JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Bolivia

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bolivia

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Midden in Zuid-Amerika ligt Bolivia. Bolivia is een land 30 keer zo groot als Nederland. Er wonen zo'n zeven miljoen mensen. De meeste mensen in Bolivia wonen op het platteland. Ze wonen in slechte huizen, hutten soms. Op het land verbouwen ze koffie, thee, suiker, mandarijnen, bananen. Toch zijn de mensen heel arm. Veel van wat ze verbouwen, gebruiken ze zelf. De gezinnen zijn groot. Daarom houden ze niet veel van de produkten over om te verkopen.

Op 3 augustus 1492 vaart een kleine vloot de Spaanse haven uit. Op 12 oktober 1492 gaat Columbus ergens aan land. Columbus heeft Amerika 'ontdekt'. Hij verklaart dat het land Spaans gebied is. In Zuid-Amerika is Spaans nu nog de officiële taal.

Zelf denkt Columbus dat hij in Indië is aangekomen. Daarom noemt hij mensen die hij daar ontmoet indianen. De oorspronkelijke bewoners van Bolivia en Zuid-Amerika zijn de Indianen. Ze wonen diep in de oerwouden, in de bergen en op de hoogvlakten.

Roberto wordt mijnwerker.

Robertó is elf jaar. Een vader heeft hij niet meer. Die is twee jaar geleden overleden. De vader van Roberto was mijnwerker.

In Bolivia werken duizenden mensen in de mijnen. Uit de mijnen halen ze zilver, tin, lood en zink. Tijdens het werk ademen ze gassen in en komt er veel stof in hun longen. Daarvan is Roberto's vader ziek geworden. De meeste mijnwerkers worden niet ouder dan 35 jaar. De vader van Roberto is 40 jaar geworden. Het werken in de mijnen ook is gevaarlijk. Denk maar eens aan ongelukken. Mijnwerkers werken hard en verdienen net genoeg om van te leven. Nu heeft Roberto 's moeder een baantje gevonden bij de mijnen. Maar dat is niet genoeg om van rond te komen. Daarom moet Roberto elk weekend en elke vakantie meehelpen om voor het gezin wat extra 's te verdienen.

Volgend jaar komt Roberto van de basisschool af. Verder leren kan hij niet. Daar is geen geld voor. Dan wordt ook Roberto mijnwerker...

Zending in de dorpen

Op het platteland leven de mensen heel erg op zichzelf. Ze zijn bang voor een wereld vol geesten. Ze leven in angst van de hekserij.

In Zuid-Amerika leven veel mensen in bijgeloof. De meeste mensen zijn Rooms-Katholiek en dienen de afgoden. Ze kennen de naam van de Heere Jezus wel, maar meer weten ze niet van Hem. Van de Bijbel hebben ze nog nooit gehoord.

In de Verenigde Staten van Amerika en Canada zijn ook Gereformeerde Gemeenten ontstaan. In het noorden van Bolivia hebben zij een eigen zendingsgebied. Dat gebied bestaat uit verschillende dorpen. Het belangrijkste dorp is Lorna Alta. Daar staat het eerste kerkje van de Amerikaanse zending.

Ds. Bazen is hier zendingspredikant. Samen met zijn vrouw, echtpaar Nijsse en zuster Conny Stam vormen ze daar het zendingsteam. Zij proberen de mensen te bereiken met de boodschap van het Evangelie. De mensen worden uitgenodigd naar de kerk te komen. Uit de dorpen komen nu verschillende mensen naar het kerkje.

HOEDEN

Vroeger droegen veel mensen in Nederland een hoed of een pet. Dat hoorde zo. Nu zie je dat bijna niet meer; soms nog bij oudere mensen. Meisjes en vrouwen dragen bij ons alleen nog een hoed als ze naar de kerk gaan.

Maar in Bolivia dragen haast alle indianen een hoed. Die hoed zetten ze bijna nooit af. Soms houden ze hem zelfs op als ze gaan slapen.

