich tot degenen die binnen het volk bevoegd zijn beslissingen te nemen. Dat zijn Mozes, de hogepriester Eleazar, de vorsten en de gemeentevergadering. Deze mensen houden zich voornamelijk op bij het Heiligdom, de Tent der samenkomst. Dit doen ze omdat het recht afdaalt van de HEERE. Bij Israël is iedere rechtsbeslissing een Godsspraak.
vers 3: Zelafead is volgens Numeri 26 : 33 een stamvorst geweest. Merkwaardig is dan ook dat hij geen medestander van Korach is geweest tijdens de opstand. Korach had namelijk veel stamvorsten aan zijn zijde (Numeri 16 : 2). Het sterven van Zelafead houdt dus geen verband met het aan Korachs kring voltrokken oordeel Gods. Hij is om zijn eigen zonde gestorven. Dat wijst op het oordeel dat alle strijdbare Israëlieten trof Dit gebeurde omdat het volk twijfelde aan de trouw van de HEERE en morde over de omstandigheden.
vers 4: Zie achtergrondinformatie.
vers 5, 6: Mozes kan hier geen beslissing over nemen. Het gaat om een ingrijpende verandering in de instellingen Gods. Hij legt het de HEERE voor. De wijze waarop dit in het algemeen plaatsvond staat enigszins beschreven in Numeri 12 : 8.
vers 7: De dochters spreken recht: ze zijn overtuigd geweest van het feit dat de wet hen rechtvaardig uitsloot en ze beseften dat het leven van hun vader ook niet iets was waarop ze konden pleiten (alhoewel hij niet in het oordeel over Korach was). Zij worden nu door de HEERE behandeld alsof ze zonen zouden zijn. De erfenis van hun vader komt hen volledig toe.
vers 8-11: In deze verzen maakt de HEERE de beslissing in deze unieke situatie tot een wet voor allen die in dergelijke omstandigheden zijn. De erfopvolging wordt geregeld in de gevallen wanneer er enkel dochters of helemaal geen kinderen zijn. De volgende grondgedachte is daarin leidend: het erfgoed blijft in het geslacht van de overledene.

Gebruikte literatuur
- Preek van ds. E Bakker uit 'Het eeuwige Woord'
- Bijbelverklaring Dachsel
- Korte verklaring

Achtergrondinformatie

Kanaän / Palestina
In het Oude Testament was de meest gebruikelijke naam voor het beloofde land: Kanaän. Pas later begon men te spreken van Palestina. Kanaän was aanvankelijk eigenlijk de naam van het gebied waar de Filistijnen woonden, een smalle kuststrook langs de Middellandse Zee. De nieuwe Joodse staat, die gesticht werd in 1948, heeft de oude naam Israël aangenomen.

Stammen van Israël en de verdeling van het land
De Israëlieten waren naar de twaalf zonen van Jakob ingedeeld in twaalf stammen. Toen het volk na de woestijntocht in Kanaan kwam, werd het land verdeeld onder de stammen. De stam Levi kreeg geen eigen gebied om in te wonen. Hij zou dienst doen als priesterstam in Israël. Er is geen stam die de naam Jozef heeft. In plaats daarvan waren het zijn twee zonen Efraïm en Manasse die hun naam gaven aan twee van de twaalf stammen van Israël. Langzamerhand verloren de stammen en woongebieden de grote betekenis die ze vroeger hadden gehad. De twaalf stammen werden een volk .

De zonde van Korach
Deze geschiedenis staat beschreven in Numeri 16. Korach, samen met Dathan, Abiram en On uit de stam van Ruben, staan tegen Mozes op. Tweehonderdvijftig mannen, aanzienlijke personen uit de Raad der oudsten, doen met hen mee. Zij zijn het niet eens met de machtsverdeling in het volk Israël. Daarnaast murmureren zij over het slechte leven van nu in de woestijn. Zij staan tegen Mozes op maar eigenlijk zondigden zij tegen God, de Hoogste Soeverein (Dachsel). Zij luisteren niet naar pogingen van Mozes om hen tot rede te brengen. God laat ze uiteindelijk levend ter helle varen, met vrouwen en kinderen.

