JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Paulus en Silas in de gevangenis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Paulus en Silas in de gevangenis

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kerntekst: Handelingen 16:25a: "En omtrent de middernacht baden Paulus en Silas en zongen Gode lofzangen."

Kijk, door de straten van de stad Filippi lopen enkele mannen. Het zijn de apostel Paulus en zijn vriend Silas, met wie hij deze keer een zendingsreis maakt. Timotheüs en Lukas zijn er ook bij. Die hebben ze op hun reis door Klein-Azië ontmoet. Ze zijn met hen meegegaan. Paulus is door de Heere Zelf naar Filippi gestuurd om daar het woord van God te prediken. En de Heere heeft dat werk ook gezegend. Onder een preek van Paulus heeft Hij het hart van Lydia geopend. Nu zijn ze met z'n vieren op weg naar de plaats waar de Joden altijd samenkomen om te bidden. Maar, stil eens! Wat is dat; wat horen ze daar voor geroep? "Deze mensen zijn dienstknechten Gods des Allerhoogsten, die ons de weg der zaligheid verkondigen." Achter Paulus en zijn vrienden loopt een vrouw. Ze roept hen na. Ze laat aan de mensen van Filippi weten, wie die mannen zijn en wat ze komen doen. Het is niet de eerste keer dat ze dat doet. Nee, al dagen loopt ze achter hen aan en roept ze: "Deze mensen zijn dienstknechten Gods des Allerhoogsten die ons de weg der zaligheid verkondigen."

Maar wie is deze vrouw en waarom doet ze dat? Hoe weet ze dat die mannen knechten zijn van de Allerhoogste God? Deze vrouw is een slavin: een paar mannen zijn de baas over haar. Maar het allerergste is, dat ook de duivel de baas is over deze slavin. Wat is ze ongelukkig! Ze is bezeten door een waarzeggende geest. Als de mensen van Filippi iets over de toekomst willen weten, vragen ze het haar. En zij vertelt dat dan. Daarvoor betalen ze geld, maar dat geld is niet voor die slavin, maar voor haar meesters. En de mensen van Filippi geloven wat zij zegt.

Eigenlijk woont in deze slavin de duivel. Hij kent Paulus en zijn vrienden wel: het zijn vijanden van hem, want het zijn knechten van de Heere. En de duivel weet ook wel, wat ze hier in Filippi komen doen: het Evangelie verkondigen! Ze komen zeggen dat de mensen van Filippi zich moeten bekeren tot de Heere. En dat wil de duivel niet! O, je mag van de duivel gerust bidden en zingen en in de Bijbel lezen. Als je je maar niet bekeert. Als je maar niet vraagt: "Heere, verlos me van m'n boze hart en geef me een hart, dat U liefheeft en dat bang is voor de zonde." Paulus hoort dat roepen wel, maar hij is er niet blij mee. Hij voelt dat dit het werk van de duivel is. Dat de duivel zo ervoor probeert te zorgen, dat de mensen van Filippi niet naar het woord van de Heere luisteren. Dat roepen doet Paulus verdriet, omdat deze vrouw zo ongelukkig is en ze door de duivel gebruikt wordt om de mensen te bedriegen. Opeens blijft de apostel staan. Hij draait zich om en bestraft die boze geest en zegt: "Ik gebied u in de Naam van Jezus Christus, dat gij van haar uitgaat". En dan laat de Heere zien, dat Hij de Almachtige is. Want plotseling is het stil. Dat slavin roept niet meer; nee, ze is verlost van die geest. De Heere laat zien dat Hij regeert en niet de duivel. Daar staat ze; wat zal ze blij en dankbaar zijn geweest. Al gauw horen haar eigenaars, wat er gebeurd is. Maar zij zijn niet blij. Want nu hun slavin de toekomst niet meer kan voorspellen, verdienen ze niets meer aan haar. Woedend grijpen ze Paulus en Silas, nemen hen gevangen en brengen hen naar het marktplein, waar de rechters van de stad zijn. De mannen maken de rechters en ook de andere mensen van Filippi wijs, dat Paulus en Silas een gevaar zijn voor de stad, dat ze met hun prediking de rust verstoren. En de rechters, die horen dat Paulus en Silas Joden zijn, geloven het. Zij laten die twee mannen geselen. Hun kleren worden afgerukt en dan worden ze heel erg met stokken op hun rug geslagen. Daarna worden ze naar de gevangenis gebracht. En daar gaan Paulus en Silas. Veel mensen van Filippi gaan mee om te kijken. De gevangenbewaarder brengt Paulus en Silas naar de binnenste kerker, een cel waar altijd de ergste misdadigers zitten. Hij doet hun voeten in een houten blok, een stok. Nu kunnen ze zeker niet ontsnappen. De stokbewaarder kan rustig gaan slapen. En zo wordt het nacht.

Kijk, daar liggen Paulus en Silas naast elkaar in de gevangenis. Het is er vuil en donker. Hun ruggen zijn bebloed en hun voeten doen pijn. Bewegen kunnen ze zich bijna niet. Is dit nu de weg van de Heere? Moesten ze daarom naar Filippi? Zullen ze hier nu moeten sterven? En toch... Ze mogen weten dat, wat er ook gebeurt, de Heere voor hen zorgt. Ja, ook hier in de gevangenis. Ook al weten zij niet wat er nog meer zal gebeuren en hoe alles nu verder moet en waarom alles nu zo gaat. Maar de Heere weet het en dat is genoeg. Daar, midden in de nacht, gaan Paulus en Silas bidden tot die God, Die helpen kan in alle nood. Die ook nu uitkomst kan geven. En dan komt er rust in hun hart. Er komt een stille vrede in hun hart. Hoe het zal gaan, weten ze niet, maar de Heere weet het wel en Hij zal zorgen. En dan kunnen ze zelfs zingen. Zingen in de nacht, zingen in de moeilijkste omstandigheden.