Voor een indiaan is de hoed belangrijk. Zijn hoed beschermt hem tegen felle zonnestralen en ijzige kou. Maar zijn hoed is ook een deel van de klederdracht. Aan de soort hoed kun je zien waar bijvoorbeeld iemand vandaan komt, of hij getrouwd is, naar een begrafenis gaat of een bruiloft heeft. In Bolivia bestaan wel meer dan 300 verschillende hoeden.

Een zondag in Loma Alta

Ds. Bazen houdt 's zondags altijd diensten. Al heel vroeg in de morgen haalt hij met zijn auto de mensen op uit de dorpen. Want van dorp naar dorp is soms wel zes uur lopen!

In het kerkje nemen op eenvoudige houten banken zo'n 90 mensen hun plaats in: vaders en moeders, maar ook veel kinderen. Ze zingen psalmen in de Spaanse taal, op dezelfde melodie als wij. Niet iedereen is even stil tijdens de dienst. Toch zijn er ook die goed zitten te luisteren. Eerbiedig luisteren ze naar de boodschap uit Gods Woord. Ds. Bazen preekt dat ze tot God bekeerd moeten worden.

Voor het eerst horen de mensen in Bolivia dat ze zondaren zijn. Dat ze alleen door het geloof in de Heere Jezus Christus behouden kunnen worden. Maar hoe kunnen ze geloven als er geen mensen zijn die hun dit predikt? Gelukkig is er in Loma Alta een zendingsteam. Mensen die zich geroepen weten het Evangelie te verkondigen. We willen het werk van de Amerikaanse zending steunen.

plak hier foto nr 2 van het fotovel

Op de foto het zendingsteam in Loma Alta.

Van links naar rechts: Connie Stam, mw. en dhr. Nijsse, Sharon, Bill Greendijk, mw. en ds. Bazen

Zingen in het Spaans

Op het zendingsveld in Lorna Alta worden de psalmen in de spaanse taal gezongen. De heer Mauritz van de Jeugdbond en de heer Nieuwenhuis van de zending waren afgelopen zomer bij ds. Bazen in de kerk. Tijdens de dienst hebben zij geprobeerd de psalmen mee te zingen. En dat was niet makkelijk. De melodie is wel hetzelfde, maar de woorden uitspreken viel niet mee. En jullie? Zou het jullie wel lukken?

Hieronder zie je Psalm 42 vers 1, 2 en 3 in de spaanse taal. Daarnaast staat aangegeven hoe je de woorden precies moet uitspreken. Probeer Psalm 42 maar eens met elkaar in het Spaans te zingen op de klub.

Zo spreek je de woorden uit:

Komo soe-èle por las foe-èntes

d'akwas el cie-èrvo bra-mar,

d'èse moclo, Dieos potènte,

mie alma kjèra Tie klamar;

mie alma tjène sed de Dieos,

ie al Dieos bibo alza soe boz:

i Kwando mé werée présente

ja delante de mie aceclor!

Pan mies lakrimas dè diea

ie de notsje sjèmpre son,

mjèntras moetsjos a porfia

diecent Dönde esta toe Dieos?

Jo mémoria sjèmpre arée

de èsta, ie mè akordarée;

sobre mie el alma miea

con triesteza dèraamarée.

Kè en kran noemero pasando

a la kassa del Senjor,

Jo los ieba asie kiejando

kon kancieones de lo or;

kon kancieones de saloed,

kondoe cieèndolos en loez,

todos a Dieos alabando,

fèstegando la moeltietoed.

In Loma Alta is een klein ziekenhuisje.

Daar werkt Connie Stam als verpleegster. In haar brieven schrijft ze wat ze zoal tegenkomt:

"Javier is een jongen van tien jaar. Hij was uit een boom gevallen en had zijn elleboog gebroken. Omdat zijn vader en moeder geen geld hadden, gingen ze niet met Javier naar het ziekenhuis. Van de zending kregen ze geld voor de operatie. Dat gebruikten ze om eten en kleren voor het gezin te kopen. Javier zal nu zijn arm nooit mee kunnen gebruiken".