De zonde van Zelafead
Zelafead is niet gestorven omdat hij deelgenomen had aan de opstand onder Korach. Hij is gestorven om de zonde die hij deelde met alle andere Israëlieten. Alle dienstplichtige mannen van boven de twintig jaar zijn met de dood gestraft. Zij hebben getwijfeld aan de belofte van God dat Hij Israël het land Kanaan zou geven. De twijfelprediking van de tien verspieders vond weerklank in hun hart, meer dan het vast betrouwen van Jozua en Kaleb op de belofte en de trouw van God.
Als Zelafead wel in de vergadering van Korach zou zijn geweest en om die reden zou zijn gestorven, was het anders. Dan zou zijn nagedachtenis met recht uitgeroeid moeten worden in de gemeente. Hij zou als een banneling beschouwd moeten worden.

Het probleem van de dochters van Zelafead
Naar aanleiding van de tweede telling van het volk (Numeri 26) wordt alleen aan mannen grondbezit toegezegd. De dochters van Zelafead worden dus uitgesloten. Met dit probleem, een rechtsprobleem dat het hele volk aangaat, gaan ze naar Mozes. Grondbezit is belangrijk voor hen. De naam van hun vader dreigde 'uit het midden van hen weggedaan' te worden. Grondbezit is namelijk verbonden aan een naam. En dat betekent weer dat alleen degene die grond bezit, bestaat. Want die persoon heeft zijn naam verbonden aan die blijvende grond. Het ging de dochters dus om een vaste plaats en een zeker bestaan in het beloofde land. Het land dat God aan het volk geven zou. 

Unieke situatie van Zelafeads dochters wordt wet, consequenties daarvan (n.a.v. Numeri 36)
De daad van de dochters wordt de aanleiding van de openbaring van een nieuwe waarheid, een Goddelijk voorschrift. Voor alle volgende geslachten geldt: "Wanneer iemand sterft en geen zoon heeft, zo zult gij zijn erfenis op zijn dochter doen komen" (Numeri 27 : 8). Deze wet kan echter voor vervelende situaties zorgen. Wanneer de dochters van Zelafead trouwen, is er de mogelijkheid dat dit gebeurt met een man buiten hun eigen stam. Door zo'n huwelijk komt het erfdeel binnen de familie van de man. De stam van Manasse raakt dan dus voorgoed een gedeelte van het erfdeel kwijt. De vaders uit het huis van Jozef kaarten dit aan bij Mozes want dit mag in geen geval gebeuren.
Mozes geeft als antwoord een nadere invulling van de nieuwe wet. Wanneer de dochters trouwen, laat dat dan met iemand zijn die uit het geslacht van hun vader is. Op deze manier gaat de erfenis niet van stam op stam over. De dochters gehoorzamen hieraan. Ze stellen hun persoonlijke eisen ondergeschikt aan de eer van God. Ze zijn ook hierin een voorbeeld voor menig christen.