Wat is dat een wonder! Als je mag weten, dat de Heere voor je zorgt. Mag jij dat ook weten? Dan kan het zijn, dat er verdrietige dingen in je leven gebeuren, maar dat je toch mag weten dat de Heere bij je is en dat Hij voor je zorgt. En wat er ook gebeurt, dan gaat het altijd goed! In de andere cellen zijn de gevangenen wakker geworden. Wat horen ze daar? Verbaasd luisteren ze naar het gezang van Paulus en Silas. O, ze horen vaak genoeg geluiden uit die binnenste kerker. Maar dat is gevloek of geschreeuw van pijn of angst. Maar zingen? Nee, dat hebben ze nog nooit gehoord! Daar begrijpen ze niets van! Vol verwondering luisteren ze. Dan, plotseling... begint de grond te bewegen. De muren beven, de deuren springen open en de boeien raken los. De Heere zendt een aardbeving. Hij laat merken, dat Hij het gebed en het zingen van Zijn knechten heeft gehoord. Door die aardbeving wordt ook de stokbewaarder, die rustig lag te slapen, wakker. Hij springt overeind. Wat schrikt hij, als hij ziet, dat alle gevangenisdeuren open staan. Hij denkt dat alle gevangenen zijn ontvlucht. Maar dat is verschrikkelijk, want dan zal hij gedood worden. Wat moet hij doen? Hij denkt maar aan één ding: een zwaard pakken en zichzelf doden. Hij staat met zijn zwaard al klaar, om dat vreselijke te doen. Maar dan klinkt uit die donkere gevangenis opeens een stem: "Doe uzelf geen kwaad, want wij zijn allen hier!" Het is Paulus, die roept. Hij heeft gemerkt wat de stokbewaarder van plan is. Maar dat mag niet! Jezelf doden is een groot kwaad.

De stokbewaarder hoort die stem. Even aarzelt hij, maar dan laat hij zijn zwaard zakken en luistert. Hij hoort van Paulus dat alle gevangenen er nog zijn. Hij merkt ook dat die twee Joden helemaal geen misdadigers zijn, maar verkondigers van de ware God. Hij ziet nu ook, dat hijzelf een grote misdadiger is, een zondaar, die altijd zonder de ware God heeft geleefd. Hij heeft het verdiend, als die God hem nu straft. Zou hij nog van die straf verlost kunnen worden? Als hij eindelijk licht heeft gekregen, gaat hij bevend naar Paulus en Silas toe. Hij haalt hen eerst uit die binnenste kerker en vraagt dan: "Lieve heren, wat moet ik doen, opdat ik zalig worde?" Hij wil weten, hoe hij behouden moet worden. En hoe hij van zijn zonden verlost kan worden. Want dat dat nodig is, gelooft hij nu. Dat heeft de Heere hem Zelf laten zien. En Paulus? Hij hoort die vraag en hij gaat hier in de gevangenis het woord van God prediken. Hoor maar: "Geloof in de Heere Jezus en gij zult zalig worden, gij en uw huis." U zult, zegt Paulus, verlost worden van de zonden en een plaats krijgen bij de Heere. Dat kan alleen door het werk van de Heere Jezus; dat kan alleen door de Zaligmaker. Heb jij die Zaligmaker ook al nodig gekregen of heb je nog helemaal geen last van je zondige hart? Vraag dan maar aan de Heere of je Hem mag leren kennen, maar ook of je jezelf mag leren kennen. Dan zul je, net als die stokbewaarder, een Zaligmaker nodig krijgen. En Die is er! Wat een wonder! De stokbewaarder gelooft, dat de Heere Jezus ook zijn Zaligmaker is. Hij brengt Paulus en Silas in zijn huis en wast hun wonden. Dan wordt hij met zijn hele gezin gedoopt. Hij geeft die twee dienstknechten van God ook te eten. O, wat is de stokbewaarder gelukkig! Hij heeft het leven gevonden en dat alleen uit genade. De volgende morgen zijn er knechten gekomen met een boodschap van de hoofdmannen. Paulus en Silas mochten weer vrijgelaten worden. Maar dat wilde Paulus niet. Hij was gegeseld, zonder dat hij veroordeeld was, en dat terwijl hij een Romein was. Toen zijn de hoofdmannen zelf gekomen en hebben hen uit de gevangenis naar buiten gebracht. Paulus en Silas hebben afscheid genomen van Lydia en van de andere gelovigen in Filippi.

Ze zijn naar de volgende stad gereisd. Lukas en Timotheüs zijn nog een tijd in Filippi gebleven. De Heere heeft de prediking van Zijn Woord in Filippi rijk willen zegenen. Dat blijkt later wel in de brief aan de Filippenzen. Paulus en Silas, maar ook de stokbewaarder zullen vast en zeker nog vaak hebben teruggedacht aan die onvergetelijke nacht, waarvan ze konden zingen: Komt maakt God met mij groot; Verbreidt, verhoogt, met hart en stem. De nooit volprezen Naam van Hem, Die ons behoedt in nood. Ik zocht in mijn gebed De HEER' ootmoedig met geween; De HEER' ootmoedig met geween; Hij heeft mij in angstvalligheên Geantwoord, mij gered. (Ps. 34: 2)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 maart 1992

Mivo -12 | 16 Pagina's

Paulus en Silas in de gevangenis

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 maart 1992

Mivo -12 | 16 Pagina's