"In een modderige hut wordt een baby te vroeg geboren. De moeder weigerde om naar het ziekenhuis te gaan uit angst voor een wereld vol geesten... Ze bood zuster Connie Stam haar baby aan. Dan had dit kindje nog een kans van overleven. Zelf kan ze onmogelijk voor de baby zorgen..."

Yan het jongste lid van het zendingsteam:

Santa Cruz, 15 november 1992

"Misschien vraag je je af wie ik ben. Ik ben de dochter van meneer en mevrouw Nijsse in Bolivia. Ik heet Sharon. Ik ben 12 jaar en zit in groep zeven. Wij (het zendingsteam) woonden eerst in Santa Cruz en nu wonen we in Portachuela. Een uur hier vandaan ligt Loma Alta, waar wij werken. Mijn vader heeft de verbouwing van de kerk klaar en is nu het huis van Connie Stam aan het bouwen. Vijf dagen per week werkt mijn vader nu in Loma Alta. Soms ga ik mee.

Mevrouw Bazen, mijn moeder en ik helpen zuster Connie Stam wel eens.

Mijn moeder geeft mij iedere dag (maandag-vrijdag) les van negen uur 's morgens tot drie uur 's middags. Allemaal de groeten van mijn ouders.

Groeten,

Sharon Nijsse

IDEETJE

Sharon zal het vast leuk vinden post uit Nederland te krijgen en te horen hoe jullie met de aktie bezig zijn!

Sharon zelf kent geen Nederlands, maar haar vader wel. Hij kan je brief dan wel voor je vertalen.

Maar misschien wil je broer of zus je wel helpen bij het schrijven van een briefje in het Engels.

Sukses ermee!

Mijn voorouders...

plak hier foto nr. 3

van het fotovel Ik heet Lisiana.

Ik ben een echte Boliviaanse.

Mijn voorouders komen hier niet

vandaan. Ze kwamen uit een land

ver weg over zee. Ze kwamen hier

ook niet omdat ze het zelf wilden...

Onze geschiedenis is een heel trieste geschiedenis.

Na Columbus kwamen andere mensen uit Europa naar Zuid-Amerika, met name Spanjaarden en Portugezen. Toen de blanken hier kwamen, wilden ze grote plantages stichten om suiker, koffie, aardappelen en andere dingen te verbouwen. Zelf hadden ze geen zin om op die plantages te gaan werken. Dat moesten de Indianen maar doen, vonden ze. De oorspronkelijke bewoners van het gebied moesten de Spanjaarden gehoorzamen. De Indianen wilden dat niet en konden het misschien ook niet. Ze werden erg slecht behandeld. Een heleboel Indianen zijn gevlucht.

Toen kwam iemand op het idee om negers uit Afrika te halen. Die zijn sterk, zeiden ze. Ze werden uit de verschillende dorpen gehaald. Sommige moeders raakten hun kinderen kwijt en mannen hun vrouwen. Zo werden ook mijn voorouders gevangen genomen en als slaven naar Zuid-Amerika gevoerd. Ze kwamen in Bolivia terecht en moesten daar verschrikkelijk hard werken. Zij werkten in de mijnen om zilver te delven voor de blanken. Als ze niet hard genoeg werkten, kregen ze zweepslagen. Veel mensen stierven, maar sommigen overleefden.

Ook moesten ze allemaal Rooms-Katholiek worden. En dat kun je nu nog zien aan onze godsdienst.

Pas na 300 jaar kwam er verzet en werden de Spanjaarden verslagen.

Nu zijn er geen slaven meer. Nu zijn alle mensen gelijk zeggen ze. Maar ik weet het niet.

Ik kan bijvoorbeeld niet naar school. Ik moet geld verdienen omdat we anders thuis geen eten hebben. Andere mensen hebben wel goed eten, ze rijden in prachtige auto's en wonen in schitterende huizen. Ons huis is niet mooi. We hebben te weinig grond om iets op te verbouwen, we hebben geen geld, geen goed huis... Eigenlijk hebben we niks.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1993

Mivo -12 | 44 Pagina's

Bolivia

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1993

Mivo -12 | 44 Pagina's