Antwoorden 

Om over te praten
1. Het is belangrijk dit onderwerp voorzichtig te behandelen en deze vragen dan ook alleen met elkaar te bespreken wanneer er een goede vertrouwensrelatie met de kinderen is. Pas ook op dat de kinderen die deze situatie kennen niet extra 'bijzonder' gemaakt worden. Een groot aantal van deze kinderen wil zoveel mogelijk 'gewoon' behandeld worden.
1a. Je kunt bij deze vraag denken aan een lege plaats in het gezin, het missen van stoeipartijen met vader, het missen van gesprekjes met vader, de belangstelling van hem voor school, moeder die alleen moet zorgen, etc. Juist de alledaagse contacten die 'plotseling' wegvallen, kunnen veel invloed hebben op de emoties van het kind.
1b. Je kunt voor dat kind bidden, dat is belangrijk. Maar net zo belangrijk is het om aan het kind te laten merken dat je aan hem/haar denkt. Misschien kun je een keer extra vragen of dat meisje/die jongen met jou komt spelen, of je gaat naar het kind zelf toe. Misschien kun je hem/haar helpen als het leren/huiswerk in deze weken niet zo goed lukt etc.
2a. Doordat er in hun gezin geen man meer was (geen vader, geen broers) konden de dochters van Zelafead geen erfenis krijgen in het beloofde land. Ze zouden dan van de liefdadigheid van familieleden of anderen moeten leven. Een erfenis krijgen betekende in zekere zin dat de HEERE zo'n familie zegende. Het was een bijzondere zegen voor het hele volk Israël dat de HEERE hun dat land wilde geven.
2b. De vijf zussen gaan met hun nood naar Mozes en de andere belangrijke mannen uit het volk. Ze richten zich in hun bede echter alleen tot Mozes. Hij is immers de leider van het volk. Hij is de spreekstem van het volk tot de HEERE. Hij kan bemiddelen tussen de HEERE en het volk.
3. Ten eerste is elke dag die we zonder de HEERE leven een verloren dag. Het zijn geen dagen geweest die we gebruikt hebben om Hem te dienen en te eren. Als tweede weten we niet hoelang we zullen leven. Het is voor ons verborgen wanneer we zullen sterven. We weten alleen, en dat weten we zeker, dat we sterven. Zolang we leven kunnen we tot God bekeerd worden, daarna niet meer. Als derde weten we ook niet hoe de rest van ons leven verlopen zal. Misschien hebben we straks veel minder tijd om de HEERE te zoeken. Andere dingen trekken onze aandacht: huiswerk, langer naar school, een baantje op zaterdag, extra fluitles enz. Misschien worden we vaak ziek zodat we bijna geen krachten meer hebben om in de Bijbel te lezen en er over na te denken enz. Dat zijn 'de kwade dagen' waarover Prediker spreekt (12 : 1). Het is belangrijk vandaag nog de HEERE te zoeken en naar de stem van Zijn Woord te luisteren: "Heden, zo gij Zijn stem hoort...!"
4a. De zussen wisten dat, volgens de wet van God, zij geen recht hadden op een stukje land. De HEERE had duidelijk gezegd dat alleen de mannen een stukje zouden krijgen. Daarbij konden ze ook niet pleiten op het feit dat hun vader zo gelovig was geweest: hij had immers meegezondigd met de anderen en was daarom gestorven in de woestijn. Er was dus niets in henzelf of hun omstandigheden te vinden waardoor de HEERE het aan hen verplicht zou zijn. Daarom ontvingen ze de blijde boodschap van Mozes als een bewijs van genade van de HEERE. Hun vertrouwen op de ontfermende God is niet beschaamd!
4b. In de invulpuzzel staan wat dingen genoemd waar duidelijk uit af te leiden is dat het beloofde land en het hemelse Kanaän veel op elkaar lijken. Kinderen kunnen uit deze puzzel redenen noemen waarom ze graag in de hemel zouden willen zijn. Er zijn nog veel meer redenen te noemen. Denk aan: nooit meer zonde doen, altijd leven zoals de HEERE dat wil, altijd de HEERE mogen dienen, Hem lof toebrengen voor Zijn genadegaven etc. Belangrijk bij deze antwoorden is dat het om de HEERE gaat. De hemel is alleen daar waar Hijzelf is! Hij is ook het middelpunt van de hemel. Antwoorden zoals 'Dan krijg je alles watje hebben wil' e.d. gaan een verkeerde kant uit. Dan gaat het niet om God maar om ons eigen ik. Een antwoord zoals 'Dan heb je geen pijn of verdriet meer' kan wel goed zijn. Pijn of verdriet zijn de gevolgen van de zonde en bepalen ons constant bij ons zondige bestaan. Dan kan er een verlangen zijn om bij de HEERE in de hemel te zijn: verlost van ons aardse en zondige bestaan en altijd bij de HEERE om Hem te prijzen en te danken voor Zijn genade!
5a. Ook de andere vrouwen in een soortgelijke situatie worden door de HEERE niet vergeten. Om hen te verzekeren van een erfdeel in het beloofde land stelt Hij een wet in. Wanneer een man geen zonen heeft, is de erfenis voor zijn dochters.
5b. Heeft een man helemaal geen kinderen? Ook dan zorgt de HEERE voor het erfdeel. Heel precies geeft Hij aan wie het erfdeel dan mag beheren. Belangrijk is dat het erfdeel in ieder geval binnen de eigen stam blijft.

Puzzel 1
1. Ruben; 2. Aser, 3. Naftali; 4. Dan; 5. Zebulon; 6. Issaschar, 7. Manasse; 8. Efraïm; 9. Benjamin; 10. Gad; 11. Juda; 12. Simeon.

Puzzel 2
Van boven naar beneden: Jozef, Manasse, Machir, Gilead, Hefer, Zelafead.
De vijf dochters: Machla, Noa, Hogla, Milka en Tirza (zie Numeri 27 : 1).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 september 1999

Mivo -12 | 30 Pagina's

'Een plaatsje in het beloofde land...?!'

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 september 1999

Mivo -12 | 30 Pagina's